Technologiestichting STW / Utilisatierapport 2006
De statuten vermelden als doel van de Stichting: in het algemeen belang en in dat van het wetenschappelijk onderwijs technisch-wetenschappelijk onderzoek en de toepassing daarvan te bevorderen. Het doel wordt nagestreefd door met geld, dat beschikbaar wordt gesteld door NWO (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en door het Ministerie van Economische Zaken, technisch-wetenschappelijk onderzoek te stimuleren en te steunen in het bijzonder bij de instellingen van wetenschappelijk onderwijs. Tevens draagt de stichting bij aan de bevordering van de coördinatie van het onderzoek en het gebruik ervan. Technologiestichting
Technologiestichting STW
Utilisatierapport 2006
6 0 0 2 STW financiert onderzoek, dat wordt geselecteerd op grond
van wetenschappelijke kwaliteit en utilisatie. Onder dit laatste wordt verstaan de kans dat gebruikers de resultaten
zullen toepassen. De kans op gebruik kan op twee manieren groot zijn. Ten eerste wanneer nu al gebruikers kunnen
worden geïdentificeerd, die daadwerkelijk geïnteresseerd
zijn. Ten tweede doordat resultaten klaarblijkelijk een heel veld van toepassingen zullen ontsluiten, ook al zijn in dit stadium concrete gebruikers nog niet aan te wijzen.
STW zal tevens stimulerend en initiërend optreden op prioriteitsgebieden waar er, op grond van maatschappelijke en/of
wetenschappelijke ontwikkelingen, een duidelijke inspanning vanuit het (para-)universitair onderzoekspotentieel is.
De utilisatie van de STW-projecten die in 1995 van start gingen, alsmede de interimrapportage over de in 2000 gestarte projecten.
Ministerie van Economische Zaken
Technologiestichting STW
Technische wetenschappen
Technologiestichting STW / Utilisatierapport 2006
Technologiestichting STW bezoekadres
Van Vollenhovenlaan 661 3527 JP Utrecht postadres
Postbus 3021 3502 GA Utrecht telefoon
030 6001 211 fax
030 6014 408 e-mail
[emailprotected] internet
www.stw.nl
Colofon ontwerp
ARGANTE ARGANTE, Amsterdam fotografie
Ruben San A Jong, Amsterdam interviews
Schrijvenderwijs, Rotterdam druk
drukkerij MART.SPRUIJT bv, Amsterdam
STW-nummer
STW-2006 09 06-01/1
Technologiestichting STW / Utilisatierapport 2006
Technologiestichting STW
Utilisatierapport 2006
2
Technologiestichting STW / Utilisatierapport 2006
project: ETN.3400 (interview zie pagina 52 t/m 55)
3
Technologiestichting STW / Utilisatierapport 2006
Inhoud pagina
Voorwoord
05
01:
25 jaar Utilisatie
07
25 jaar STW in kengetallen
09
STW-programma’s en platforms
13
Inleiding
15
Platform Adaptieve Intelligentie
15
Gedispergeerde Meerfasestroming
16
Materialen
17
PROFETAS
18
PROGRESS
20
Platform ProRISC
21
Platform SAFE
22
Schone en Zuinige Verbranding
23
Wiskunde Toegepast
24
02:
03:
Statistiek
27
Samenvatting cijfers
29
Twee momenten van evaluatie
31
De methode; hoe ‘meten’ we de utilisatie
31
Projecten gestart in 1995
33
Projecten gestart in 2000
33
STW-projecten 1995
35
Indeling projecten
35
Projecten per instelling
37
05:
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 1995
83
06:
STW-projecten 2000
89
Indeling projecten
89
Projecten per instelling
91
04:
07:
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 2000
Lijst van afkortingen
127 132
Interviews dr.ir. Leo Pel, prof.dr.ir. Klaas Kopinga en prof.dr.ir. Olaf Adan _ ETN.3400 prof.dr. Fred Bijkerk _ FOP.3483
52 60
prof.dr.ir. Henk Tijdeman _ TWO.5154
110
dr.ir. Willem Takken _ WBI.4834
120
5
Voorwoord / Utilisatierapport 2006
Voorwoord Het begon allemaal met de innovatienota uit
kennis aan een gebruiker wordt overgedragen
1979 van de minister van Wetenschapsbeleid.
tegen een faire compensatie voor de onder-
Geconstateerd werd dat het voor de econo-
zoeker en het onderzoek in het algemeen.
mische groei van Nederland van cruciaal
Innovatie is moeilijk vooraf te meten. In de
belang was dat wetenschap en bedrijfsleven
utilisatierapporten wordt daarom vooral
beter gingen samenwerken. Wetenschap en
aandacht gegeven aan indicatoren die een
bedrijfsleven vormden twee verschillende
signaal geven over de interactie tussen
werelden met een enorm cultuurverschil. Er
gebruiker en onderzoekers en de intensiteit
was grote behoefte aan een organisatie die
waarmee gewerkt wordt aan het gebruik en
technologie kon stimuleren. Daartoe werd in
implementatie van een nieuwe technologie.
1981 de Stichting voor de technische weten-
Indicatoren zijn bijvoorbeeld: het aantal
schappen (STW) opgericht, met de opdracht
octrooien, startende bedrijven, het aantal
om technisch wetenschappelijk onderzoek
contracten en inkomsten uit royalties.
met een gebruiksperspectief te stimuleren en de toepassing van de resultaten daarvan te
Voor u ligt het utilisatierapport 2006 van de
bevorderen.
Technologiestichting STW. Hierin wordt een reguliere rapportage gegeven over de projec-
Een missie die vandaag nog niets aan actua-
ten die in 1995 en 2000 van start zijn gegaan.
liteit heeft ingeboet. Integendeel, innovatie
Verder besteden we aandacht aan een aantal
is een voorwaarde voor een economische
programma’s en platforms die in de loop van
en maatschappelijke gezonde toekomst van
de jaren ontstaan zijn uit STW-projecten.
ons land. Interviews zijn afgenomen met projectmedeOok al is de missie nog dezelfde, dat wil niet
werkers, over hun onderzoek. Deze interviews
zeggen dat alles 25 jaar lang bij het oude is
treft u aan bij de projecten gestart in 1995
gebleven. Ook in de werkwijze van STW zijn
en in 2000 (vanaf pagina 35 en verder).
duidelijke accentverschuivingen opgetreden. In de beginjaren was het al een hele prestatie
Al met al geeft het rapport inzicht in de werk-
om een onderzoek samen met het bedrijfs-
zaamheden van STW en de mate waarin de
leven op te zetten, waarbij de bijdrage van
doelstelling van utilisatie is bereikt.
het bedrijf zich meestal beperkte tot het deelnemen aan de gebruikerscommissie van
Wij wensen u veel leesplezier!
het betreffende project. De nadruk lag vooral
Anton Franken, directeur
op het gezamenlijke onderzoek tussen bedrijf en onderzoek, hetgeen ook blijkt uit de rapportage uit die eerste jaren. Het aantal onderzoekers dat door STW gefinancierd was, was een belangrijke ‘output indicator’, al kenden we dat woord toen nog niet. Octrooien en contracten waren toen nog niet ‘gewoon’. Het opstarten van nieuwe bedrijven stond in het geheel nog niet op het netvlies van onderzoekers. Tegenwoordig is een verplichte bijdrage van het bedrijf aan het onderzoek meer regel dan uitzondering en wordt er een actief beleid gevoerd inzake de valorisatie van de kennis. Dit betekent ook dat commercieel interessante
7
25 jaar Utilisatie / Utilisatierapport 2006
01 : 25 jaar Utilisatie 25 jaar STW in kengetallen
09
8
25 jaar Utilisatie / Utilisatierapport 2006
project: ETN.3400 (interview zie pagina 52 t/m 55)
9
25 jaar Utilisatie / Utilisatierapport 2006
25 jaar STW in kengetallen
zijn 492 octrooien voortgekomen en er zijn
Door het innovatieplatform zijn een aantal
lezenswaardig inzicht in het onderzoek waar
708 contracten op de rechten op de resultaten
sleutelgebieden benoemd. Conclusie is dat
STW zich de afgelopen 25 jaar zoal mee bezig
afgesloten. De projecten hebben 113 miljoen
het STW-onderzoek voor meer dan 90%
heeft gehouden en de resultaten daarvan
euro inkomsten uit de private sector opge-
zich bevindt binnen deze sleutelgebieden
vindt u in het jubileummagazine dat STW ter
bracht aan investeringen in het onderzoek en
(zie figuur 1).
gelegenheid van haar 25-jaar bestaan uitgeeft.
revenuen uit kennishandel. De revenuen
Hierin passeert een selectie van projecten
voor het bedrijfsleven zijn vele malen hoger.
Een voor de hand liggende vraag is wat
de revue. Hieronder volgen een aantal ken-
Resultaten uit STW-onderzoeken zijn de basis
nu exact de reden is voor participatie van
getallen.
geweest voor 58 nieuwe ondernemingen.
gebruikers. Figuur 2 laat de analyse van de
Om te beginnen zijn er ruim 2000 onderzoeks-
Een aantal bevindingen uit de evaluaties die
projecten gefinancierd, waarop 2400 promo-
STW heeft gehad, de laatste in 2006 over
vendi zijn aangesteld. Dit alles met een
de periode 2001-2004, geven inzicht in het
totaal budget van 621 miljoen euro. Hieruit
speelveld en de presentaties van STW.
Een zeer
gebruikers over de jaren 2001-2004 zien.
figuur 1
Herkomst industriële gebruikerscommissieleden naar sleutelgebied (2001-2004) (bron: STW-evaluatie 2006)
h i g h - t ech s ys te m e n e n m ate ri al e n l i fe s c i e n c e s e n ge z on dhe i d fl ow e rs an d food che m i e ge e n van de z e ge bi e de n w ate r duurz am e e n ergi e c re ati e ve i n dus tri e l ogi s ti e k 0
5
10
15
20
25
30
35
40
p e rce n t ag e figuur 2
Concrete opbrengst van deelname aan gebruikerscommissie (2001-2004) (bron: STW-evaluatie 2006)
s a m enw er k i ng m e t a n d ere o rg an i s a t i es u i t de ge brui ke rs c om m i s s i e (s ) v e r b e t e r i n g b e s t a a n d produc t, proc e s of di e n s t z e l f (ve rvol g)on de rz oe k ge s t art ni e u w o n d e r z o e k s p ro j e c t g e s t a r t m e t z e l fde ke n n i s i n s ti tuut n i e u w produc t, proc e s of di e n s t an de rs , n am e l i j k... w e rvi n g on de rz oe ke rs we r v i n g e n / o f o ve rn am e van oc trooi re chte n l i c e n ti e ove re e n kom s t ni e uw e on de rn e m i n g ge s t art k a p i t a a l a a n g e t ro k k e n voor ve rde re on tw i kke l i n g 0
5
10
15
20
25
30
35
40
p e rce n t ag e
10
25 jaar Utilisatie / Utilisatierapport 2006
“STW HEEFT ZICH IN DE LOOP DER JAREN ONTWIKKELD TOT EEN SLEUTELSPELER IN DE STIMULERING VAN HET NEDERLANDSE TECHNISCH-WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK EN DE TOEPASSING ERVAN DOOR DERDEN.” (bron: STW-evaluatie 2006)
Naast de meer immateriële opbrengsten, is er ook de financiële waarde van de
figuur 3
Inschatting door gebruikers van financiële waarde van onderzoeksresultaten voortkomende uit projecten die tussen 2001 en 2004 gestart zijn (bron: STW - evaluatie 2006)
resultaten. De gebruikers van STW-projecten geven hier het volgende oordeel over. Figuur 3 laat zien dat gebruikers de geldelijke waarden van het technologisch
ge e n gel del ijke w aarde dui z e n de n e uro’s ti e n dui z e n de n e uro’s
wetenschappelijk onderzoek, dat relatief recent is gestart, moeilijk in kunnen schatten.
hon de rdd ui z e n de n e uro’s
Niettemin blijken circa 7% van de projecten
m il j oe n e n e uro’s
volgens de gebruikers reeds na een relatief
ti e nt al l e n m i l j oe n e n e uro’s
korte tijd al een geldelijke waarde te hebben van miljoenen of tientallen miljoenen euro’s.
weet ik niet 0
5
10
15
20
25
30
35
40
p e rce n t ag e
2400 PROMOVENDI
708 CONTRACTEN
M€ 113 BIJDRAGEN EN ROYALTIES UIT DE PRIVATE SECTOR TEN BEHOEVE VAN HET ONDERZOEK
11
25 jaar Utilisatie / Utilisatierapport 2006
2000 ONDERZOEKSPROJECTEN 58 NIEUWE ONDERNEMINGEN
492 OCTROOIEN
Ook in vergelijking met andere financierings-
figuur 4
bronnen wordt STW positief beoordeeld
De utiliteit van STW-onderzoek is ... (projectleiders) (bron: STW-evaluatie 2001)
als het gaat om de bruikbaarheid van de
1 e ge l ds troom on de rz oe k
resultaten van STW-onderzoek. Zowel project-
2 e g e l ds troom on de rz oe k bui te n S T W
leiders (figuur 4) als gebruikers (figuur 5).
3 e ge l ds troom on de rz oe k
veel be te r dan bet e r dan
o n de rz oe k ge fi n an c i e rd door de E C t e ch n i s ch - we t e n s ch a p p el i j k o n de rz oe k in h e t bui te n l an d
slechte r dan -4 0
-20
20
40
veel sle chte r dan
60
80
1 00
p e rce n t ag e
figuur 5
De utiliteit van STW-onderzoek is ... (gebruikers) (bron: STW-evaluatie 2001)
1 e ge l ds troom on de rz oe k 2 e g e l ds troom on de rz oe k bui te n S T W 3 e ge l ds troom on de rz oe k o n de rz oe k ge fi n an c i e rd door de E C t e ch n i s ch - we t e n s ch a p p el i j k o n de rz oe k in h e t bui te n l an d -4 0
-20
20
40
60
80
1 00
p e rce n t ag e
tabel 1
Benchmarkgegevens met betrekking tot het aantal octrooiaanvragen per miljoen euro (bron: STW-evaluatie 2006)
octrooiaanvragen per miljoen euro
STW
EPSCR (GB)
VIB (B)
DPI*
NIMR*
TI*
WCFS*
0,45
0,50
0,42
0,49
0,08
0,06
0,23
*
Technologische Topinstituten (zie lijst van afkortingen op pagina 132)
12
25 jaar Utilisatie / Utilisatierapport 2006
tabel 2 periode
1981-1991 1992-2000 2001-2004 4
Cumulatief Budget (M€)
Cumulatief gecorrigeerd budget naar prijsniveau 2006(M€)
Aantal octrooiaanvragen 3
Octrooien per M€ 1
Aantal technostarters
Aantal technostarters per M€ 1
Exploitatiegraad octrooien 2
125 271 225
210 346 242
138 241 113
0,66 0,70 0,47
9 23 26
0,04 0,07 0,11
33% 55% 60%
Budgetten zijn exclusief incidentele program-
betrekking tot het aanvragen van octrooien.
ma’s (zoals Bsik). Gegevens kunnen afwijken
De exploitatiegraad van het aantal octrooien
van gegevens in andere utilisatierapporten,
is hierdoor toegenomen. Het aantal techno-
jaarverslagen en evaluatierapporten (bijvoor-
starters uit STW-onderzoek neemt nog steeds
beeld tabel 1), vanwege het feit dat in deze
toe. De verwachting is dat er in de komende
rapporten gerekend is met begrotings-
jaren relatief meer startende bedrijven per
gegevens en niet met budgetgegevens.
geïnvesteerde euro uit STW-middelen zullen ontstaan, vanwege het feit dat het onder-
Uit een zeer globale analyse van de ontwik-
nemerschap aan universiteiten groeiende is
kelingen in de afgelopen 25 jaar (tabel 2)
en STW’s Valorisation Grant volop draait.
blijkt dat de totaal aangevraagde octrooien
Naar verwachting zullen er niet meer octrooien
per jaar uit STW-onderzoek is toegenomen.
aangevraagd worden, wellicht zelfs minder,
Echter het aantal octrooiaanvragen per
maar het gehele octrooi-exploitatie proces
geïnvesteerde miljoen euro is afgenomen.
zal effectiever gaan verlopen, waardoor de
De reden hiervoor is dat STW in de afgelopen
exploitatiegraad zal toenemen.
jaren aanzienlijk selectiever is geworden met
1
ten opzichte van gecorrigeerde budgetten
2
het percentage octrooien dat uiteindelijk overgedragen wordt aan gebruikers en/of onderdeel is van een overeenkomst tussen STW, de kennisinstelling en gebruikers
3
Octrooiaanvragen op projecten gestart in de genoemde periode. Uit de periode 2001-2004 worden nog een aanzienlijk aantal octrooiaanvragen verwacht.
4
De gegevens over deze periode zijn nog onvolledig omdat de betreffende projecten nog lopen.
13
STW-programma’s en platforms / Utilisatierapport 2006
02 : STW-programma’s en platforms Inleiding
15
Platform Adaptieve Intelligentie
15
Gedispergeerde Meerfasestroming
16
Materialen
17
PROFETAS
18
PROGRESS
20
Platform ProRISC
21
Platform SAFE
22
Schone en Zuinige Verbranding
23
Wiskunde Toegepast
24
14
STW-programma’s en platforms / Utilisatierapport 2006
project: FOP.3483 (interview zie pagina 60 t/m 63)
15
STW-programma’s en platforms / Utilisatierapport 2006
Inleiding
Dit hoofdstuk geeft een
Platform Adaptieve Intelligentie
overzicht van een aantal programmatische onderzoeksactiviteiten van STW. Soms gaat
looptijd: 2002 - 2010
Dr.ir. Zuidema
het om een programma, waarvoor een call
budget: k€ 15 per jaar
voorheen CMG, Den Haag
is uitgezet. Soms is het een bundeling van
(mede)financier(s): STW
STW-projecten (bottum up) en in een ander geval beperkt het zich tot de platformfunctie.
Resultaten
In sommige Technologieprogramma’s werkt
‘In het voorjaar van 2003 is door SNN
STW samen met andere onderzoeksorgani-
een Bsik-voorstel Adaptive Intelligence
saties of met andere onderdelen van NWO.
ingediend. Dit voorstel is zeer positief
Meer informatie over deze en overige
Doel
beoordeeld door de KNAW, maar is
programma’s vindt u op de website van
Doel is om landelijk de samenwerking,
uiteindelijk net niet gehonoreerd.
STW: www.stw.nl/programmas.
afstemming van onderzoek, uitwisseling
Het eindigde op plaats 9, terwijl plaats
van kennis op het onderzoeksgebied
1 tot en met 8 zijn gehonoreerd’,
“Adaptieve Intelligentie” te versterken.
vertelt Kappen. ‘SNN faciliteert verder
We willen het niveau van het Nederlandse
kortlopende samenwerkingsprojecten
onderzoek op dit gebied hoog te houden,
met bedrijven door middel van financieel-
alsmede om de transfer van kennis naar
administratieve ondersteuning. Voorbeel-
het bedrijfsleven te stimuleren. Centrale
den zijn TUD-De Beers en RU-Shell.
vraag hierbij is hoe we computers kunnen uitrusten met lerende intelligente soft-
Het platform heeft de volgende
ware.
bijeenkomsten georganiseerd: _ Lerende oplossingen 2002, de Vereeniging Nijmegen
Soort activiteiten Projecten, conferenties en platformactiviteiten waaronder een bijeenkomst ‘Lerende oplossingen’ en nieuwe initiatie-
_ Lerende oplossingen 2003, Radboud Universiteit Nijmegen _ Lerende oplossingen 2005, Radboud Universiteit Nijmegen
ven rond onderzoeksprogrammering ‘Deze bijeenkomsten zijn de ontmoetingsplaats bij uitstek voor wetenschap en
Initiatiefnemer/totstandkoming
bedrijfsleven op dit onderzoeksgebied’,
Platform Adaptieve Intelligentie is een
zegt Kappen. ‘Elk van deze bijeenkomsten
gezamenlijk initiatief van de Stichting
trok ongeveer 150 bezoekers waarvan
Neurale Netwerken (SNN) en STW.
de helft uit het bedrijfsleven. De bijeen-
SNN is al jaren actief in Nederland om
komsten hebben geleid tot concrete
zowel het niveau van het Nederlandse
samenwerkingsprojecten met bedrijven.’
onderzoek op dit gebied hoog te houden,
Het stimuleert het maken van nieuwe
alsmede om de transfer van kennis naar
projectvoorstellen.
het bedrijfsleven te stimuleren. De volgende workshops en cursussen zijn georganiseerd:
Bestuur Prof.dr. H.J. Kappen voorzitter Radboud Universiteit Nijmegen Prof.drs. M. Boasson Universiteit van Amsterdam Ir. G. Hiemstra Van der Meer & Van Tilburg Enschede Dr. W.H. Segeth STW, Utrecht Drs. P.J.M. Timmermans Radboud Universiteit Nijmegen
_ Workshop Advanced Issues in Neurocomputing 2003, Amsterdam-Nijmegen, _ Advanced Pattern Recognition Course for Industry 2004, Delft _ Workshop Advanced Issues in Neurocomputing 2005, Amsterdam-Nijmegen _ Summer Course Data-mining 2005, Maastricht _ Workshop Advanced Pattern Recognition 2006, Delft
16
STW-programma’s en platforms / Utilisatierapport 2006
Gedispergeerde Meerfasestroming
De workshops zijn bezocht door gemid-
looptijd: 2000 - 2008
Dr.ir. J.P. Kockx
deld 40 deelnemers, waarvan ongeveer
totaal programmabudget:
FOM, Utrecht
een kwart uit het bedrijfsleven.
k€ 6.417 (STW-deel: k€ 2.090)
Prof.dr.ir. J.A.M. Kuipers
aantal STW-projecten: 7
Universiteit Twente
(mede)financier(s):
Prof.dr. D. Lohse
FOM, EZ, STW en het bedrijfsleven
Universiteit Twente
Meerwaarde
Prof.dr.ir. G. Ooms
Kappen herkent de meerwaarde in de stimulering van nieuwe projectvoorstellen,
Technische Universiteit Delft
het organiseren van regelmatige bijeen-
Doel
Ir. D.W. van der Plas
komsten voor onderzoekers en bedrijfs-
Voor technologische toepassingen
Corus, IJmuiden
leven, het organiseren van tutorial dagen
belangrijke fundamentele kennis te ont-
Ir. P. Veenstra
en het realiseren van kennistransfer naar
wikkelen over de stroming van mengsels.
Shell, Amsterdam
bedrijfsleven.
Het gaat hierbij in het bijzonder om meng-
Dr.ir. R.E. Uittenbogaard
sels waarbij de ene fase (gas, vast of
WL - Delft Hydraulics, Delft
vloeistof) zich bevindt in, en verspreidt (dispergeert) over, de andere fase. Het
waarnemers:
programma beoogt het wetenschappelijk
Dr. C.J.G.M. Langerak
onderzoek structureel te versterken, en
SenterNovem, Den Haag
wel zodanig dat het zich beter richt op
Dr. L.J. Korstanje
voor de Nederlandse industrie relevante
STW, Utrecht
vraagstukken. Stuurgroep Gedispergeerde Meerfasestroming
Soort activiteiten Projecten, conferenties, platform en
Drs. H.G. van Vuren voorzitter
andere activiteiten, waaronder: discussie-
FOM, Utrecht
dag voor onderzoekers en bedrijven.
Dr.ir. A.A.J.M. Franken STW, Utrecht Drs. H.J.T. Nieuwenhuis
Initiatiefnemer/totstandkoming
Ministerie van Economische Zaken,
Het programma ‘Gedispergeerde
Den Haag
Meerfasestroming’ is begin 2000 gestart
Prof.dr.ir. A.I. Stankiewicz,
door de Stichting FOM in samenwerking
DSM Research BV, Geleen
met het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlandse bedrijfsleven
waarnemer:
en heeft een looptijd van acht jaar. Vanaf
Dr. L.J. Korstanje
de tweede programmaronde heeft STW
STW, Utrecht
zich ook bij het programma gevoegd. De financiële bijdrage van het bedrijfsleven
Secretariaat
bedraagt circa 25% van het totale pro-
Dr.ir. J.P. Kockx
gramma budget.
FOM, Utrecht.
Programmacommissie
Resultaten
Gedispergeerde
Meerfasestroming, het gebied binnen de
Meerfasestroming
stromingsleer dat zich bezighoudt met
Prof. dr.ir. M.M.C.G. Warmoeskerken
de stromingsapsecten van mengsels die
voorzitter Universiteit Twente (ex-Unilever)
bestaan uit twee of meer niet mengbare
Prof.dr.ir. H.E.A. van den Akker
fasen (gas, vloeistof en vast), bedient
Technische Universiteit Delft
ongeveer elke vorm van chemische, olie-
Prof.dr.ir. J.J.H. Brouwers
en voedingsmiddelenindustrie. In de
Technische Universiteit Eindhoven
chemische industrie is men vooral
17
STW-programma’s en platforms / Utilisatierapport 2006
Materialen
geïnteresseerd de beschrijving en voor-
kan op basis van deze kennis tools ont-
looptijd: 1995 - 2005
spelling van het gedrag in chemische
wikkelen die verschijnselen over het hele
totaal programmabudget:
reactoren (zoals bellenkolommen,
spectrum van schalen kunnen voorspellen.
k€ 31.085 (STW-deel: k€ 12.685)
gefluïdiseerde bedden, bioreactoren).
Naast het ontwikkelen modellen, zijn er
aantal STW-projecten: 25
De olie industrie (Shell) wil de stromings-
hier en daar ook een aantal praktische
(mede)financier(s): OCW, EZ, NWO,
patronen die ontstaan tijden de productie
problemen opgelost voor het bedrijfsleven.
STW, FOM en de industrie
en het transport van olie en gas beter
Zo is Océ een stap verder gekomen in het
begrijpen en een bedrijf als Unilever
voorkomen van luchtbelletje in een inkjet
is bijvoorbeeld geïnteresseerd in de
printhead.
Doel Via een programmatische aanpak
verbetering van de productie van emulsies (zoals mayonaise) en crèmes.
Op een ander vlak is het programma ook
universitair onderzoek te stimuleren
succesvol. ‘Verschillende vakgroepen
naar fundamentele aspecten die een rol
Over de breedte van zoveel verschillende
hebben met elkaar samengewerkt die in
spelen bij de toepassing van materialen.
onderzoeksvragen zijn inmiddels zo’n
afzonderlijke projecten niet zo snel met
Speerpunten binnen het PPM zijn
twintig projecten gestart. Die zijn te
elkaar in contact zouden komen. Ook
constructiematerialen (bulkmaterialen),
verdelen in een drietal thema’s: funda-
zijn de contacten met veel bedrijven sterk
coatings, composieten en functionele
menteel onderzoek waarbij het echt gaat
verbeterd en is het netwerk van meer-
materialen. Functionele materialen zijn
om de interactie tussen een belletje
fasestromingsmensen verstevigd. Nu het
nieuwe materialen voor toepassing in
(of deeltje) en het gas of de vloeistof;
programma straks ophoudt, is het zaak
componenten gericht op de informatie-
onderzoek naar de industriële meerfase
dat netwerk stevig te houden. Wellicht
technologie.
stroming waarin hele stromen bellen
lukt dit via het J.M. Burgerscentrum,
(of deeltjes) tegelijk bestudeerd kunnen
waarmee de programmacommissie ook
worden en ten slotte het modelleren en
nauw samenwerkt. De industrie contact-
Soort activiteiten
simuleren om uiteindelijk stroming te
dag ‘Bellen, druppels en poeders – naar
Projecten, congres Materials Research
kunnen voorspellen.
een bruisende mix van onderzoek en
2002 en 2003 en een eindsymposium
praktijk’, die op 11 oktober 2006 wordt
(2005)
Over de resultaten van alle twintig
georganiseerd, zou eveneens een kiem
projecten valt in dit kader moeilijk te
kunnen leggen voor vervolgonderzoek
rapporteren. In de tussentijdse evaluatie
op het gebied van de meerfasestroming
Programmacommissie Prof.dr.ir. J.G.H. Joosten voorzitter
(oktober 2004) is naar voren gekomen
DSM Research BV, Geleen
dat de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek goed tot excellent is. Ook
Utilisatiegegevens
zegt Kockx: ‘Op een aantal onderzoeks-
aantal contracten
: 10
Technische Universiteit Delft
terreinen zijn wij inderdaad toe aan het
aantal octrooien
: geen
Prof.dr. R. Boom
voorspellen van hoe bellen en deeltjes
aantal start ups
: geen
Corus Research, Development &
Prof.dr.ir. J. Blaauwendraad
zich zullen gedragen in interactie met
Technology, IJmuiden/Technische
gas of vloeistof, met name op de grens-
Universiteit Delft/NIMR, Delft
vlakken van beide fasen. Voor veel
Prof.dr. J.Th.M. de Hosson
industriële productieprocessen betekent
Rijksuniversiteit Groningen
dit een enorme vooruitgang. Voor de
Prof.dr. P.J. Lemstra
wetenschap betekent het overigens wel
Dutch Polymer Institute (DPI)
dat er nog veel vragen van fundamentele
Kennispoort, Eindhoven
aard liggen.’
Prof.dr. M.A.J. Michels Technische Universiteit Eindhoven/DPI, Eindhoven
Meerwaarde
Prof.dr. G.J. Vancso
De meerwaarde van dit programma is dat
Universiteit Twente
er getracht is en wordt om een link te
Dr. M.P.A. Viegers
leggen tussen de verschillende lengte en
Philips Centre for Manufacturing
tijdschalen (macro/meso/micro/nano/
Technology, Eindhoven
moleculair). Dit is een duidelijke winst voor de wetenschap en de industrie
18
STW-programma’s en platforms / Utilisatierapport 2006
PROFETAS
Secretariaat
ling als tussen universiteit en industrie
looptijd: 1999 - 2006
drs. M.J. Bartels
te bewerkstelligen. Daarnaast werden
totaal programmabudget:
FOM, Utrecht.
door de gekozen organisatorische aanpak
k€ 1382 (STW-deel: k€ 815)
niet alle projectaanvragen op gelijke wijze
aantal STW-projecten: 15
beoordeeld en raakten de financiële
(mede)financier(s):
Resultaten
middelen versnipperd, waardoor de pro-
STW, NWO-MaGW
‘In het kader van het PPM zijn tachtig
grammacommissie minder instrumenten
projecten gehonoreerd waarop circa
tot sturing ter beschikking had.’
Doel
110 oio’s werkzaam zijn geweest. Toen
In 1999 werd het onderzoeksprogramma
wij het eindverslag indienden, waren al 84 onderzoekers gepromoveerd op een
Utilisatiegegevens
PPM-project’, zegt dr. ir. Jacques Joosten.
aantal contracten
: 13
And Society – PROFETAS – door NWO
‘Toen was ruim 30 procent van deze
aantal octrooien
:5
gehonoreerd. Het hoofddoel was voedsel-
promovendi in het bedrijfsleven werkzaam.
aantal start ups
:1
productie en -consumptie duurzamer te
Protein Foods, Environment, Technology
Daarnaast hebben nog 65 postdocs en
maken. Het programma maakte deel uit
35 technici aan een PPM-project deel-
van het maatschappelijk geïnspireerde
genomen.’
onderzoeksbeleid “Kennis Verrijkt” van NWO. De NWO-gebieden STW en
‘PPM heeft een grote impuls gegeven
MaGW waren betrokken. STW heeft het
aan het fundamentele materialenonder-
technologische deel van het onderzoek
zoek. Veel fysici en chemici zijn er door
begeleid en MaGW het maatschappelijk
geïnspireerd om actief te worden op dit
gerichte deel.
gebied. Daarnaast bood het PPM werktuigbouwkundigen de mogelijkheid hun
Omdat vlees van alle voedsel de grootste
onderzoek fundamenteler dan voorheen
impact heeft op het milieu heeft het
aan te pakken. In veel gevallen is dit
programma zich gericht op een vermin-
een structurele verandering geweest.
dering van de vleesconsumptie door
PPM was niet alleen een grote stimulans
de introductie van eiwitrijke producten
voor materialenonderzoek, het heeft
vervaardigd uit planteneiwit. Deze
ook een katalytische werking gehad
producten worden ook wel Novel Protein
waardoor nieuwe initiatieven zoals DPI
Foods of NPF’s genoemd. Het onderzoek
en NIMR konden worden ontwikkeld’,
spitste zich toe op de vraag of een
aldus Joosten.
gedeeltelijke transitie van dierlijk naar plantaardig eiwit in het westerse dieet 1) zou leiden tot een grotere duurzaam-
Meerwaarde
heid, 2) technologisch haalbaar zou zijn
‘De programmacommissie heeft zich inge-
en 3) zou kunnen rekenen op een maat-
zet om binnen het PPM ook verbanden te
schappelijk draagvlak.
leggen tussen de verschillende materiaalklassen’, zegt hij. ‘Dit heeft in een aantal gevallen meerwaarde opgeleverd, bijvoor-
Soort activiteiten
beeld waar het gaat om breukgedrag van
Projecten, conferenties, platform en
materialen of bij adhesie van verschillende
activiteiten, waaronder een symposium.
materialen. Ook het congres Materials Research is georganiseerd vanuit de filosofie verbanden te leggen tussen
Initiatiefnemer/totstandkoming
verschillende materiaalklassen.’
Zie doel.
‘We hebben ook duidelijke leermomenten gehad’, zegt Joosten. ‘Zo bleek het vaak
Programmacommissie
moeilijk om samenwerking zowel tussen
Dr.ir. B.G. Linsen voorzitter
universitaire onderzoeksgroepen onder-
voorheen Unilever Research, Vlaardingen
19
STW-programma’s en platforms / Utilisatierapport 2006
Dr. H. Aiking
vanuit het oogpunt van vleeseters. Uit ons
vaker een programmatische benadering
Vrije Universiteit Amsterdam
consumentenonderzoek bleek dat mensen
kiezen en die meerwaarde van gecombi-
Prof.dr.ir. M.A.J.S. van Boekel
best belangstelling hebben voor vleesver-
neerd onderzoek beter benutten.’
Wageningen Universiteit
vangers, maar niet uit milieuoverwegingen.
Prof.dr.ir. J.L.A. Jansen
Als het lekker is, willen mensen het wel
voorheen Technische Universiteit
kopen, maar idealisme is eigenlijk gewoon
Utilisatiegegevens
Eindhoven
ver te zoeken.’
aantal contracten
: geen
aantal octrooien
: geen
aantal start ups
: geen
Prof.dr. W.M.F. Jongen Wageningen Universiteit
Deze bevinding luidde een speurtocht in
Prof.dr. J. van der Pligt
naar de soorten eiwitten die in vlees-
Universiteit van Amsterdam
vervangers zouden moeten worden
Prof.dr. W.A.J. Verbeke
verwerkt om ze aantrekkelijk te maken
Rijksuniversiteit Gent
voor de niet-vegetarische consument.
Prof.dr. H. Verbruggen
Dat is gelukt. Hoewel niet is aan te
Vrije Universiteit Amsterdam
tonen of de industrie de gevonden eiwit-
Dr. J.M. Vereijken
ten inmiddels ook daadwerkelijk gebruikt
Agrotechnology & Food Innovations BV,
voor de productie van vleesvervangers, is
Wageningen
wel vast te stellen dat de vleesvervangers de afgelopen jaren kwalitatief sterk zijn
Contactpersonen NWO-gebieden
verbeterd.
Drs. H.W. Waaijers NWO-MaGW, Den Haag Ir. C.H. Kemper
Meerwaarde
STW, Utrecht
Het benutten van de mogelijke toegevoegde waarde van het programma is volgens Van Boekel niet helemaal gelukt.
Resultaten
‘Door pech bij het aanstellen van en het
Binnen PROFETAS was prof. Tiny van
tijdig vinden van de juiste mensen hebben
Boekel coördinator van het technologi-
de projecten niet allemaal synchroon
sche onderzoek begeleid door STW.
gelopen’, zegt hij. ‘Om de resultaten van
‘De beta/gamma integratie bleek een
het ene onderzoek ten volle te kunnen
hele uitdaging’, zegt hij. ‘Dat wisten we
gebruiken voor het andere, was dit van
van tevoren en we kunnen achteraf stellen
belang geweest. Vooral het consumenten-
dat dit zeer leerzaam is geweest. Door
onderzoek naar de vereiste eigenschap-
een aantal praktische onvolkomenheden
pen van eiwitten had eerder klaar moeten
hebben wij niet optimaal van de combi-
zijn. Ook in de selectie van onderzoekers
natie kunnen profiteren, maar wij zien in
hebben we een les geleerd. Als je bij-
de toekomst zeker goede mogelijkheden
voorbeeld op zoek bent naar een onder-
beter gebruik te maken van elkaars exper-
zoeker die een onderwerp in de breedte
tise’, zegt hij.
moet bestuderen, kun je daar beter een Post-doc dan AIO voor uitnodigen. Een
De rode draad van de vijftien projecten uit
AIO wordt voor zijn promotie geacht de
PROFETAS betreft de vraag of het mogelijk
diepte in te gaan en dat is in een onder-
is de voedselproductie duurzamer te maken.
deel van een programma niet altijd nodig.’
Daarbij lag al snel de focus op vlees omdat uit eerder onderzoek al bleek dat de pro-
De geleerde lessen nemen niet weg
ductie daarvan zeer milieubelastend is.
dat Van Boekel de voordelen van een
‘Het was dan ook logisch om onderzoek
programmatische benadering ziet.
te doen naar vleesvervangers’, zegt Van
‘Wij waren er nog niet erg aan gewend.
Boekel. ‘Toen we aan het programma
Je zou kunnen zeggen dat wij kinder-
begonnen, merkten wij dat de kwaliteit
ziektes hebben moeten overwinnen.
van vleesvervangers bedroevend laag was
Maar in de toekomst zullen we zeker
20
STW-programma’s en platforms / Utilisatierapport 2006
PROGRESS (‘Programme for Research on Embedded Systems & Software’)
looptijd: 1998 - 2009
Dr.ir. J.F. Broenink
Daarnaast is er een uitgebreid op innova-
totaal programmabudget:
Universiteit Twente
tie georiënteerd netwerk met academi-
k€ 11.303 (STW-deel: k€ 3.019)
Prof.dr. H. Corporaal
sche, industriële en overheidspartners
aantal STW-projecten: 25
Technische Universiteit Eindhoven
ontstaan. Zij komen jaarlijks bijeen
(mede)financier(s):
Prof.dr.ir. E.F.A. Deprettere
tijdens de PROGRESS-workshops en
STW, NWO, EZ en derden
Universiteit Leiden
zijn vertegenwoordigd in de PROGRESS-
Prof.dr. W.J. Fokkink
programmacommissie. Ook is het ES-
CWI, Amsterdam
onderzoeks-eco-subsysteem met ESI en
Doel
Dr. R. Hamberg
DEVLab ontstaan, waarmee structureel
Het onderzoeksprogramma heeft als doel
Océ-Technologies BV, Venlo
afstemmingsoverleg is bepaald middels
de kennis en kunde op het gebied van
Ir. W. Hendriksen
zitting in elkaars boards.’
Embedded Systemen in de Nederlandse
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen,
onderzoeksinstellingen èn het bedrijfs-
Waalre
‘Structurele contacten met het FHI
leven te vergroten en zo de concurrentie-
Dr. J.C. de Jong (waarnemer)
(Federatie Het Instrument), een branche-
positie van de Nederlandse industrie te
SenterNovem, Den Haag
vereniging van het MKB op het gebied
versterken. De genoemde versterking
Dr. M. Kas (waarnemer)
van elektronische systemen, structurele
gebeurt enerzijds door het beschikbaar
NWO-EW, Den Haag
contacten met het themamagazine Bits
stellen van extra onderzoeksgelden en
Ir. N.R. Malotaux
& Chips waaraan (medewerkers van)
anderzijds door versterkte samenwerking
N R Malotaux-Consultancy, Bilthoven
PROGRESS regelmatig bijdragen leve-
en netwerkvorming tussen academische
Ir. K.H.W. Pasman
ren, zijn eveneens dankzij PROGRESS
en industriële onderzoekers.
TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag
van de grond gekomen’, zegt Karelse.
Drs. W.F. Tostmann (waarnemer)
‘De PROGRESS Embedded Systems
Ministerie van EZ, Den Haag
Roadmap 2002-2011 is bepalend voor
Soort activiteiten
Ing. H. Tuininga
de technische scope van de verschillende
PROGRESS-projecten, PROGRESS-
Salland Electronics BV, Zwolle
tenders. De totale organisatie van het
symposia, PROGRESS-roadmap,
Prof.dr. S. Vassiliadis
programma is mede dankzij de roadmap
PROGRESS-programmacommissie,
Technische Universiteit Delft
gericht op en aangepast aan de noden
zelfevaluatie (2002), externe evaluatie
Ir. J.J. de Waal
van het programma. Zo is de PROGRESS-
(2006), valorisation grant, Plus-projecten
Twente Institute for Wireless and Mobile
Plus tender gericht op de Utilisatie,
voor utilisatie, valorisatie en outreach.
Communications BV, Enschede
Valorisatie en Outreach van PROGRESS
Dr. A. van der Werf
onderzoeksresultaten. De tender hiervoor
Philips Medical Systems, Best
loopt, er zijn elf aanvragen ingediend.’
Om het ontwerpen van embedded
Secretariaat
‘Ook aan de toekomst wordt hard
software en systemen uit de kinder-
Dr.ir. F.A. Karelse STW, Utrecht
gewerkt. Het P>06 initiatief bijvoorbeeld
schoenen te helpen hebben STW, NWO,
mw.drs. M. Schweizer STW, Utrecht.
is gericht op de voortzetting van het oor-
Initiatiefnemer/totstandkoming
het Ministerie van Economische Zaken
spronkelijke PROGRESS programma.
en het bedrijfsleven, het onderzoeks-
Dit onderzoek heeft twee doelen: voort-
Resultaten
zetting van het noodzakelijke vervolg-
Frank Karelse, programme officer bij
onderzoek aan Embedded Systemen,
STW, onderscheidt en reeks opmerkelijke
in het bijzonder op het gebied van
Programmacommissie PROGRESS
resultaten. ‘Er zijn 25 projecten volgens
Integratie en Kwaliteit (Dependability) en
Drs. E.P.C. van Utteren
het STW-model gestart, 150 persoonjaren
de utilisatie van de resultaten van vooraf-
voorheen Philips Research Laboratories,
academisch onderzoek op het gebied van
gaand onderzoek in nieuwe applicatie-
Eindhoven
ES gerealiseerd. Dit heeft geresulteerd in
domeinen via partnerships met andere
Ir. A. van Ardenne
30 gepromoveerde wetenschappers tot
onderzoeksprogramma’s zoals voor
ASTRON, Dwingeloo
augustus 2006 en drie start-up initiatie-
medische systemen, communicatie en de
Prof.drs. M. Boasson
ven’, zegt hij. ‘Een daarvan heeft software-
automotive branche.’
Universiteit van Amsterdam
code in gebruik uit het project, een
Prof.dr. H. Brinksma
heeft zowel software als het ontwerp
‘Verder is opmerkelijk dat als vervolg op
Embedded Systems Institute
van hardware uit het project in gebruik,
c.q. in de schaduw van PROGRESS’
Eindhoven
het derde is gebaseerd op consultancy.
initiatieven enkele alternatieve projecten
programma PROGRESS ingesteld.
21
STW-programma’s en platforms / Utilisatierapport 2006
Platform ProRISC
zijn ontstaan op het gebied van ES-
looptijd: 1989 - heden
Dr. R. Hamberg
onderzoek. Denk hierbij aan initiatieven
budget: k€ 27,5 per jaar
Océ-Technologies BV, Venlo
binnen Bsik, zoals Smart Surroundings en
(workshops/conferenties)
Prof.dr. J.R. Long
aan recente initiatieven van SenterNovem
aantal STW-projecten: 22
Technische Universiteit Delft
op haar innovatiedag’, aldus Karelse.
(projectbudget k€ 6.729)
Prof.dr.ir. B. Nauta
(mede)financier(s): STW
Universiteit Twente Dr.ir. M.J.M. Pelgrom
Meerwaarde
Philips Research, Eindhoven
‘Als je de meerwaarde van PROGRESS
Doel
in kaart wilt brengen kun je zoal aan
ProRISC is een platform voor onderzoe-
Secretariaat
denken het op de kaart zetten van ES als
kers op het gebied van micro-elektroni-
Dr. W.H. Segeth
een van de pijlers voor de Nederlandse
sche ontwerpkunde en signaalverwerking.
STW, Utrecht
kenniseconomie, het tot stand brengen en
ProRISC richt zich op de Nederlandse
Mw. A.M. van der Stroom
het onderhouden van het ES-onderzoeks-
en Belgisch-Vlaamse onderzoekers-
STW, Utrecht
netwerk in Nederland’, zegt Karelse.
gemeenschap. Het platform heeft als
‘Ook kon door het kanaliseren van onder-
belangrijkste taak het onderzoek aan de
zoeksgelden van drie subsidiënten
universiteiten, de industrie en de vragen
Organisatie ProRISC Symposia
iedere partij voor relatief weinig geld par-
uit de markt aan deze industrie op elkaar
Dr.ir. N.P. van der Meijs voorzitter
ticiperen in een groot programma. Door
af te stemmen.
Technische Universiteit Delft Prof.dr.ir. G. Gielen
matching van overheids-, universiteits-
Katholieke Universiteit Leuven (Heverlee)
en industriële gelden kon een factor drie in beschikbare fondsen worden bereikt.
Soort activiteiten
Dr.ing. E.A.M. Klumperink
Door de industrie in de projecten te
Projecten, conferenties, platform en
Universiteit Twente
laten participeren in de letterlijke zin van
activiteiten, zoals workshops
Dr.ir. F. Petré IMEC, Leuven
het woord, kon een snelle afstemming van
Prof.dr.ir. W. Philips
universitair en industrieel niveau worden bereikt. Tenslotte hebben we voorbeeld-
Initiatiefnemer/totstandkoming
Rijksuniversiteit Gent
functie vervuld voor andere gematchte
ProRISC is een platform voor onderzoe-
Dr.ir. W.A. Serdijn
onderzoeksprogramma’s zoals Jacquard
kers op het gebied van micro-elektronische
Technische Universiteit Delft
en Sentinels.’
ontwerpkunde en signaalverwerking.
Prof.dr.ir. C.H. Slump
Het platform heeft onder meer tot taak
Universiteit Twente
het onderzoek aan de universiteiten en de
D. Stroobandt
Utilisatiegegevens
industrie en de vragen uit deze industrie
Rijksuniversiteit Gent
In afwijking met de normale afspraken
op elkaar af te stemmen.
geldt bij PROGRESS dat de projectpart-
Secretariaat
ners, inclusief de (verplichte) partners
In 1988 ontstond bij de onderzoekers op
Dr. W.H. Segeth
uit het bedrijfsleven, eigenaar zijn van de
het gebied van chip-ontwerp de behoefte
STW, Utrecht
(mede) door hen ontwikkelde kennis in
aan een overkoepelende organisatie of
Mw. A.M. van der Stroom
het project, niet STW. Wel wordt het
een platform, waar men zich ‘thuis’ kon
STW, Utrecht
kennisbeheer- en -exploitatiebeleid voor
voelen. Tijdens een bijeenkomst op het
de universiteiten door STW uitgevoerd.
Philips Natuurkundig Laboratorium, in 1989, werd ProRISC formeel opgericht.
Resultaten
aantal contracten
:6
Het kreeg de status van een zelfstandige
ProRISC-onderzoeken worden gewoon
aantal octrooien
:5
afdeling binnen de STW, met een eigen
via het Open Technologieprogramma
aantal start ups
:3
bestuur en een budget voor het organise-
aangevraagd door afzonderlijke onder-
ren van coördinerende activiteiten.
zoeksgroepen.
Dagelijks Bestuur ProRISC
Meerwaarde
Prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund
‘ProRISC is een platform voor micro-
voorzitter
elektronicadesigners en signaalprocessing-
Technische Universiteit Eindhoven
mensen’, zegt prof.dr.ir. Arthur van
22
STW-programma’s en platforms / Utilisatierapport 2006
Platform SAFE
Roermund. ‘Met het platform vervullen wij
looptijd: 1998 - heden
Prof.dr.ir. M.C.M. van de Sanden
een representatieve functie naar buiten. Zo
budget: k€ 27,5 per jaar
Technische Universiteit Eindhoven
hebben we dit jaar met het ministerie van
(workshops/conferenties)
Prof.dr. J. Schmitz
Economische Zaken, het ministerie van
(mede)financier(s): STW
Universiteit Twente
Onderwijs Cultuur en Wetenschap en diverse andere instanties gesproken over de zor-
Secretariaat
gen die er bij onze achterban leven over een
Dr. P.C. Schuddeboom STW, Utrecht
aantal ontwikkelingen met betrekking tot subsidieprogramma’s en specifiek over onze
Doel
Mw. A.M. van der Stroom
zorgen met betrekking tot de voorgenomen
Het bieden van een platform voor onder-
STW, Utrecht
reductie van het OTP programma.’
zoekers afkomstig uit Nederland, België en Duitsland en sinds 2004 ook
‘Eén keer per jaar hebben wij een sympo-
Zwitserland. Het onderzoeksgebied van
Resultaten
sium’, zegt Van Roermund. Daarbij is het
SAFE betrof in eerdere jaren de vernieuw-
Resultaten van de onderzoeken in het
overgrote deel van de promovendi en ook
ing binnen de halfgeleidertechnologie
programma SAFE, dat nog loopt, zijn
van de begeleidende staf in Nederland en
voor micro-electronica maar sinds drie
volgens prof.dr. Paddy French nog niet
een paar uit omringende landen aanwezig.
jaar is de sensortechnologie er ook sterk
zo goed te geven. ‘Veel onderzoek is
Daarnaast zijn er ook afgevaardigden van
vertegenwoordigd.
nog niet afgerond of vraagt nog om een vervolg. French vertegenwoordigt vooral
de industrie aanwezig. Tijdens het sympo-
het sensorengedeelte in het onderzoeks-
sium wordt veel informatie uitgewisseld en ‘genetwerkt’. Bovendien is het voor
Soort activiteiten
programma SAFE dat nauw samenwerkt
promovendi een laagdrempelige methode
Conferenties en platformactiviteiten,
met een ander onderzoeksprogramma
om al in een vroegtijdig stadium te leren
waaronder:
ProRISC.
zich te presenteren en contacten te leggen.
_ workshops (samen met ProRISC) _ nieuwe activiteiten rond onderzoeks
‘Verder krijgen de mensen door de combi-
programmering
Meerwaarde French benadrukt vooral de toegevoegde
natie van disciplines ook inzicht in wat in
waarde van een onderzoeksprogramma
belendende disciplines, zoals IC-design en signaalprocessing, gaande is. Dit
Initiatiefnemer/totstandkoming
in de zin van het bij elkaar brengen van
onderdeel is zonder meer heel succesvol
SAFE is in 1998 opgericht en heeft
groepen onderzoekers die elkaar anders
te noemen’, aldus Van Roermund.
dezelfde doelstellingen als ProRISC: het
minder gemakkelijk zouden ontmoeten.
‘Minimaal een keer per jaar voeren wij in
bieden van een platform voor onderzoe-
‘Wij organiseren geregeld Europees
overleg met de bestuursraad, met daarin
kers afkomstig uit Nederland, België en
regionale conferenties’, zegt hij. ‘Ook
van alle partijen een goede afvaardiging.
Duitsland. SAFE wordt echter gevormd
dit in combinatie met ProRISC. Het is
Daar kunnen zaken die op dat moment
door onderzoekers op het gebied van de
een heel leerzaam platform voor AIO’s
lopen doorgesproken worden. Dan gaat
halfgeleidertechnologie: de fysica van het
om flash presentaties te geven. In twee
het onder meer over de OTP-discussie,
halfgeleidermateriaal (en niet alleen
minuten doen zij hun onderzoek uit de
programma’s, financieringsdiscussies
Silicium), de ontwikkeling van nieuwe
doeken, krijgen vragen te beantwoorden
zoals de steeds meer industriegedreven
componenten (de zogenaamde ‘devices’),
en doen ervaring op in het wetenschap-
financiering, samenwerkingsverbanden,
de fabricagetechnologie etc.
pelijk circuit.’
de positie van STW hierin, plaats van Tijdens deze conferenties doen weten-
universiteit in onze maatschappij en de waardering c.q. het belang van universi-
Organizing Committee SAFE
schappers ook nieuwe ideeën op door
tair onderzoek.’
Prof.dr. P.J. French voorzitter
met elkaar over hun vakgebied van
Technische Universiteit Delft
gedachten te wisselen. ‘Het samenbren-
Prof.dr. W. Krautschneider
gen van wetenschappers is uiterst nuttig
Technical University of Hamburg-Harburg
omdat zij zo een bredere horizon krijgen.
Utilisatiegegevens aantal contracten
:1
Prof.dr.ir. K. De Meyer
Overigens doen zij ook binnen een project
aantal octrooien
: geen
IMEC, Heverlee
nieuwe ideeën op, maar het is een
aantal start ups
: geen
Prof.dr. L.K. Nanver
verrijking om ook af en toe daarbuiten te
Technische Universiteit Delft
kijken’, aldus French.
23
STW-programma’s en platforms / Utilisatierapport 2006
Schone en Zuinige Verbranding
looptijd: 1997 - heden
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
17
17
25
29
30
24
35
totaal programmabudget: k€ 11.379
promovendi
aantal STW-projecten: 19
key publikaties
6
7
8
9
10
21
22
(mede)financier(s): STW
Proceedings Combustion Institute
3
-
4
-
5
-
8
Dr.ir. C.J.A. Pulles
turbulentie, akoestische golven, chemie
KIWA Gastec Technology BV, Apeldoorn
en transportprocessen. Op die gebieden
Doel
Prof.dr.ir. R.S.G. Baert
maken de projecten vorderingen. De
Stimuleren van nieuw wetenschappelijk
TNO-WT, Delft
kwaliteit is sterk gestegen sinds 1997
onderzoek aan verbrandingsprocessen,
Dr.ir. P.D.J. Hoppesteyn
en de groepen kunnen zich op dit
onder andere door de samenwerking tus-
Corus Staal BV, IJmuiden
moment uitstekend meten met de rest
sen bedrijven en universiteiten te vergroten.
Prof.dr.ir. G. Brem
van de wereld. Dit is af te lezen aan het
TNO Industrie en Techniek, Apeldoorn
aantal promovendi en publikaties van de
Dr. L.P.L.M. Rabou
5 groepen bij UT, TUD, TU/e, RU, RUG,
Soort activiteiten
ECN, Petten
(zie tabel).
Projecten, conferenties, platform en
Dr. ir. W. de Jong
activiteiten, waaronder:
Technische Universiteit Delft
De acceptatiegraad van Nederlandse
_ jaarlijks uitbrengen van de nieuwsbrief
P. Haemers
papers ingediend in het twee-jaarlijkse
SenterNovem, Utrecht
Proceeding Combusting Institute was
Dr.ir. G.R.A. Groot
50% in 2004 en 62% in 2006, terwijl
Shell Global Solutions, Amsterdam
het wereldwijde gemiddelde op 40% ligt.
het Combusion Institute (Nederlandse
Secretariaat
Het is zinvol om toekomstig onderzoek
afdeling) met jaarlijks ongeveer 80
Dr. L.J. Korstanje
in programmavorm te doen, omdat de
bezoekers
STW, Utrecht
projecten dan verder op elkaar kunnen
Dhr. V. van Meerveld
worden afgestemd. Naarmate we de
STW, Utrecht
verschillende verschijnselen beter kunnen
van het platform, de ‘Brandbrief’ _ organiseren van een jaarlijks symposium COMBURA, samen met de Nederlandse Vlamvereniging en
_ initiëren van nieuw onderzoek naar verbranding (onder andere van toekom-
beschrijven door middel van modellen,
stige brandstoffen)
kunnen we het verbrandingsproces op
Resultaten
termijn steeds beter voorspellen. Dat is
Initiatiefnemers/totstandkoming
Alle projecten op het gebied van
van groot belang voor het ontwikkelen
Initiatief genomen door prof. Hans ter
verbranding uit het Open Technologie
van nieuwe verbrandingstechnologie.
Meulen en prof. Philip de Goey in overleg
Programma van STW zijn in het
met ir. Frans van den Beemt (voorheen
Programma Schone en Zuinige
Voorbeeld: In 1994 liep onder leiding
STW), later overgenomen door dr. Leo
Verbranding ondergebracht. Dr. Leo
van prof.dr. J.J. ter Meulen (Nijmegen)
Korstanje.
Korstanje van STW is nauw betrokken
onderzoek naar laserdiagnostiek van het
bij het programma en onderstreept het
verbrandingsproces in een dieselmotor.
belang van het onderling uitwisselen
De uitdaging was vooral om in een
Platform
van onderzoeksresultaten en kennis.
motor (van een DAF truck) het proces
Prof.dr. D.J.E.M. Roekaerts voorzitter
Synergie van activiteiten bundelt de
te kunnen meten. Deze zeer complexe
Technische Universiteit Delft
krachten van de groepen.
operatie slaagde wonderwel, waarna
Prof.dr.ir. Th.H. van der Meer
vervolgonderzoek aan de TU Eindhoven
Universiteit Twente
‘Het wereldje deskundigen op het gebied
werd geïnitieerd door prof.dr.ir. R.S.G.
Ir. J. Kruithof
van verbranding is klein, maar we moeten
Baert. Dit onderzoek heeft geleid tot
DAF Trucks NV, Eindhoven
elkaar natuurlijk wel goed op de hoogte
modellering van het proces in een directe
Prof.dr. J.J. ter Meulen
houden’, zegt Korstanje. ‘Het volledig
injectie dieselmotor. Eerst zijn dus de
Radboud Universiteit Nijmegen
begrijpen van het verbrandingsproces
technieken ontwikkeld om de metingen te
Prof.dr. H.B. Levinsky
is het doel van het programma, maar
kunnen doen en daarna zijn onderzoekers
N.V. Nederlandse Gasunie, Groningen
het is zo’n complex proces dat we daar
dieper op het maken van modellen inge-
Prof.dr. L.P.H. de Goey
nog lang niet zijn. Je hebt onder meer
gaan.
Technische Universiteit Eindhoven
te maken met de interactie tussen
24
STW-programma’s en platforms / Utilisatierapport 2006
Wiskunde Toegepast
Deze modellen kunnen door DAF Trucks
looptijd: 1996 - 2007
verrassende perspectieven die wiskunde
worden gebruikt om nieuwe, schone en
budget: k€ 60,8 (workshops/conferenties)
biedt als beroepsmogelijkheid. Er staan
zuinige motoren te ontwikkelen.
aantal STW-projecten: 41
bijvoorbeeld interviews op met mensen
(projectbudget k€ 10.322)
die wiskunde gestudeerd hebben en
(mede)financier(s):
nu een scala van functies bekleden.
STW en NWO-EW
Ook wordt over hun twijfels en keuze-
Meerwaarde Het programma heeft er volgens Korstanje
momenten geschreven. Voorts bevat de
aan bijgedragen dat er een echte
site (links naar) veel interessants over
‘community’ is ontstaan van verbrandings-
Doel
de wiskunde zelf, op geschikt niveau.
specialisten. ‘Universiteiten en onder-
Het Programma Wiskunde Toegepast beoogt:
De site is gericht op de leerlingen van
zoeksgroepen die elkaar voorheen een
1. de doeltreffendheid en de doelgericht-
de bovenbouw van het VWO en hun
beetje beconcurreerden, werken nu veel
heid van toepassing van wiskundige
meer samen’, zegt hij. ‘Daarnaast dreigt
kennis en methoden te verbeteren en
het onderzoek naar het verbrandings-
te verbreden;
proces slachtoffer van zijn eigen succes
2. maatschappelijk geïnspireerd wiskundig
te worden. Elke keer als we goed nieuws
onderzoek in universiteiten te stimu-
naar buiten brengen dat opnieuw een
leren en ondersteunen, en hierbij
onderdeel van het verbrandingsproces
multidisciplinariteit te bevorderen;
beschreven is, ontstaat de indruk dat het
3. het inzicht in het maatschappelijk nut
docenten.
Initiatiefnemer/totstandkoming STW en NWO-EW
Programmacommissie
onderzoeksterrein bijna doorgrond is.
van de wiskunde in niet-wetenschap-
Prof.dr.ir. P. Wesseling voorzitter
Dat is echter nog helemaal niet het geval.
pelijke kring te bevorderen;
Technische Universiteit Delft
Het proces is nog steeds niet goed in detail te beschrijven. Daarom is er ook
4. de belangstelling voor de wiskunde en de studie wiskunde te bevorderen.
Prof.dr.ir. E.W.C. van Groesen Universiteit Twente Prof.dr.ir. A.E. Mynett
alles voor te zeggen om het onderzoeksprogramma voort te zetten. Door met een
Daartoe zijn de volgende doelen gesteld:
WL - Delft Hydraulics, Delft
programma te werken, is afstemming
a) Het financieren van toegepast
Prof.dr.ir. H.C.A. van Tilborg
mogelijk over welke onderzoeksgroep welk specifiek onderdeel van het proces
wiskundig onderzoek;
Technische Universiteit Eindhoven
b) Wiskundigen stimuleren tot en
kan aanpakken. Je kunt dan de specifieke
ondersteunen bij het uitvoeren van
Contactpersonen stichtingen
expertise per universiteit inzetten om
toepassingsgericht onderzoek;
Dr. A.P.L. Zandee
uiteindelijk wel te komen tot de volledige
c) Het uitvoeren en ondersteunen van
NWO-EW, Den Haag
beschrijving van het proces. Als we dat
activiteiten waarmee de communicatie
Dr. R.D.T. Janssen
ooit bereiken, kunnen we echt spreken
tussen wiskundigen onderling en tus-
STW, Utrecht
van meerwaarde.’ De trekkers van het
sen wiskundigen en de maatschappij
platform hebben deze ambitie.
bevorderd wordt.
Resultaten Wiskunde Toegepast is in oktober 1996
Utilisatiegegevens
Soort activiteiten
begonnen. Vanaf 1996 tot en met 2003
aantal contracten
: 14
Het uitvoeren van projecten, het orga-
zijn er 58 projecten ingediend (bij STW
aantal octrooien
: geen
niseren van conferenties , activiteiten
en NWO-EW). Dit betreft eveneens voor-
aantal start ups
: geen
en het vervullen van een platformfunctie.
stellen ingediend zowel door wiskundigen
Afgelopen jaren zijn onder meer de
als voorstellen over wiskundeonderwer-
volgende activiteiten uitgevoerd en
pen. Het overall percentage gehonoreer-
ondersteund:
de projecten is inmiddels 74,5. Dit betreft projecten die óf bij STW óf bij NWO-EW
1. Symposia op het Nederlands
gehonoreerd zijn.
Mathematisch Congres 2. Studiegroepen Wiskunde en de Industrie (SWI)
Het aantal toegepast wiskundige voorstellen na de start van het programma Wiskunde Toegepast is toegenomen.
‘Wiskunde in Perspectief’ is een website
Dit ondanks het afnemen van het aantal
die informatie geeft over de grote en
wiskundigen (hoogleraren, UHD’s en
STW-programma’s en platforms / Utilisatierapport 2006
UD’s) bij de universiteiten. De conclusie van het programma Wiskunde Toegepast heeft inderdaad de beoogde impuls aan wiskundig onderzoek met toegepaste inslag gegeven.
Meerwaarde Doelstellingen (a) en (b) zijn in ruime mate behaald. Doelstelling (c) is ook ruimschoots behaald. Zowel het Wiskunde Toegepast Symposium binnen het Nederlands Mathematisch Congres als de Studiegroep Wiskunde en de Industrie worden door veel mensen bezocht. De activiteiten van de Studiegroep Wiskunde en de Industrie hebben veel publiciteit rondom de wiskunde gegenereerd in de pers. Duidelijk is dat de website een nuttige knoop is in het netwerk van naar elkaar verwijzende websites over wiskunde voor scholieren en docenten. Deze websites worden veel bezocht in het kader van werkstukken en wiskundige liefhebberijen.
De communicatieactiviteiten hebben veel succes. Ze genereren een behoorlijke publiciteit (met name de Studiegroep Wiskunde en de Industrie) en maken het nut van de wiskunde voor de samenleving en de interessante beroepsperspectieven veel meer zichtbaar. De Studiegroep Wiskunde en de Industrie wordt bijna alleen door Wiskunde Toegepast gefinancierd.
Utilisatiegegevens aantal contracten
: geen
aantal octrooien
: geen
aantal start ups
: geen
25
27
Statistiek / Utilisatierapport 2006
03 : Statistiek Samenvatting cijfers
29
Twee momenten van evaluatie
31
De projecten van start gegaan in 1995 en 2000
31
De methode; hoe ‘meten’ we de utilisatie
31
Projecten gestart in 1995
33
Projecten gestart in 2000
33
28
Statistiek / Utilisatierapport 2006
project: WBI.4834 (interview zie pagina 120 t/m 123)
29
Statistiek / Utilisatierapport 2006
Samenvatting cijfers
De cijfers geven
tabel 3
inzicht in de situatie direct na beëindiging
Projecten gestart in 1996 tot en met 2000 hebben (5 jaar na de start) tot en met 2005 het volgende opgeleverd:
van een project. Het ontwikkelingstraject moet dan vaak nog beginnen. Het is dan
aantal
overeenkomst
octrooi
inkomsten (in M€)
ook heel goed denkbaar dat de inkomsten
1996
120
53
36
5
de komende jaren nog fors zullen toenemen
1997
99
57
23
2,86
(zie tabel 4 pagina 30).
1998
95
65
32
5,6
1999
94
59
26
4,8
2000
91
82
45
7
1995
Van de projecten die in 1995 zijn
gestart, heeft tot nu toe 68,75 procent geleid tot een actieve relatie met een of meer gebruikers (figuur 10 op pagina 33), 73 procent heeft een concreet product opgeleverd en 24 procent heeft cash of
Van de projecten die gestart zijn in 1995 hebben er 30 een vervolgonderzoek gesubsidieerd gekregen of zijn een vervolg op een eerder gehonoreerd project. 2000
83,5 Procent van de projecten die
in 2000 zijn gestart, heeft tot nu toe geleid tot een actieve relatie met een of meer
figuur 6 aan tal g es tarte p ro jec t en
in kind inkomsten opgeleverd.
Aantal gestarte projecten
14 0
120
100
80
60
gebruikers (figuur 11 op pagina 33). 40
69,5 Procent heeft een concreet product opgeleverd, en 35 procent heeft cash of
20
in kind inkomsten opgeleverd. Voor deze projecten die onlangs beëindigd zijn, is
19 9 8
19 9 9
2000
19 9 8
19 9 9
2000
19 9 6
uitgekristalliseerde kennisexploitatie te
19 97
het in veel gevallen nog te vroeg om van spreken. Een uitzondering daarop vormt de
gesubsidieerd gekregen of zijn een vervolg op een eerder gehonoreerd project. De figuren 12 en 13 geven de BPI-code die de projecten uit 1995 en 2000 hebben gekregen weer. Een uitleg van deze figuren treft u aan op pagina 34.
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 19 97
hebben er 11 een vervolgonderzoek
Aantal overeenkomsten
19 9 6
Van de projecten die gestart zijn in 2000
figuur 7 aantal overeenkomsten
‘betrokkenheid’, die 83,5 procent bedraagt.
Statistiek / Utilisatierapport 2006
Inkomsten van projecten gestart in 1992 tot en met 1995 hebben (5 en 10 jaar na de start) tot en met 2005 het volgende opgeleverd:
tabel 4
inkomsten na 5 jaar (in M€)
inkomsten na 10 jaar (in M€)
1992
1,8
2,1
1993
3,2
3,2
1994
2,5
4,6
1995
3,2
3,6
aan tal oc tro oi en
figuur 8
Aantal octrooien
45 40 35 30 25 20 15 10 5
19 97
19 9 8
19 9 9
2000
19 9 8
19 9 9
2000
figuur 9
19 97
19 9 6
Inkomsten
7
6
5
4
3
2
1
0 19 9 6
in komst en ( in M€)
30
31
Statistiek / Utilisatierapport 2006
Twee momenten van evaluatie
De methode; hoe ‘meten’ we de utlisatie
Om een beeld te geven van de resultaten
Het zal duidelijk zijn, dat het meten van de
van een onderzoeksproject, heeft STW
mate van gebruik niet eenvoudig is. Zo kan
in de afgelopen jaren een meetmethode
een verbeterde procesbeschrijving voor een
geïntroduceerd, die gebaseerd is op drie –
grote tijdsspanne tussen de start van een
gebruiker financieel zeer aantrekkelijk zijn,
meer of minder onafhankelijke – variabe-
project en het moment waarop de resultaten
zonder dat er sprake is van een concreet
len om de utilisatie te kunnen kwantifice-
daadwerkelijk tot een ‘bruikbaar’ resultaat
product. Anderzijds kan de realisatie van een
ren, te weten ‘Betrokkenheid’, ‘Product’ en
leiden. STW is alleen betrokken bij het eerste
daadwerkelijk product (gebaseerd op een
‘Inkomsten’ (BPI). Elk van deze variabelen
deel van dit lange traject, namelijk bij de
werkend prototype) worden afgebroken omdat
is onderverdeeld in een oplopende vier-
onderzoeksfase die doorgaans vier tot zes
markteconomische aspecten een rol spelen.
puntswaardering (0, A, B, en C). De defini-
jaar beslaat. In deze utilisatierapportage zien
Hoe de stand van zaken op dit vlak is bij de
ties van deze classificering zijn:
wij, enige tijd na afloop van het onderzoek,
verschillende projecten, wordt nagegaan door
terug op destijds gestarte STW-projecten.
(telefonische) enquêtering van onderzoekers,
Voor deze evaluatie worden twee momenten
projectleiders of gebruikers, die bij het des-
De mate waarin één (of meerdere) gebrui-
gekozen; direct na afloop van een project, de
betreffende project waren betrokken. Mocht
kers bij het onderzoek zijn betrokken:
interimrapportage (in dit rapport de projecten
dit niet mogelijk zijn, dan wordt gezocht naar
die in 2000 van start gingen), en vijf jaar later
ander beschikbaar bronnenmateriaal.
De projecten van start gegaan in 1995 en 2000
In het algemeen zit er een
een eindrapportage, het utilisatierapport (hier
Betrokkenheid
0: het project is mislukt; omdat de uitkomsten irrelevant zijn voor een gebruiker;
de projecten die in 1995 van start gingen). A: er is enige belangstelling van de gebruikers In de Interimrapportage (over de projecten
geweest, door deelname in een gebruikers-
in 2000) worden dus de projecten bekeken
commissie;
die zes jaar geleden van start zijn gegaan en recent zijn afgesloten. Het kan voorkomen
B: de gebruikers participeren actief. Een even-
dat een gebruiker verder wil gaan met de
tueel geleverde bijdrage is klein – in de vorm
resultaten van het onderzoek. Hij zal dan vaak
van geld, materialen en dergelijke;
in aansluiting op de onderzoeksfase nog een ontwikkelingstraject moeten uitvoeren. Dit
C: op niet mis te verstane wijze participeert
kan bestaan uit de markt onderzoeken, een
de gebruiker in het project. Er is omvangrijke
productielijn opzetten en dergelijke, kortom
steun gegeven en vaak is er een contract met
alles wat nodig is om te komen tot een com-
betrekking tot de samenwerking gesloten.
mercieel ‘product’. Product In de Utilisatierapportage (over de projecten
In hoeverre zijn de doelstellingen van het
die in 1995 van start gingen) is tien tot elf jaar
onderzoek gehaald, en is er een aanwijs-
na de start van universitair onderzoek al een
baar ‘product’:
veel beter – alhoewel nog altijd niet volledig – inzicht te verkrijgen in de daadwerkelijke toe-
0: het project is in het onderzoeksstadium mis-
passing en commercialisering. In dit rapport
lukt, of het onderzoek is voortijdig afgesloten;
worden daarom ook die projecten bekeken die in 1995 van start zijn gegaan en waarover
A: Er is geen concreet product. Er is meer
nu een min of meer afgerond oordeel gegeven
onderzoek nodig om een bruikbaar product te
kan worden met betrekking tot de utilisatie.
verkrijgen. Voorlopige conclusies zijn al wel getrokken, maar een en ander moet nog worden geverifieerd. We zijn nog in de fase van ‘basic technology’. De voornaamste vorm van output is tot op dit moment de wetenschappelijke publicatie; B: een voorlopig model, een principe of een conceptmethode is ontwikkeld en bruikbaar. Verificatie en verfijning is nog wel nodig voordat van een eindproduct kan worden gesproken. De gebruiker kan het onderzoeks-
32
Statistiek / Utilisatierapport 2006
product (nog) niet geheel zelfstandig gebrui-
De meest geslaagde projecten vallen uiteraard
ken;
in de categorie CCC. Maar een succesvol project met een grote betrokkenheid van een
C: er ligt een aanwijsbaar product, bijvoor-
gebruiker in de non-profit sector én met een
beeld in de vorm van software, een werkend
concreet en aanwijsbaar product (bijvoorbeeld
prototype, een proces-omschrijving, een
milieu-onderzoek), wordt ook in een hoge klas-
octrooi, kortom een min of meer afgerond
se ingedeeld (CCA). Een project dat heeft
concept, waarmee de gebruiker zelfstandig
geresulteerd in een product, maar geen afne-
aan de slag kan gaan.
mers vindt komt in een lage categorie terecht, bijvoorbeeld ACA.
Inkomsten Heeft het onderzoek geleid tot inkomsten
Ook wordt zo duidelijk wat de waarde is
voor STW en/of de onderzoeksgroep:
van fundamenteel-strategisch onderzoek, (de zogenaamde ‘basic technology’) voor de
0: omdat het project wetenschappelijk misluk-
gebruikers. Er is dan weliswaar geen aanwijs-
te, of omdat er geen gebruiker gevonden kon
baar product, maar bedrijven hebben er soms
worden, zijn er geen inkomsten op dit project
(veel) geld voor over om deze basiskennis
geweest en zijn die in de toekomst niet te
te ontwikkelen (klasse CAA) of te kopen
verwachten;
(klasse CAC).
A: er zijn nog geen inkomsten op het project.
Achtergrondonderzoek vindt zijn plaats in
Dat wil hier zeggen dat er wel bijdragen aan
de klasse AAA. Projecten die op bepaalde
het onderzoek kunnen zijn, maar nog geen
aspecten mislukten of zijn mislukt, krijgen een
revenuen uit de exploitatie van de kennis.
0-waardering (bijvoorbeeld klasse 000)
Toekomstige baten zijn echter niet uitgesloten; B: incidenteel is of wordt (een deel van) de
Inkomsten (toelichting)
kennis verkocht. De ‘inkomsten’ kunnen hier
Hieronder verstaat STW alle gelden en
ook bestaan uit het feit dat het resultaat
bijdragen in natura die op basis van een
‘waardevol’ is voor de samenleving;
STW-project gegenereerd worden gedurende het hele traject, dus zowel van voor het project
C: er is een beduidende, gestage of grote stroom inkomsten (geweest), of er is zicht op dat een dergelijke stroom de eerstvolgende vijf jaar wordt gerealiseerd. Bijvoorbeeld als er al principe-afspraken gemaakt zijn. Gebruik makend van de hierboven beschreven classificatie kunnen alle projecten in een 4 x 4 x 4 matrix worden ingedeeld. In het totaal dus 64 mogelijkheden. Er ontstaat zo een beter gedifferentieerd beeld van de uiteindelijke resultaten die de projecten na vijf respectievelijk tien jaar opleveren.
is gestart als tot na afloop van het project.
33
Statistiek / Utilisatierapport 2006
Projecten gestart in 1995
In 1995 gingen
figuur 10
Utilisatiegroepen 1995
96 projecten van start. In deze projecten werd betrokkenheid (%)
door STW 39,1 miljoen euro geïnvesteerd. Bij deze projecten werden 63 overeenkomsten
met de gebruikers gesloten en 35 octrooien
A
aangevraagd. Aan inkomsten werd een bedrag
B
van 3,6 miljoen euro genoteerd.
C
product (%)
inkomsten (%)
2
3
25
73
37,5
27
15,5
31,25
46
8,5
31,25
Figuur 10 geeft de verdeling aan per utilisatiecode. De figuren geven aan hoeveel procent van de projecten een bepaalde score op de drie categorieën heeft gehaald. Figuur 12 (pagina 34) geeft de BPI-code weer, die de projecten hebben gekregen.
betrokkenheid
product
inkomsten
C
A
A
B
C C
A
B B
Projecten gestart in 2000
In 2000 gingen
figuur 11
Utilisatiegroepen 2000
91 projecten van start. In deze projecten werd product (%)
betrokkenheid (%)
door STW voor 50 miljoen euro geïnvesteerd.
inkomsten (%)
Bij deze projecten werden 82 overeenkomsten
met de gebruikers gesloten en 45 octrooien
A
16,5
30,5
64
aangevraagd. Aan inkomsten werd (tot nu toe)
B
51,5
32
24
een bedrag van 7 miljoen euro genoteerd.
C
32
37,5
11
1
Figuur 11 geeft de verdeling aan per utilisatiecode. De figuren geven aan hoeveel procent van de projecten een bepaalde score op de drie categorieën heeft gehaald. Figuur 13 (pagina 34) geeft de BPI-code, die de projecten hebben gekregen weer.
betrokkenheid
product
inkomsten
C
A
A
C C
B
A B
B
Statistiek / Utilisatierapport 2006
figuur 12
Utilisatieprojecten gestart in 1995
product –––>
De verschillende categorieën worden in kleuren weergegeven. Een hoge score op de categorie Inkomsten is te herkennen aan een blauwe kleur. Voor een hoge score op Betrokkenheid is die kleur rood en voor een hoge score op Product is die kleur groen. Omdat de complete codes alle drie de BPI-componenten bevatten, hebben alle bollen mengkleuren. Een project met BPI-code 000 zal een zwarte bol opleveren. Een project met een code CCC zal een witte bol opleveren. Verder geeft de inhoud van de bol weer hoeveel projecten die betreffende code toegekend hebben gekregen. De grote antracietkleurige bol geeft aan dat er 15 (1995) en 8 (2000) projecten zijn met BPI-code AAA (‘basic technology’). De witte bol rechts achterin geeft aan dat er 5 (1995) en 6 (2000) projecten zijn met BPI-code CCC.
C <– ––
B
in ko m
A
st en
A 0
figuur 13
C
B b e t ro
kken
heid
–––>
Utilisatieprojecten gestart in 2000
product –––>
34
C <– ––
B
in ko m
A
C
st
B
en
A 0
kke b e t ro
nheid
–––>
35
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
04 : STW-projecten 1995 A / universiteit van amsterdam
37
C / centrum voor wiskunde en informatica
39
D / technische universiteit delft
40
E / technische universiteit eindhoven
48
F / FOM-instituten
57
G / rijksuniversiteit groningen
58
L / universiteit leiden
59
N / radboud universiteit nijmegen
65
R / erasmus universiteit rotterdam
67
T / universiteit twente
68
U / universiteit utrecht
74
W / wageningen universiteit
78
interview :
interview :
dr.ir. Leo Pel, prof.dr.ir. Klaas Kopinga en prof.dr.ir. Olaf Adan _ ETN.3400
52
prof.dr. Fred Bijkerk _ FOP.3483
60
36
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
project: FOP.3483 (interview zie pagina 60 t/m 63)
37
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
Hieronder staan de gegevens die
komen:
titel: de titel van het project.
project: het projectnummer, de laatste vier cijfers vormen het volgnummer waarop de projecten zijn gesorteerd.
BPI: (zie voor uitleg pagina 31 en 32) de utilisatiecategorieën waarin het project is ingedeeld.
projectleider: naam van de projectleider.
toewijzing: de door STW aan dit project toegekende subsidie (in k€).
contracten en octrooien: soort
/ universiteit van amsterdam
u op de projectpagina’s kunt tegen-
A
Uitleg projecten 1995
TUMORDIAGNOSTIEK MET BEHULP VAN FLUORESCENTIEBEELDVORMING
AG N.3413 CCB projectleider in k€
Dr.ir. H.J.C.M. Sterenborg
totale toewijzing
431,90
doelstelling Dit onderzoek beoogt het ontwikkelen
van een optisch systeem waarmee aan het oppervlak liggende tumoren niet-invasief gediagnosticeerd kunnen worden. Toepassingsgebieden liggen in huidonderzoek, in de neurologie en in de endoscopie. Het systeem zal op een beperkte groep patiënten getest worden.
overeenkomst welke met een gebrui-
resultaat na 5 jaar Het systeem is gebouwd, getest en
ker is afgesloten (optie, licentie,
met fantomen geëvalueerd. Er zijn twee klinische studies met succes afgerond. Er was overleg met Storz om met deze methode een grote trial op te zetten, maar door tegenslag heeft dit bedrijf daar nu nog geen middelen meer voor. Er zijn nog twee andere bedrijven waarmee contacten gelegd zullen worden. Als spin off kan genoemd worden dat er een EG-BIOMED-project werd onder leiding van de STW-projectleider. In dit consortium schuilen kansen voor verdere utilisatie van fluorescentie endoscopie.
bijdrage, samenwerking, raamovereenkomst, material transfer agreement (mta), etc.) en eventuele octrooien/octrooiaanvragen.
inkomsten: op dit project de totaal geregistreerde inkomsten (in k€). Dit zijn alle gelden en bijdragen
resultaat na 10 jaar Het gebruik van fluorescentie
in natura die op basis van een
imaging technieken is inmiddels enorm toegenomen. Er zijn zelfs in de markt een aantal medische systemen verschenen voor huidtumoren en cariësdetectie die verhoogde interesse in de technologie waaraan wij werken aantonen. Dit ook mede door een verdere ontwikkeling van betere en goedkopere optische componenten. In de loop van dit jaar verschijnt het proefschrift ‘In vivo optical imaging of fluorescent
STW-project gegenereerd worden gedurende het hele traject. Dus van voor de start tot na afloop van het project.
doelstelling: een korte omschrijving van de doelstelling van het onderzoek.
resultaten: een overzicht van de
probes for cancer detection and guided surgery’ van Arjen Bogaards, een van de projectmedewerkers die na afloop van dit project in 2001 zijn imaging werk in een samenwerkingsverband met het Ontario Cancer Center heeft kunnen voortzetten. De kennis leeft verder, maar commerciële activiteiten zijn niet haalbaar gebleken.
behaalde resultaten. gebruiker(s) Philips Medical Systems Nederland BV,
gebruiker(s): een lijst met de namen van de gebruikers bij het project.
Best / Erasmus Medisch Centum Rotterdam / Academisch Medisch Centrum Amsterdam
38
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
OPTIMAL MEASUREMENT OF BIOELECTRIC EVENTS: DEVELOPMENT OF MULTICHANNEL, CONFIGURABLE, ISOLATED, MINIATURE INSTRUMENTATION
GIANT MAGNETORESISTANCE IN THERMODYNAMICALLY STABLE MATERIALS
BIOLOGISCHE BESTRIJDING VAN SPINTMIJTEN IN DE TOMATENTEELT ONDER GLAS
AG N.3416
AN S.3455
AB I.3526
C CA
B CA
AAA
projectleider in k€
Prof.dr.ir. C.A. Grimbergen
totale toewijzing
projectleider
Dr. E. Brück
totale toewijzing in k€
261,48
projectleider k€
854,84
Prof.dr. M.W. Sabelis
totale toewijzing in
341,79
doelstelling Het ontwikkelen van een instrument waar-
doelstelling Voor sensoren voor beweging en versnelling
doelstelling Bij tomaat vormen kasspintmijten een
mee allerlei biopotentialen kunnen worden gemeten en dat niet de beperkingen van de huidige systemen kent. Uit eerder STW-onderzoek (AGN.1667), is
is miniaturisering van groot belang. De thermische stabiliteit van magnetoweerstandsmaterialen is van belang voor toepassingen bij hoge temperaturen tot 200°C zoals in ABS en andere toepassingen in auto’s. Er werd onderzoek gedaan naar de robuustheid van verschillende combinaties van materialen tegen exter-
plaag, die bij gebrek aan goede biologische bestrijding met roofmijt alleen chemisch bestreden kunnen worden. Daarom is getracht beter aangepaste roofmijt-
gebleken dat er onvoldoende kennis is over de mechanismen van inductie van hoge frequentie-interferentie en het gedrag van oppervlakte-elektroden bij het meten van fysiologische signalen. Ook zijn de huidige elektroden en type bedrading die daarvoor nodig is niet robuust en erg duur. Bovendien zijn de bestaande systemen commercieel niet zo aantrekkelijk, omdat deze slechts voor een beperkt doel te gebruiken zijn. resultaat na 5 jaar Er is een hoog kwalitatief biopoten-
tiaal (EEG, ECG, EMG) meetsysteem ontwikkeld dat universeel configureerbaar is. Dit systeem wordt geproduceerd en verkocht door de uit dit en voorgaande STW-projecten voortgekomen hightech starter BioSemi. De volgende producten zijn voortgekomen uit het project: Actieve elektrode (hoge impedantie sensor): theoretisch voorspelde voordelen blijken te kloppen. Actief elektromyografie – meetmatje – voor project NGI.3818 Klinische Neurofysiologie, KUN. Mark-6 digitaal meetsysteem en zijn opvolgen Mark-8 met dezelfde ontwerpfilosofie maar die goedkoper is om te produceren en makkelijker te servicen. Ana-1 analoog meetsysteem: een 64-kanaals meetsysteem voor gebruik in MEG/MCG-installaties. resultaten na 10 jaar De met de kennis uit onder andere dit project ontwikkelde meetsystemen worden door Biosemi nog steeds gebruikt in de apparatuur voor EEG, EMG en ECG die zij als producten op de markt brengen. Zie hiervoor ook www.biosemi.com gebruiker(s) Academisch Medisch Centrum Amsterdam
/ Medtronic Bakken Research Center BV, Maastricht / Schwind Benelux BV, Oosterbeek / Philips Research, Eindhoven / Roessingh Research and Development, Enschede
ne invloeden en naar de mogelijke toepasbaarheid van intermetallische verbindingen. resultaat na 5 jaar Gebleken is dat een sandwichstructuur op silicium met de ingrediënten Ta, IrMn, FeCo en Cu de hoogste robuustheid vertoond. Deze structuur is getoetst op thermische relaxatie en het is gebleken dat irreversibele veranderingen pas bij 290°C optreden. Bij Philips zijn sensoren gebaseerd op deze materialen ontwikkeld. Deze sensoren kunnen tot 275°C worden verwarmd en kunnen een veld van 150 kA/m doorstaan. Ze zijn geschikt voor de beoogde toepassingen maar nog niet op de markt. resultaat na 10 jaar Sensoren voor de automobielindustrie die gebruik maken van MnIr worden nu bij Philips in Duitsland gebouwd. Het werk bij Philips Research met betrekking tot magnetische materialen is gestopt. Philips werkt wel nog op het gebied van biofysica en daar gebruiken zij de know how van de magnetoweerstandsmaterialen voor sensoren. De
nadruk ligt hierbij echter niet op hoge temperatuur toepassingen.
stammen te verkrijgen door middel van genetische verbetering. Na enkele generaties bleken de prestaties van de mijten sterk verbeterd te zijn. De verklaringen: fysiologische aanpassing of natuurlijke selectie. Het doel is uit te zoeken welke verklaring de juiste is. resultaat na 5 jaar De recente kweekgeschiedenis lijkt het succes van de roofmijten te kunnen vergroten. Helaas waren de verschillen niet groot genoeg. Omdat de verschillen wel consistent waren, en conform de verwachting, is het aan te bevelen eenzelfde aanpak te herhalen met een aantal andere stammen van deze mijt. Omdat bij deze bestrijding ook klimaatomstandigheden een grote rol spelen, is het logisch dit te herhalen met droogteresistente mijten. Ook kan men de prestatie van de mijten verbeteren door kweek op dieet, maar nog meer door kweek op tomaat. Deze aanbevelingen worden overlegd met Koppert. Er is een plan om een project in te dienen om andere roofmijtlijnen en rovertypen te testen. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe gegevens
bekend. gebruiker(s) Koppert BV, Berkel en Rodenrijs /
Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Naaldwijk gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven
39
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
ACH.3560
ATH.3637
CCC
C CA
projectleider
Prof.dr. P.W.N.M. van Leeuwen totale toe359,27 contracten Licentie: NWO-CW; Universiteit van Amsterdam; Hoechst Aktiengesellschaft octrooien EU.99116208.2 Valeradehyde and process for its preparation (preparation of phosphines for rhodium catalyzed hydroformylation of olefins) inkomsten in k€ 233,7
projectleider
wijzing in k€
k€
doelstelling Doel van het onderzoek is tweeledig:
doelstelling Doel van het project is het klinisch evalue-
1) Het ontwikkelen van selectieve en snelle katalytische routes voor de omzetting van alkenen in aldehyden. Doelmoleculen zijn lagere en hogere
ren van een methode ontwikkeld voor het fabriceren van tandheelkundige bruggen en kronen, waarbij opto-elektronica, computertechniek en sintertechno-
lineaire aldehyden welke kunnen worden omgezet in alkoholen (oplosmiddelen, weekmakers, wasmiddellen) én v-alken-1-olen en 1, v-diolen (reukstoffen, diolen voor polyesters en polyurethanen). 2) De selectieve katalytische bereiding van enantiomeer zuivere aldehyden, tussenproducten voor de farmaceutische industrie.
logie wordt toegepast. Deze CAD-CAM methode (CICERO) is ontwikkeld door Elephant Edelmetaal BV. Zij leveren ook de materialen en de te testen kronen.
resultaat na 5 jaar Er zijn nieuwe difosfine en nieuwe
chirale fosfine-fosfietliganden ontwikkeld en toegepast in de asymmetrische homogene katalyse. In alle katalystische reacties is het chirale koolstof atoom in de ruggengraat verantwoordelijk voor de enantioselectiviteit geïnduceerd door het ligand. De elektronische eigenschappen van de fosfinegroep zijn belangrijk voor de reactiesnelheid. resultaat na 10 jaar De nieuwe katalysesystemen zijn door Hoechst gepatenteerd en het project is met steun van Hoechst/Celanese voortgezet (ACH.4656). gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / Hoechst
Holland NV, Vlissingen / Celanese GmbH, Oberhausen (Duitsland) / Aventis Research & Technologies GmbH, Frankfurt Am Main (Duitsland)
Prof.dr. C.L. Davidson
totale toewijzing in
208,45
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft aangetoond dat de kwaliteit van de met het CICERO CAD/CAMsysteem gefabriceerde tandheelkundige restauraties lijkt te voldoen aan de gestelde eisen, zodanig dat het verder klinisch onderzoek bij een grotere groep patiënten rechtvaardigt. resultaat na 10 jaar Ondanks aangetoond succes
wordt het Cicero CAD/CAM systeem niet gebruikt. De moedermaatschappij van Elephant (DegusaDent AG) heeft het project overgeheveld naar Duitsland. Echter, sindsdien staan de ontwikkelingen stil, ook na de overname van DegusaDent door Dentsply International. De vertegenwoordiger van Elephant in de gebruikerscommissie is nu deeltijdhoogleraar bij ACTA en heeft in die hoedanigheid een project opgestart om opnieuw een vergelijkbaar CAD/CAM systeem voor het ontwerp van kronen te ontwikkelen, samen met een consortium van een aantal andere Nederlandse bedrijven, zonder Elephant. gebruiker(s) Elephant Dental BV, Hoorn / Itter
Electronics, Hardenberg
/ centrum voor wiskunde en informatica
KLINISCHE EVALUATIE VAN TANDHEELKUNDIGE RESTAURATIES GEPRODUCEERD DOOR EEN COMPUTERGEÏNTEGREERD ONTWERP- EN FABRICAGESYSTEEM
C
SELECTIEVE HYDROFORMYLERING MET RHODIUMKATALYSATOREN
40
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
C CA projectleider k€
D r. N . M . Te m m e
totale toewijzing in
305,18
doelstelling Onderzoek van seismische signalen met
behulp van wavelets. resultaat na 5 jaar In de loop van het project zijn algoritmen ontwikkeld voor de analyse met behulp van wavelets van seismische bestanden die als testmateriaal beschikbaar werden gesteld door het KNMI en Shell SIEP in Rijswijk. Vooral de algoritmes ontwikkeld in samenwerking met het KNMI bleken significante
verbeteringen te bevatten. resultaat na 10 jaar Bij het KNMI wordt nu wetenschappelijk onderzoek verricht op het gebied van aankomstmomenten van S-golven waarbij de resultaten uit het STW-project een belangrijke leidraad vormen. Zie
hiervoor http://www.knmi.nl/research/seismology/ signal-analysis.html Door de expertise die door het project is opgebouwd kon het CWI snel een nieuw STW-project starten (CWI.4616) waarbij wavelets gebruikt werden bij signaal- en beeldverwerking en bij het oplossen van differentiaalvergelijkingen. Een van de projectmedewerkers, heeft zijn onderzoek voortgezet aan de Nederlandse Defensie Academie (Marine), waar hij wiskundige signaalverwerkingsmethodieken onderzoekt voor gebruik binnen de onderwaterakoestiek en de integratie van plaatsbepalingssystemen zoals GPS en Galileo. In recente artikelen in de Bulletin of the Seismological Society of America wordt voortgeborduurd op resultaten die hij in het project heeft verkregen. gebruiker(s) MARIN, Wageningen / CWI, Amsterdam /
KNMI, De Bilt / Shell SIEP BV, Rijswijk
/ technische universitaire delft
CWI.3403
D
WAVELETS: ANALYSIS OF SEISMIC SIGNALS
MICROFABRICATION OF AL-BICRYSTALS AND THEIR APPLICATION IN ELECTROMIGRATION STUDIES
DTN.3198 B00 projectleider
150,42
Dr. P.F.A. Alkemade 113,45
totale toewijzing in k€
inkomsten in k€
doelstelling Elektromigratie in aluminium verbindingen
op Integrated Circuits (IC’s) is een van de belangrijkste oorzaken van storingen. Ondanks veel onderzoek is er nog steeds veel onduidelijkheid over het verband tussen elektromigratie en betrouwbaarheid. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de grote hoeveelheid parameters die een rol spelen en die moeilijk te ontwarren zijn. Dit project heeft tot doel om een fysisch modelsysteem te ontwikkelen waarmee de verschillende parameters onafhankelijk van elkaar bestudeerd kunnen worden. De resultaten zullen leiden tot een dieper inzicht in het fenomeen elektromigratie waarmee onder andere bestaande computermodellen kunnen worden verbeterd. Met deze kennis zal de halfgeleiderindustrie nieuwe technologie kunnen ontwikkelen om de betrouwbaarheid van IC’s te vergroten. resultaat na 5 jaar De betrokken promovendus werd na anderhalf jaar een lange tijd ziek en heeft het onderzoek na zijn herstel niet voortgezet. Omdat het niet mogelijk bleek om binnen redelijke termijn een opvolger te vinden, is het project voortijdig beëindigd. resultaat na 10 jaar Geen nieuwe ontwikkelingen. gebruiker(s) Philips Semiconductors, Nijmegen /
Siemens AG, München (Duitsland) / Mietec / Alcatel, Oudenaarde (België) / Philips Research, Eindhoven
41
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
OPTIMALISATIE VAN HOMOGEEN GLOEIEN TUSSEN GIETEN EN WARMEXTRUSIE VAN ALUMINIUMLEGERINGEN
ONDERZOEK NAAR PRAKTISCH TOEPASBARE STORINGONGEVOELIGE CONFIGURATIES VAN MAGNETISCHE LAGERING
MEASUREMENT AND COMPUTATION OF SCALAR FLUCTIATIONS AND MIXING PROPERTIES IN TURBULENT FLOWS
D M E.3242
DWT.3262
DWT.3296
C CA
B CA
ABA
projectleider
Prof.dr.ir. S. van der Zwaag totale toewij247,57 contracten Bijdrage: Corus Staal BV inkomsten in k€ 43,12
projectleider
Prof.dr.ir. H.F. van Beek totale toewijzing in 243,94 octrooien PCT.NL98/00092 Aangedreven magneetlager
projectleider
zing in k€
k€
zing in k€
doelstelling Doelstelling van het project was het
doelstelling Het gaat in dit onderzoek om het ontwik-
doelstelling De ontwikkeling en de toepassing van
ontwikkelen van een gevalideerd mathematisch model voor de optimalisatie van de homogeniseerstap ten behoeve van de warmextrusie van aluminium 6XXX kneedlegeringen.
kelen van lagers, waarin de langs elkaar bewegende delen met behulp van magnetische velden gescheiden zijn. Het gaat daarbij om lagers die een rechtlijnige
een experimentele techniek om het menggedrag in turbulente stromingen te bestuderen met gebruik van twee optische meetmethoden: LIF (laser induced
beweging of beweging in een vlak mogelijk maken. De positie van de zwevende delen wordt actief, dat wil zeggen elektromagnetisch gestabiliseerd. Ook de
fluorescence) en PIV (particle image velocimtry).
resultaat na 5 jaar Corus Research gebruikt het ontwik-
kelde model in een viertal extrusielocaties om een betrouwbare schatting van de effecten van samenstellingsveranderingen op de extrusiekrachten te verkrijgen. Bij Alcoa Drunen zijn productieproblemen door een verandering in de voorverwarming tot de extrusietemperatuur opgelost en is een betere procesvoering gevonden. De contacten met Boal hebben geresulteerd in promotieonderzoeken op het gebied van het extrusiegedrag. resultaat na 10 jaar Het geproduceerde mathematische model maakt momenteel nog steeds onderdeel uit van de basismetaalkundige modellen van Corus Aluminium en wordt gebruikt om effecten van procesveranderingen of samenstelling af te tasten. Het project heeft geleid tot twee andere promotieonderzoeken op het gebied van warmextrusie waardoor een sterke verdieping van de metaalkundige kennis binnen Nederland van het homogeniseerproces verkregen is.
aandrijving van de delen vindt elektromagnetisch plaats. Deze lagers vertonen geen slijtage, behoeven geen smering. Zij kunnen in vacuüm worden gebruikt, wat ze in principe geschikt maakt voor toepassing in nieuwe generaties van bijvoorbeeld wafersteppers. resultaat na 5 jaar Er is een werkend demonstratiemodel gerealiseerd. Nog belangrijker is dat er uitgebreide en generieke kennis verkregen is over de manier waarop magnetische lageringen ontworpen moeten worden en wat de mogelijkheden ervan zijn. In die zin zal het proefschrift toegepast worden als een ‘handboek’. De onderzoekers constateren dat de industrie belangstelling begint te krijgen voor deze lageringen. Tijdens het onderzoek is er veelvuldig contact geweest met ASML en SKF om rechten op de beschermde kennis over te dragen, maar tot een contract is het niet gekomen. Twee onderzoekers traden in dienst van SKF.
Prof.dr.ir. F.T.M. Nieuwstadt † 295,15
totale toewij-
resultaat na 5 jaar Er is een nieuwe opstelling gebouwd
met een geometrie en een stromingspatroon die ook eenvoudig kunnen dienen voor berekeningen. De belangrijkste utilisatie van deze nieuwe experimentele tool is de validatie van de rekenresultaten. Gedurende het project zijn stromingspatronen doorgerekend die relevant zijn voor industriële situaties. resultaat na 10 jaar Het werk is voortgezet in een
vervolgproject gefinancierd door FOM met als titel ‘Experimental investigation of scalar fluctuations and mixing properties in turbulent flows’. Hierbij is de methode verder ontwikkeld voor het meten van temperatuur en pH waarde in een turbulente stroming met behulp van fluorescente kleurstoffen. De ontwikkelde methode heeft binnen het laboratorium geleid tot andere toepassingen. Meetsystemen met meerdere camera’s en fluorescente kleurstoffen worden nu onder andere toegepast in twee STWprojecten: DSF.4996 en DSF.5695. Andere projecten
Ook de nieuwe kennis wordt al gebruikt door de Nederlandse industrie. Key-factoren voor het succes van de implementatie van dit onderzoek waren ener-
resultaat na 10 jaar De onderzoekgroep in Delft werd
opgeheven.
worden gefinancierd door FOM en MicroNed/SMACT. Gebruikers bij deze onderzoeken zijn Unilever, Friesland Foods en de medische centra in Rotterdam
zijds de langdurige steun van STW en andere partijen resulterend in meerdere samenhangende projecten en anderzijds de aanstelling van de onderzoekers bij de belanghebbende bedrijven en/of technische universiteiten na afsluiting van hun promotieonderzoek.
gebruiker(s) Philips Applied Electronics, Eindhoven /
en Leiden (EMC en LUMC).
gebruiker(s) Corus Staal BV, IJmuiden / Alcoa Europe, /
Reynolds Aluminium Holland BV, Harderwijk
ASML Netherlands BV, Veldhoven gebruiker(s) WL - Delft Hydraulics, Delft / DSM Research
BV, Geleen
42
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
COMPUTATION OF ALMOST INCOMPRESSIBLE FLOWS
SWIRLING FLOW CHARACTERISTICS AND PARTICLE SEPARATION IN GAS-SOLIDS CYCLONES OF VARYING GEOMETRY
NAAR RATIONELE ONTWERPMODELLEN VOOR DILATATIEVOEGEN EN SCHEURCONTROLE IN METSELWERK
DWI.3305
DTN.3338
DCT.3406
CCB
AAA
CCB
projectleider
Prof.dr.ir. P. Wesseling totale toewijzing in 163,29 contracten Licentie: ECN; Universiteit Utrecht inkomsten in k€ 7,03
projectleider
k€
toewijzing in k€
k€
doelstelling Het ontwikkelen van een numerieke
doelstelling Het stromingstechnische begrip van
methode die zowel voor compressible als voor incompressible stromingen geschikt is. resultaat na 5 jaar De DeFT code is uitgebreid tot compressibele stromingen en toegepast op de stroming in een spleetblazer bij AKZO-Nobel. Vier licenties zijn
cyclonen verdiepen door: 1) Op grote schaal lokale 3D Laser-Doppler snelheidsmetingen alsmede visualisatie-studies uitvoeren aan de turbulente stroming in een cycloon; 2) Stabiliteitsanalyses uitvoeren aan de swirlende stroming op de as van cyclonen (als gesuggereerd door Liem); 3) Nadere modellen
doelstelling Rationalisering van de ontwerpmodellen voor dilatatievoegen en scheurcontrole in de stapelbouw.
uitgegeven aan gebruikers. De DeFT code wordt verder ontwikkeld in een NWO/SWON project, met name voor uitbreiding van de functionaliteit naar nietperfecte vloeistoffen. Dit heeft geleid tot een toepassing bij DeFT-licentiehouder ESTEC op het uitblazen van hydrazine in de ruimte. Toepasbaarheid op hydrodynamische stromingen met cavitatie is aangetoond. TUD-L&R is voornemens DeFT te gebruiken voor berekening van aero-elastische stromingen.
ontwikkelen die de relatie tussen swirl en turbulentie beschrijven en inbouwen in bestaande software; 4) Metingen uitvoeren voor de afscheiding van deeltjes in een gas-cycloon voor verschillende swirl-condities, deeltjesgrootten en cycloongeometrieën; 5) Aan de hand van CFD-berekeningen (Computational Fluid Dynamics), optimalisatiestudies uitvoeren om door middel van veranderingen aan de cycloongeometrie swirl en afscheidingsefficiency te verhogen.
resultaat na 10 jaar De functionaliteit van de DeFT code is uitgebreid naar niet-perfecte vloeistoffen toegepast op het homogeneous equilibrium model voor stromingen met cavitatie, in het kader van een NWO-project. Dit heeft geleid tot diverse publicaties en een proefschrift. In 2005 is de DeFT code in gebruik genomen door de Process Technology groep van de TU Eindhoven, in het kader van het STW-project EWO.6642 (Numerical simulation of unsteady flow in hydraulic turbomachinery).
resultaat na 5 jaar De wetenschappelijke doelen zijn bereikt. Laser-Doppler snelheidsmetingen zijn uitgevoerd aan een cycloon en een swirl tube separator, waarbij speciale aandacht is geschonken aan de precederende beweging van de vortex. Met de verkregen set LDA data is onderzocht welk sluitingsmodel voor de turbulente spanningen het best voldoet in Computational Fluid Dynamics (CFD) simulaties van de turbulente gasstroming in deze cyclonen. Het project heeft achtergrondinformatie voor de gebruikers opgeleverd.
gebruiker(s) WL - Delft Hydraulics, Delft / Corus Staal BV, IJmuiden / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / TNO Industrie en Techniek, Delft / ECN, Petten / ESA/ESTEC, Noordwijk / Shell Global
Solutions International BV, Amsterdam / Nederlandse Gasunie NV, Groningen
Prof.dr.ir. H.E.A. van den Akker 234,42 inkomsten in k€ 22,69
totale
resultaat na 10 jaar Recentelijk is een onderzoek gestart naar axiaalcyclonen met een bedrijf. gebruiker(s) Corus Staal BV, IJmuiden / Shell SIOP BV,
Amsterdam / Van Tongeren Kennemer BV, Beverwijk / Fluent Europe Ltd., Sheffield (Groot Brittannië)/ Raadgevend Ingenieursbureau, Amsterdam
projectleider
Prof.dr.ir. J.G. Rots
tot ale toewijzing in
186,19
resultaat na 5 jaar In dit PIONIER-onderzoek is met succes voortgebouwd op de in project DCT.3052 ontwikkelde kennis. Voor de verificatie van het model
is onder andere gekeken naar de experimenten uit project EBW.3367. De resultaten zijn geïmplementeerd in het eindige-elementenpakket DIANA. Via de CUR zijn afgeleide rekenregels voor de praktijk toegankelijk gemaakt. resultaat na 10 jaar Het onderzoek resulteerde in reken-
regels en DIANA-software voor simulatie van het constructief gedrag van metselwerk en beton. In de planperiode lag de focus op nieuwe typen baksteenen kalkzandsteenconstructies, waaronder hoge-wandliggers. Aanvullend ontstond spin-off via analyse van historische gebouwen. Ondergronds bouwen, zoals de tunnel voor de Noord-Zuidlijn Amsterdam, kan zettingen en daarmee schade aan bestaande panden veroorzaken. De modellen zijn doorontwikkeld en toegepast op deze cases, in samenwerking met COB, Delft Cluster, TNO en ingenieursburo's. Ook is de kennis voor quasi-bros metselwerk verbreed naar nog brossere materialen, zoals dragend glas in architectuur. gebruiker(s) Hogeschool ’s-Hertogenbosch / University
of Minho, Azurem, Guimaraes (Portugal)/ TNO DIANA BV, Delft/ Research Centrum Kalkzandsteenindustrie, Hilversum / Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten, Velp (Gld)
43
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
COMPUTER MODELLING AND INVESTIGATION OF MOULDING PROCESS FOR POWDER PLASTISOLS
ONTWIKKELING VAN EEN GEAVANCEERD KWALITEITSCONTROLESYSTEEM VOOR VEZEL-METAAL-LAMINATEN (VML)EN COMPOSIETEN OP BASIS VAN ULTRASONE INSPECTIETECHNIEKEN
CHEMISCHE WARMTEPOMP VOOR OPSLAG EN TRANSFORMATIE VAN THERMISCHE ENERGIE
D ST.3421
D LR.3433
DWT.3458
C BA
C CA
ABA
projectleider
Prof.ir. L.B. Vogelesang totale toewijzing in 443,13 contracten Licentie GTM; Technische Universiteit Delft inkomsten in k€ 90,76
projectleider
k€
k€
doelstelling Bij poeder spuitgieten (PIM) worden metaal
doelstelling Het project richt zich op de ontwikkeling van
doelstelling Warmtepompen, adsorptiekoelmachines
poeders gemengd met een polymeer tot een zogenaamde plastisol. Dit mengsel wordt tijdens het spuitgietproces bij hoge temperatuur in mallen gespoten. Doel van het project is de ontwikkeling van een computermodel dat het PIM-proces beschrijft, en de experimentele validering van dat model en de modelparameters.
nieuwe inspectietechnieken voor zowel vezelmetaallaminaten als composieten. Deze materialen zijn opgebouwd uit afwisselend zeer dunne aluminium- en composietlagen en hebben extreem goede vermoeiings-, impact-, en brandwerende eigenschappen. Aan de Technische Universiteit Delft is een nieuwe
en adsorptiewarmtetransformatoren kunnen een belangrijke energie- en milieubesparing leveren op het gebied van koeling, verwarming en opwerking van restwarmte. In het kader van dit project zal een numeriek model ontwikkeld worden voor de beschrijving van de warmtewisselaar. Voor de validatie van het model
techniek ontwikkeld, inclusief bijbehorenende software, waarmee de demping van de amplitude door de interferentie juist wordt gebruikt als indicator van de algehele kwaliteit. Dit project betreft de verdere ontwikkeling van deze een nieuwe kwaliteitscontroleprocedure met behulp van ultrasone inspectie.
zal een proefopstelling gebouwd worden.
projectleider
497,13
Dr.ir. J. Duszczyk 58,99
totale toewijzing in k€
inkomsten in k€
resultaat na 5 jaar De reologische eigenschappen van het plastisol zijn bepaald. Nadat bepaling van deze parameters is een commercieel verkrijgbaar rekenprogramma dat veel wordt gebruikt bij plastic spuitgieten, aangepast voor het PIM proces. De resultaten van het model (2,5D) zijn vervolgens getoetst in een speciale spuitgietmal. Aangetoond werd dat het model de ontwikkeling van de belangrijkste parameters, zoals temperatuur, het smelt-front, nauwkeurig kan voorspellen. resultaat na 10 jaar In het vervolgproject (DST.4823) is aangetoond dat een volledige 3D simulatie van PIM mogelijk is, waarbij temperatuurverloop en vulling van de matrijs kan worden voorspeld. Er is een goede correlatie tussen model en praktijk, al worden de werkelijke waarden licht onderschat door het model.
De resultaten werden via interne rapportages beschikbaar gesteld aan de participanten. Het model is een aanvulling op commercieel verkrijgbare software.
resultaat na 5 jaar Er is een nieuw inspectie softwarepakket ontwikkeld: the Automated Laminate Inspection System (ALIS). Hiermee kunnen ultrasone metingen aan VML en composieten worden geanalyseerd. Van de vezelmetaallaminaten is Glare, met glasvezels, en Arall, met aramide vezels, de bekendste. Het onderzoek heeft de haalbaarheid aangetoond van een drie-dimensionale beeldvormingsmethode, gebaseerd op hoge-resolutie reflectiemetingen. Momenteel wordt hard gewerkt aan het toepasbaar maken van het systeem. resultaat na 10 jaar Er zijn geen verder ontwikkelingen
bekend.
Ing. C.H.M. Machielsen†
totale toewijzing in
400,53
resultaat na 5 jaar Er is een numeriek model ontwikkeld
om het gedrag van een vaste-stof adsorber met een geïntegreerde warmtewisselaar te kunnen berekenen. Hiermee kunnen op relatief eenvoudige wijze alle vast-gas adsorptie reacties worden gemodelleerd. De potentiële gebruikers van de resultaten zijn geïnteresseerd om het model toe te passen bij de ontwikkeling van een nieuw type warmtepomp. ECN, NUON en De Beijer RTB hebben het bedrijf SWEAT BV opgericht om de nieuwe warmtepomp te vercommercialiseren. resultaat na 10 jaar Het bedrijf SWEAT (Salt Water
Energy Accumulation and Transformation) heeft de nieuwe warmtepomp verder ontwikkeld met steun van SenterNovem. Er is een werkend prototype dat uitgebreid is getest. Momenteel is men op zoek naar kopers van de nieuwe technologie. Het onderzoek aan Technische Universiteit Delft heeft geen vervolg gekregen. De projectleider is enkele jaren geleden helaas overleden.
gebruiker(s) TNO Industrie en Techniek, Delft / Ten Cate gebruiker(s) TNO Informatie- en Communicatie-
technologie, Delft / ECN, Petten / D. de Kat BV, Velp / Formatec Technical Ceramics BV, Goirle / Corus Staal BV, IJmuiden / ITB Precisietechniek, Boxtel / PIM-Tech BV, Apeldoorn
Advanced Composites, Nijverdal / FMLC, Delft / Fokker Special Products BV, Hoogeveen
gebruiker(s) Agritechnisch Ingenieursbureau W.P. Mulder
BV, Wageningen / SenterNovem, Utrecht / EnergieNed, Arnhem / Spirotech BV, Helmond / NV Nuon Technisch Bedrijf, Duiven / ECN, Petten / De Beijer RTB BV, Arnhem
44
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
AUTOMATIC SYNTHESIS OF APPLICATION SPECIFIC PROCESSORS (MOVE-ASP)
ANAEROBE AMMONIUM OXYDATIE (ANAMMOX) DOOR MICRO-ORGANISMEN T.B.V STIKSTOFVERWIJDERING UIT AFVALWATER
ONDERBEMONSTERD NIETCARTESISCH MRI-SCANNEN. BEMONSTERINGSSTRATEGIE EN BEELDRECONSTRUCTIE
D E L.3482
D PC.3491
DTN.3509
B CA
BCC
CCB
projectleider k€
Prof.dr. H. Corporaal
totale toewijzing in
882,80
projectleider
Prof.dr. J.G. Kuenen totale toewijzing in k€ 447,13 contracten Bijdrage: DSM-Gist BV; Optielicentie: TU Delft; Paques BV octrooien PCT.NL89 / 0 0 0 0 4 A n ox i c a m m o n i a ox i d a t i o n ; P CT. N L 97 /00482 Method of treating ammonia-comprising waste water (sharron annamox); PCT.NL99/00446 Process for the treatment of waste water containing ammonia inkomsten in k€ 65,31
projectleider k€
173,06
Dr.ir. D. van Ormondt 13,50
totale toewijzing in
inkomsten in k€
doelstelling Voor rekenwerk met hele specifieke
doelstelling In Delft is een nieuw proces voor verwijde-
doelstelling Het ontwikkelen van nieuwe reconstructie-
functionaliteit als beeldverwerking en communicatie zijn zogenaamde Applicatiespecifieke Processoren (ASP) nodig. Het ontwikkelen van ASPs kost echter
ring van stikstof ontwikkeld, nl. de anaërobe omzetting van ammoniak met behulp van nitraat of nitriet tot moleculaire stikstof (Anammox): NH4+ + NO2 N2 +
technieken voor scan-tijdverkorting bij MR-beeldvorming was de belangrijkste doelstelling van het project. Het project richt zich hierbij op onderbemon-
veel inspanning. Het doel is om ontwerpmethoden voor de automatische synthese van ASPs te ontwikkelen. Daarnaast wordt ReMOVE ontwikkeld, dat de
2H2O. Het gaat hier om een microbiologisch/biochemisch nieuwe omzetting door een niet eerder beschreven bacteriesoort of consortium. Dit proces heeft een grote potentie als alternatief voor de bestaande zuiveringen van afvalstromen met hoge stikstofgehaltes. De praktische toepassing wordt echter sterk belemmerd door gebrek aan inzicht in het functioneren van de microbiële populaties die bij dit proces betrokken zijn. Het onderzoek beoogt inzicht te verwerven in ecofysiologische parameters die de anaërobe ammonium oxydatie met nitraat of nitriet tot stikstofgas beïnvloeden.
sterde niet-cartesische MRI-scans, zoals ‘spiral scan’. Niet-cartesische scans hebben een lagere gevoeligheid ten aanzien van beweging en bloedstroming dan cartesische scans. Dit is van wezenlijk voordeel voor bijvoorbeeld opnamen in het cardiogebied. Verder kan met dit soort scans de scantijd verkort worden.
bedrading in ASPs zo kort mogelijk houdt. De lengte van de bedrading zal steeds meer de energieconsumptie en de kloksnelheid gaan bepalen. resultaat na 5 jaar Er zijn tools die het ontwerp verre-
gaand optimaliseren, het simuleren en de VHDL code voor de synthese van de processor genereren. TNO Defensie en Veiligheid (voorheen TNO-FEL) gebruikt dit raamwerk veelvuldig en ontwikkelt mee. Tampere University/Nokia (Finland) verkennen de software, en ook Texas Instruments bestudeert het. TNO is bereid het systeem te commercialiseren als er een commerciële partner gevonden wordt. resultaat na 10 jaar Het MOVE-raamwerk is onder opensource licentie verspreid en is door Tampere University gebruikt. Door de hoge prijs van chipmaskers worden ASPs echter steeds minder toegepast. gebruiker(s) UltraWaves Design BV, Heteren / TNO
Defensie en Veiligheid, Den Haag / Philips Research, Eindhoven / Océ-Technologies BV, Venlo / Adelante Technologies BV, Waalre
resultaat na 5 jaar Dit is een voortzetting van project
DST.1506. De doelen zijn ruimschoots gehaald. De bacterie verantwoordelijk voor het anammox-proces is uiteindelijk geïsoleerd, wat leidde tot een publicatie in Nature. Naast de identificatie van het verantwoordelijke organisme zijn de kinetische parameters bepaald van het anammox-proces die nodig zijn voor het ontwerpen van een installatie. Tot slot zijn er de probes ontwikkeld die nodig zijn voor de monitoring van het gehele proces. Parallel aan dit project is in samen met STOWA in een pilotproject gekeken naar de toepasbaarheid van de anammox technologie voor de zuivering van huishoudelijke afvalwaters. Eind 1999 is er een overeenkomst tot stand gekomen met Paques BV waarin de rechten op het anammox-proces aan Paques zijn gegund. resultaat na 10 jaar Hierna is met EU subsidie en in samenwerking met buitenlandse Universiteiten uit Gent, Birmingham en Aarhus alsmede met het Waterschap Hollandse Delta en Paques BV een 75m3 (pilot)reactor opgestart bij de afvalwaterzuivering
Dokhaven in Rotterdam, die op volle capaciteit opereert. Elders is een tweede reactor in aanbouw. Onderzoek van Delft en Nijmegen heeft ook de basis gelegd voor een nieuwe ruimte-besparende variant van de reactor, die thans ook door Paques wordt gebouwd. gebruiker(s) DSM Food Specialties BV, Delft / Water-
schap Hollandse Delta, Dordrecht / Grontmij Nederland bv, De Bilt / DSM Research BV, Geleen / Paques BV, Balk / STOWA, Utrecht
resultaat na 5 jaar De methoden zijn succesvol getest op signalen van Philips Medical Systems. Professionele toepassing in de kliniek van niet-Cartesische MRI in combinatie met scantijd-verkorting door middel van onderbemonsteren is mogelijk gemaakt. De gewenste scantijd van de MRI-meting kan aangepast worden, alsmede de nauwkeurigheid en rekentijd van de beeldreconstructie. Toepassing van de 3D beeldreconstructie in de zogenaamde Bayes-methode vergt thans nog te veel rekentijd voor routinematig gebruik in de kliniek. resultaat na 10 jaar De onderzoeker heeft een uitsteken-
de baan gevonden waarbij hij zijn kennis opgedaan bij dit project goed kan inzetten. Het niet-Cartesisch (Spiral) scannen is (-klinisch- gezien) nog niet echt van de grond gekomen – ook al heeft het in universiteiten blijvende aandacht en toepassing. In de wetenschappelijke wereld heeft het werk van Wajer (onderzoeker) zeker een blijvende bijdrage geleverd. Naar de abstract van Wajer (TUD) & Pruessmann (ETHZ) van 2001 wordt regelmatig gerefereerd. (Wajer FTAW, Pruessmann KP. ‘Major speedup of reconstruction for sensitivity encoding with arbitrary trajectories.’ In: Proceedings of the 9th Annual Meeting of ISMRM, Glasgow, Scotland, 2001. p 767.) gebruiker(s) Philips Medical Systems Nederland BV,
Best
45
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
THE CONSTRUCTION AND CONTROL OF 3D CALIBRATED SCANNING PROBE MICROSCOPES
AKOESTISCHE GOLFPROPAGATIE IN ZELFSCHALENDE MEDIA EN DE TOEPASSING IN SEISMISCHE BEELDVORMING
DEVELOPMENT AND APPLICATION OF A NOVEL METHOD TO OPTIMIZE ENZYMES FOR INDUSTRIAL PERFORMANCE
DTN.3517
DTN.3547
D ST.3565
B BA
C BA
AAA
projectleider
projectleider
totale toewijzing
Dr. P.M.L.O. Scholte totale toewijzing in k€ 739,35 octrooien PCT.N L96/00285 Precision XY scanning stage inkomsten in k€ 90,76
in k€
doelstelling Men wil een Scanning Probe Microscope
doelstelling De onderzoekers van dit project beogen het
doelstelling In het project is een nieuwe ‘random site-
(SPM) met voldoend hoge positieer-nauwkeurigheid van de probe in het picometer bereik (10-15 meter) ontwikkelen. Daarmee kan op atomaire schaal opper-
ontwikkelen van seismische beeldvormings- en karakterisatiemethoden, waarbij ze gebruik maken van de zogenaamde zelfschalende eigenschappen van de
vlakken van atomen natuurgetrouw worden gemeten. De SPM zal worden uitgerust met een capacitatievesensor systeem voor de bepaling van de positie van de probe in 3 dimensies met 1 picometer nauwkeurigheid (ofwel 1 promille van het totale scanbereik).
geologie van de ondergrond. Een akoestische golf die door de aardkorst loopt ondervindt namelijk meerdere reflecties. In dit onderzoek gaat het om kleinschalige
directed mutagenese’ methode ontwikkeld teneinde de performance van industrieel belangrijke enzymen te verbeteren. De methode maakt gebruik van het principe dat wij ‘reversible chain termination’ hebben genoemd, waarmee het mogelijk is om in ‘één pot’ alle enkelvoudige puntmutaties te vervaardigen van een
resultaat na 5 jaar In samenwerking met TNO-TPD werden de ontwerpregels ontwikkeld en geïmplementeerd in een x-y-translatie-tafel. De dynamica van het positioneersysteem kon met succes worden gemodelleerd. De ontwikkelde controller, uitgerust met digital signal processoren (DSP), is geschikt voor verschillende piezo-aangedreven systemen, door aanpassing van slechts enkele systeemparameters. De nauwkeurigheid van positionering in x en y bedraagt thans circa 530 picometer, en wordt alleen beperkt door de ruis in de elektronica. Voor de z-verplaatsing zijn nog een aantal problemen te overwinnen. Het onderzoek wordt voortgezet binnen de groep Modelgebaseerd Meten en Regelen van de faculteit TN. resultaat na 10 jaar Begin 2006 is een vervolgproject
gestart in samenwerking tussen het Delft Center for Systems and Control (Prof. Van den Hof) en de groep Advanced Mechatronics (Prof. Van Eijk) van de faculteit 3mE van Technische Universiteit Delft. De in het eerdere STW-project ontwikkelde stage wordt als uitgangspunt genomen voor het ontwikkelen van een volgende generatie positioneersysteem ten behoeve van nanopositionering. gebruiker(s) Mitutoyo Research Center Europe BV,
Veenendaal / NMi Van Swinden Laboratorium BV, Delft / Omicron, Taunusstein (Duitsland) / FEI Company, Eindhoven / TNO Industrie en Techniek, Delft / ASML Netherlands BV, Veldhoven / NVPT, Zoetermeer / Enraf BV, Delft
Prof.dr.ir. C.P.A. Wapenaar 389,49
inhomogeniteiten, dat wil zeggen kleiner dan de golflengte van de akoestische golf. Het blijkt dat de eigenschappen van deze inhomogeniteiten in hoge mate onafhankelijk zijn van de schaal waarop ze bekeken worden. Uiteindelijk zal het onderzoek resulteren in een verbeterd seismisch hulpmiddel om olie- en gashoudend gesteente te karakteriseren.
projectleider
Dr. S. de Vries totale toewijzing in k€ 430,75 Bijdrage: DSM Fine Chemicals; Bijdrage: Roche Diagnostics GmbH octrooien N L.1022537 Werkwijze voor de bereiding van chimere polynucleotiden inkomsten in k€ 28,32
contracten
gen: een bank waarin op elke positie van een gen een bepaald gewenst aminozuur wordt geïntroduceerd. Doet men dit twintig maal of éénmaal met twintig verschillende trinucleotiden, dan verkrijgt men een bank van alle mogelijke (19-maal het aantal aminozuren) puntmutanten. resultaat na 5 jaar Om de ontwikkelde ‘random site-
resultaat na 5 jaar Door de inhomogeniteiten met een
fractaal model te beschrijven konden beeldvormingsalgoritmes ontwikkeld worden, en uit de zo verkregen beelden konden waarden voor relevante parameters over het reservoir gehaald worden. Deze waarden bleken goed overeen te stemmen met data verkregen met de in het veld, fysiek uitgevoerde ‘borehole’-metingen. Er is veel gepubliceerd en de tussenresultaten zijn ter beschikking gesteld aan het Delphi-consortium. resultaat na 10 jaar De schalingsanalyse van reflectoren (singulariteiten) in de ondergrond is bij uitstek geschikt voor het integreren van verschillende soorten metingen op verschillende schaal. Dit resultaat wordt
in verschillende andere projecten gebruikt om een link te leggen tussen geologie, boorputmetingen en seismiek. Ook in de olie-industrie begint deze methode haar weg te vinden. Daarnaast vindt deze data integratie-methode een toepassing in de geotechniek, waar een link gemaakt wordt tussen schuifgolfseismiek en CPT (cone-penetration test) data. In een recente publicatie is een en ander uiteengezet. Projecten waarin de resultaten worden toegepast zijn: ‘Geological elements from seismics’: TU Delft/Norsk Hydro. ‘Integrating shear-wave seismic and cone-penetration testing to derive laterally varying geotechnical information’: TU Delft/STW (DAR.5761) ‘Shallow imaging and field laboratories’: TU Delft/ISES ‘High-resolution reservoir characterization’: Research Centre ‘Delft Earth’. gebruiker(s) TNO Bouw en Ondergrond, Utrecht /
London Processing Centre, Middlesex (Groot Brittannië) / Fugro-Jason Netherlands bv, Leidschendam / Shell SIEP BV, Rijswijk
directed mutagenese’ methode praktisch uitvoerbaar te maken in een tijdsbestek van 1-2 dagen - mutagenese tot en met transformatie- is gekozen voor de biotine-streptavidine technologie om snel van buffer te kunnen veranderen voor de verschillende benodigde enzymen en om een hoge opbrengst van DNA te garanderen. Hoewel de methode werkt en door vele potentiële gebruikers – waaronder Maxigen – elegant en krachtig wordt genoemd, bleek de opbrengst van de beoogde puntmutaties (5-10%) te laag om als serieuze concurrent van bijvoorbeeld ‘DNA-shuffling’ te kunnen worden ingezet. resultaat na 10 jaar Na het project is het niet gelukt de
opbrengst aan mutanten reproduceerbaar te verhogen. Het project heeft geresulteerd in een patentaanvrage, een proefschrift en zes publicaties. gebruiker(s) GBI Holding BV, Delft / DSM Research BV,
Geleen / Roche Diagnostics GmbH, Mannheim (Duitsland)
46
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
DEVELOPMENT OF AN INTEGRATED CATALYTIC SYSTEM FOR THE REMOVAL OF SOOT AND NOX FROM THE EXHAUST GASES OF STATIONARY DIESEL ENGINES
3-DIMENSIONAL INTEGRATED ACCELERATION SENSORS, WITH SELF-TEST
OPTIMALISATIE VAN HOORTOESTELLEN OP BASIS VAN ADAPTIEVE ARRAY-TECHNIEKEN
D ST.3567
D E L.3578
DTN.3582
CBB
ACA
CCC
Prof.dr. J.A. Moulijn totale toewijzing in k€ PCT.NL96/00496 Soot converter inkomsten in k€ 7,94
projectleider
doelstelling Dieselmotoren van vrachtwagens en
doelstelling Het doel van dit project was om een
doelstelling Dit project richt zich op de ontwikkeling van
vrachtschepen zijn verantwoordelijk voor een groot percentage van de stikstofoxiden en roetdeeltjes in de lucht. De steeds strengere beperkingen die aan
driedimensionale versnellingssensor met zelftest te ontwikkelen. Een aantal bewerkingsopties werd beschouwd. Uiteindelijk werd het ‘epi-poly’ proces
een nieuw type hoortoestel dat ongewenst achtergrondgeluid onderdrukt. Dit kan worden bereikt door toepassing van sterk richtingsgevoelige microfoonar-
de uitstoot van roetdeeltjes en stikstofoxiden worden gesteld, vragen om een beter begrip van het verbrandingsproces in deze motoren. Hiervoor wordt een
gekozen. Dit voor het DIMES nieuwe proces werd eerst volledig gekarakteriseerd. Zowel accelerometers als druksensors met uitleesmogelijkheid werden ontwikkeld. Voor de druksensor werd de zelftest geïncorporeerd, hoewel het binnen de periode niet lukte om dit te integreren op een en dezelfde chip.
rays, zoals al eerder in een STW-project met succes is onderzocht. De richtings-gevoeligheid van de microfoonarrays zal verder worden verbeterd en de
projectleider
994,39
octrooien
rekenmodel ontwikkeld dat voortbouwt op bestaande modellen en dat getoetst kan worden aan een werkende opstelling van een dieselmotor die voorzien is van diverse diagnostische en analytische meetmethoden. resultaat na 5 jaar De doelstellingen zijn ruimschoots
gehaald. De onderzoeksgroepen hebben zelf kennis en expertise overgedragen. Er is een drietal EU projecten (4 jarige projecten) met diverse universiteiten, automobiel-industrieën en katalysatorenfabrikanten geïnitieerd en afgerond. Daarnaast zijn er diverse internationale projecten van start gegaan (Mercedes Benz (6 maanden), Lubrizol (6 maanden), Clean Diesel Technology (twee jaren), Bosch (3 maanden), Cummins (12 maanden) en Engelhard 60 maanden). resultaat na 10 jaar Mede door de Delftse inspanningen dalen nu de wettelijk normen voor de emissies van dieselmotoren voor zowel roet (particulate matter) als NOx. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid steeds schonere en zuinigere dieselmotoren op de markt te
zetten. gebruiker(s) Koninklijk Instituut voor de Marine, Den
Helder / DSM Research BV, Geleen
k€
Prof.dr. P.J. French
tot ale toewijzing in
398,64
resultaat na 5 jaar Het proces is niet door een bedrijf overgenomen, maar is wel in vervolgprojecten gebruikt. De laagjes hebben goede mechanische eigenschappen (weinig stress) in een grote spreiding van de doping, en kunnen hoge temperaturen weerstaan. Het wordt nu standaard door het DIMES toegepast. resultaat na 10 jaar De resultaten zijn, behalve bij DIMES (zoals hierboven vermeld), ook toegepast in een aantal nieuwe projecten en bij externe gebruikers. De promovendus is bij een bedrijf gaan werken waar de resultaten van het onderzoek ook toegepast worden.
projectleider
Prof.dr.ir. A.J. Berkhout totale toewijzing in k€ 208,53 contracten Letter of intent: TUD; Overdracht: TUD; Varibel BV octrooien PCT.NL98/00602 Gehoorinrichting voor verbeteren van verstaanbaarheid van slechthorenden (Binaurale hoorbril); EU.98204331.7 Richtsgevoelige gehoorinrichting; PCT.N L03/00647 Hoorbrilsamenstel; E U.05104406.3 Connector assembly for connecting an earpiece of ... inkomsten in k€ 45,00
diverse onderdelen zullen worden geminiaturiseerd. De sensoren en de signaalverwerkingselektronica worden ondergebracht in een brilmontuur dat gekoppeld wordt aan standaard gehoorapparaten. resultaat na 5 jaar Door de nieuw ontwikkelde hoorbril gaat de drager niet alleen beter horen, maar bovendien weet deze ook weer waar het geluid vandaan komt. Hierdoor kunnen slechthorenden in een lawaaiige omgeving een gesprek veel beter volgen. Er is een prototype gemaakt van een microfoonarray dat volledig in een kunststof brillenpoot is geïntegreerd. Dit prototype zal worden afgerond, zodat er veldproeven mee kunnen worden uitgevoerd met slechthorende proefpersonen. Hiertoe zijn contracten afgesloten met Microtronic en Essilor voor de productie en het op de markt brengen van de hoorbril. Op de hoorbril is octrooi aangevraagd.
gebruiker(s) Xensor Integration BV, Delft / Texas
Instruments Holland BV, Almelo / RIKZ, Den Haag / Philips Centre for Manufacturing Technology, Eindhoven / Ricar Systems Nederland BV,
resultaat na 10 jaar: Het octrooi is toegekend en overge-
Bovenkarspel / Datawell BV, Haarlem / Philips Applied Technologies, Eindhoven / OnStream BV, Eindhoven / NMi Van Swinden Laboratorium BV, Delft / Melexis
dragen aan het Nederlandse bedrijf Varibel. Dit bedrijf is opgericht om de hoorbril op de markt te zetten. In de voorbereidingsfase van de productie is nauw samengewerkt tussen Varibel en TU Delft. Philips, Frame Holland en een tweetal ontwerpbureau's zijn
R&D Center, Tessenderlo (België) / KONI BV, OudBeijerland / Lucas Advanced Engineering Centre, Birmingham (Groot Brittannië)
ook bij de ontwikkeling betrokken. Gekozen is voor een geïntegreerde oplossing waarbij zowel de akoestische bundelvorming als de gehoorverliescompensatie in het brilmontuur zijn ondergebracht, zodat er geen apart gehoorapparaat meer nodig is. De uitgangssignalen worden naar afklikbare connectors gevoerd die met de oren zijn verbonden. Tijdens het ontwikkeltraject zijn nog 2 nieuwe octrooien aangevraagd. De hoorbril is sinds april 2006 op de markt. gebruiker(s) Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden
/ Academisch Medisch Centrum Amsterdam / Duran Audio BV, Zaltbommel / Sonion Nederland BV, Amsterdam / Beltone Netherlands BV, Eindhoven / TNO Defensie en Veiligheid, Soesterberg
47
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
NEW TOOLS FOR IDENTIFICATION AND CONTROL OF INDUSTRIAL PROCESSES
COMPUTATIONAL MODELLING
THE DEVELOPMENT OF HUMIDITY SENSORS BASED ON POROUS SILICON TECHNIQUES
DWT.3618
DCT.3683
D E L.3690
B BA
BCB
B CA
projectleider
projectleider
projectleider zing in k€
Prof.dr.ir. P.M.J. van den Hof 471,47
totale toewij-
Prof.dr.ir. J.G. Rots totale toewijzing in k€ 393,64 contracten Overig: Technische Universiteit Delft; TNO DIANA BV; Bijdrage: Research Centrum Kalkzandsteenindustrie; Haalbaarheidsstudie: Technische Universiteit Delft; Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten inkomsten in k€ 280,69
277,78 sensor
Prof.dr. P.J. French totale toewijzing in k€ NL.1006268 Capacitieve Vocht-
octrooien
doelstelling Voor vele industriële processen, zoals de
doelstelling Het onderzoek in dit PIONIER-project is
doelstelling Het project heeft tot doel om een nieuw
petrochemische, scheidings-, voedselverwerkende processen, is de accurate en efficiënte controle van de relevante procesvariabelen van buitengewoon belang.
gericht op het ontwikkelen van simulatiemodellen voor het mechanisch gedrag van metselwerk en voor gestapelde, gesegmenteerde en gelaagde constructies
type vochtsensor te ontwikkelen en bouwt voort op de resultaten van eerder uitgevoerd STW-onderzoek. Vochtsensoren kennen een brede toepassing in
De procesindustrie heeft in Nederland een belangrijke positie. Dit project richtte zich op methodieken voor modelgebaseerd voorspellend regelen (MPC) van
in het algemeen.
huishoudelijke artikelen, de automobielindustrie, de voedingsindustrie, de land- en tuinbouw en de meteorologie. De huidige sensoren zijn gebaseerd op
zulke industriële processen. Bij het modelgebaseerd voorspellend regelen spelen allerlei parameters een rol. Deze worden in dit project gegeneraliseerd en geoptimaliseerd waardoor het model beter bruikbaar wordt. resultaat na 5 jaar Voor identificatie is een nieuwe
modelstructuur geïntroduceerd, waarmee de mogelijkheid bestaat om procesindustriële systemen met een groot bereik van dynamische tijdconstanten (zgn. stiff systems) efficiënt te modelleren. De geïntroduceerde technieken zijn gevalideerd op een industrieel simulatiesysteem van een FCCU (Fluidized catalytic cracking unit). De ontwikkelde methodieken zijn neergelegd in (Matlab) algoritmes die ter beschikking van gebruikers zijn gesteld. De programmatuur is beschikbaar via de homepage van de onderzoekgroep (www.dcsc.tudelft.nl). resultaat na 10 jaar In 2004 is een project gestart
resultaat na 5 jaar Dit onderzoek, uitgevoerd in samen-
werking met andere onderzoekscentra en met de steen- en mortelindustrie, is gecombineerd met twee andere STW-projecten. Resultaten van het onderzoek zijn o.m. geïmplementeerd in het eindige-elementenprogramma DIANA en hebben bijgedragen tot aanpassing en aanvulling van zowel nationale als Europese normen. Per 1-9-1999 werd STW-pionier dr.ir. J.G. Rots benoemd tot hoogleraar bij de faculteit Bouwkunde van de TUD. De onderzoekers zijn na afloop van de projecten benoemd tot hoogleraar in resp. Minho (Portugal) en Stellenbosch (Zuid-Afrika). Met beiden wordt samengewerkt.
resultaat na 10 jaar Het bedrijf Mierij Meteo is betrokken
bij de verdere ontwikkeling van de sensor.
gebruiker(s) Hogeschool ’s-Hertogenbosch / University
of Minho, Azurem, Guimaraes (Portugal) / TNO Diana, Delft / Research Centrum Kalkzandsteenindustrie, Hilversum / Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten, Velp (Gld)
Technology BV, Boxtel / National Aerospace Laboratory NLR, Amsterdam / Nerefco, Europoort / Unilever R&D Colworth, Bedford (Groot Brittannië) / Philips Centre for Manufacturing Technology, Eindhoven / SKF Research and Development Company BV, Nieuwegein
ontwikkeld op basis van poreus silicium. Deze sensor is geïntegreerd met de verwerkings- en uitleeselektronica (smart sensor) en kan zichzelf kalibreren. Op de sensor is octrooi aangevraagd.
het PIONIER-project, bij bouwkunde een goede groep opgebouwd. In het visitatierapport over bouwkunde van 2004 scoren slechts twee van de 16 onderzochte programma’s beter. Hij heeft bovendien samenwerking tot stand gebracht tussen zijn groep en de mensen die
toepassing van orthogonale basisfuncties, waaraan diverse (ex-) projectmedewerkers een aanzienlijke bijdrage hebben geleverd: P.S.C. Heuberger, P.M.J. Van den Hof and B. Wahlberg (Eds.) Modelling
gebruiker(s) Esso Nederland BV, Botlek / IPCOS
resultaat na 5 jaar Er is een nieuw type vochtsensor
resultaat na 10 jaar Prof. Rots heeft, mede op basis van
(gesubsidieerd door NWO), met de titel ‘Identification and control of LPV systems using orthonormal basis functions’, waarbij de toepassing van basisfuncties in niet-linaire modelstructuren wordt onderzocht. In 2005 is een boek gepubliceerd over de theorie en
and Identification with Rational Orthogonal Basis Functions Springer, New York, London, 2005, ISBN 1-85233-956-X.
een poreus keramisch diëlektricum. Vervanging hiervan door een op poreus silicium gebaseerde sensor heeft als voordelen dat de afmetingen kunnen worden gereduceerd en dat de productiekosten omlaag kunnen. Verder kunnen de verwerkingselektronica en de sensor op dezelfde chip geïntegreerd worden.
zich bezig houden met mechanica bij Civiele Techniek. Er zijn verschillende vervolgopdrachten gegeven door TNO.
gebruiker(s) Mierij Meteo BV, De Bilt / KNMI, De Bilt /
ESBE Nanoscale Technology Services, Delft
48
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
D ST.3705
D ST.3785
ACA
CBC
projectleider
Prof. B. Scarlett M.Sc.† totale toewijzing in 203,53 octrooien PCT.NL01/00914 Method and device for detecting and identifying bioaerosol particles in the air
projectleider
k€
217,72
doelstelling Het doel van het project was om met behulp van electrospraying processen te ontwikkelen waarmee poeders van chemisch complexe samenstelling gemaakt kunnen worden met een zeer goed gedefinieerde deeltjesgrootte. Het gaat hier om poeders met een hoge toegevoegde waarde. Tegelijkertijd
doelstelling Het project richt zich op onderzoek en
zou er gekeken worden naar het opschalen van het electrosprayproces tot industriële afmetingen. Voor beter begrip en voor ontwerpdoeleinden worden modellen ontwikkeld. resultaat na 5 jaar Behalve dat het mogelijk was om
diverse soorten poeders te maken en er modellen ontwikkeld waren, was ook een geheel nieuw type van deeltjes maken ontwikkeld, namelijk de bi-polaire coagulatiemethode. Hierbij wordt een positieve en een negatieve electrospray gebruikt waarbij een positief druppeltje gaat coaguleren met een negatief druppeltje, zodat per nieuwe druppel een microreactor ontstaat. Daarnaast kan de methode ook voor het coaten van deeltjes gebruikt worden. Op deze methode is een wereldwijd paten verkregen. Met al deze kennis zijn er verscheidene nieuwe projecten gestart. Vanuit de industrie blijkt vooral belangstelling te bestaan voor het maken van zeer goed gedefinieerde gestructureerde medicijndeeltjes, katalyse deeltjes, nanodeeltjes en dunne gestructureerde lagen. resultaat na 10 jaar Momenteel wordt met twee bedrijven onderhandeld om een apparaat op de markt te brengen voor de behandeling van astmapatiënten. Verder wordt er met een petrochemische bedrijf
onderhandeld voor het maken van katalysator deeltjes en is er momenteel veel belangstelling voor het met behulp van elektrospinning vervaardigen van al dan niet gevulde nanobuisjes. Ook is er komende van de TU Delft een bedrijfje opgericht wat werkt met behulp van electrospraying . gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen
Prof.dr. J. Schoonman 190,59
totale toewijzing in k€
inkomsten in k€
ontwikkeling van materialen voor herlaadbare lithiumbatterijen met milieuvriendelijke eigenschappen qua productie en recycling. In eerste instantie staat de ontwikkeling van een nieuw type AA-cel centraal voor toepassing in consumentenelektronica. resultaat na 5 jaar De vervaardiging van de elektrolytfase
voor herlaadbare lithiumbatterijen is met succes uitgevoerd volgens de beoogde methode. De beoogde toepassing van de AA-batterij voor consumenten is verlaten. Het onderzoek heeft zich geconcentreerd op de ontwikkeling van een hogetemperatuurbatterij voor down-hole toepassingen, naar aanleiding van concrete interesse van Shell IEP als gebruiker. De eerste resultaten zijn veelbelovend. resultaat na 10 jaar In het vervolgproject DST.4854 wordt dit onderzoek met steun van Shell voortgezet. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / Shell SIEP BV,
Rijswijk
/ technische universiteit eindhoven
ALL-SOLID-STATE AA-TYPE RECHARGEABLE LITHIUM BATTERIES WITH SWING ELECTRODES AND A CERAMIC ELECTROLYTE DISPERSED IN SOLUFILL FOR CONSUMER ELECTRONICS
E
A NOVEL ENVIRONMENTALLY SOUND AEROSOL REACTOR FOR THE PRODUCTION OF SUBMICRON, VERY PURE POWDERS
49
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
LAYOUT GENERATION FOR MIXED ANALOG-DIGITAL CIRCUITS
MODELING AND OPTIMIZATION OF POWER DISSIPATION IN LOGIC
PULVERIZED COAL COMBUSTION AND GASIFICATION PROCESSES
E E L.3157
E E L.3207
E E L.3376
ABA
ABA
B BA
projectleider wijzing in k€
Prof.dr.ir. A.H.M. van Roermund 337,79
totale toe-
projectleider k€
Prof.dr.ing. J.A.G. Jess
totale toewijzing in
178,68
projectleider k€
459,26
D r. A . Ve e f k i n d 28,36
totale toewijzing in
inkomsten in k€
doelstelling Ontwerpen van software om de IC ontwerper
doelstelling Het inbouwen van vermogens modellering
doelstelling Een groot gedeelte van de elektrische
te ondersteunen in het chip-ontwikkelproces
in een ‘logische syntese’ systeem, waarmee de chipontwerper de mogelijkheid krijgt om te optimaliseren op vermogensverbruik.
energie wordt opgewekt in kolengestookte energiecentrales. De ontwikkeling van schone en efficiënte kolenconversieprocessen is daarom van groot belang.
resultaat na 5 jaar Er is software geschreven welke is
Een mogelijk proces, kolenvergassing, heeft recentelijk een commerciële status bereikt. Ten einde het ontwerp van energiecentrales te optimaliseren, is een beter
resultaat na 5 jaar Er is een zogenaamde constraint manager gebouwd die zorg draagt voor de correcte transformaties.
toegevoegd aan het EUCLID logisch synthese resultaat na 10 jaar Betrokken promovendus is bij
Philips ED&T gaan werken in een groep waar CAD wordt gemaakt en kan daarbij zijn opgebouwde kennis heel goed in praktijk brengen bij het werken aan nieuwe CAD tools binnen Philips. gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven
systeem. resultaat na 10 jaar Geen nieuwe ontwikkelingen. gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven
begrip van het kolenconversieproces nodig. In dit onderzoek zullen de reactiesnelheid van de verbranding en vergassing van de chars van poederkool worden onderzocht. De meetgegevens zullen onder andere worden gebruikt voor het optimaliseren van de kolenvergassingsinstallatie in Buggenum, de grootste en meest geavanceerde in zijn soort in de wereld. resultaat na 5 jaar Voor zowel het verbrandings- als
voor het vergassingsproces is een testmethode met diagnostiek beschikbaar om de reactiviteit bij voor elektriciteitsopwekking relevante temperaturen en drukken te kunnen meten. Interpretatie en extrapolatie hiervan kan met het poriemodel. Relevante data is verzameld voor industriële verbrandings- of vergassingsprocessen in een vorm die geschikt is voor toepassing in de praktijk. De resultaten zijn door de KEMA toegepast voor berekeningen aan praktijkinstallaties. Spin-off: Voor Shell is een studie gedaan naar de vergassing van residue oliën. resultaat na 10 jaar Er zijn geen verdere ontwikkelingen
bekend. gebruiker(s) KEMA Nederland BV, Arnhem / Stichting
IFRF, IJmuiden / Demkolec, Healen / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam
50
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
ONTWIKKELING VAN EEN MEETMETHODE TER BEPALING VAN DE VOCHTHUISHOUDING IN POREUZE MATERIALEN
PROTOTYPE MIXING FLOWS: TOOLS FOR FUNDAMENTAL INVESTIGATIONS AND PRACTICAL APPLICATIONS OF MIXING
NWO-MIDDELGROOT: SOLITONEN VOOR ALL OPTICAL NETWORKS
ETN.3400
EWT.3453
E E L.3481
CCC
CAA
AAA
projectleider
Prof.dr.ir. K. Kopinga totale toewijzing in k€ 374 , 6 4 c o n t r a c t e n S a m e n w e r k i n g o n d e r z o e k : Technische Universiteit Eindhoven; TNO Bouw en Ondergrond inkomsten in k€ 72,61
projectleider
Prof.dr.ir. H.E.H. Meijer totale toewijzing in 640,46 contracten Bijdrage: General Electric Plastics Europe BV; Bijdrage: DSM Research BV; Bijdrage: Philips Electronics Nederland BV; Bijdrage: Unilever R & D; Bijdrage: Dow Benelux BV; Bijdrage: Shell International Oil Products BV inkomsten in k€ 99,86
projectleider
k€
k€
doelstelling Het ontwikkelen van een op kernspin-
doelstelling Mengen van vloeistoffen komt veel voor in
doelstelling Solitonen zijn picosec. optische pulsen van
resonantie (NMR) gebaseerd meetsysteem, om de vochthuishouding in poreuze materialen te bepalen: baksteen, kalkzandsteen, gips en mortel, waarvan de vochthuishouding veel invloed heeft op de duurzaamheid, c.q. het gedrag bij vorst-/dooicycli, zoutuitslag en schimmelvorming. Bij klei en slib is inzicht in de
industriële processen, van het mengen van niet-mengbare olie/water mengsels in de voedingsindustrie tot het ‘blenden’ van viskeuze polymeren door middel van een extrusieproces. De kennis is, voor wat betreft het mengen, in de industrie nogal empirisch. Doel van het project is het ontwikkelen van mathematisch modellen
hoog vermogen, die via glasvezel kunnen worden getransporteerd zonder dat pulsverbreding optreedt. Daardoor zijn zeer hoge transmissiesnelheden (Gbits/sec) over grote afstanden mogelijk. Het project betreft een apparatuurinvesteringsproject voor de aanschaf van een Hewlett Packard 12,5 Gbit/s pulspa-
vochthuishouding essentieel voor de optimalisatie van het droog- en ontwateringsproces.
om de fundamenteel aspecten van het mengproces beter te begrijpen en van daaruit tot aanbevelingen te komen voor de industriële praktijk.
troongenerator (PPG) en Bit-Error-detector (BER) ter ondersteuning van diverse glasvezeltransmissie-experimenten (EEL.3224, IOP, ACTS).
resultaat na 5 jaar De wetenschappelijke doelen in het project zijn bereikt. Er zijn een aantal numerieke modellen ontwikkeld die gebruikt zijn om een aantal prototype mengproblemen te bestuderen. De kennis die is opgebouwd, is nog zeer fundamenteel, maar de gebruikers gaven aan het slot van het onderzoek aan dat met de ontwikkelde numerieke gereedschappen een toepassing in hun eigen praktijk in het verschiet lag.
resultaat na 5 jaar De apparatuur heeft de ElektroOptische Communicatie groep van prof. D. Khoe in staat gesteld zich te positioneren als één der leidende instituten in Europa op het gebied van multi-gigabit transmissie, met name in het 1300 nm domein. De groep is daarmee een gerespecteerd partner geworden in diverse Europese onderzoeksprojecten. De PPG werd – lopende het project – opgewaardeerd tot 25 Gbit/s door de aanschaf van (de-)multiplexers (geschikt voor 40 Gbit/s). Hierdoor konden een aantal tot dan toe ongeëvenaarde transmissie-experimenten worden uitgevoerd bij 10- en 40 Gbit/s @ 1300 nm.
resultaat na 5 jaar RCK: Onderzoek naar waterontrekking bij een dunne mortellaag. TNO-Bouw: 50% salariskosten dr.Pel voor 3 jaar, Exploratief onderzoek naar additionele informatie met NMR verkregen, metingen naar het gedrag van restauratiemortel. FORBO Krommenie: Meten van vochtprofielen in een betonnen dekvloer voor en na het verlijmen van linoleum. Deutsche Mörtelindustie: de invloed van ‘Faservlies’ op wateronttrekking uit mortel. Rijkswaterstaat en ENCI: Gebruik van NMR voor mortelstudie. Pilot-studies voor Organon Teknika en Degussa. resultaat na 10 jaar Europees onderzoek naar voegmortel in historische gebouwen samen met TNO-Bouw. Onderzoek naar de ontwatering van slib uit zuiveringsinstallaties in samenwerking met de groep Chemische Proceskunde van de TUE en financieel gesteund door Shell. TNO betaalt mee aan het project ‘Spatten van
beton’. Het project is de kiem geweest van een groot aantal projecten: ETN.4448, DCT.4010/PPM, deelproject 4, DAR.5756 , DCB.7045 , ECB.6572 . In EU verband: HAMSTAD (2001-2004), ASSET (2001-2004), COMPASS (2001-2004), SALTCONTROL (2003-2007), DESALINATION (2006-2009). Met TNO en STW is een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor voorlopig 4 jaren.
resultaat na 10 jaar Het onderzoek is voortgezet, nu met aandacht voor de voorspelling van de details van structuurontwikkeling in de twee-fasenstroming tijdens dispersief mengen. Momenteel richt het onderzoek zich op drop-indentatie in ink-jet processen en op toepassingen in microfluidics. De in het project ontwik-
kelde gereedschappen worden nu gebruikt om exponentieel mengen in de microkanalen van (bio)mems te induceren, gebruikmakend van actieve en passieve wanden en van actieve en passieve deeltjes in de stroming. Er zijn 3 nieuwe STW aanvragen met samenwerking van verschillende partners in voorbereiding. Verder is recentelijk een Rapra, UK, Europese aanvraag voor optimalisatie van dubbelschroefsextruders goedgekeurd waarin deze groep deelneemt door de ontwikkelde Mapping Methode toe te passen op deze menggeometrie. Dit project gaat in september 2006 van start.
gebruiker(s) INTRON, Sittard / TNO Bouw en Ondergrond,
Delft / Research Centrum Kalkzandsteenindustrie, Hilversum / KEMA Nederland BV, Arnhem
P r o f . i r. G . D . K h o e
resultaat na 10 jaar De groep Elektro-Optische
Communicatie loopt inmiddels voorop in de wereld met research in systemen met bitsnelheden van 80 Gbit/s, 160 Gbit/s en 360 Gbit/s systemen. Door de steeds smallere pulsbreedte wordt het steeds belangrijker om het soliton effect mee te nemen in het ontwerp. Effecten rond pulsverbreding en Self Phase Modulation spelen een steeds grotere rol. In dergelijke systemen worden middelen ter compensatie van pulsverbreding steeds belangrijker. In een aantal gevallen werkt het soliton effect juist gunstig op de compensatie. Twee promovendi worden op dit moment gefinancierd door Siemens Research München en een derde promovendus werkt binnen het kader van een Bsik-programma.
gebruiker(s) Unilever R & D, IJmuiden / General Electric
Plastics Europe BV, Bergen op Zoom / DSM Research BV, Geleen / Philips Competence Centre Plastics BV, Eindhoven / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam / Dow Benelux BV, Terneuzen
tot ale toewijzing in
504,08
51
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
NWO-MIDDELGROOT: LASER SPECKLE INTERFEROMETER VOOR BEPALING VAN 3D-VERPLAATSINGSVELDEN
UPGRADE OF CATV-NETWORKS TOWARDS BROADBAND COMMUNICATIONS (2)
ONTWIKKELING ONDERZOEKMETHODIEK VOOR KATALYSATORBEREIDING OP MODELSCHAAL
EWT.3489
E E L.3535
E ST.3553
AAA
B CA
ABA
projectleider
Prof.ir. G.D. Khoe totale toewijzing in k€ Geheimhouding: ALCATEL SEL AG octrooien NL.1005522 Werkwijze en communicatiesystemen voor CDMA data-overdracht.; NL.1005523 Werkwijzen en communicatiesysteem voor het in gedeeltelijk gecodeerde vorm overdragen van informatie signalen inkomsten in k€ 7,66
projectleider
doelstelling Dit project betrof een apparatuuraanvraag
doelstelling Ontwerp van een krachtig modem voor
doelstelling Doel van het project is aanbrengen van
onder het NWO-middelgroot programma, als aanvullende investering ten behoeve van project EWT.2853, waarin ook het onderzoeksdoel is geformuleerd: het toepasbaar maken van een nieuwe, bij de onderzoeksgroep in ontwikkeling zijnde, methode voor mechanische karakterisering van anisotrope inhomogene vaste
gebruik in kabeltelevisie-netwerken (CATV), geschikt voor een breedbandig, multi-toegankelijk communicatiekanaal. Voor de speciale point-to-multipoint
katalysatordeeltjes op vlakke (silicium)wafers om zo in een 2D-omgeving de structuur en activiteit van de katalysatordeeltjes te bestuderen. De utilisatie-
verbindingen in CATV-netwerken zijn slimme toegangstechnieken (protocollen) nodig. Veiligheidsaspecten spelen hier in verband met de privacy van de CATV-
doelstelling is het aanbieden van duidelijke recepten voor het maken van modelkatalysatoren van gedefinieerde afmetingen, welke qua bereidingschemie dicht
stoffen en vloeistoffen.
reedschap voor diverse lopende projecten in het laboratorium van de onderzoeksgroep. Ook de faculteiten Bouwkunde en Scheikunde maken gebruik van de opstelling.
gebruikers een belangrijke rol. In dit project zal de CDMA-techniek (code division multiple acces) nader worden onderzocht. Voor hoge-snelheid datatransmissie via de kabel is slechts een klein frequentie-bereik van 5 MHz tot 30 MHz beschikbaar. De eigenschappen van CDMA zijn tot nu toe echter alleen in breedbandtoepassingen bestudeerd.
bij technische katalysatoren staan. De aanpak is in eerste instantie gericht op het oplossen van vragen uit de praktijk van de katalysatorbereiding en -karakterisering.
resultaat na 10 jaar Er zijn geen verdere ontwikkelingen
resultaat na 5 jaar Een prototype communicatiesysteem
bekend.
voor twee-weg communicatie in CATV-netwerken is ontworpen, gebouwd en succesvol getest in een laboratorium meetopstelling. Een hardware simulator is gerealiseerd waarmee een 40-tal CDMA transmitters kan worden nagebootst. In samenwerking met Philips en KTE-Brabant werden veldtesten uitgevoerd aan het bestaande CATV-netwerk van Eindhoven en werd de herkomst van stoorsignalen (interferentie en ruis) onderzocht. Het CDMA systeem wordt verder ontwikkeld in het Europese Fleximacs project waarin naast
projectleider k€
Dr.ir. C.W.J. Oomens
totale toewijzing in
113,45
resultaat na 5 jaar De opstelling vormt nu een basisge-
286,23
contracten
wijzing in k€
Prof.dr. J.W. Niemantsverdriet 380,12 inkomsten in k€ 22,69
totale toe-
resultaat na 5 jaar De utilisatiedoelstelling is gehaald:
TU Eindhoven Alcatel SEL (Duitsland) en LETI (Frankrijk) deelnemen.
er is een generiek toepasbare methode voor het maken van modelkatalysatoren ontwikkeld. De bereiding van modelkatalysatoren op vlakke silica- en aluminiumdragers via spincoating van waterige oplossingen is nu algemeen mogelijk en de validiteit van de modelmethodiek is aangetoond. Tevens is een model ontwikkeld voor de Philips katalysator voor polyetheenproductie. Ook heeft het onderzoek nieuwe inzichten opgeleverd in de bereidingsaspecten van ontzwavelingskatalysatoren zoals Shell, Akzo en vele buitenlandse bedrijven die gebruiken. Op basis van de resultaten zijn derdegeldstroomprojecten gestart met bedrijven als Mitsubishi en SASOL, voor wie momenteel modelsystemen van technische katalysatoren worden ontwikkeld.
resultaat na 10 jaar Het onderzoek heeft een breder
resultaat na 10 jaar Het onderzoek wordt voortgezet in
kader gekregen en is thans gericht op toegangsnetwerken in het algemeen en niet meer alleen op CATV toepassingen. Een promovendus onderzoekt op dit moment frequentie gecodeerde CDMA technieken voor gebruik in passief gesplitste optische toegang-
CW/STW-project EST.4601.
snetwerken in samenwerking met TNO Telecom. gebruiker(s) Brutele, Brussel / Philips Research,
Eindhoven / Palet Kabelcom, Maastricht / Kabeltelevisie Eindhoven NV, Eindhoven / Lucent Technologies, Huizen / ALCATEL SEL AG, Stuttgard (Duitsland) / Baas R&D BV - Ingenieursbureau Coenecoop, Waddinxveen
gebruiker(s)
Shell International Oil Products BV, Amsterdam / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / DSM Centraal Laboratorium, Geleen / KEMA Nederland BV, Arnhem / Shell International Gas, London (Groot Brittannië)
52
ETN.3400 / Utilisatierapport 2006
Superscanner voor poreuze materialen
TU Eindhoven en TNO
In het laboratorium van de groep
Transport in Permeabele Media van de faculteit Technische Natuurkunde van de Technische Universiteit Eindhoven staat een magneet die al in 1967 door Prins Claus in gebruik is genomen. ‘Die magneet stond al in de regen aan de kant van de weg, toen we hem weer naar binnen hebben gehaald. Wij weten er altijd wel weer een bestemming voor te vinden’, zegt dr.ir. Leo Pel, onderzoeker aan de TUE. Samen met
Dr.ir. Leo Pel, prof.dr.ir. Klaas Kopinga en prof.dr.ir. Olaf Adan
prof.dr.ir. Klaas Kopinga en prof.dr.ir. Olaf Adan, deels aan
project:
het drietal een meetmethode wilde ontwikkelen om de
ETN.3400
de TUE en deels aan TNO verbonden, stond hij ruim tien jaar geleden aan de wieg van een serie scanapparaten waarmee vochthuishouding in poreuze materialen te kunnen bepalen, zoals bijvoorbeeld baksteen. Poreus materiaal is zeer complex om te doorgronden. Er gaat vocht doorheen, bij temperatuurswisseling komt damp vrij, er treedt kristallisatie op en alle stoffen worden ook nog eens getransporteerd door het materiaal. Bovendien is de mate van poreusheid nergens hetzelfde. Pel en Kopinga zijn desondanks ambitieus in hun streven poreus materiaal niet alleen te doorgronden, maar de processen in het materiaal uiteindelijk ook te kunnen voorspellen. ‘Dat is de echte wetenschappelijke uitdaging. Als we kunnen meten aan het transport van stoffen in het materiaal, kunnen we beter begrijpen wat zich afspeelt. Als we dat begrijpen, kunnen we bijvoorbeeld eerder herkennen onder welke omstandigheden schade aan materiaal kan ontstaan. Als we er bijvoorbeeld in slagen de processen tijdens het drogen van verflagen goed in beeld te brengen, dan kunnen wij ook eerder herkennen wanneer schade dreigt te ontstaan. Die kennis is de weg naar het voorkomen van schade. Alleen al hierdoor kunnen wij een waardevolle bijdrage leveren aan de industrie.’ Witte waas
‘Door de jaren heen hebben we verschillende
onderzoeksfasen doorlopen. Ten eerste wilden wij weten wat er met water in metselwerk gebeurt’, schetst Adan het begin van het STW-traject dat de ontwikkeling van de scanapparatuur mede mogelijk heeft gemaakt. ‘Daarbij ging het ons vooral om de vraag wat er met zout gebeurt. We zagen aan metselwerk en aan rode baksteen regelmatig zo’n witte waas van zout en wilden weten hoe dat daar kwam.’ Pel: ‘In principe is het mogelijk een baksteen in plakken van enkele millimeters doorsneden te maken en die te bestuderen. Dat duurt echter lang en bovendien is poreus materiaal zo divers van samenstelling dat enkele doorsneden een minder betrouwbaar beeld geven.’ Kopinga: ‘Wij wilden juist in die steen kunnen kijken. Een handicap daarbij is dat baksteen, en poreus materiaal
ETN.3400 / Utilisatierapport 2006
53
54
ETN.3400 / Utilisatierapport 2006
55
ETN.3400 / Utilisatierapport 2006
in het algemeen, magnetisch ontzettend vervuild is.
berekend is op magnetisch zwaar vervuild materiaal, zijn er
Er zitten allerlei ijzers in. Met een ziekenhuisscanner, die
zoveel andere mogelijkheden’, zegt Kopinga. ‘Als je dit werk
voor mensen gebruikt wordt, zouden wij het in steen niet
lang doet, is bijna de hele wereld poreus!’
redden. Vanwege die vervuiling is het NMR-signaal in poreus baksteen honderd keer zo snel uitgedempt als in
Op de internationale kaart
Het laboratorium met de NMR-
een menselijk lichaam. Daarom waren wij er van overtuigd
scanapparatuur wordt regelmatig gebruikt door onder-
dat wij veel snellere apparatuur nodig zouden hebben om
zoekers en door bedrijven die iets willen meten. ‘Ook in
een scan van poreuze steen te kunnen maken. Dat is in het
die zin kun je spreken van utilisatie’, zegt Pel. ‘Je kunt onze
eerste STW-project zo goed gelukt dat we sindsdien kans
apparatuur nu eenmaal niet verkopen aan een bedrijf. Er
zien ook andere poreuze materialen heel goed in beeld te
blijkt zeer specifieke kennis voor nodig om de apparatuur
brengen.’
goed te bedienen. Wel krijgen wij van over de hele wereld,
Meten aan ionen
zowel uit de wetenschap als van het bedrijfsleven, verzoeHet tweede STW-project was eveneens
uniek in de wereld. Kopinga: ‘Toen we eenmaal aan water konden meten, wilden wij ook aan de ionen, het zout, in water meten. Ook dat is gelukt, mede dankzij de unieke combinatie van natuurkunde en bouwkunde die wij hier bedrijven.’ Adan: ‘Met de samenwerking tussen Technische Universiteit Eindhoven en TNO Gebouwde Omgeving en Ondergrond zitten we eigenlijk altijd in het spoor van de utilisatie. Enerzijds ben je op zoek naar fundamentele kennis: je wilt kunnen voorspellen. Tegelijkertijd wil je iets bieden waar de industrie haar voordeel mee kan doen. TNO zit sterk op de lijn van toepassingen en de TU wil natuurlijk ook een bijdrage leveren aan de wetenschap.’ Naarmate de drie onderzoekers meer te weten komen over water en zouttransport in metselwerk, zullen zij de bouwwereld beter kunnen adviseren hoe de zoutuitslag te voorkomen. Pel: ‘Niet alleen aan nieuwbouwprojecten zie je regelmatig deze visuele schade, maar ook aan monumentale gebouwen. Vooral Venetië is één grote zoutwaterpartij en dat is aan veel van die prachtige gebouwen te zien.’ Bijna de hele wereld poreus
Na de eerste twee projecten
ontstond de behoefte de zo succesvolle scanapparatuur voor andere materialen in te zetten. Zo wilden de onderzoekers ook weten welke veranderingen optreden bij verandering van een parameter als temperatuur. Pel: ‘Van beton weten we dat verhitting kan leiden tot explosie in het beton als gevolg van het ontstaan van gassen uit verdamping van water. Maar hoe werkt het precies? Om daarachter te komen, moet je het kunnen waarnemen. En als we dat eenmaal ontdekt hebben, kunnen we bijdragen aan het voorkomen van ongelukken.’ Een andere ambitie is om met de scanapparatuur van grofstoffelijk naar een kleinschaliger niveau over te schakelen: wat gebeurt er bijvoorbeeld binnen verflagen die drogen. Ook hiervoor geldt dat dit voor de verfindustrie belangrijke kennis zou zijn, en tegelijkertijd voor bijvoorbeeld historische muurschilderingen. ‘Juist omdat de scanner Dr.ir. Raymond Veldhuis
ken metingen te verrichten. Het laboratorium heeft ons mooi op de internationale kaart gezet.’
56
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
SYNTHESIS AND CHARACTERIZATION OF HIGHLY-ORDERED (SEMI)CONDUCTING POLYMERS
A PULSE TUBE FOR 4 K
REACTANT RESIDENCE TIMES ON CATALYSTS STUDIED WITH IN-SITU POSITRON EMISSION PROFILING
E PC.3562
ETN.3624
E ST.3692
BAA
B CA
B CA
projectleider k€
Prof.dr. E.W. Meijer
totale toewijzing in
417,08
projectleider in k€
Prof.dr. A.T.A.M. de Waele 246,35 inkomsten in k€ 22,69
totale toewijzing
projectleider k€
522,73
Prof.dr. R.A. van Santen inkomsten in k€ 27,23
totale toewijzing in
doelstelling Doel van het project is 1) het ontwerpen
doelstelling Het project heeft tot doel om pulsbuis-
doelstelling Het doel van het project is het ontwikkelen
en maken van nieuwe zelf-assemblerende materialen zoals geleidende polymeren en 2) het onderzoeken van de structuureigenschappen van die geleidende
koelers te ontwikkelen voor het 4 Kelvin gebied. Een pulsbuis koelmachine is een koeler met regenerator zonder bewegende delen aan de koude kant. Dit maakt de machine eenvoudig en betrouwbaar in vergelijking met conventionele regeneratieve koelmachines. Ook veroorzaakt een pulsbuiskoeler veel
van een in-situ detectiemethode om onder operationele condities de bezetting van actieve sites te bepalen op katalysatoren. Gebaseerd hierop zal een nieuwe
minder trillingen, waardoor deze uiterst geschikt is voor het koelen van trillingsgevoelige instrumenten.
relevante katalyseprocessen.
polymeren en hun relatie met geleidbaarheid. Hoewel er al lang onderzoek is gedaan naar de geleidende polymeren, is de relatie tussen de driedimensionale structuur en de verschillende eigenschappen niet goed bekend, vooral omdat conventionele polymere materialen geen goed gedefinieerde driedimensionale structuur hebben. resultaat na 5 jaar In het project zijn met succes verschillende hoog-geordende geleidende polymeren gesynthetiseerd, en zijn hun fotochemische eigenschappen gekarakteriseerd. De resultaten worden gebruikt door bedrijven voor de (opto)elektronica zoals Philips, Akzo-Nobel, Océ, DSM, en Shell. Het onderzoek heeft een beter begrip verschaft tussen de chemische structuur en de elektroluminiscentieeigenschappen van de verbindingen. Dit is van belang voor ontwikkeling van polymere LED’s. In de tweede helft van het project is de aandacht verschoven naar fotovoltaïsche toepassingen en is er een begin gemaakt met het onder controle krijgen van de mesoscopische structuur van de supramoleculaire
verbindingen d.m.v. waterstofbruggen. resultaat na 10 jaar Er zijn verschillende andere onderzoeksprojecten gestart in Europees verband en met het bedrijfsleven. gebruiker(s) Akzo Electronic Products, Arnhem / Philips
Research, Eindhoven / DSM Research BV, Geleen / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam
PEP (Positron Emission Profiling)-detector worden gebouwd. Met de nieuwe PEP-detector kunnen essentiële meetgegevens worden verkregen van industrieel
resultaat na 5 jaar Een nieuwe, verbeterde PEP-detector resultaat na 5 jaar Er is een drietraps pulsbuiskoeler
gebouwd en bestudeerd die bij 4 K een koelvermogen heeft van 40 mW en kan koelen tot 1.8 K. Dit is de laagste temperatuur die ooit met dit soort koelers is behaald. De Nederlandse industrie is zich bewust geworden van de pulsbuiskoeler als een belangrijk nieuw type koeler. resultaat na 10 jaar Helaas heeft Thales Cryogenics om bedrijfstechnische redenenen moeten besluiten om de 4K-pulsbuis niet in productie te nemen. Een vervolgproject wordt uitgevoerd met het bedrijf Stirling Cryogenics.
is gebouwd tijdens het project. Tevens zijn diverse transportparameters van koolwaterstoffen bepaald onder industrieel relevante condities, wat met name voor de gebruiker Shell goed bruikbare resultaten heeft opgeleverd. Het ontwerp van de nieuwe PEPdetector heeft de interesse gewekt van fabrikanten van nucleaire apparatuur, waarbij met name een vruchtbare kennisuitwisseling heeft plaatsgevonden met Crismatec, een andere gebruiker. resultaat na 10 jaar Contacten zijn gelegd met een
bedrijf betrokken bij de productie van cyclotrons. Vervolgcontacten heeft dit niet opgeleverd.
gebruiker(s) Thales Cryogenics BV, Eindhoven /
gebruiker(s) Shell Global Solutions International BV,
Innovation Partners, Leiden / Dutch Space BV, Leiden / Stirling Cryogenics & Refrigeration BV, Son / TNO Kwaliteit van Leven, Apeldoorn
Amsterdam / Crismatec, Nemours (Frankrijk)
57
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
F / FOM-instituten
METALLISCHE NANO-KRISTALLEN OP OXIDE-OPPERVLAKKEN VORMING, FYSISCHE EIGENSCHAPPEN EN CHEMISCHE REACTIVITEIT
VAN BIT NAAR BEELD ONDERZOEKSPROGRAMMA VOOR OPTO-ELECTRONISCHE MATERIALEN GEBASEERD OP SILICIUM
FAM.3051
FAM.3449
BAA
B BA
projectleider
566,25
Dr.ir. J. Verhoeven 2,27
totale toewijzing in k€
inkomsten in k€
projectleider
594,38
Prof.dr. A. Polman 22,69
totale toewijzing in k€
inkomsten in k€
doelstelling Het onderzoek betreft de groei van metaal-
doelstelling Opto-elektronica is een nieuwe technologie
klusters op oxideoppervlakken die voor katalyse gebruikt kunnen worden. Deze studie betrof de vorming van palladiumclusters op een titaanoxide-
waarin informatie wordt getransporteerd en bewerkt in de vorm van licht in plaats van elektriciteit. Met deze technologie zal de snelheid en capaciteit van informa-
oppervlak. De doelen waren: 1) na te gaan welke parameters (temperatuur, druk, hoeveelheid opgedampt palladium) de groei van de clusters bepalen; 2) een model op te stellen om deze groei te beschrijven; 3) de katalytische activiteit van deze oppervlakken bepalen.
tieverwerking met enkele ordes van grootte toenemen. Doel van dit project is de ontwikkeling van nieuwe materialen voor toepassing in geïntegreerde optische
resultaat na 5 jaar De Pd clusters (grootte ca 1 nm)
kunnen nu onder gedefinieerde omstandigheden gemaakt worden. De groottedistributie van de clusters is bepaald. Groei van de clusters vindt voornamelijk plaats door samensmelting van elkaar ontmoetende clusters. Deze migratie is daadwerkelijk real time waargenomen. In een vervolgstudie zal de katalytische werking bepaald worden. De toepassing van deze achtergrondkennis kan verwacht worden bij Shell en in de nano-optiek en in de halfgeleiderindustrie.
schakelingen gebaseerd op silicium. resultaat na 5 jaar De toepassing van de nieuw ontwik-
kelde materialen zijn gedemonstreerd in drie typen prototype devices: planaire optische versterkers, lichtbron en detector. Deze devices kunnen worden toegepast in miniatuur lichtversterkers en optocouplers. Het bedrijf ST Microelectronics heeft belangstelling getoond voor de ontwikkelde componenten. Na afloop van het project zijn er contacten gelegd met Symmorphix Inc uit de VS. Dit bedrijf gaat een planaire optische versterker ontwikkelen die is gebaseerd op de bij het AMOLF ontwikkelde technologie. resultaat na 10 jaar Er zijn geen verder ontwikkelingen
resultaat na 10 jaar De verworven kennis is opgegaan
in de achtergrond kennis, waarmee de groei van metallische nano-eilanden op vlak isolatormateriaal (bijvoorbeeld platina op siliciumoxide) met AFM/STM systemen bestudeerd worden. Hierbij is nu naast de chemische (katalytische) eigenschappen van deze nano-eilanden ook aandacht voor de optische eigenschappen. gebruiker(s) Gastec NV, Apeldoorn / AMOLF, Amsterdam
/ Shell Global Solutions, Amsterdam
bekend. gebruiker(s) TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag /
ThreeFive Photonics BV, Houten / JDS Uniphase Netherlands BV, Eindhoven
58
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
CCC projectleider
Prof.dr. F. Bijkerk totale toewijzing in k€ 944,11 contracten Bijdrage: ASML Netherlands BV; Overdracht: ASML Netherlands BV; Licentie: ASML Netherlands BV octrooien PCT.NL99/00090 Inrichting geschikt voor extreem ultraviolet lithografie omvattende een stralingsbron voor het verwerken van de van een stralingsbron afkomstig... inkomsten in k€ 419,64
doelstelling Extreem UV Lithografie (EUVL) is een
/ rijksniversiteit groningen
FOP.3483
G
SOFT X-RAY PROJECTION LITHOGRAPHY: SOLUTIONS TO POSSIBLE SHOW-STOPPERS (SOLV’X)
EEN ‘MILDE CAUTER’ VOOR EEN ‘HYPERTHERMISCHE BEHANDELING’ VAN HET LENSKAPSEL-KIEMEPITHEEL EN VOORKOMEN VAN SCHADE BIJ HET DICHTBRANDEN VAN BLOEDVATEN
GG N.3306 B CA projectleider k€
Dr. J.J.L. van der Want
totale toewijzing in
108,76
doelstelling Het ontwerpen, construeren, testen in proef-
nieuwe methode voor de fabricage van computerchips waarmee structuren kleiner dan 100 nm gemaakt kunnen worden. In het project is onderzoek gedaan
dieren en optimaliseren van een milde thermocauter. Normaliter worden thermocauters gebruikt om bloedvaten in weefsels dicht te branden. Deze milde ther-
naar de ontwikkeling van multilaagspiegels voor de reflectie-optiek, naar het onderdrukken van defecten in EUV maskersubstraten en naar het gebruik van compacte laser-plasmabronnen.
mocauter zal toegepast worden bij staaroperaties. De lokale verhitting in het oog dient dan niet om weefsel te branden of dicht te schroeien, maar slechts
resultaat na 5 jaar Het onderzoek aan multilaagspiegels heeft geleid tot vergaande contacten met ASML en haar strategische partner Carl Zeiss. Rijnhuizen heeft een toppositie in de EUV onderzoekswereld met onder andere het wereldrecord reflectie voor EUV golflengten. Er is reductie van de vervuiling van laserplasmabronnen met gebruik van vaste targets gerealiseerd. Deze vinding is geoctrooieerd. Verder is een masker-fabricagemethode ontwikkeld voor EUVL welke repareerbare maskers oplevert en er zijn coatings ontwikkeld voor EUVL. Eén van de methoden tot onderdrukking van plasmavervuiling lijkt toegepast te gaan worden door onder andere Xtreme Technologies (Duitsland), Philips Extreme (Aken), en Cymer Inc. (San Diego) in samenwerking met ASML.
om bepaald weefsel (kiemepitheel) te inactiveren. Hierdoor wordt voorkomen dat secundair, dat wil zeggen terugkerend cataract in het behandelde oog optreedt. Dit secundair cataract is in de thans gebruikte behandelmethode een veelvoorkomend probleem. resultaat na 5 jaar Microscopisch onderzoek aan behandelde konijnenogen laat zien dat de methode werkt. In hoeverre dat ook voor humane ogen opgaat is nog niet duidelijk. In traditioneel behandelde ogen is secundair cataract een serieus probleem. In het huidige stadium van ontwikkeling wordt de cautermethode nog niet algemeen geaccepteerd. Er is meer onderzoek nodig. Octrooiering is niet mogelijk. Tot op heden is er geen Nederlands bedrijf bereid deze cauter, en met name de specifieke oogcauter in productie te nemen. resultaat na 10 jaar Deze ‘milde’ cauter die temperatuur-
resultaat na 10 jaar De EUV multilagen gaan toegepast
worden in de nieuwe generatie wafersteppers van ASML die momenteel nog in ontwikkeling zijn. Het octrooi is overgedragen aan ASML, maar wordt nog
gekalibreerd is in plaats van vermogensgekalibreerd (zoals alle cauters tot nu toe) wordt nu al jaren met succes gebruikt door de oogchirurg prof.dr. Jan Worst voor microchirurgische toepassingen. Het concept
niet commercieel toegepast. In de afgelopen jaren heeft de onderzoeksgroep met Carl Zeiss zeven researchcontracten afgesloten met een gezamenlijke
werd aan het Philips Research voorgelegd. Dat heeft niet geleid tot verdere commerciële actie met betrekking tot deze ‘slimme’ cauter.
waarde van 6,5 miljoen euro. Het onderzoek in Rijnhuizen richt zich op het optimaliseren van de meerlaags-reflectiecoatings die bestaan uit een vijftigtal molybdeen-silicium dubbellagen van enkele nanometers dik. Het vervolgonderzoek heeft ook geresulteerd in de oprichting van 2 spin-off bedrijven, Phystex en Scientec Engineering. De introductie van nieuwe meettechnieken voor EUV bronnen heeft onder andere geleid tot het invoeren van een internationale meetstandaard voor het bepalen van de helderheid van EUV lichtbronnen. gebruiker(s) SRON, Utrecht / NCLR BV, Enschede / Philips, Eindhoven / ASML Netherlands BV, Veldhoven
gebruiker(s) Oogziekenhuis, Rotterdam
59
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
G B I.3538
G BC.3552
C CA
B BA
projectleider
Prof.dr. H.A.B. Wösten totale toewijzing in k€ 600,02 contracten Geheimhouding: RUG; TNO Kwal. van Leven octrooien Method of stabilizing a hydrophobin-containing solution and a method of coating a surface with a hydrophobin; Method of purifying a hydrophobin present in a hydrophobin-containing solution; PCT.NL01/00084 Method of treating a surface of an object with a hydrophin-containing solution
projectleider
Prof.dr. G. Venema totale toewijzing in k€ 4 94,3 6 contracten Bijdrage: Quest International Nederland BV octrooien NL.1013260 Nieuwe actieve mutanten van neutrale thermolysine-achtige proteases inkomsten in k€ 18,16
doelstelling Hydrofobines zijn schimmeleiwitten. In con-
doelstelling In dit project wordt met behulp van protein-
tact met hydrofiele-hydrofobe grensvlakken assembleren ze spontaan tot een amfifatisch membraan. Dit maakt ze mogelijk geschikt voor toepassing in en op allerlei materialen. Het doel is het verbeteren van de productie van de hydrofobines door de schimmel, het onderzoeken van de structuur van de hydrofobines, alsmede het met behulp van moleculaire technieken ingrijpen op de structuur van deze eiwitten.
engineeringtechnieken een aantal belangrijke eigenschappen verbeterd van enzymen die voor de industrie belangrijk zijn, zoals stabiliteit, activiteit, specificiteit en pH-optimum. In dit geval is gekozen voor neutrale proteasen als voorbeeldenzymen. Deze worden gebruikt bij de productie van aspartaam en in diverse
resultaat na 5 jaar Op alle drie de delen van het gestelde doel is men zeer succesvol geweest. De hydrofobines blijken geschikt voor toepassing in biosensoren, diagnostische en medische instrumenten en implantaten. Ook toepassing in emulsies en hydrofiele substraten, zoals bij de papierbereiding, komt in aanmerking. Er zijn drie octrooien aangevraagd en verleend. Onderzoek voor bevestiging van de vindingen om deze naar de markt te kunnen brengen wordt nu uitgevoerd door Biomade BV, een organisatie die in nauwe samenwerking met de RU Groningen nieuwe technologieën ontwikkelt en exploiteert. resultaat na 10 jaar De kennis die is opgebouwd binnen dit project heeft de basis gelegd voor een octrooiportfolio en een vervolg van het onderzoek bij Biomade Technology. Binnen Biomade wordt gewerkt aan de mogelijke toepassingen van hydrophobins en aan de productie van deze eiwitten. De verbetering van de productie gebeurt onder andere in combinatie met het STW-project UGC.7063. De toepassingen worden in meer detail uitgewerkt in samenwerking
met een grotere industrie. De opschaling van het productieproces zal ook gebeuren in samenwerking met de industrie. gebruiker(s) TNO Kwaliteit van Leven, Zeist / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Biomade Technology Foundation, Groningen
voedingsmiddelenindustrieën. Ook wordt aan de verdere ontwikkeling van de protein-engineeringtechnologie gewerkt. resultaat na 5 jaar Nieuwe varianten van de neutrale
protease enzymen zijn geconstrueerd met behulp van verbeterde protein-engineeringtechnieken. Deze varianten hebben een verhoogde stabiliteit en een veranderde specificiteit. Enkele varianten worden door een gebruiker onderzocht op hun bruikbaarheid bij de productie van aspartaam. De verkregen kennis kan worden toegepast bij de verbetering van de eigenschappen van andere proteases en in het algemeen bij de vergroting van de industriële toepasbaarheid van enzymen uit andere families maar heeft nog niet tot commerciële toepassingen geleid. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe gegevens
bekend. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / Quest
International Nederland BV, Naarden
/ universiteit leiden
ONTWIKKELING EN TOEPASSING VAN PROTEIN ENGINEERING TECHNOLOGY VOOR HET VERBETEREN VAN DE EFFECTIVITEIT VAN INDUSTRIELE ENZYMEN
L
HYDROPHOBINS, PROTEINS THAT CHANGE THE NATURE OF A SURFACE
60
FOP.3483 / Utilisatierapport 2006
Wereldrecordhouder reflectiewaarde
‘Als er een motivatie vanuit de industrie komt om iets te onderzoeken, dan stimuleert mij dat enorm’, zegt prof.dr. Fred Bijkerk, afdelingshoofd op het FOM Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen in Nieuwegein. Hij heeft zich volledig toegelegd op het onderzoek naar optiek voor het Extreem Ultraviolet golflengtegebied en daar is de chipindustrie mee gediend.
Prof.dr. Fred Bijkerk project:
FOP.3483
‘Het licht van bijvoorbeeld een gloeilamp heeft een betrekkelijk lange golflengte, een nadeel bij het maken van afbeeldingen met hoge resolutie. Dat zichtbare licht heeft daardoor een beperkte toepassing, vandaar mijn fascinatie voor licht met veel kortere golflengten. Werken met EUV licht heeft echter ook zijn beperkingen’, zegt Bijkerk. ‘Proeven moeten allemaal in een vacuümtank plaatsvinden. Bovendien zijn er speciale spiegels nodig die niet standaard beschikbaar zijn. Wil je iets afbeelden met EUV licht, dan komen er dus heel wat complicaties bij kijken. Als je die overwint, zijn de resultaten er echter ook naar.’ Schaduwprojectiemethode
Die motivatie verklaart ook de
aanvankelijke verbondenheid van Bijkerk aan de stichting Laica, een groep wetenschappers die zich concentreerden op het ontwikkelen van lasertoepassingen. Zo was de groep nauw betrokken bij de ontwikkeling van lasers die met behulp van plasma’s EUV straling konden opwekken. De directe toepassing was in de lithografie en daar ligt ook de passie van Bijkerk. In zekere zin legde hij hier de basis voor zijn latere STW-projecten bij FOM Rijnhuizen. Hij werkte daar aan de schaduwprojectiemethode, ofwel het principe van 1 op 1 printing. Met een lichtbron maak je een afbeelding alsof je een contactafdruk maakt. Daarvoor heb je maskerpatronen nodig, maar die moeten dan wel even klein zijn als de chipstructuren. Dat maakt het extra ingewikkeld. Eenmaal bij FOM Rijnhuizen kon hij verder met onder meer het STW-project EX2, waarin hij zich aan dit probleem kon wijden. Bijkerk: ‘Het doel van dit onderzoek was om de maskerstructuren met behulp van spiegels af te beelden, vergelijkbaar met een diaprojector. Dat biedt de mogelijkheid om zeer kleine structuren af te beelden. Daarbij speelden twee complicaties. Ten eerste de lichtbron. In 1990, toen we het onderzoek startten, was er nog geen praktische lichtbron met korte golflengte beschikbaar. Ten tweede vormden de spiegels een moeilijkheidsfactor. Wij wilden een demonstratie van het principe mogelijk maken, want als dat zou lukken, dan zou je in staat zijn een primitieve wafer stepper voor de chipsindustrie te maken. En dan zou de industrie ongetwijfeld over de toepassing gaan nadenken, was onze redenering.
FOP.3483 / Utilisatierapport 2006
Prof.dr. Fred Bijkerk
medewerker van prof.dr. Fred Bijkerk
61
62
FOP.3483 / Utilisatierapport 2006
63
FOP.3483 / Utilisatierapport 2006
Geslaagde demonstratie
Die twijfel was er in eerste instantie,
Dat vertrouwen is waarschijnlijk onder meer gestoeld op
bijvoorbeeld bij ASML en haar optische partner Carl Zeiss,
de prestatie van wereldformaat die Bijkerk en zijn onder-
nog wel. Pas toen we met EX2 de demonstratie konden
zoekers hebben geleverd. Zij hebben de reflectiewaarde
geven, raakten ze geïnteresseerd. Maar toen waren de rem-
van de straling die wordt gereflecteerd door de spiegel al
men ook meteen los. ASML nam het initiatief en wij hebben
eens van 64 procent naar 69 procent verhoogd. Recent werd
ons op de echte kerngebieden toegelegd: de spiegels en de
de lat nog iets hoger gelegd: de FOM groep heeft een
lichtbron.’
reflectiewaarde van boven de 70% gehaald, een wereldrecord tot nu toe. Aangezien de totale optiek ongeveer
Na het eerste STW-project volgde een fase waarin Bijkerk
10 EUV spiegels bevat betekent een verhoging van 64 naar
vooral veel contractresearch voor het bedrijfsleven deed.
70 procent dat de transmissie met meer dan een factor 2
Bijkerk: ‘Als je een rol van betekenis wilt spelen voor het
toeneemt, hetgeen tot een significant hogere productiviteit
bedrijfsleven dan zul je moeten aantonen dat jouw onder-
leidt.
zoek op kleine schaal ook daadwerkelijk in de praktijk toe te passen is. Bijvoorbeeld een procédé voor het maken van
Vliegwielfunctie STW
STW heeft volgens Bijkerk een heel
een spiegel met een oppervlak van een paar vierkante
belangrijke rol gespeeld in het verwerven van de huidige
millimeters moet ook toe te passen zijn voor een spiegel
positie van zijn onderzoeksgroep. ‘De twee projecten
van een halve meter. Tijdens deze fase kwam Bijkerk tot
hebben een duidelijke vliegwielfunctie vervuld. De industrie
de conclusie dat voor sommige ontwikkelingen ten behoeve
moest worden overgehaald en dat is gelukt’, zegt hij.
van de utilisatie, verder fundamenteel onderzoek nodig is.
Natuurlijk stonden we daarbij niet alleen. Er is in de VS, Japan en de rest van Europa, veel ander gericht onderzoek
In het tweede STW-project concentreerden Bijkerk en zijn
geweest van hoog niveau. ‘Uiteindelijk heeft STW het
onderzoeksgroep zich meer op de technologische compo-
patent dat wij in ons onderzoek hebben verworven, kunnen
nent. ‘De eerste demonstratie was weliswaar geslaagd,
verkopen aan ASML. Overigens financiert Zeiss, de optische
maar de ‘performance’ van de spiegels was niet voldoende.
partner van ASML, ons voor het verder ontwikkelen en
Er konden slechts enkele wafers mee worden belicht.
toepassen van de kennis op het gebied van optiek voor
Dus zijn we opnieuw fundamenteel onderzoek gaan doen
de EUV lithografie.
naar de oorzaken voor de snelle degradatie van de spiegels.’ STW en FOM hebben nog op een andere manier bijgedragen Twee thema’s spelen een hoofdrol in dit fundamentele
aan de technologische ontwikkelingen welke op het onder-
onderzoek. Ten eerste gaat het om de levensduur van de
zoek volgden. Een aantal ingenieurs en fysici vonden na
spiegels. ‘Onder belichting met EUV licht is koolstofneerslag
hun opleidingsperiode of hun wetenschappelijke promotie
vastgesteld. Daardoor wordt de spiegel in feite zwart. Een
bij Rijnhuizen een uitdagende baan bij ASML in het EUV
oplossing ligt in de richting van het vinden van een toplaag
ontwikkelingswerk. ASML maakt er dankbaar gebruik van.
die, bij wijze van spreken, niet roest en geen last heeft van koolstofaanslag’, zegt Bijkerk. Bruikbare wafer stepper
De toekomst ligt in de chipindustrie altijd voorspelbaar dichtbij. Met andere woorden, de ontwikkelingen gaan
Het tweede thema betreft de verbe-
razendsnel. Bijkerk: ‘In februari van dit jaar hebben ASML
tering van de reflectie-eigenschappen. ‘We hebben het over
en Zeiss de resultaten van een eerste prototype wafer
superdunne laagjes van enkele nanometers. Op deze schaal
stepper gepresenteerd welke met een golflengte van 13
treedt diffusie op tussen de laagjes, wat afbreuk doet aan
nanometer werkt. Daarmee zijn echte afbeeldingen gemaakt
de structuur en daarmee de reflectie beïnvloedt. Het ziet
met afmetingen tot 35 nanometer. De helft van de spiegels
er naar uit dat we dit kunnen oplossen door nog dunnere
in deze machine was door ons gecoat, de andere helft
laagjes als diffusiebarrière tussen de laagjes te gebruiken.’
door Zeiss die ons procédé daarvoor heeft gebruikt. Zo’n demonstratie is van enorm belang omdat ASML
Bijkerk en zijn onlangs opgerichte onderzoeksafdeling NSI
hiermee zijn klanten kan laten zien waartoe de technologie
(Nanolayer Surfaces & Interfaces) met circa vijfentwintig
in staat is. Grote chipfabrikanten hebben kunnen zien
medewerkers blijven zich verdiepen in de verbetering van de
dat de technologie ook daadwerkelijk werkt. Als de ontwik-
performance van de spiegels. En ASML en lenzengrootmacht
kelingen op deze voet doorgaan, kan de industrie in 2010
Zeiss blijven zeer nauw met hem samenwerken, wat op zich
tot massaproductie komen en dat is voor de chipindustrie
al een teken moet zijn dat het slechts een kwestie van tijd is
al heel dichtbij.’
voordat de resultaten van het onderzoek leiden tot verdere toepassing in de chipsindustrie.
64
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
PREVENTIE VAN CHRONISCHE MIDDENOORONTSTEKING DOOR CENTOXINE-AFGIFTE UIT EEN POLYACTIVE MEMBRAAN
DEVELOPMENT OF AN ENVIRONMENTALLY FRIENDLY METHOD FOR THE EFFECTIVE CONTROL OF TWO MEALYBUG SPECIES, PESTS OF FLOWER BULBS IN HOLLAND
INDUCTION OF A CYTOTOXIC IMMUNE RESPONSE AGAINST CELL SURFACE ANTIGENS BY GENE INOCULATION
LG N.3249
LB I.3290
LG N.3496
ABA
BCB
C00
projectleider
Prof.dr. J.J. Grote totale toewijzing in k€ 3 5 3 , 1 3 c o n t r a c t e n O v e r i g : CA M I m p l a n t s B V ; Universiteit Leiden; Licentie: Universiteit Twente; Licentie: OctoPlus BV octrooien PCT.US97/13932 Polyetheresters copolymers as drug delivery matrices inkomsten in k€ 27,61
projectleider
Prof.dr. J.J.M. van Alphen totale toewijzing in 305,83 contracten Bijdrage: Productschap Tuinbouw inkomsten in k€ 46,92
projectleider
k€
423,72 sten in k€
doelstelling Chronische middenoorontsteking bij
doelstelling Wolluis betekent sinds enkele tientallen
doelstelling Doel van het project is een vaccinatie
kinderen wordt waarschijnlijk veroorzaakt door bacteriële endotoxines. Doel van het project is om door middel van gecontroleerde afgifte door een
jaren een plaag in de opslag van bloembollen. Bestrijding met pesticiden is echter ongewenst. In dit project zoekt men naar aanknopingspunten voor een effectieve biologische bestrijding. Hiervoor moeten eerst de (grotendeels onbekende) biologie van de wolluis en de logistiek in de bollenhandel in kaart worden gebracht.
methode te ontwikkelen die een effectieve bescherming geeft tegen antigenen die normalerwijs slecht gepresenteerd worden aan het immuunsysteem, en als
bioafbreekbaar ‘Polyactive’ membraan een lokale concentratie medicijn (centoxine) te creëren zo dat het ontstekingseffect van endotoxines gedurende lange tijd geremd blijft. resultaat na 5 jaar Het project heeft slechts ten dele
aan zijn doel beantwoord. Er is aangetoond dat het lipopolysaccharide (LPS) inderdaad een belangrijke rol speelt in het chronische ontstekingsproces van het middenoor. Een antibacterieel eiwit (BPI) bleek zowel in vitro als in vivo de effecten van het LPS op het middenoor epitheel te verminderen. Los van deze experimenten is aangetoond dat PolyActive een geschikt afgiftesysteem kan zijn voor kleine eiwitten. Niet is onderzocht of PolyActive als afgiftesysteem in het middenoor geschikt is. PolyActive als drug carrier voor andere kleine eiwitten zal verder bij IsoTis onderzocht worden. Een octrooi van IsoTis op deze toepassing van polyactive is mede op de bevindingen uit dit project gebaseerd.
resultaat na 5 jaar De wolluisplaag blijkt afhankelijk te zijn van import en (vooral) logistiek, omdat wolluis niet in het veld kan overleven. Biologische bestrijding is mogelijk, maar de oplossing wordt voorlopig gezocht in bedrijfshygiënische maatregelen, zoals ontsmetting van kratten en bewaarcellen. Voor de sector is een demonstratieproef gehouden bij een bedrijf. Deze was succesvol. Praktijkonderzoek Plant en Omgeving zal follow up geven aan de verbreiding van de nieuwe early warning- en bestrijdingsmethode.
(waaronder de drug delivery eigenschappen van PolyActive) zijn in 2002 door IsoTis ondergebracht in een dochtermaatschappij Chienna BV, welke in 2003 is overgenomen door OctoPlus. OctoPlus wil via partnerships PolyActive als drug delivery systeem verder ontwikkelen.
resultaat na 10 jaar Praktijkonderzoek Plant en Omgeving heeft de kennis die uit het onderzoek naar voren is gekomen onder de aandacht gebracht bij de mensen die irisbollen warm bewaren. Dit heeft er toe geleid dat minder middelen worden ingezet om de wolluis te bestrijden. Een enkel bedrijf past, naast de bedrijfshygiënische maatregelen ook de vroege detectiemethode met de UV-verlichte lijmplaat toe, anderen houden rekening met de herkomst van partijen om een plaag te voorkomen. Voorzover bekend is grote schade door de iriswolluis in bloembollenbewaarruimten in Nederland na dit onderzoek niet meer voorgekomen.
gebruiker(s) Universitair Medisch Centrum St. Radboud,
gebruiker(s) Koppert BV, Berkel en Rodenrijs /
Nijmegen / IsoTis S.A., Bilthoven
Productschap Tuinbouw, Zoetermeer / Koelhuis Hillegom BV, Hillegom / Plantenziektekundige Dienst, Wageningen / Entocare, Wageningen
resultaat na 10 jaar Alle polymeer ontwikkelingen
Dr. S.V. Litvinov tot ale toewijzing in k€ Optie: Centocor Europe BV inkom113,45
contracten
gevolg daarvan geen beschermende immuunreactie oproepen. Een combinatie van expressievectoren en het DNA fragment dat codeert voor het antigen zal na inspuiten tot expressie komen in de cel. Dit leidt vervolgens tot een efficiënte presentatie van het antigen aan het immuunsysteem. resultaat na 5 jaar In het onderzoek zijn muizen gevaccineerd met diverse DNA constructen die voor het Ep-CAM eiwit coderen (een tumor eiwit). De vaccinatie gaf de muizen geen bescherming tegen de inductie van de tumor, en was ook niet in staat de tumor te reduceren. Een cytotoxische respons kon in geen van de muizen worden aangetoond. Vaccinatie met een ander DNA construct van genen van eiwitten betrokken bij allergiereacties, liet wel een sterke cytotoxische respons zien. Het project werd echter halverwege afgebroken door vertrek van de onderzoeker en later ook van de projectleider. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuw ontwikkelingen te
melden. gebruiker(s) Centocor BV, / Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden / Crucell NV, Leiden
65
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
N / radboud universiteit nijmegen
SPORENGASDETECTIE TEN BEHOEVE VAN DE MILIEU- EN BIOWETENSCHAPPEN
HOLOGRAFISCHE BEELDVORMING IN ANISOTROPE SYSTEMEN
N N S.3404
NCH.3495
BCB
CAA
projectleider
Dr. F.J.M. Harren tot ale toewijzing in k€ 319,13 contracten Letter of intent: Sensor Sense BV; Licentie: Radboud Universiteit Nijmegen; S e n s o r S e n s e B V octrooien P CT. N L 9 9 / 0 0 0 0 4 Method of spectroscopically determining a volatile organic compound in a gas given off by a mammal (fotoacoustische ademtest) inkomsten in k€ 5,43
projectleider
doelstelling Snellere en universele detectoren ontwik-
doelstelling De mogelijkheid om foto-reactieve vloei-
kelen voor kwantitatieve en molecuul-specifieke bepaling van (zeer lage) gasconcentraties. Hierbij zal worden samengewerkt met biologen, medici en agra-
baar-kristallijne verbindingen te fotopolymeriseren tot anisotrope netwerken wil men gebruiken om te komen tot films met een goed gedefinieerde ruimtelijke structuur. Tevens zal onderzoek verricht worden naar de realiseerbaarheid van deze systemen in display devices, polarisatoren en materialen voor optische
rische wetenschappers. Als het doel gehaald wordt zal deze apparatuur tot (praktische) doorbraken en nieuwe inzichten binnen deze vakgebieden leiden. Deze doorbraken zijn mogelijk omdat de apparatuur van een ongeëvenaarde gevoeligheid is. resultaat na 5 jaar De apparatuur werd verbeterd en de sampling methode geoptimaliseerd. Er werden wetenschappelijke doorbraken en toepassingen in andere vakgebieden gerealiseerd, vanwege de ongeëvenaarde gevoeligheid van de apparatuur. Via de EG werden extra fondsen en erkenning verworven als Large Scale Facility, waardoor vele binnen- en buitenlandse onderzoekers als gast met de apparatuur hebben kunnen werken. Op een medische toepassing, ademgasanalyse, is octrooi aangevraagd. Voor verdere commerciële ontwikkelingontwikkeling samengewerkt met een Amerikaans bedrijf. resultaat na 10 jaar Het gerealiseerde patent is overgeno-
men door Sensor Sense BV. De verkregen kennis op het gebied van fruitbewaring en fermentatie is ingezet bij het onderzoek naar de verbetering van de overstromingstolerantie van jonge rijstplanten Mede naar aanleiding van het project is er bij de EU de status van Research Infrastructure verkregen met de daarbij behorende financiële ondersteuning vanuit het 4e, 5e en 6e kaderprogramma. Hierdoor zijn wetenschappers vanuit de EU welkom om gezamenlijk onderzoek te doen op het gebied van sporengassen ten behoeve van de Life Science (zie ook www.ru.nl/tracegasfac). De heer te Lintel Hekkert werkzaam op het project is een eigen bedrijf begonnen. Het bedrijf, Sensor Sense BV (www.sensor-sense.nl) is een spin-off van de activiteiten van de onderzoeksgroep en verkoopt sporengasdetectoren gebaseerd op laserapparatuur. Het bedrijf is opgestart met een Biopartner subsidie en de verkoop is inmiddels voorspoedig van start gegaan. gebruiker(s) Unilever R & D, Vlaardingen / ECN, Petten / Plant Research International, Wageningen / RIVM, Bilthoven / NIOO-CEME, Yerseke / Hartmann en Braun AG, Frankfurt Am Main (Duitsland) / MTI
Milieutechnologisch Instituut C.V., Andelst / Haskoning BV, Nijmegen
Prof.dr. R.J.M. Nolte totale toewijzing in 119,58 contracten Samenwerking onderzoek: Radboud Universiteit Nijmegen; Philips Research inkomsten in k€ 319,46 k€
recording. Een en ander is erop gericht om na te gaan of bovengenoemde nieuwe methoden voor Philips interessant zijn voor verdere ontwikkeling. Philips levert materiële en personele steun ter waarde van ruim driehonderd duizend euro. resultaat na 5 jaar Aangetoond is dat een holografische
belichting van een mengsel van monoacrylaat en een nematisch diacrylaat een efficiënte methode is om diffractie hologrammen te maken. Deze plaatselijk inhomogene verlichting leidt tot polymerisatie van de twee monomeren, en vanwege het verschil in de kans op een reactie, tot een concentratiegradiënt. Zo kunnen in polymeerfilms anisotropische rasters worden gemaakt. De diffractie door deze rasters zijn polarisatie-gevoelig. De films kunnen toegepast worden in LC schermen en projectieapparatuur. Die toepassing is overigens nog ver weg. resultaat na 10 jaar Het onderzoek is voortgezet en
maakte deel uit van een veel breder onderzoek binnen Philips op dit gebied met toepassingen in voornamelijk displays. Enkele producten die hieruit voortgekomen zijn, zijn reflectors voor reflective LCDs, reflective polarizers for transmissive en transfective LCDs. Hoewel het STW-project zelf niet heeft geleid tot een product, heeft het zeker bijgedragen aan de kennisvorming omtrent de bovengenoemde producten. Later is er binnen Philips een verfbaar display ontwikkeld waar het STW-project de inspiratie voor was. Het STWproject heeft een basis gelegd voor veel verder onderzoek, zowel binnen de TUE als bij Philips. gebruiker(s) Philips Flat Panel Display, Eindhoven /
Philips Optics, Eindhoven / Merck Ltd., Poole (Groot Brittannië)
66
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
IMPROVEMENT OF P-TYPE (AL0.6GA0.4)0.5IN0.5P CLADDING LAYERS FOR SHORT WAVE-LENGTH GAINP/ALINGAP LASER DIODES
ONTWIKKELING VAN EEN PERCUTANE GLUCOSEMONITOR TEN BEHOEVE VAN DIABETES-MELLITUSPATIËNTEN
HYBRID MODELLING TECHNIQUES FOR DATA-BASE MINING
N N S.3510
NG N.3611
NG N.3615
ABA
AAA
BCB
projectleider k€
Prof.dr. P.K. Larsen
tot ale toewijzing in
197,84
projectleider k€
Prof.dr. J.A. Jansen
tot ale toewijzing in
557,27
projectleider k€
Prof.dr. C.C.A.M. Gielen
totale toewijzing in
170,69
doelstelling Het project is gericht op het optimaliseren
doelstelling In een STW-project is een percutaan implan-
doelstelling Database mining, het onttrekken van infor-
van materialen die worden toegepast in kortgolvige diode lasers. Het belangrijkste doel is om de werktemperatuur te verhogen van 40°C naar 60°C. De stu-
taat ontwikkeld dat als ‘drager’ voor een glucosesensor kan dienen. In een ander STW-project is een glucosesensor ontwikkeld. Doel van dit project is om de ontwikkelde glucosesensor in combinatie met het percutaan implantaat geschikt te maken voor de in vivo meting van glucose. Hiertoe dienen verschillende wijzigingen aan de bestaande sensor aangebracht te worden. Dit onderzoek moet leiden tot een permanente glucosemonitor ten behoeve van patiënten met suikerziekte.
matie aan data, is moeilijk omdat er waarden ontbreken in de database, de data inconsistent kunnen zijn en de hoeveelheid data zeer groot is. In dit project zijn
die zal bijdragen aan verlenging van de levensduur van diode lasers en aan vermindering van de huidige koelproblemen. resultaat na 5 jaar Het project heeft voornamelijk achtergrondkennis opgeleverd. Twee opties voor de in diode lasers toegepaste materialen zijn onderzocht: 1) Het gebruik van zink als doteringselement in combinatie met precursors welke ervoor zorgen dat er weinig zuurstof als verontreiniging wordt ingebouwd en waardoor de elektrische activiteit van het zink hoog blijft. 2) Als alternatief is het gebruik van magnesium in plaats van zink onderzocht. De verworven kennis kan van belang zijn voor bijvoorbeeld Uniphase (voorheen Philips Opto-Electronisch Centrum) waar deze in principe direct toegepast kan worden in het productieproces. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen
bekend. gebruiker(s) AMOLF, Amsterdam / TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / JDS Uniphase Netherlands BV, Eindhoven
Neurale Netwerken en Kennisgebaseerde systemen gecombineerd in een methode die de voordelen van beide methoden combineert. resultaat na 5 jaar De methode wordt gebruikt om karakteristieke kenmerken in een database te ontdekken of, omgekeerd, om de database met bepaalde kenmerken te filteren.
resultaat na 5 jaar De doelen zijn slechts gedeeltelijk
bereikt. Een klinisch bruikbare glucose sensor is niet gerealiseerd. Wel is inzicht verschaft in de mechanismen verantwoordelijk voor het falen van subcutaan geplaatste sensoren. De huidige beschikbare glucosesensoren zijn alle gedoemd te mislukken bij in vivo gebruik. Een oplossing voor de problemen kan alleen gevonden worden door in de sensor gebruik te maken van directe elektronenoverdracht via geleidende polymeren. Daarnaast moet er een coating ontwikkeld worden die zowel de adsorptie van eiwitten op de sensor, als de negatieve effecten van ontstekingscellen minimaliseert. Hiervoor is vervolgonderzoek noodzakelijk.
resultaat na 10 jaar Er zijn 2 bedrijven uit het project
voortgekomen: SMART BV (www.smart-research.nl) en PROMEDAS BV (in oprichting, financieel gesteund door een toegekende subsidie in kader van BioPartner). De producten, die uit dit project zijn voortgekomen worden in licentie geëxploiteerd door bovengenoemde bedrijven. PROMEDAS richt zich op het ontwikkelen van een geavanceerd MedischDiagnostisch expertsysteem voor specialisten en tevens voor e-based naslagwerken (KLUWER). De uitvoerder van dit project heeft na zijn promotie een baan gevonden bij Ernst&Young en hij was daar als projectleider verantwoordelijk voor de invoering van
resultaat na 10 jaar Er is een nieuw STW-onderzoek gestart (NKG.5758) dat zich richt op het ontwikkelen van coatings die in staat zijn om de negatieve effecten tijdens het aanbrengen van de glucosesensor in het lichaam te elimineren. De coatings zijn gebaseerd op DNA-lipide om de biologische respons te verbeteren.
de nieuwe DBC-regeling voor financiering en kostenbeheersing in de gezondheidszorg. Bij dit project is kennis gebruikt die is voortgekomen uit het STWproject.
Aangetoond is dat DNA-lipide coatings inderdaad aangebracht kunnen worden op sensormaterialen en dat de biologische reactie van deze coatings geoptimaliseerd kunnen worden. Momenteel worden experimenten verricht met de toevoeging van stoffen die de bloedvatvoorziening rondom het sensormate-
KPN Research, Den Haag / KEMA Nederland BV, Arnhem / AEGON, Leeuwarden / Aegon, Den Haag / CMG Advanced Technology, Den Haag
riaal verbeteren. Een goede bloedvatvoorziening zal een positief effect hebben op de bepaling van het glucosegehalte in weefselvocht. Voor de ontwikkelde DNA-lipide coating is een patentaanvrage ingediend. gebruiker(s) Humeca BV, Enschede / Nedap NV, Groenlo / TNO Kwaliteit van Leven, Zeist
gebruiker(s) Sentient Machine Research, Amsterdam /
67
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
AAA projectleider k€
Prof.dr. W.J. van Venrooij
totale toewijzing in
386,27
doelstelling Doel van het onderzoek is: a) Klonering
van myositis-specifieke autoantigenen en deze in bacteriën tot expressie te brengen. Hierdoor kunnen dan eenvoudige en betrouwbare (ELISA-)testen opgezet worden. Deze testen zijn commercieel interessant en geven een idee over de frequentie waarin deze antistoffen bij patiënten voorkomen. b) Karakterisering van de epitopen op de verschillende antigenen om na te gaan of de actieve centra van de enzymen het precieze doelwit van de autoantistoffen zijn. Daarnaast wordt nagegaan hoe frequent antistoffen tegen specifieke tRNA’s voorkomen en welke RNA-epitopen door de autoantistoffen herkend worden. resultaat na 5 jaar De doelstellingen zijn deels gereali-
seerd. Er zijn een aantal bekende en onbekende myositis-specifieke autoantigenen gekarakteriseerd. De meeste zijn tot expressie gebracht en verwerkt in een ELISA-test. Met behulp van contacten uit het opgebouwde Europees netwerk werden serum- en patiëntendiagnoses verkregen zodat bestudeerd kon worden hoe frequent bepaalde antigenen door patiëntenantistoffen worden herkend. Antistoffen tegen andere tRNA’s dan His-tRNA bleken zeldzaam te zijn (1-3% van de sera). resultaat na 10 jaar Per 2006 is een EU subsidie toege-
kend (FP6: AUTOCURE project) voor onderzoek aan reumatoïde artritis en myositis. Per augustus 2006 kan waarschijnlijk een junior onderzoeker op het myositis werk aangesteld worden. Binnen dit EU project zal wat betreft myositis worden samengewerkt met Stockholm (dr. Ingrid Lundberg), Praag (dr. Jiri Vencovski) en Londen (dr. Andy Cole). gebruiker(s) Euro-Diagnostica BV, Arnhem / Universitair
/ erasmus universiteit rotterdam
NCH.3699
R
KLONERING EN EXPRESSIE VAN MYOSITIS-SPECIFIEKE AUTO-ANTIGENEN
HOOGFREQUENTE SIGNAALANALYSE TEN BEHOEVE VAN INTRAVASCULAIRE ULTRAGELUIDSDIAGNOSTIEK
RG N.3462 CCC projectleider
Prof.dr.ir. N. Bom totale toewijzing in k€ 847,76 contracten Overdracht: Erasmus Medisch Centrum Rotterdam; EndoSonics Europe BV; S a m e n w e r k i n g o n d e r z o e k : J o m e d N V octrooien EU.97203072.0 Intravasculair ultrasonic palpation inkomsten in k€ 105,33
doelstelling Men kan vanuit het bloedvat zelf een ultra-
geluidbeeld van de wand maken door met een catheter het zend- en ontvangelement op de juiste plaats te brengen. Interpretatie van zo verkregen beelden, wordt bemoeilijkt door ‘ruis’ van het aanwezige bloed. In dit onderzoek wil men de verstoring elimineren en nagaan of je de reflecties van het hoogfrequente geluid kan gebruiken om lokaal in het bloedvat de elasticiteit van de wand en daarmee de aard van de afwijking te bepalen. resultaat na 5 jaar De genoemde beeldverstoring is
te elimineren. Ook kun je de bloodflow bepalen met dezelfde signaalanalyse technieken. In dit project ontwikkelde elastografie maakt het mogelijk klinisch onderscheid te maken tussen 3 soorten vaatvernauwing: vet, fibreus of een mengsel. Op het (software)systeem voor bloedstroomschatting en voor het systeem van elastografie is octrooi verkregen. Met een Amerikaans bedrijf is een ontwikkelingscontract afgesloten. Dit project is onderdeel van een studie naar toegevoegde waarde van hoogfrequente signaal analyse in intravasculaire ultrageluidsdiagnostiek. resultaat na 10 jaar Het met een echocatheter in een
arterie te meten bloed flow-onderzoek is afgerond en wordt in de vorm van een softwarepakket klinisch gebruikt. Belangrijk vervolgonderzoek, in samenwerking met Amerikaanse industrie, is gericht op tijdige herkenning van voor de patiënt mogelijk gevaarlijke samenstelling van een obstructie in de arterie als potentiële oorzaak van plotse dood. Deze zogenaamde ‘palpografie methode’ is het resultaat van een vervolgstudie naar analyse van het hoogfrequent echosignaal. In een aantal klinische studies wordt deze methode momenteel verder geevalueerd.
Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen gebruiker(s) Universitair Medisch Centrum Utrecht /
Pie Medical Equipment BV, Maastricht / Jomed Inc., Rancho Cordova (Verenigde Staten van Amerika)
68
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
RG N.3477
RG N.3498
ABA
ACA
projectleider wijzing in k€
Mw.dr. H.L. Verwoerd-Verhoef 287,25
totale toe-
projectleider k€
Prof.dr. R.L.H. Bolhuis
totale toewijzing in
489,67
doelstelling Het doel van dit project is de ontwikkeling
doelstelling Doel van het onderzoek is om cytotoxische
van een in-vitro productie van kraakbeen, met behulp van een biocompatibel dragermateriaal en cellen uit kraakbeen(vlies) dat eerder bij de patiënt is afgenomen. Gebruik wordt gemaakt van recombinant geproduceerde groeifactoren. Lukt dit productieproces, dan is een hoge utilisatiegraad in de toekomst te verwachten. Niet alleen voor jeugdige patiënten kan dan extra kraakbeen ‘gekweekt’ worden, maar ook voor ouderen bij wie behoefte is aan aanvullend gewrichtskraakbeen na een lokaal trauma dan wel slijtage arthrose.
T-lymphocyten, die het vermogen hebben om tumorcellen te vernietigen, te voorzien van het monoklonale antilichaam G250, dat specifiek tumor-celreceptoren
resultaat na 5 jaar De doelen zijn deels bereikt. Het is
mogelijk om cellen die geïsoleerd zijn uit kraakbeen, na vermenigvuldiging in vitro en stimulatie met groeifactoren, weer kraakbeen te laten produceren. Naast gedemineraliseerd bot werden ook andere biomaterialen als drager getoetst. Goede resultaten zijn geboekt door cellen te mengen met alginate en vervolgens in te ‘zaaien’ in een vlies van polymelkzuur en polyglycolzuur. Deze methode heeft niet geleid tot een bedrijfsmatig proces. resultaat na 10 jaar Dit was het eerste extern gefinancierde project op gebied van kraakbeen tissue engineering in Rotterdam. Direct aansluitend is in samenwerking met IsoTis een BTS-subsidie verkregen. Er is nu een bloeiende onderzoekslijn ontstaan met veel externe financiering. De resultaten van het STW-project en de daarop volgende BTS-subsidie, hebben geleid tot samenwerkingen met Galapagos (Leiden) en CellCoTec (Bilthoven). Tevens zijn er contacten met andere bedrijven voor het starten van gezamenlijk
onderzoek op het gebied van kraakbeenherstel. In 2007 zal het Europese congres voor Tissue Engineering and Regenerative Medicine georganiseerd worden door de groep: ‘It all started with project STW RGN.3477.’ gebruiker(s) Bakken Research Center BV, Maastricht /
Brandwondencentrum Rode Kruis Ziekenhuis, Beverwijk / Datascope Biomaterials Research BV, Vaals / Universitair Medisch Centrum Groningen / EMCM, Nijmegen / Erasmus Medisch Centrum Rotterdam
kan herkennen. In vervolg hierop is een strategie te ontwikkelen om patiënt-eigen T-cellen zodanig te transformeren, dat deze tumorweefsel kunnen vernietigen. resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft geleid tot een
succesvolle biotechnologische strategie om humane T-lymphocyten te programmeren voor tumorspecificiteit. Twee retrovirale vectoren zijn ontwikkeld waarmee dit bewerkstelligd kan worden. De werkzaamheid van de strategie zal worden onderzocht in een klinische fase I/II-studie. Het is echter nog een probleem om de vereiste toestemming van overheidswege voor deze studie te krijgen. Oprichting van een bedrijf wordt onderzocht. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen
bekend. gebruiker(s) Crucell NV, Leiden / NV Organon, Boxtel
/ universiteit twente
T LYMPHOCYTES BY GRAFTING CHIMERIC SINGLE CHAIN IMMUNOGLOBULIN/ZETA RECEPTORS WITH TUMOR SPECIFICITY
T
DE PRODUCTIE VAN KRAAKBEEN DOOR MIDDEL VAN LOCALE TOEPASSING VAN GROEIFACTOREN VOOR HET HERSTEL VAN KRAAKBEENDEFECTEN
69
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
MICROCOOLING
CALIBRATION OF LASER DOPPLER BLOOD PERFUSION METERS
ONTWERPEN VAN EEN CHIP-KAARTSYSTEEM VOOR BIO-CHEMISCHE BEPALINGEN
TTN.3100
TTN.3248
TE L.3277
BCB
B CA
CCB
projectleider
Prof.dr. J. Greve totale toewijzing in k€ 176,03 Licentie: Stimac octrooien EU.98202835.9 Optisch fantoom geschikt voor het simuleren van de optische eigenschappen van biologisch materiaal en werkwijze voor het vervaardigen ervan inkomsten in k€ 2,27
projectleider
doelstelling Dit onderzoek beoogt een koeler te
doelstelling De doorbloeding van weefsel is een
doelstelling In dit onderzoek streeft men naar het
ontwikkelen die het temperatuurtraject van 30-80 K kan bereiken en daarvoor geen groter vermogen eist dan 5-50 MW. Er zal micromechanische technologie
belangrijke factor in de therapie van bijvoorbeeld brandwonden. De doorstroomsnelheid wordt gemeten met een laser Doppler flow meter. Waarden afkomstig
ontwikkelen en bouwen van een calibratie vrije sensor die gebaseerd is op de ISFET, dat wil zeggen chiptechnologie. De iongevoelige chip wordt gemonteerd
toegepast (MEMS) worden. Hiermee zullen het koelsysteeem en het elektronisch systeem in één device geïntegreerd worden. De koeler zal een beoogde
van één flowmeter kunnen goed vergeleken worden, zolang er niets aan de apparatuur verandert. Metingen afkomstig van verschillende flowmeters zijn niet goed vergelijkbaar, omdat er tot nu toe geen methode is om de apparatuur te ijken. In dit project wordt daarin voorzien. Het project maakt deel uit van het Europese programma Laser Doppler Flowmetry for Microcirculation Monitoring.
in een disposable kaart. Voor de werking van de chip zijn bepaalde vloeistoffen nodig, die in kunststof platte zakjes op de kaart aanwezig zijn. Ook deze apparatuur wordt in dit onderzoek ontworpen en gebouwd.
projectleider in k€
Prof.dr.ir. H.J.M. ter Brake 450,24
totale toewijzing
omvang hebben ter grootte van een bierblikje. Met deze specificaties komen ondermeer toepassingen in de ruimtevaart binnen bereik. resultaat na 5 jaar Het ontwerp voor de koeler is
gerealiseerd. Bovendien is men in staat de benodigde onderdelen van de koeler te maken. De eerst fase van het koelproces is gehaald en een prototype met succes gerealiseerd, zodat van een product gesproken kan worden. Het onderzoek leverde ook het idee op van een alternative koelmethode -de Twente-Stirling cycle-. Er is industriële belangstelling voor, maar men vindt het nog te prematuur om er octrooi op aan te vragen. Er wordt gewerkt aan een vervolgproject. resultaat na 10 jaar Het prototype, ontworpen in het project, is gereali-seerd en operationeel gemaakt in 2001 (170K). Een STW-vervolgproject is gestart in 2002 (twee AIO’s): een miniatuur Joule-Thomson cold tip is gerealiseerd op 100 K, verkenning van regeneratieve cycli op micro-schaal. Sorptie-compressor onderzoek (niet noodzakelijk micro) wordt vervolgd met name in
projecten voor ESA. Vervolgprojecten en/of nieuwe bedrijven zijn: Oriëntatie met betrekking tot spin-off bedrijf in Twente op het vlak van microkoeling; Nieuw STW-projectaanvraag in voorbereiding om onderzoek in 2007 te kunnen vervolgen; Aansluiting van microkoeler-onderzoek aan ICES/KIS (Bsik) programma MicroNed, project MISAT (micro-satelliet). gebruiker(s) Bronkhorst High-Tech BV, Ruurlo / Thales Cryogenics BV, Eindhoven / Innovation Partners, Leiden / Dutch Space BV, Leiden / TNO Kwaliteit van Leven, Apeldoorn
contracten
resultaat na 5 jaar Er is ijkapparatuur gerealiseerd waarin een standaard bloedstroom nagebootst wordt. Metingen verkregen met nieuw aangeschafte apparatuur kunnen nu vergeleken worden met eerdere metingen en onderzoeksresultaten van verschillende klinieken kunnen nu vergeleken worden. Een geavanceerdere versie maakt diepgaand onderzoek van de optische eigenschappen van weefsel mogelijk. Op het meetprincipe is octrooi aangevraagd. De uitvinder overweegt kleinschalige productie. resultaat na 10 jaar Na afloop van het project is een
grootschaliger samenwerking tot stand gekomen tussen de onderzoeksgroep, fabrikanten van laser Doppler apparatuur binnen Europa en enkele klinische onderzoeksgroepen. Dit project werd ondersteund
Prof.dr.ir. P. Bergveld totale toewijzing in k€ 355,20 octrooien P CT.N L9 9/000 85 (chip-k aart device) Cassette met proteïne-sensor en uitleesinrichting daarvoor
resultaat na 5 jaar De prototypen zijn gerealiseerd en
met succes getest. Op het mechanisme is octrooi aangevraagd. Wereldwijd zijn fabrikanten benaderd, enkelen brachten een werkbezoek aan het laboratorium. Uiteindelijk werd met het RIKILT een samenwerkingsverband aangegaan om de technologie voor progesterondetectie uit te ontwikkelen. Dit heeft er niet toe geleid dat de bescherming van de chipcard doorgezet is. resultaat na 10 jaar Verdere directe resultaten zijn uitge-
bleven, ook na gesprekken met enkele bedrijven. Het kan wel worden aangetoond, dat het oorspronkelijke idee levensvatbaar was. Op de markt komen de laatste tijd vergelijkbare chipkaarten als in het oorspronkelijke voorstel werd voorgesteld. Tevens zijn de in dit project ontwikkelde subsystemen met vrucht gebruikt in andere projecten. De elektrochemisch aangedreven pomp (gasgeneratie) is een subsysteem, dat ook in andere research kan worden ingezet. Voorts is het
door de Europese Unie, en had als doel de laser Doppler methode verder te standaardiseren. Dit traject heeft uiteindelijk niet geleid tot verdere utilisatie van het STW-project, in termen van octrooien, licenties of spin-off activiteiten. De stand van de techniek en het
succesvolle STW-project TTF.5439 deels gebaseerd op de intelligente hydrogel, die in dit onderzoeksproject is ontwikkeld. Hierbij is Sentron (Roden) betrokken, en
gemeten fenomeen (doorbloeding van weefsel) lenen zich hier op dit moment niet voor. Verder is de belangstelling voor het ontwikkelde ijksysteem te klein om hierop commerciële activiteiten te baseren.
gebruiker(s) Vital Scientific BV, Dieren / Polaroid Europa
gebruiker(s) Applied Laser Technology BV, Best /
Erasmus Medisch Centrum Rotterdam, Rotterdam / Moore Instruments Ltd., Axminster (Groot Brittannië) / Universitair Medisch Centrum Groningen
het Medisch Spectrum Twente.
BV, Enschede / Stork Product Engineering, Amsterdam
70
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
MODELLEREN, NUMERIEK SIMULEREN EN EXPERIMENTEEL VERIFIËREN VAN CENTRIFUGALE ETSSYSTEMEN
QUASI MONOLITHIC LOAD CELL USING RESONANT STRAIN GAUGES
ONTWIKKELING VAN EEN VERLENGBARE INTRAMEDULLAIRE GRENDELPEN
TWI.3286
TE L.3324
TWT.3395
B BA
B CA
ACA
projectleider
Prof.dr. M.C. Elwenspoek totale toewijzing 475,60 contracten Geheimhouding: Proforce; Micromontage; Delft Instruments BV; IMEC octrooien NL.1011015 Quasi monolithic loadcell (belastingcel)
projectleider
in k€
zing in k€
doelstelling Het onderzoeken van het in ons land uitge-
doelstelling Een load cell is een krachtsensor die in
doelstelling Doel van het onderzoek is de ontwikkeling
vonden centrifugaaletsen door middel van wiskundige modelvorming, analyse en numerieke berekening in combinatie met experimentele verificatie. Centrifugaal-
bijna elk weeginstrument wordt toegepast. Het project heeft tot doel om een volledig werkend prototype te ontwikkelen van een silicium load cell. Deze volledig nieuwe load cell moet de prestaties van bestaande producten evenaren (nauwkeurigheid 0.04%), maar moet voor een kwart van de prijs te leveren zijn. Het maximale gewicht dat met de load cell gewogen moet kunnen worden is 1000 kg of meer.
van een volledig implanteerbaar systeem voor botverlenging. Dit systeem wordt uitgerust met een telescopisch deel en een krachtopwekker voor het
projectleider in k€
Prof.dr.ir. P.J. Zandbergen 315,99
totale toewijzing
etsen kan mogelijk worden toegepast voor het etsen van metalen onderdelen, zoals elektronenkanononderdelen en schaduwmaskers voor hoogwaardige TV-toepassingen, en in de halfgeleidertechnologie. resultaat na 5 jaar Er is een model ontwikkeld waarmee het etsproces onder verschillende omstandigheden goed kan worden beschreven in twee dimensies. Een aanzet naar een 3-dimensionaal model is eveneens gemaakt. Naar aanleiding van discussies in de gebruikerscommissie is een vervolgproject geformuleerd waarbij prof.dr. M.C. Elwenspoek het projectleiderschap op zich heeft genomen (TWI.5065). resultaat na 10 jaar Met de resultaten van het onderzoek naar centrifugaaletsen is in de industrie niets verder gedaan. Het nieuwe project, dat inmiddels in een vergevorderd stadium is, heeft er wel zeer nuttig gebruik kunnen maken. gebruiker(s) SRON, Utrecht / Stork Veco BV, Eerbeek /
FSM Europe BV, Sittard / Etchform BV, Hilversum
resultaat na 5 jaar De primaire doelstelling, het realiseren
van een silicium load cell met een nauwkeurigheid van 0.03% is gehaald. De onderzoekers hebben contacten met bedrijven die een speciale toepassing hebben waarvoor huidige load cellen niet geschikt zijn, namelijk extreem platte load cellen voor zware belastingen en extreem nauwkeurige load cellen voor belastingen rond 100 kg. Wellicht dat dit leidt tot praktisch gebruik van de resultaten.
Prof.dr.ir. H.J. Grootenboer totale toewij3 9 4,03 contracten Overdracht: Univers i t e i t Tw e n t e ; S t r y k e r Tr a u m a G m b H octrooien PCT.NL97/00706 Inrichting voor het onderling verplaatsen van twee objecten inkomsten in k€ 16,51
genereren van een lengtetranslatie, en wordt geplaatst in het intramedulaire kanaal van het bot. Bij de ontwikkeling van de krachtopwekker zal gebruik worden gemaakt van ‘geheugenlegeringen’. resultaat na 5 jaar Een eerste prototype van de verlengpen is geproduceerd en functioneert naar verwachting. De verlengpen is inmiddels door de Universiteit Twente gepatenteerd. Er is nog verder klinisch onderzoek noodzakelijk om de bruikbaarheid van de verlengpen in de chirurgische praktijk aan te tonen. Dit klinisch onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met Stryker Trauma aan wie het patent is overgedragen. resultaat na 10 jaar Stryker liet in februari 2006 weten
resultaat na 10 jaar Er bestaat nog steeds veel belang-
stelling voor de gerealiseerde load cell. Helaas betreft dit vooral geïnteresseerde gebruikers en geen bedrijven die de load cell in productie zouden willen nemen. De meest interessante toepassing lijkt het zeer nauwkeurig meten van belastingen tot 100 kg, hoewel ook nog steeds belangstelling bestaat voor extreem platte load cellen die geschikt zijn voor grotere belastingen (1000 kg en hoger). Het basisprincipe van de sensor (capacitief meten van de compressie van een materiaal) is niet beperkt tot realisatie in silicium en wordt inmiddels wel toegepast. gebruiker(s) Van Berkel Nederland BV, Ridderkerk /
Vervuren Consultancy, Terheiden / Philips Mechatronics, Dordrecht
verder af te zien van de verdere ontwikkeling van de verlengpen. Problemen waar men tegen aanliep waren de betrouwbaarheid van de thermische elementen, het beperkte vermogen van de actuator en de beperkte (commerciële beschikbaarheid) van het geheugenmetaal. Stryker wil de bestaande overeenkomst opzeggen en de patenten weer overdragen aan de Universiteit Twente. gebruiker(s) Biomet BV, Dordrecht / VU Medisch
Centrum Amsterdam / Universitair Medisch Centrum Groningen / Stryker Howmedica Osteonics, Waardenburg / Universitair Medisch Centrum Utrecht / St. Maartensgasthuis, Venlo / Academisch Ziekenhuis Maastricht / Stryker Trauma GmbH, Schönkirchen-Kiel (Duitsland)
71
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
HIGH-DENSITY MAGNETIC RECORDING IN ME TAPE
NEW MICROMACHINING METHODS FOR THE FABRICATION OF PASSSIVE COMPONENTS FOR MINIATURIZED CHEMICAL ANALYSIS SYSTEMS
NANOSCALE ZIRCONIA CERAMICS WITH EXTREMELY HIGH WEAR-RESISTANCE
TE L.3409
TE L.3417
TST.3418
B BA
B BA
C CA
projectleider
Dr. J.G.E. Gardeniers totale toewijzing in k€ 417,76 octrooien NL.1008441 Werkwijze voor het elektrochemisch etsen van een p-type halfgeleidermateriaal, alsmede substraat van althans gedeeltelijk poreus halfgeleidermateriaal; PCT.NL99/00111 Werkwijze voor het elektrochemisch etsen van een p-type halfgeleidermateriaal, alsmede een substraat van althans gedeeltelijk poreus halfgeleider materiaal
projectleider
doelstelling Het verrichten van research om een ver-
doelstelling Hoofddoel van dit project is het bestuderen
doelstelling Doel van het project is de ontwikkeling van
beterd begrip op te leveren van de fysische recordingmechanismen die verantwoordelijk zijn voor de beperkingen in de lineaire en spoor-dichtheden bij
van isotroop chemisch etsen van silicium in fluorideionen bevattende oplossingen. De combinatie van deze techniek met bekende halfgeleiderdope-technie-
keramische materialen met extreme hoge slijtvastheid. Dichte zirconia en zirconia/aluminium composiet systemen met een korrelgrootte van minder dan 90
‘metal-evaporated’ (ME) en ‘thin metal-particle’ (MP) tape.
ken en andere micromachining methodes kan worden gebruikt om een groot scala aan structuren te vervaardigen in silicium, met een veel grotere vrijheid in
nanometer zullen worden onderzocht. Verschillende productietechnieken voor dit keramiek en de tribologische eigenschappen zullen worden getest. Inzicht zal
resultaat na 5 jaar De recordingexperimenten, ‘magnetic
drie-dimensionale vormgeving dan mogelijk is met de tot nog toe ontwikkelde methodes.
worden verkregen in de relatie tussen microstructuur van het keramiek en het tribologische gedrag.
resultaat na 5 jaar Er is een aantal technieken ontwikkeld voor bewerken van silicium. Toepassing: passieve componenten voor geminiaturiseerde chemische analysesystemen. De technieken: 1) Chemisch en elektrochemisch vervaardigen van structuren met zeer gladde binnenwanden, waaronder structuren die geheel in een siliciumsubstraat zijn ingebed. 2) Elektrochemisch vervaardigen van kanaalstructuren met meerdere poreuze wanden.
resultaat na 5 jaar De doelen zijn bereikt. Er zijn een
projectleider k€
Dr.ir. J.P.J. Groenland
totale toewijzing in
431,88
force microscope’ (MFM) waarnemingen en computermodellen hebben geresulteerd in meer gedetailleerde kennis omtrent de relatie tussen de magnetisatieverdeling in het magnetisch medium enerzijds en de leessignaal-eigenschappen, het overschrijfgedrag en de effecten van smalle sporen anderzijds. De positieve interesse van de gebruikers in dit werk is bevestigd bij het vervolgproject TTF.5041. resultaat na 10 jaar Dit werk is inmiddels ook afgerond met twee proefschriften op het gebied van respectievelijk gesputterde dunne-filmmedia voor magnetische tape-recording en analyse van de randeffecten bij smalle recording-sporen in tape. In de jaren rond 2000 is de tape-recordingindustrie met fundamentele research vrijwel verdwenen uit Europa. Systeemonderzoek met betrekking tot tape-recording is nu voornamelijk gesitueerd in de Verenigde Staten, terwijl research aan
tape-media grote aandacht heeft in onder andere Japan. Hiermee is, anders dan destijds gedacht en verwacht, het industriële fundament voor onderzoek aan hoge-dichtheidsrecording in Europa weggevallen. gebruiker(s) BASF Magnetics GmbH, Ludwigshafen
(Duitsland) / RMGInt. B.V., Oosterhout
resultaat na 10 jaar De vinding is geoctrooieerd, maar
het octrooi is niet voortgezet omdat de betrokken bedrijven niet bereid waren het patent over te nemen en/of toe te passen.
Prof.dr.ir. H. Verweij totale toewijzing in k€ 8 2 4 , 3 2 contracten B i j d r a g e : S t o r k s e r v e B V ; Akzo Nobel Central Research BV; v.d Zalm; Smits; TN O Informatie- en Communicatietechnologie; ECN; Spikker Specials BV octrooien NL.1012911 Werkwijze voor het vervaardigen van keramisch materiaal met lage wrijvingscoëfficiënt en samenstel uit keramisch materiaal inkomsten in k€ 65,83
aantal nano-gestructureerde keramische materialen gemaakt. Om de gebruiksmogelijkheden aan te tonen zijn er praktijktesten uitgevoerd in samenwerking met de deelnemers in de gebruikersgroep. Zo zijn de materialen onder meer onder corrosieve omstandigheden getest op pomp-asjes. De slijtvastheid en de hardheid van een van de materialen maakt ze geschikt voor een toepassing op microtoom-messen. Door de Universiteit Twente is er octrooi op de nanogestructureerde zirconia materialen ingediend. Een commercieel gebruik van die materialen is nog niet gerealiseerd. resultaat na 10 jaar Het onderzoek is voortgezet in pro-
gebruiker(s) Océ-Technologies BV, Venlo / Aquamarijn
Microfiltration BV, Zutphen / LC Packings - A Dionex Company, Amsterdam / Stork Digital Imaging BV, Boxmeer / Philips Research, Eindhoven
ject TFC.5287. Er zijn nog geen bedrijven gevonden die belangstelling hebben getoond voor het Nederlands octrooi. gebruiker(s) Flowserve BV, Hengelo / TNO Industrie en
Techniek, Eindhoven / ECN, Petten / Spikker Specials BV, Zevenaar / TNO Informatie- en Communicatietechnologie, Delft / Philips Components, Eindhoven / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem
72
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
CONDORCET: SEMI-AUTOMATIC DERIVATION OF STRUCTURED INDEX TERMS
PYROELECTRIC MATRIX SENSOR USING COPOLYMERS ON SILICON
MAGNETO-OPTICAL MULTILAYER STRUCTURES
TI F.3441
TE L.3448
TE L.3463
AAA
BAA
ABA
projectleider k€
Prof.dr.ir. N.J.I. Mars
totale toewijzing in
814,50
projectleider k€
Prof.dr.ir. P.P.L. Regtien
totale toewijzing in
17,58
projectleider k€
Prof.dr. J.C. Lodder
totale toewijzing in
373,10
doelstelling Condorcet wilde de volgende problemen
doelstelling In vervolg op het door STW gefinancierde
doelstelling De ontwikkeling van multilagen voor
in de information retrieval aanpakken: Precisie versus Recall: Er worden sterk gecontroleerde en gestructureerde indextermen, of beter, index-concepten gebruikt,
onderzoek naar het gebruik van pyro-elektrische polymeren (in het bijzonder PVDF) voor het vervaardigen van IR beeldopnemers op silicium is dit onder-
magnetische gegevensopslag met betere prestaties, lagere kosten en een eenvoudige fabricagetechniek. Vijf parameters zullen in situ gemeten worden tijdens
zodat gevolgtrekkingsregels gebruikt kunnen worden. Zulke indextermen maken het mogelijk om dusdanig te zoeken dat zowel de precisie als de recall toenemen
zoeksproject gericht op het gebruik van copolymeren van PVDF. In tegenstelling tot PVDF (velletjes) is het copolymeer oplosbaar, met als voordeel dat dit
de groei van de lagen. De relatie tussen spanning, microstructuur en morfologie zal daarna ex situ bepaald worden. Einddoel is de relatie tussen de
Hoge investeringskosten versus hoge operationele kosten: Condorcet mikt op automatische toekenning van indextermen, waardoor beide soorten kosten afnemen.
warmtegevoelige materiaal direct op de silicium wafer kan worden aangebracht via de bekende spinning methode, bovenop de in de wafer tevoren aangebrachte uitleeselektronica. Het uiteindelijk doel is de ontwikkeling van goedkope warmtegevoelige beeldopnemers die geen koeling behoeven.
depositietechniek, microstructuur en de magnetische, magneto-optische en recording-eigenschappen.
resultaat na 5 jaar Het condorcet project hield zich
bezig met methoden voor information retrieval in de domeinen van de ingenieurs- en natuurwetenschappen. Het project ontwikkelde: 1) Een gestructureerd conceptsysteem met het doel de concepten te gebruiken als indextermen voor effectieve en efficiënte retrieval 2) Een methode om index-concepten aan machine-leesbare documenten of documentbeschrijvingen toe te kennen door semi-automatische analyse van de titel en het abstract.
bekend.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft zich gericht op de technologie van het aanbrengen, polen en etsen van copolymeer op bewerkte siliciumplakken. Het resultaat is een recept voor deze stappen, ter verkrijging van een matrix van IR-gevoelige elementen. Daarnaast is ook de interfacing tussen het warmtegevoelige materiaal en de onderliggende structuur geoptimaliseerd, wat resulteert in een betere S-N verhouding. De parameters die ruis en warmtegevoeligheid bepalen zijn in kaart gebracht. De theorie is experimenteel geverifieerd.
gebruiker(s) Unilever R & D, Vlaardingen / Origin
resultaat na 10 jaar De projectleider veranderde van baan,
Medialab, Schellinkhout / KPMG Business Advisory Services, Amsterdam
het onderzoek is niet vervolgd. De onderzoeker heeft na zijn promotie nog enige jaren onderzoek verricht op hetzelfde onderwerp aan de Napier University, Edinburgh (Groot Brittannië) en is thans projectmana-
resultaat na 10 jaar Er zijn geen verder ontwikkelingen
ger bij het bedrijf New Jersey Microsystems Inc., Newark (Verenigde Staten van Amerika). gebruiker(s) Xensor Integration BV, Delft / Honeywell BV, Emmen / TNO Industrie, Eindhoven
resultaat na 5 jaar Een topdown proces om grote regel-
matige arrays van kleine volumina te maken, ook toepasbaar op andere materialen. Veel achtergrondkennis op het gebied van lithografische processen en droge-ets technieken van zeer kleine metaalstructuren. Inzicht in de relatie tussen het macro- en meso-magnetische gedrag van multi- en één-domein deeltjes. De dot-structuren worden gebruikt in een Vernieuwingsimpulsproject en een STW-project over magnetische probe-recording geheugens: het zogenaamde Micro Scanning Probe Array Memory (µSPAM). Contacten met INTEL, IBM en Seagate. Ook TOOLEX heeft belangstelling. resultaat na 10 jaar Er zijn twee vervolgprojecten:
TMM.5554 en TES.5178. In beide gaat het om de maskerloze techniek om arrays van magnetische dots te realiseren voor probe-recording. Het vervaardigen, analyseren en recording experimenten zijn nog in volle gang. Er is grote belangstelling van ASML maar ook vanuit Japan en de VS. Er is een samenwerking met IBM Zurich gekomen op het gebied van de systeemaspecten van een probe recroding device. De spin-off naar het vervaardigen van MRAM-achtige elementen wordt gerealiseerd in het NanoNed-programma. Het onderzoek aan dit soort technieken gaat door en regelmatig vinden er spin-off toepassingen plaats om de LIL methoden elders toe te passen. gebruiker(s) Philips ODTC, Eindhoven / Thomson CSF/LCR, Orsay Cedex (Frankrijk) / Philips, Eindhoven / RMGInt. BV, Oosterhout / Magnetic Products Oosterhout BV, Oosterhout
73
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
MICRO AMMONIUM FLUID INJECTION ANALYSIS SYSTEM (MAFIAS)
MOLECULAR FORCE MICROSCOPY VOOR DE ANALYSE VAN BIO-INTERFACES
OPTIMALISATIE VAN ACTIVITEIT EN SELECTIVITEIT VAN ENZYMEN IN ORGANISCHE OPLOSMIDDELEN DOOR MEDIUMENGINEERING
TE L.3467
TTN.3468
TST.3569
C BA
B CA
AAA
projectleider in k€
Prof.dr. M.C. Elwenspoek 340,24
totale toewijzing
projectleider k€
Prof.dr. C.G. Figdor
totale toewijzing in
445,25
projectleider k€
Dr. J.F.J. Engbersen
totale toewijzing in
214,98
doelstelling Integreren van ‘micro-machining’ techno-
doelstelling In het moderne biomedische en biotech-
doelstelling In dit vervolg op project TST.1708 worden
logie met optische sensortechnologie tot een functioneel microsysteem. Het modelsysteem is een ammoniumdetector. Uitdagingen: realiseren
nologische onderzoek speelt de analyse van biomembranen en celoppervlakken een steeds grotere rol. Het gaat om het bepalen en begrijpen van de karakteristieken waarmee (grote) moleculen op specifieke plaatsen aan dat oppervlak hechten. In dit project wordt de technologie van de scanning probe
de mogelijkheden onderzocht om enzymen praktisch toepasbaar te maken voor selectieve omzettingen in organische oplosmiddelen. Een aantal reacties wordt
monolitisch systeem, minimaliseren hoeveelheid sample, minimaliseren samplevoorbereiding, beperken omvang apparatuur voor veldmetingen. Hier gebruikte micro-machining technologie maakt het mogelijk micropompen, -flowsensoren, -mixers, -filters en optische detectoren te maken.
microscope (soort AFM) uitgebreid, zodat naast topografische informatie tegelijkertijd ook gegevens over fysische en chemische interacties tussen de individuele moleculen verkregen worden.
resultaat na 5 jaar Het onderzoek wijst uit dat het
cruciale element in het systeem gevormd wordt door de micropomp. Zowel de vereiste eigenschappen ervan (klein doodvolume, self-priming) als de wijze van fabricage (niet anodische bonden) vergen extra onderzoeksinspanningen. De verwachting is dat op korte termijn een geïntegreerd systeem gerealiseerd en uitgetest kan worden. De verworven kennis zal startpunt zijn voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van micro system technology. Voor dit specifieke systeem is het commercieel niet zinvol octooien aan te vragen.
resultaat na 5 jaar Er is een aangepaste AFM gebouwd. Er werden individuele moleculen en hun interacties afgebeeld, waarbij onderscheid gemaakt kon worden tussen specifieke en aspecifieke interactie. Er is veel achtergrondkennis verkregen, zowel voor wat betreft de hardware als de softwarematige interpretatie van de data. Aansluitend onderzoek heeft geleid tot het tevens gebruiken van optical traps om – analoog aan AFM – moleculaire reacties te meten. Gebruik vindt plaats in academische en industriële research labs.
nader onderzocht. In overleg met de industriële partners in de GC worden enkele reacties voor praktische toepassing geoptimaliseerd. resultaat na 5 jaar De doelstellingen zijn deels bereikt.
Kroonethers kunnen nu gericht toegepast worden om enzymen in organische oplosmiddelen te activeren. Omdat nu begrepen is op welke activiteitsbepalende parameters de kroonether ingrijpt, zijn de effecten van kroonethers op nog niet onderzochte processen redelijk voorspelbaar geworden. Contacten zijn er geweest met de industriële partners via de gebruikerscommissie maar dit heeft nog niet geleid tot concrete toepassingen. Het werk wordt diverse keren geciteerd in de literatuur. De synthetische ‘toolbox’ is dus vergroot. resultaat na 10 jaar Er zijn geen verdere ontwikkelingen
bekend. resultaat na 10 jaar Op dit moment wordt in het kader
resultaat na 10 jaar Binnen het lab-on-a-chip concept hebben ervaring en kennis uit dit project bij gedragen aan een verdere ontwikkeling die binnen de microtechnologie nog steeds plaatsvindt in het MESA-instituut.
van NanoNed middels een promovendus verder gewerkt aan het gebruiken van AFM voor het meten van celadhesiemoleculen. In het bijzonder wordt er gekeken naar alcam-alcam en alcam-cd6 interacties. Vervolgproject: NanoNed-project samen met prof.
gebruiker(s) LioniX BV, Enschede / Rijkswaterstaat, Delft
S.Speller, FNWI RU Nijmegen
/ SKALAR Analytical, Breda / TNO Kwaliteit van Leven, Zeist / RIVM, Bilthoven / NIVR, Delft / ECN, Petten / R & R Mechatronics, Hoorn / Stork Product Engineering, Amsterdam / Anasys BV, Albergen
gebruiker(s) ID-Lelystad BV, Lelystad / Unilever R & D,
Vlaardingen / Akzo Nobel Organon Teknika, Boxtel / Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg, Leuven (België) / Universiteit Leuven, Heverlee (België)
gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / Kerry
Bio-Science Almere, Almere / Akzo Nobel Nederland BV, Oss / DSM Food Specialties BV, Delft
74
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
BCB projectleider
Prof.dr.ir. W.J. Witteman totale toewijzing in 442,94 contracten Haalbaarheidsstudie: Trumpf L a s e r t e ch n i k G m b H ; G e h e i m h o u d i n g : Tr u m p f Lasertechnik GmbH octrooien PCT.N L99/00613 C O2-laser voorzien van koolmonoxide en goudomvattende katalysator inkomsten in k€ 4,54 k€
/ universiteit utrecht
TTN.3641
U
COMPACT NEAR INFRARED LASERS IN THE RANGE OF 100 TO 1000 W
ONTWIKKELEN VAN RONTGENABSORPTIE-SPECTROSCOPIE (EXAFS, XANES) VOOR HET IN-SITU METEN VAN DE LOKALE STRUCTUUR EN ELECTRONENDICHTHEID VAN AL3+ IONEN
UCH.3180 AAA projectleider zing in k€
Prof.dr.ir. D.C. Koningsberger 288,88
totale toewij-
doelstelling Optimalisatie van de excitatie-frequentie
doelstelling Het doel is het optimaliseren van X-ray
(bij radiofrequenties, RF) en gebruik van een nieuw katalytisch proces. Dit kan de dissociatie van CO2 onderdrukken. Zo zal de efficiëntie en het vermogen van de laser aanzienlijk kunnen worden verhoogd. Dergelijke lasers bieden grote voordelen bij computergestuurde bewerking van materialen, zoals in de textieldrukmachines van Stork. NCLR is bij het onderzoek betrokken voor de ontwikkeling naar een industrieel prototype.
spectroscopie voor lichte elementen (O,Al,Si,S) om katalytische systemen in-situ te meten. Voor kennis over de relatie tussen structuur, zuursterkte en katalytische eigenschappen van vaste zure katalysatoren, moet je de lokale structuur en elektronendichtheid van het Al3+ ion in het zeoliet rooster in-situ bepalen. Als dit bekend is, kan men beter inzicht krijgen in factoren, van belang voor een optimale katalytische werking. resultaat na 5 jaar In het synchrotron in Daresbury (UK)
resultaat na 5 jaar Door gebruik van een geschikt
gasmengsel van CO2 en CO en goudgecoate elektrodes in de laser werd een maximum vermogen van 560 W bereikt. De afmetingen van de CO2 laser bedragen slechts 180x190x570 mm3. De hoogst bereikte laserefficiëntie bedroeg 26%, veel hoger dan bij de huidige commerciële CO2 lasers (10-12%). De opwarmtijd is slechts 30 seconden. Normaal is 20 tot 60 minuten. Octrooi is aangevraagd. Verschillende laserfabrikanten hebben interesse, maar dit heeft nog niet geleid tot concrete afspraken over de gebruiksrechten van de nieuwe vinding. resultaat na 10 jaar Voor Europa is het aangevraagde octrooi verleend. Naar aanleiding van de verkregen onderzoeksresultaten en de opgedane kennis binnen dit project is op verzoek van TRUMPF Lasertechnik, Duitsland een ‘feasibility study’ uitgevoerd. Met het veranderen van de onderzoeksprioriteiten in de leerstoel is inmiddels de infrastructuur behorende bij het project niet meer aanwezig.
is een meetapparaat gebouwd dat het mogelijk maakt om in-situ XAFS metingen te verrichten aan lage Z elementen. Het apparaat voldoet aan de verwachtingen. Belangrijke inzichten zijn verkregen in de processen die nodig zijn om de zuursterkte van kraakkatalysatoren te optimaliseren via stomen. Deze katalysatoren worden in de petrochemische industrie op grote schaal gebruikt voor het kraken van aardoliefracties. resultaat na 10 jaar Vervolgonderzoek heeft geleid tot belangrijke inzichten in de werking van zure zeolietkatalysatoren. De structurele veranderingen die plaatsvinden in de actieve site tijdens reactie zijn beschreven en tonen een hoge structurele flexibiliteit
van het zeoliet-framework. gebruiker(s)
Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / Engelhard De Meern BV, De Meern / Akzo Nobel Central Research BV, Arnhem / Amoco Research Center, Naperville (Verenigde Staten van Amerika)
gebruiker(s) NCLR BV, Enschede / Robosoft NV, Ieper
(België) / Philips Electronics Nederland BV, Eindhoven / Stork NV, Amsterdam / TNO Industrie en Techniek, Eindhoven
75
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
IMPROVED BIOLOGICAL CONTROL OF FUSARIUM WILT BY COMBINATIONS OF ANTAGONISTIC MICRO-ORGANISMS IN THE RHIZOSPHERE OF CROP PLANTS
ANTAGONISTIC ACTIVITY OF PSEUDOMONAS FOR BIOCONTROL PATHOGENIC FUNGI
OPHELDERING VAN HET WERKINGSMECHANISME VAN HET ANTIMICROBIËLE EIWIT NISINE EN DE ONTWIKKELING VAN NISINES MET BETERE WERKING TEGEN VOEDSELPATHOGENEN
U B I.3227
U B I.3252
UCH.3337
AAA
AAA
CAA
projectleider k€
Prof.dr.ir. L.C. van Loon
totale toewijzing in
183,03
projectleider k€
Prof.dr.ir. L.C. van Loon
totale toewijzing in
182,49
projectleider k€
24,24
Prof.dr. B. de Kruijff 45,38
totale toewijzing in
inkomsten in k€
doelstelling Eerder onderzoek heeft laten zien dat
doelstelling Bepaalde plantenwortel-koloniserende
doelstelling In dit project wordt het moleculair werkings-
bepaalde stammen van de Pseudomonas bacterie indien aanwezig op de plantenwortel een ziektewerende werking hebben. Doel van het onderzoek was te onderzoeken of combinaties van stammen een verhoogde werking hebben tegen deze pathogenen.
Pseudomonas bacteriën bewerkstellingen van nature een bescherming tegen een aantal bodempathogenen zoals Fusarium. Doel van het project is dit effect te versterken door in Pseudomonas de genen te introduceren die coderen voor enzymen (glucanases en chitinases) die de celwand van schimmels afbreken.
mechanisme van nisine onderzocht. Dit peptide doodt bacteriën van diverse stammen en wordt reeds toegepast als conserveermiddel in specifieke delen van de voedingsmiddelenindustrie. Niet alle soorten bacteriën zijn gevoelig voor nisine. Wanneer het werkingsmechanisme bekend is, kunnen gericht nisinevarianten
dat een combinatie van Pseudomonas stammen een goede mogelijkheid biedt voor effectieve en betrouwbare ziekteonderdrukking bij specifieke pathogenen in specifieke gewassen, met name in cultures zonder grond, zoals bij hydrocultures. De rechten op het commercieel gebruik van de stammen liggen bij Novartis Seeds. Hun eerdere pogingen om zaad op de markt te brengen, dat is gecoat met bacteriën (met een stam uit een eerder STW-project) zijn niet succesvol geweest. Het is daarom niet te verwachten dat op korte termijn de stammen uit het huidige project, of combinaties ervan daadwerkelijk zullen worden toegepast.
resultaat na 5 jaar Introductie van het chitinase gen
worden ontworpen en geproduceerd die effectief zijn tegen tot nu toe ongevoelige bacteriën.
resultaat na 10 jaar Toepassing van combinaties van antagonistische micro-organismen in commerciële teelten is nog steeds relatief duur en daardoor economisch niet aantrekkelijk, nog afgezien van de
resultaat na 10 jaar Het onderzoek naar secretie van
gebruiker(s) Mona Divisie, Woerden / Campina Melkunie
heterologe eiwitten door Pseudomonas bacteriën voor het verbeteren van hun ziekte-onderdrukkende activiteit is niet voortgezet. Redenen zijn de maatschappelijke weerstand tegen toepassingen van genetisch gemodificeerde organismen en de politieke
BV, Tilburg / NIZO food research, Ede / Friesland Corporate Research, Deventer
resultaat na 5 jaar De conclusie van het onderzoek is
onduidelijkheden met betrekking tot de toelatingseisen voor biologische gewasbeschermingsmiddelen in de land- en tuinbouw. Voor een aantal teelten zijn geen chemische middelen beschikbaar die ziekten effectief kunnen reduceren. Een daarvan betreft een schimmelziekte in champignons. Gebaseerd op de eerdere ervaringen zullen de mogelijkheden voor biologische bestrijding met behulp van antagonistische Pseudomonas bacteriën worden onderzocht in STW-project UPB.7179. gebruiker(s) Praktijkonderzoek Plant en Omgeving,
Naaldwijk / NIOO-CTE, Heteren / Plant Research International, Wageningen / Syngenta Seeds BV, Enkhuizen
resulteerde in lysis van de Pseudomonas stammen, waardoor het chitinase naar buiten lekte. In kasexperimenten bleek de op deze manier ‘gesecreteerde’ chitinase geen verbeterde bescherming tegen Fusarium. Vervolgens is gezocht naar het meest actieve secretie mechanisme voor chitinase en glucanase. Door middel van genfusies werden de betrokken enzymen geschikt gemaakt voor secretie in Pseudomonas. Een aantal systemen zijn getest. De onderzoekers zijn (nog) niet in staat gebleken om een gebruiksklaar biologisch bestrijdingsmiddel af te leveren. Verder onderzoek is noodzakelijk.
onzekerheid met betrekking tot toelatingseisen voor biologische agentia. gebruiker(s) Praktijkonderzoek Plant en Omgeving,
Naaldwijk / NIOO-CTE, Heteren / Plant Research International, Wageningen / Syngenta Seeds BV, Enkhuizen
resultaat na 5 jaar Het project heeft veel kennis over de
celdodende werking van nisine opgeleverd. Anionische lipiden, maar vooral Lipide II vormen het aangrijpingspunt voor nisine. Het onderzoek heeft nog niet geleid tot effectievere nisines. Omdat Lipide II ook het target is van het antibioticum vancomycine, bieden deze resultaten ook zeer interessante perspectieven voor de ontwikkeling van een nieuwe klasse antibiotica. resultaat na 10 jaar Samen met de gebruikers is
inmiddels vervolgproject UBC.5257 gestart.
76
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
AMPEROMETRISCHE DETECTIE VAN EIWITTEN EN PEPTIDEN MET ANTILICHAMEN GEÏMMOBILISEERD IN EEN GELEIDEND POLYMEER
DEVELOPMENT OF CUSTOMTAILORED ULTRA-SMALL COLLOIDAL GOLD CONJUGATION AND DETECTION PROCEDURES
SNELLE DETECTIE EN STAMTYPERING VAN MYCOBACTERIUM TUBERCULOSIS
U FA.3392
U B I.3427
U DG.3469
BA0
CCB
AC B
projectleider k€
Dr. W.P. van Bennekom
totale toewijzing in
630,18
projectleider k€
525,99 AURION
Prof.dr. A.J. Verkleij totale toewijzing in contracten Licentie: Universiteit Utrecht;
projectleider
Prof.dr. B.A.M. van der Zeijst totale toewijzing 305,20 contracten Verdeling inkomsten: RIVM; UU; Licentie: Seed Capital Investments SCI2 BV; Licentie: Isogen Life Science; Seed Capital Investments SCI-2 BV; Optie: Licentec, Seed Capital Investments SCI-2 BV; RIVM; BioMérieux SA; octrooien PCT.NL94/00110 Spoligotyping, DNA typering van M. Tuberculosis; PCT.NL98/00186 A method of ... inkomsten in k€ 68,01 in k€
doelstelling In 1993 werd een nieuwe methode
doelstelling Doel is het ontwikkelen van een procédé
doelstelling Doel is de ontwikkeling van een robuuste
gepubliceerd waarin antilichamen ingebed in een laag van elektrisch geleidende polymeren gebruikt werden om bloedeiwitten te detecteren. Gepoogd
voor de bereiding van ultraklein colloïdaal goud ten behoeve van celbiologisch (elektronenmicroscopisch) onderzoek, een procédé voor zilverversterking bij neutrale pH en een procédé voor eenvoudige koppeling van eiwitten en nucleïnezuren aan ultraklein colloïdaal goud ten behoeve van in situ hybridisatie en niet-radioactieve blotting technieken.
methode om M. tuberculosis aan te tonen in klinische isolaten. De methode gebruikt de aanwezigheid van DNA polymorfisme in de verschillende mycobacteria. De betrouwbaarheid van deze ‘spoligotypering’ is al eerder aangetoond, maar voor een epidemiologische toepassing ten behoeve van de tuberculosebestrijding moet worden aangetoond dat er onderscheid kan worden gemaakt tussen meerdere mycobacteria stammen.
wordt de methode toepasbaar te maken voor de detectie van medisch belangrijke kleine eiwitten: hormonen en pesticiden. Een 16 kanaals systeem om simultaan verschillende detecties te kunnen uitvoeren, wordt ontwikkeld. resultaat na 5 jaar Het vele onderzoek hieraan was
vergeefs. Ermee verworven achtergrondkennis leverde wel ideeën op om een ander detectiesytseem te ontwikkelen, waarmee ook ongelabelde kleine moleculen met behulp van antilichamen bepaald kunnen worden. De voor dit systeem benodigde stabiele elektroden kunnen nu gemaakt worden. De antilicamen worden in zogenaamde self assembling monolagen erop aan gebracht. De eerst pogingen om hiermee interferon te detecteren zijn succesvol. resultaat na 10 jaar Het is allemaal nuttige achtergrond-
kennis gebleven. gebruiker(s) Agrotechnology & Food Innovations BV,
Wageningen / OctoPlus BV, Leiden / DSM-Gist BV, Delft / Eco Chemie BV, Utrecht
resultaat na 5 jaar Met veel vallen en opstaan is een bereidingsmethode gevonden voor ultraklein, homogeen colloïdaal goud. Daarnaast is door de gebruiker, los van het project, een zilverversterkingsmethode ontwikkeld die reeds op de markt wordt gebracht. In de laatste fase van het nog lopende onderzoek zal de koppelingsmethode voor eiwitten (antilichamen)en nucleïnezuren nader worden uitgewerkt en verfijnd. Met de gebruiker zal een licentieovereenkomst worden gesloten. resultaat na 10 jaar De productie van ultraklein goud van 1 nm tot 3 nm, hetzij bereid met fosfor, NaBH4 of thiocyanaat is een standaard methodiek geworden voor koppeling aan eiwitten en ook suikers met behulp van thiogroepen. Daarnaast is klein goud geïntroduceerd om eiwitten te visualiseren in
Electronen Tomografie. Er is aangetoond dat klein goud zonder zilverversterking in het elektronenmicroscoop zichtbaar gemaakt kan worden in HAADF/STEM en ook in de HAADF/STEM tomogafie. In een IOPproject: Electron tomography, an indispensible step between genomics and cellular dynamics, wordt nu gepoogd eiwitten in 3D te labelen en met behulp van klein goud en HAADF/STEM tomografie te lokaliseren. gebruiker(s) AURION, Wageningen / NV Organon, Oss
resultaat na 5 jaar Spoligotypering bezit een gevoeligheid vergelijkbaar met andere testmethoden, maar de standaard RFLP-typering is niet geëvenaard. Andere pathogene bacteriën blijken direct DNA repeats te bezitten, zoals coli, shigella en salmonella. Spoligotypering van deze pathogenen is daarmee mogelijk. Deze toepassing is gepatenteerd met behulp van een financiële bijdrage van SCI/Licentec. Isogen (Maarssen) produceert nu onder licentie een kit voor spoligotypering van M. tuberculosis en M. bovis. resultaat na 10 jaar In 2001 is door SCI/Licentec een
overeenkomst afgesloten met BioMerieux BV met betrekking tot de overdracht van de rechten op de spoligotypering. BioMérieux betaalde daarvoor een eenmalig lumpsum bedrag. STW ontving 56.666 euro. gebruiker(s) Licentec, Bilthoven / Laboratorium voor Tropische Hygiëne, Amsterdam / Euro-Diagnostica BV, Arnhem / St. Elizabeth Ziekenhuis, Tilburg / ID-Lelystad BV, Lelystad / Isogen Life Science,
Maarssen
77
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
NIEUWE SYNTHESEROUTES VOOR DE METAALGESTUURDE SYNTHESE VAN ß-LACTAMEN
KARAKTERISERING BUITENMEMBRAAN-EIWITTEN VAN NEISSERIA MENINGITIDIS
VACUÜM ULTRAVIOLET FOSFOREN VOOR FLUORESCENTIELAMPEN EN PLASMA DISPLAY PANELS
UCH.3549
U B I.3566
UCH.3696
BAA
CBC
C CA
projectleider
Prof.dr. G. van Koten totale toewijzing in k€ 220,40 contracten Bijdrage: Universiteit Utrecht; NWO-CW; GBI Holding BV inkomsten in k€ 18,16
projectleider
Prof.dr. J.P.M. Tommassen totale toewijzing 617,53 contracten Optie: Universiteit Utrecht; S m i t h k l i n e B e e ch a m B i o l o g i c a l s S A o c t r o o i e n P CT.E P9 8/05117 Neisseria lactoferrin binding protein inkomsten in k€ 221,35
projectleider
doelstelling Doel van het onderzoek is de ontwikkeling
doelstelling In dit project zal onderzocht worden of de
doelstelling Het onderzoek was gericht op het vinden
van nieuwe en de verbetering van bestaande synthese routes naar precursors voor ß-lactam antibiotica. Doel is ook inzicht krijgen in de mechanistische
bepaalde buitenmembraaneiwitten van Neisseria meningitidis bruikbaar zijn als vaccincomponent tegen hersenvliesontsteking. Hiervoor is een gedegen inzicht in de structuur, de functie, de structuur/functie relatie, de immunologische kenmerken en de genetische en antigene variabiliteit van deze eiwitten noodzakelijk. Indien deze eiwitten geschikt blijken zullen ze in een vaccin worden verwerkt, en de werking van het vaccin zal worden getest. Het RIVM stelt analytische hulp ter beschikking.
van nieuwe luminescerende materialen (fosforen) voor toepassing in kwikvrije TL-buizen en plasma display panels (platte beeldschermen). Bij deze toepassingen moet harde UV straling (vacuüm ultraviolette (VUV) straling) omgezet worden in zichtbaar licht. Nieuwe fosforen met een quantum rendement van meer dan
aspecten van de reacties die hierbij een rol spelen. De ß-lactam antibiotica vormen nog steeds de belangrijkste klasse van geneesmiddelen tegen bacteriële infectieziekten. De belangrijkste grondstof voor klassieke ß-lactam antibiotica wordt verkregen door fermentatie. Onder andere door toenemende resistentieproblemen maar ook in verband met andere toepassingsgebieden voor ß-lactamverbindingen (onder andere remmers van Human Leukocyte Elastase en uitgangsstof voor ß-aminozuren) is er in toenemende mate belangstelling voor ß-lactamen op totaal-synthetische basis. Daarvoor is nodig een diepgaand inzicht in en fundamenteel onderzoek naar de stereospecifieke aspecten van de totaalsynthese van deze verbindingen.
in k€
resultaat na 5 jaar Twee receptoren zijn onderzocht.
De sequenties zijn bepaald en antilichamen zijn opgewekt, waardoor inzicht is verkregen in de genetische en antigene variabiliteit. Topologiemodellen voor de eiwitten zijn experimenteel geverifieerd. Een receptoreiwit, LbpB is een interessante kandidaat vaccin component. Hiervoor is patent aangevraagd.
resultaat na 5 jaar De oorspronkelijke doelstelling is
resultaat na 10 jaar Het project heeft inmiddels een ver-
niet gehaald omdat na overleg met de industriële partners een ander onderzoekslijn is ingeslagen: de ontwikkeling van dendritische supports in organische syntheses. Het onderzoek heeft laten zien dat het gebruik van dendrimeren als substraatdragers in organische reacties mogelijk is. Voor de ontwikkeling van een toepasbaar industrieel proces is verder onder-
volg gekregen in project UBC.5397, waarvan SmithKline Beecham een goot deel van de kosten draagt.
zoek nodig. Hiervoor is nog geen subsidie gevonden. resultaat na 10 jaar Er zijn geen verdere ontwikkelingen
bekend. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / GBI Holding
BV, Delft
Prof.dr. A. Meijerink totale toewijzing in k€ 212,92 contracten Samenwerking onderzoek: Universiteit Utrecht; Philips Lighting BV inkomsten in k€ 410,67
100% zijn mogelijk als ieder VUV foton ‘geknipt’ kan worden in meer dan één zichtbaar-licht foton. resultaat na 5 jaar Het project heeft geleid tot de eerste
mogelijkheid voor een efficiënte zichtbare quantumknipper (fosfor met meer dan 100% quantumefficiëntie). Er wordt momenteel bij Philips en ook bij andere lampenfabrikanten (GE en Osram) hard gewerkt om op basis van het Gd-Eu koppel een commerciële fosfor te ontwikkelen. Er wordt nu ook op diverse plaatsen gewerkt aan nieuwe VUV fosforen die quantumknippen via down-conversie. Dankzij het CW/STW gefinancierde onderzoek is er een reële mogelijkheid voor het maken van een commerciële VUV-fosfor met quantumrendement van meer dan 100%. resultaat na 10 jaar Er zijn geen verdere ontwikkelingen
bekend. gebruiker(s) Intervet International BV, Boxmeer / RIVM,
Bilthoven / University of Southampton, Southampton (Groot Brittannië) / Academisch Medisch Centrum Amsterdam
gebruiker(s) Philips Research Laboratories GmbH, Aken
(Duitsland) / Philips Lighting BV, Eindhoven
78
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
W / wageningen universiteit
BEOORDELINGSCRITERIA VOOR SELECTIE VAN NATUURLIJKE VIJANDEN VAN BEMISIA TABACI
GEBRUIK VAN METHANOL ALS ELEKTRONENDONOR VOOR SULFAATREDUCTIE BIJ DE BIOLOGISCHE ONTZWAVELING VAN ROOKGASSEN EN (AFVAL)WATER
WB I.3226
WCH.3268
AAA
AAA
projectleider in k€
Prof.dr. J.C. van Lenteren 282,12 inkomsten in k€ 45,38
totale toewijzing
projectleider k€
Prof.dr.ir. A.J.M. Stams
totale toewijzing in
417,16
doelstelling Het doel van het huidige project is de
doelstelling Zwavelverbindingen uit waterige oplos-
ontwikkeling van aanvullende criteria voor natuurlijke vijanden, waarmee een strengere selectie kan worden gemaakt en tevens een prioritering van deze vijanden mogelijk is. We willen de hypothesen toetsen dat 1) de plaagdodingscapaciteit en 2) het vermogen om plaaghaarden te lokaliseren factoren zijn die de
singen worden verwijderd door een gecombineerd anaëroob-aëroob microbieel proces. Het doel is om deze biologische ontzwaveling (door een gecombi-
efficiëntie van natuurlijke vijanden in belangrijke mate bepalen. Als resultaat van dit project zal een betrouwbare en snelle beoordeling van natuurlijke vijanden mogelijk zijn. Het praktische resultaat van dit project zal de selectie van een effectieve natuurlijke vijand voor katoenwittevlieg zijn. resultaat na 5 jaar Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van een reeds ontwikkeld simulatiemodel voor kaswittevlieg en sluipwesp. Voor zes verschillende natuurlijke vijanden zijn enkele essentiële parameters vastgesteld, op grond waarvan kon worden vastgesteld in welke mate deze organismen bruikbaar zijn voor biologische bestrijding van kas-wittevlieg. Een evaluatie in de kassituatie moet nog uitwijzen in hoeverre de voorspellingen van het model betrouwbaar zijn. resultaat na 10 jaar De evaluatie onder kasomstandig-
heden heeft door gebrek aan financiering nog niet plaats gevonden. Wel zijn intussen enkele van de geselecteerde parasitoiden in de praktijk in gebruik. De criteria die tijdens het project ontwikkeld zijn hebben daarbij een essentiële rol gespeeld. Ook hebben er na dit project diverse andere promovendi (buitenlandse en Nederlandse) met de criteria andere natuurlijke vijanden beoordeeld, en ook zien we dat onderzoekers buiten de leerstoelgroep de criteria gebruiken. Op dit moment zijn er weer twee promovendi die met de in het project ontwikkelde criteria een aantal biologische bestrijdingsprojecten beoordelen.
neerd sulfaatreductie sulfide-oxidatie proces) breed toepasbaar te maken. De economische haalbaarheid van biologische ontzwaveling wordt bepaald. De toepassing wordt goedkoper als methanol gebruikt kan worden. resultaat na 5 jaar Verschillende sulfaat reduceerders zijn geïsoleerd en onderzocht. Met deze bacteriën kan bij 60°C een sulfaat reducerend proces op gang gebracht worden met methanol als elektronendonor. Bij 30°C lukt dit niet. Praktische toepassingen van het proces zijn voorlopig niet te verwachten. Alternatieve (chemische) reinigingstechnieken zijn inmiddels de helft of meer goedkoper geworden dan ten tijde van de aanvraag werd voorzien. Daarmee is het voordeel van het gebruik van het goedkope methanol in plaats van ethanol komen te vervallen. resultaat na 10 jaar De marktomstandigheden voor
biologische rookgasontzwaveling met zuivere elektronendonoren zoals ethanol of methanol zijn de afgelopen jaren verbeterd doordat de markt voor het afvalproduct van alternatieve processen (gips) verzadigd raakt maar zijn nog niet voldoende voor uitgebreide applicatie. Waar echter een grote doorbraak in het verschiet ligt is de toepassing van CZV-houdende effluenten als elektronendonor. Deze stromen komen vooral voor in recent geïndustrialiseerde landen. Door Paques is in 2005 in China een fullscale rookgasontzwaveling gebouwd. De inzichten uit het STW-project waren Paques daarbij van direct nut. gebruiker(s) Corus Staal BV, IJmuiden / Akzo Nobel
Central Research BV, Arnhem / Paques BV, Balk gebruiker(s) Proefstation voor Bloemisterij in Nederland,
Aalsmeer / Bunting Brinkman Bees BV, Tilburg / Koppert BV, Berkel en Rodenrijs
79
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
BIOLOGICAL CONTROL OF BOTRYTIS ELLIPTICA IN LILY BY ANTAGONISTS SUPPRESSING COLONIZATION AND SPORULATION, A SYSTEMS ANALYTICAL APPROACH
PRE- AND POSTHAUSTORIAL RESISTANCE MECHANISMS IN WHEAT TO LEAF RUST
MASS PRODUCTION BY SOLID-STATE FERMENTATION OF CONIDIA FOR BIOLOGICAL CONTROL OF PLANT PATHOGENS AND PESTS
WB I.3284
WB I.3288
WB I.3318
AC B
BAA
B BA
projectleider k€
Prof.dr.ir. R. Rabbinge
totale toewijzing in
projectleider
Dr.ir. R.E. Niks
totale toewijzing in k€
169,33
307,66
projectleider
Dr.ir. A. Rinzema tot ale toewijzing in k€ 559,06 contracten Bijdrage: Koppert BV; Bijdrage: Kemira Pernis BV inkomsten in k€ 11,81
doelstelling Botrytis kan grote schade aanrichten in
doelstelling Wilde, diploide tarwerassen bezitten soms
doelstelling Sclerotinia is een pathogeen die graanoog-
gewassen. Bestrijding hiervan in de bollenteelt gaat gepaard met een aanzienlijk fungicidengebruik. Doel is om een betrouwbare biologische bestrijdingsmethode
resistentie tegen bruine roest, een eigenschap die cultuurtarwe vaak niet heeft. Doel van het onderzoek is om de diverse typen resistenties in diploide tarwe-
sten en de opslag daarvan bedreigt. Het kan worden bestreden door gebruik te maken van zijn parasiet: Coniothypium minitans. Doel is grootschalige produc-
te ontwikkelen op basis van schimmelantagonisten. Systeemanalyse en computersimulatie zullen worden gebruikt om sleutelelementen in de competitie tussen pathogeen en antagonist in kaart te brengen. Een en ander moet resulteren in aanbevelingen voor de praktijk.
soorten in kaart te brengen en aanzetten te geven voor resistentieveredeling van cultuurtarwe.
tie van Coniothypium sporen (conidia) door middel van ‘solid-state’ fermentatie. De fysiologie van de sporenvorming van Coniothypium wordt onderzocht
resultaat na 5 jaar Typering van de diverse tarwesoorten en -rassen, onder meer via AFLP, leidde tot enkele taxonomische herzieningen. De verzamelde kennis en het verzamelde materiaal bieden nieuwe aanknopingspunten voor veredeling van cultuurtarwe. Aan het veredelen van tarwe is men zelf niet toegekomen dit zal moeten worden opgepakt door de veredelingsbedrijven waarmee werd samengewerkt.
om de optimale condities daarvoor te bepalen, en een fermentatieproces voor de kweek van de sporen zal worden ontwikkeld.
resultaat na 5 jaar Ulocladium atrum bleek in de praktijk
niet goed bruikbaar op lelie. Daarom werd cyclamen gekozen als modelsysteem. Met het ontwikkelde model CompFun kan de ruimtelijke en temporele uitbreiding van Botrytis en Ulocladium kolonies goed worden voorspeld. Ulocladium blijkt een effectieve bestrijder van Botrytis in cyclamen en heeft de potentie dat ook te zijn in andere gewassen. Met deze kennis kan men pathosystemen snel screenen om de kans op succesvolle toepassingen te vergroten. Verder onderzoek vindt plaats in een EU-project. Er zijn nu nog geen praktijktoepassingen. resultaat na 10 jaar De in het project ontwikkelde
methodiek is met aanvullende financiering uit EU-fondsen operationeel gemaakt en is gebruikt in onderzoeksprogramma’s. Het wordt steeds duidelijker dat antagonistische schimmels, zoals Ulocladium atrum, in diverse gewassen perspectief bieden op effectieve biologische bestrijding van plantenpathogene schimmels. De voornaamste beperking voor grootschalige doorbraak in de praktijk zijn de kosten van toelating. gebruiker(s) Plant Research International, Wageningen /
LBO, Lisse
resultaat na 10 jaar Het onderzoek werd indertijd
opgezet in de verwachting, gebaseerd op vooronderzoek, dat de niet op overgevoeligheid gebaseerde resistentie monogeen zou overerven. Helaas bleek deze verwachting niet uit te komen. De resistentie erfde polygeen over, en is daardoor niet eenvoudig in moderne tarwe in te kruisen. In hoeverre tarweveredelingsbedrijven nu vaker dan daarvoor diploide tarwe toepassen in hun kruisingsprogramma is niet goed te beoordelen. Ook is niet bekend in hoeverre de merkers die zijn gevonden om de drie subsoorten van diploide tarwe van elkaar te onderscheiden inderdaad in de praktijk worden toegepast. gebruiker(s) Innoseeds BV, Lelystad / Zelder BV,
Gennep
resultaat na 5 jaar De optimale conidiadosering in het
veld is bepaald voor de bestrijding van sclerotinia. Er is een (scraped-drum) fermentor ontwikkeld, waarbij op haver werd gekweekt. De opbrengst kon tot 5x1012 Conidia/kg haver worden opgevoerd. De ontwikkeling van een pilot-scale fermentor met een capaciteit van 20 kg haver in ingezet in samenwerking met de industrie. Er is ook een synthetisch medium gedefinieerd met zetmeel als koolstof- en urea als stikstofbron, dat een vergelijkbare conidiaopbrengst geeft als kweek op haver. resultaat na 10 jaar Na afloop van dit STW-project is een
EU-project toegekend op het gebied van productie en toepassing van C. minitans. Het ‘packed-bed’ productieproces voor C. minitans sporen is verder ontwikkeld en er zijn verschillende proeven met producttoepassingen uitgevoerd. Prophyta (Duitsland) heeft C. minitans commercieel kunnen produceren. Dit product en het productieproces waren gebaseerd op jarenlange R&D, wat mogelijk was door het EU-project. Een van de gebruikers van het STW-project, Koppert BV, heeft ook deelgenomen aan het EU-project en heeft de mogelijkheid onderzocht om een eigen productieproces voor C. minitans op te zetten. Ze hebben dit niet doorgezet wegens de financiële rompslomp die de toelatingsprocedure voor nieuwe pesticiden met zich meebrengt. gebruiker(s) Koppert BV, Berkel en Rodenrijs / TNO
Kwaliteit van Leven, Zeist / Plantenziektekundige Dienst, Wageningen / Hosokawa Micron BV, Doetinchem / Centraal Bureau voor Schimmelcultures, Baarn
80
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
ENANTIOSELECTIVE MEMBRANE SEPARATION FROM SELFASSEMBLED MICROHETEROGENEOUS MEDIA
CHEMISCHE EN BIOLOGISCHE ANALYSE VAN HET SEXFEROMOON VAN DE GROENE APPELWANTS EN DE TOEPASSING IN DE GEÏNTEGREERDE BESTRIJDING
MODELLERING VAN HET GEDRAG VAN (GENETISCH) GEMODIFICEERDE BACULOVIRUSSEN IN KASSEN
WCH.3380
WB I.3383
WB I.3443
B BA
AAA
C CA
projectleider
Dr.ir. A. van der Padt totale toewijzing in k€ 566,02 contracten Bijdrage: DSM Research BV; Bijdrage: Akzo Nobel Central Research BV inkomsten in k€ 27,24
projectleider k€
D r. T. A . v a n B e e k
tot ale toewijzing in
506,85
projectleider
294,52
Prof.dr. J.M. Vlak 5,90
tot ale toewijzing in k€
inkomsten in k€
doelstelling Doel van het onderzoek is de ontwikkeling
doelstelling Doel van het project was om het sex-
doelstelling De floridamot die een bedreiging vormt voor
van een nieuw type grootschaling scheidingsproces voor enantiomere verbindingen dat gebruik maakt van chirale selectoren gekoppeld aan micellen, gecombineerd met een membraanscheiding: de chirale selector bindt de gewenste enantiomeer en wordt vervolgens door een membraanfiltratie gescheiden van de andere
feromoon van de groene appelwants te identificeren, om zo een betrouwbare signaleringsmethode te ontwikkelen ten behoeve van bestrijding in de appelen perenteelt. Zowel de biologie (sexueel gedrag) als de chemie (identificatie van de stof) moesten worden onderzocht ten behoeve van een vangmethode
landbouwgewassen over de gehele wereld, is resistent tegen bestrijdingsmiddelen. Bestrijding met virussen is een aantrekkelijk alternatief. Het doel is een model te ontwikkelen om het gedrag en de werkbaarheid van wild-type en (genetisch) gemodificeerde baculovirussen in kassen te voorspellen.
enantiomeer.
voor mannetjes van de groene appelwants .
resultaat na 5 jaar De wetenschappelijke doelen van het
resultaat na 5 jaar Een gedragstoets is ontwikkeld
project zijn grotendeels gerealiseerd. Met cholesterylL-glutamate als chirale selector en met non-ionogene surfactanten in de micellen was het mogelijk de enantiomere aminozuren, D- en L-phenylalanine te scheiden. Er is een scheidingsproces ontwikkeld dat bestaat uit een cascade van membraan reactoren. Volgens modelberekeningen is 99,9% scheiding van de enantiomeren mogelijk. De opbrengsten zijn echter nog laag. Voor een praktisch systeem zal dit veel hoger moeten worden. Momenteel wordt gewerkt aan een verbetering van het ontwerp.
waarmee actieve verbindingen kunnen worden geïdentificeerd. Met een aantal veelbelovende verbindingen zullen veldexperimenten worden uitgevoerd. Voorlopig ziet het ernaar uit dat menselijke observaties minstens zo effectief zijn voor signalering van wantsen als valvangsten. Mogelijk is in de praktijk een alarmferomoon effectiever dan een sexfermoon, dat wil zeggen beter voorkomen dan bestrijden.
resultaat na 10 jaar Tot dusverre zijn de resultaten voortgekomen uit dit project helaas (nog) niet opgepikt door een bedrijf. Dat is spijtig te moeten constateren, omdat het systeem niet alleen geschikt is voor enantiomeerscheidingen van aminozuren (zoals onderzocht), maar ook voor andere scheidingen. Het toepassen van hydrofobe ankers om receptormoleculen te immobili-
seren aan het grensvlak met de hydrofobe domeinen van vesicles of micellen is veel breder toepasbaar dan aleen voor de onderzochte aminozuren. Te denken valt aan ondermeer eiwit-eiwit interacties en eiwit-koolhydraatinteracties. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / Akzo Nobel
Central Research BV, Arnhem
resultaat na 10 jaar De veldexperimenten hebben niet tot een toepasbaar resultaat geleid. Het project is afgesloten. gebruiker(s) Denka International BV, Barneveld / DLV
Team Fruitteelt, Wageningen / TNO Industrie en Techniek, Eindhoven / Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV, Lisse
resultaat na 5 jaar Een simulatiemodel, BACSIM, is ontwikkeld: kwantitatieve beschrijving van populatiedynamica floridamot, karakteristieken plantengroei, infectiecyclus/epidemiologie virussen. Model is gevalideerd voor twee virussen met duidelijk verschillende biologische eigenschappen. Ook evaluatie van de effectiviteit van deze virussen als biologisch bestrijdingsmiddel met scenariostudies. Gebruiken van genetisch gemodificeerde virussen bij invlieg van de mot in generaties is niet zinvol. Moment van bespuiting met het virus blijkt essentieel. Gebruik BACSIM: bepaling bespuitingsregime voor baculovirussen, krijgen inzicht in het gewas-insect-virussysteem, schatting risico’s gebruik genetisch gemodificeerde baculovirussen. Het model vormt ook een basis voor modelleren van complexere infectiesystemen. resultaat na 10 jaar Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen
bekend. gebruiker(s) Brinkman BV, ’s Gravenzande
STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
‘PLANTIBODIES’: VEELZIJDIGE RESISTENTIEFACTOREN TEGEN PLANTENPARASITAIRE NEMATODEN
WB I.3668 B BA projectleider
Prof.dr.ir. J. Bakker totale toewijzing in k€ 567,89 octrooien PCT.NL96/00033 Antibodies for the control of cyst nematodes and transgenic plants expressing them
doelstelling Dit project was een vervolg op project
WBI.2393 en had tot doel om een panel aan monoklonale antilichamen (plantiebodies) te ontwikkelen tegen speekselkliereiwitten van aardappelcysteaaltjes en deze tot expressie te brengen in de plant. resultaat na 5 jaar Het is mogelijk gebleken om antilichamen in diverse compartimenten van de plantencel tot expressie te laten komen. Het is ook gelukt om speekseleiwitten van nematoden te karakteriseren en te kloneren die een doelwit kunnen zijn om te komen tot resistentie met de binnen het project ontwikkelde technologie voor de expressie van antilichamen in planten. Er is een begin gemaakt met de constructie van toxines gekoppeld aan specifieke antilichamen om zodoende gericht enzymen te kunnen inactiveren. resultaat na 10 jaar In vervolgonderzoek is aangetoond dat het mogelijk is met behulp van plantibodies resistentie te verkrijgen tegen nematoden en virussen. Door de afwachtende houding in EU ten opzichte van genetisch gemodificeerde gewassen wordt echter geen vaart gemaakt met de commercialisering. Ook blijken plantibodies gebruikt te kunnen worden voor de passieve vaccinatie van kippen tegen ziekten veroorzaakt door micro-organismen door antilichamen tot
expressie te brengen in granen (project WPB.5112). Deze toepassing kan mogelijk rekenen op een breed maatschappelijk draagvlak voor plantibodies, omdat dit ter vervanging kan dienen voor de wijdverspreide toepassing van antibiotica. Het blijkt mogelijk te zijn plantibodies te gebruiken voor medische toepassingen. Het tot expressie brengen van antilichamen is mogelijk een aantrekkelijk alternatief voor de productie van antilichamen voor medische doeleinden. gebruiker(s) Praktijkonderzoek Plant en Omgeving,
Lelystad / Nederlandse Aardappel Associatie, Den Haag / Nederlandse Algemene Keuringsdienst, Emmeloord / Agrico Research BV, Emmeloord
81
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
van gebruikers bij 05 : Lijst STW-projecten 1995
83
84
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
project: FOP.3483 (interview zie pagina 60 t/m 63)
85
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
A
C
AEGON (Den Haag/Leeuwarden) / NGN.3615
CAM Implants BV (Leiden) / LGN.3249
ALCATEL SEL AG (Stuttgard, Duitsland) / EEL.3535
CENTRAAL-DLO (Wageningen) / ABI.3526
Eco Chemie BV (Utrecht) / UFA.3392
AMOLF (Amsterdam) / FAM.3051 / NNS.3510
CMG Advanced Technology (Den Haag) / NGN.3615
Elephant Dental BV (Hoorn) / DST.3421 / ATH.3637
AMP-Holland BV (Den Bosch) / FAM.3449
CWI (Amsterdam) / CWI.3403
EndoSonics Europe BV (Rijswijk) / RGN.3462
ASML Netherlands BV (Veldhoven) / DWT.3262 /
Campina Melkunie BV (Tilburg) / UCH.3337
EnergieNed (Arnhem) / DWT.3458
Celanese GmbH (Oberhausen, Duitsland) /
Engelhard De Meern BV (De Meern) / FAM.3051 /
FOP.3483 / DTN.3517 AURION (Wageningen) / UBI.3427 Academisch Medisch Centrum Amsterdam / AGN.3413 / AGN.3416 / UBI.3566 / DTN.3582 Academisch Ziekenhuis Maastricht / TWT.3395
ESBE Nanoscale Technology Services (Delft) / DEL.3690
ACH.3560 Celsis (Landgraaf) / UDG.3469
UCH.3180 Enraf BV (Delft) / DTN.3517
Centocor BV (Leiden) / LGN.3496 / RGN.3498
Entocare (Wageningen) / LBI.3290
Centraal Bureau voor Schimmelcultures (Baarn) /
Erasmus Medisch Centrum Rotterdam /
Adelante Technologies BV (Waalre) / DEL.3482
WBI.3318
AGN.3413 / TTN.3248 / RGN.3477 / RGN.3462
Agrico Research BV (Bant) / WBI.3668
Chess Engineering BV (Haarlem) / DWT.3296
Esso Nederland BV (Botlek) / DWT.3618
Agritechnisch Ingenieursbureau W.P. Mulder BV
Chrompack International BV (Middelburg) /
Etchform BV (Hilversum) / TWI.3286
(Wageningen) / DWT.3458 Agrotechnology & Food Innovations BV
TEL.3417
(Wageningen) / UFA.3392
NCH.3699
WCH.3268 / DWI.3305 / DTN.3338 / DST.3421
Akzo Electronic Products (Arnhem) / EPC.3562
Crismatec (Nemours, Frankrijk) / EST.3692
Akzo Nobel Central Research BV (Arnhem) /
Crucell NV (Leiden) / LGN.3496 / RGN.3498
F FEI Company (Eindhoven) / DTN.3517 FMLC (Delft) / DLR.3433
UCH.3180 / WCH.3268 / DWI.3305 / WCH.3380 / TST.3418 / GBI.3538
Euro-Diagnostica BV (Arnhem) / UDG.3469 /
Corus Staal BV (IJmuiden) / DME.3242 /
D
FSM Europe BV (Sittard) / TWI.3286
Akzo Nobel NV (Arnhem) / GBI.3538
D. de Kat BV (Velp) / DST.3421
Flowserve BV (Hengelo) / TST.3418
Akzo Nobel Nederland BV (Oss) / TST.3569
DLV Team Fruitteelt (Wageningen) / WBI.3383
Fluent Europe Ltd. (Sheffield, Groot Brittannië) /
Akzo Nobel Organon Teknika (Boxtel) / TTN.3468
DMV International (Veghel) / UCH.3337
Alcoa Europe (Drunen) / DME.3242
DOXIS (Leidschendam) / TIF.3441
Alcoa Nederland BV (Drunen) / DME.3242
DSM Centraal Laboratorium (Geleen) / EST.3553
Amoco Research Center (Naperville,
DSM Fine Chemicals (Venlo) / DST.3565
Verenigde Staten van Amerika) / UCH.3180
DLR.3433 Fokker Special Products BV (Hoogeveen) /
DPC.3491 / TST.3569
DLR.3433 Formatec Technical Ceramics BV (Goirle) / DST.3421
DSM High Performance Fibers (Heerlen) /
Applied Laser Technology BV (Best) / TTN.3248 Aquamarijn Microfiltration BV (Zutphen) / TEL.3417
Fokker Services BV (Schiphol Airport) / DWI.3305 /
DSM Food Specialties (Delft) / UFA.3392 /
Anasys BV (Albergen) / TEL.3467 Anorad Europe BV (Best) / DWT.3262
DTN.3338
DLR.3433
Friesland Corporate Research (Deventer) /
DSM Research BV (Geleen) / DWT.3296 /
Aventis Research & Technologies GmbH
WCH.3380 / EWT.3453 / DPC.3491 / UCH.3549 /
(Frankfurt Am Main, Duitsland) / ACH.3560
UCH.3337 Fugro-Jason Netherlands bv (Leidschendam) /
GBC.3552 / ACH.3560 / EPC.3562 / DST.3565 /
DTN.3547
DST.3567 / TST.3569 / DST.3705 / DST.3785
B
DSM-Gist BV (Delft) / UFA.3392 / DPC.3491
BASF Magnetics GmbH (Ludwigshafen,
Datascope Biomaterials Research BV (Vaals) /
Duitsland) / TEL.3409 Baas R&D BV - Ingenieursbureau Coenecoop (Waddinxveen) / EEL.3535 Bakken Research Center BV (Maastricht) / RGN.3477
RGN.3477
G GBI Holding BV (Delft) / UCH.3549 / DST.3565 GMI (Rijswijk) / UBI.3566
Datawell BV (Haarlem) / DEL.3578
Gemco Furnaces (Son) / DME.3242
De Beijer RTB BV (Arnhem) / DWT.3458
General Electric Plastics Europe BV
Delft Instruments BV (Delft) / TEL.3324 Demkolec (Healen) / EEL.3376
(Bergen op Zoom) / EWT.3453 Grontmij Nederland bv (De Bilt) / DPC.3491
Beltone Netherlands BV (Eindhoven) / DTN.3582
Denka International BV (Barneveld) / WBI.3383
BioMérieux SA (Marcy L Etoile, Frankrijk) / UDG.3469
Digital Equipment BV (Utrecht) / TIF.3441
H
Dow Benelux BV (Terneuzen) / EWT.3453
HOP Technisch Adviesburo BV (Heesch) /
Biomade Technology Foundation (Groningen) / GBI.3538 Biomet BV (Dordrecht) / TWT.3395
Duran Audio BV (Zaltbommel) / DTN.3582 Dutch Space BV (Leiden) / TTN.3100 / ETN.3624
(Frankfurt Am Main, Duitsland) / NNS.3404
Brandwondencentrum Rode Kruis Ziekenhuis (Beverwijk) / RGN.3477
E
Brinkman BV (‘s Gravenzande) / WBI.3443
ECN (Petten) / DWI.3305 / NNS.3404 / TST.3418 /
Bronkhorst High-Tech BV (Ruurlo) / TTN.3100
Haskoning BV (Nijmegen) / NNS.3404
DST.3421 / DWT.3458 / TEL.3467
Bruker AXS BV (Delft) / TEL.3324
EMCM (Nijmegen) / RGN.3477
Brutele (Brussel, België) / EEL.3535
ESA/ESTEC (Noordwijk) / TTN.3100 / DWI.3305
Bunting Brinkman Bees BV (Tilburg) / WBI.3226
DST.3421 Hartmann en Braun AG
Hercules European Research Centre BV (Barneveld) / GBI.3538 Hoechst Aktiengesellschaft (Frankfurt, Duitsland) / ACH.3560 Hoechst Holland NV (Vlissingen) / ACH.3560
86
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
Hogeschool ‘s-Hertogenbosch (Den Bosch) /
Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten (Velp Gld) / DCT.3406 /
DCT.3406 / DCT.3683 Honeywell BV (Emmen) / TEL.3448 Hosokawa Micron BV (Doetinchem) / WBI.3318
DCT.3683 Koninklijke Nederlandse Centrale (Den Haag) /
Howmedica International (Schönkirchen-Kiel, Duitsland) / TWT.3395
NIOO-CTE (Heteren) / UBI.3227 / UBI.3252 NIVR (Delft) / TEL.3467 NIZO food research (Ede) / UCH.3337 NMi Van Swinden Laboratorium BV (Delft) /
UDG.3469 Koppert BV (Berkel en Rodenrijs) / WBI.3226 /
Humeca BV (Enschede) / NGN.3611
LBI.3290 / WBI.3318 / ABI.3526
DTN.3517 / DEL.3578 NV Elektriciteits Producent (Zwolle) / WCH.3268 NV NUON (Arnhem) / DWT.3458 NV Nuon Technisch Bedrijf (Duiven) / DWT.3458
I
L
NV Organon (Boxtel) / UBI.3427 / RGN.3498
IBM Deutschland Informationssysteme
LBO (Lisse) / WBI.3284
NV SEP (Arnhem) / DWT.3458
(Heidelberg, Duitsland) / TIF.3441
LC Packings - A Dionex Company (Amsterdam) /
ID-Lelystad BV (Lelystad) / TTN.3468 / UDG.3469 IMEC (Leuven, België) / TEL.3324
TEL.3417
(Amsterdam) / UDG.3469 Leids Universitair Medisch Centrum (Leiden) /
ITB Precisietechniek (Boxtel) / DST.3421 Imation Research Ltd. (Essex, Groot Brittannië) / TEL.3409
DWT.3618
Laboratorium voor Tropische Hygiëne
INTRON (Sittard) / ETN.3400 IPCOS Technology BV (Boxtel) / DWT.3618
NVPT (Zoetermeer) / DTN.3517 National Aerospace Laboratory NLR (Amsterdam) /
Nedap NV (Groenlo) / DTN.3582 / NGN.3611 Nederlandse Aardappel Associatie (Den Haag) /
LGN.3496 / DTN.3582 Lenka bv (Zoetermeer) / NNS.3404
WBI.3668 Nederlandse Algemene Keuringsdienst
Licentec (Bilthoven) / UDG.3469
(Emmeloord) / WBI.3668
Innoseeds BV (Lelystad) / WBI.3288
LioniX BV (Enschede) / TEL.3467
Nerefco (Europoort) / DWT.3618
Innovation Partners (Leiden) / TTN.3100 / TN.3624
London Processing Centre
Nestlé‚ Research Center (Lausanne, Zwitserland) /
Intervet International BV (Boxmeer) / GBI.3538 / UBI.3566
(Middlesex, Groot Brittannië) / DTN.3547
Intron BV (Houten) / ETN.3400 IsoTis S.A. (Bilthoven) / LGN.3249
UFA.3392
Lucas Advanced Engineering Centre (Birmingham, Groot Brittannië) / DEL.3578 Lucent Technologies Nederland BV (Hilversum) /
Isogen Life Science (Maarssen) / UDG.3469
FAM.3449 / EEL.3535 / CWI.3664
Itter Electronics (Hardenberg) / ATH.3637
O OctoPlus BV (Leiden) / LGN.3249 / UFA.3392 Océ‚-Nederland BV (Venlo) / DEL.3482 Océ‚-Technologies BV (Venlo) / TEL.3417 /
M J
DEL.3482
MARIN (Wageningen) / CWI.3403
JDS Uniphase Netherlands BV (Eindhoven) / AM.3449 / NNS.3510 Jomed Inc. (Rancho Cordova, Verenigde Staten van Amerika) / RGN.3462 Jomed NV (Ulestraten) / RGN.3462
MBI Beton BV (Veghel) / ETN.3400 / DCT.3406
OnStream BV (Eindhoven) / DEL.3578
MTI Milieutechnologisch Instituut C.V. (Andelst) /
Oogziekenhuis (Rotterdam) / GGN.3306
NNS.3404 Magnetic Products Oosterhout BV (Oosterhout) /
AGN.3416
KEMA Nederland BV (Arnhem) / EEL.3376 / ETN.3400 / EST.3553 / NGN.3615 KNMI (De Bilt) / CWI.3403 / DEL.3690 KONI BV (Oud-Beijerland) / DEL.3578 KPMG Business Advisory Services (Amsterdam) / TIF.3441
Paques BV (Balk) / WCH.3268 / DPC.3491
(Maastricht) / AGN.3416 Melexis R&D Center (Tessenderlo, België) / DEL.3578 Merck Ltd. (Poole, Groot Brittannië) / NCH.3495
Mierij Meteo BV (De Bilt) / DEL.3690
Kabeltelevisie Eindhoven NV (Eindhoven) /
Mietec / Alcatel (Oudenaarde, België) / DTN.3198 Ministerie van VWS (Den Haag) / WLM.3751 Mitutoyo Research Center Europe BV (Veenendaal) / DTN.3517
Kemira Pernis BV (Vondelingenplaat Rt) / WBI.3318
Mona Divisie (Woerden) / UCH.3337
Kerry Bio-Science Almere
Moore Instruments Ltd.
(Almere, Veluwse Kant-Oost) / TST.3569
PIM-Tech BV (Apeldoorn) / DST.3421
Medtronic Bakken Research Center BV
KTA A2000 (Amsterdam) / EEL.3535
Kemira Agro Oy (Espoo, Finland) / WBI.3318
P Palet Kabelcom (Maastricht) / EEL.3535
Micromontage (Oldenzaal) / TEL.3324 / TEL.3417
EEL.3535
Origin Medialab (Schellinkhout) / TIF.3441
Medisch Centrum Alkmaar / UBI.3427
KPN Research (Den Haag) / NGN.3615
Karl Storz (Tuttlingen, Duitsland) / AGN.3413
Origin (Utrecht) / TIF.3441
TEL.3463 Medelec Limited (Surrey, Groot Brittannië) /
K
Omicron (Taunusstein, Duitsland) / DTN.3517
(Axminster, Groot Brittannië) / TTN.3248
Philips (Eindhoven) / TEL.3463 / FOP.3483 / DTN.3582 Philips Applied Electronics (Eindhoven) / DWT.3262 Philips Applied Technologies (Eindhoven) / DEL.3578 Philips Centre for Manufacturing Technology (Eindhoven) / DEL.3578 / DWT.3618 / TTN.3641 Philips Competence Centre Plastics BV (Eindhoven) / EWT.3453 Philips Components (Nijmegen) / TWI.3286 / TST.3418 Philips Electronics Nederland BV (Eindhoven) /
Kiwa Gastec Technology (Apeldoorn) / FAM.3051
NKI (Amsterdam) / AGN.3413
Koelhuis Hillegom BV (Hillegom) / LBI.3290
NV Nederlandse Gasunie (Groningen) / DWI.3305
Philips Flat Panel Display (Eindhoven) / NCH.3495
Koninklijk Instituut voor de Marine (Den Helder) /
NCLR BV (Enschede) / FOP.3483 / TTN.3641
Philips ITCL (Heverlee, België) / DEL.3578
NIOO-CEME (Yerseke) / NNS.3404
Philips Lighting BV (Eindhoven) / UCH.3696
DST.3567
EWT.3453 / TTN.3641
87
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
Philips Mechatronics (Dordrecht) / TEL.3324
S
Stork NV (Amsterdam) / TTN.3641
Philips Medical Systems Nederland BV (Best) /
SKALAR Analytical (Breda) / TEL.3467
Stork Product Engineering (Amsterdam) /
AGN.3413 / DTN.3509 Philips ODTC (Eindhoven) / TEL.3463
SKF Linearsysteme GmbH (Schweinfurt, Duitsland) / DWT.3262
TEL.3277 / TEL.3467 Stork Veco BV (Eerbeek) / TWI.3286
Philips Optics (Eindhoven) / NCH.3495
SKF Multitec Benelux BV (Wilnis) / DWT.3262
Storkserve BV (Hengelo) / TST.3418
Philips Research (Eindhoven) / EEL.3157 /
SKF Research and Development Company BV
Stryker Howmedica Osteonics (Waardenburg) /
DTN.3198 / EEL.3207 / AGN.3413 / AGN.3416 /
(Nieuwegein) / DWT.3618
TEL.3417 / ANS.3455 / DEL.3482 / NCH.3495 /
SRON (Utrecht) / TWI.3286 / FOP.3483
EEL.3535 / EPC.3562 / DEL.3578 / DWT.3618
STOWA (Utrecht) / DPC.3491
Philips Research Laboratories GmbH (Aken, Duitsland) / UCH.3696 Philips Semiconductors (Nijmegen) / DTN.3198 Pie Medical Equipment BV (Maastricht) / RGN.3462 Pie Medical Imaging BV (Maastricht) / RGN.3462 Plant Research International (Wageningen) / UBI.3227 / UBI.3252 / WBI.3284 / NNS.3404 Plantenziektekundige Dienst (Wageningen) / LBI.3290 / WBI.3318 Polaroid Europa BV (Enschede) / TEL.3277 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (Lelystad) /
Schwind Benelux BV (Oosterbeek) / AGN.3416
TWT.3395 Stryker Trauma GmbH (Schönkirchen-Kiel, Duitsland) / TWT.3395 Syngenta Seeds BV (Enkhuizen) / UBI.3227 /
Scotia Quanta Nova plc
UBI.3252
(Guilford Surrey, Groot Brittannië) / AGN.3413 Seed Capital Investments SCI-2 BV (Bilthoven) / UDG.3469
T TNO Bouw en Ondergrond (Delft/Utrecht) /
SensoNo (Horten, Noorwegen) / DEL.3578
ETN.3400 / DTN.3547
Sensor Sense BV (Nijmegen) / NNS.3404
TNO DIANA BV (Delft) / DCT.3406 / DCT.3683
SenterNovem (Utrecht) / DWT.3458
TNO Defensie en Veiligheid (Soesterberg) /
Sentient Machine Research (Amsterdam) / NGN.3615 Shell Expro (Strand, Groot Brittannië) / DTN.3547
FAM.3449 / DEL.3482 / NNS.3510 / DTN.3582 TNO Industrie (Eindhoven) / TEL.3448 TNO Industrie en Techniek (Eindhoven) /
UBI.3227 / UBI.3252 / WBI.3383 / ABI.3526 /
Shell Global Solutions (Amsterdam) / FAM.3051
TTN.3100 / DWI.3305 / WBI.3383 / TST.3418 /
WBI.3668
Shell Global Solutions International BV
DLR.3433 / DTN.3517 / DEL.3578 / ETN.3624 /
Priva Hortimation BV (De Lier) / DEL.3690
(Amsterdam) / DWI.3305 / EWT.3453 / DTN.3547 /
Productschap Tuinbouw (Zoetermeer) / LBI.3290
EST.3692
Proefstation voor Bloemisterij in Nederland (Aalsmeer) / WBI.3226 Proforce (Leende) / TEL.3324 Prummel Dental Laboratorium (Groningen) / ATH.3637
TTN.3641 TNO Informatie- en Communicatietechnologie (Delft) / TST.3418 / DST.3421
Shell International Gas (London, Groot Brittannië) / EST.3553
TNO Kwaliteit van Leven (Apeldoorn) / TTN.3100 / WBI.3318 / TEL.3467 / GBI.3538 / NGN.3611 /
Shell International Oil Products BV (Amsterdam) / DTN.3338 / EWT.3453 / EST.3553 Shell Research Limited
ETN.3624 Ten Cate Advanced Composites (Nijverdal) /
(Chester Cheshire, Groot Brittannië) / EST.3553
Q
Shell Research and Technology Centre
QLT Pharmaceuticals Europe BV (Susteren) / AGN.3413 Quest International Nederland BV (Naarden) / GBC.3552
R R & R Mechatronics (Zwaag) / TEL.3467
(Amsterdam) / UCH.3180 / EEL.3376 / DTN.3547 /
DLR.3433 Texas Instruments Holland BV (Almelo) / DEL.3578 Thales Cryogenics BV (Eindhoven) / TTN.3100 /
EST.3553 / EPC.3562 Shell SIEP BV (Rijswijk) / CWI.3403 / DTN.3547 /
ETN.3624 Thomson CSF/LCR (Orsay Cedex, Frankrijk) /
DST.3785
TEL.3463
Siemens AG (München, Duitsland) / DTN.3198
ThreeFive Photonics BV (Houten) / FAM.3449
Smithkline Beecham Biologicals SA
Ticer (Tilburg) / TIF.3441
(Rixensart, België) / UBI.3566
Tieman BV (Rockanje) / AGN.3416
RIKZ (Den Haag) / DEL.3578
Sonion Nederland BV (Amsterdam) / DTN.3582
TopTerm (Amsterdam) / TIF.3441
RIVM (Bilthoven) / NNS.3404 / TEL.3467 /
SpaSe (Nijmegen) / DEL.3482
Trumpf Lasertechnik GmbH (Ditzingen, Duitsland) /
UDG.3469 / UBI.3566 RMGInt. BV (Oosterhout) / TEL.3409 / TEL.3463 Raadgevend Ingenieursbureau (Amsterdam) / DTN.3338 Research Centrum Kalkzandsteenindustrie (Hilversum) / ETN.3400 / DCT.3406 / DCT.3683 Reynolds Aluminium Holland BV (Harderwijk) / DME.3242 Ricar Systems Nederland BV (Enkhuizen) / DEL.3578 Rijkswaterstaat (Delft) / TEL.3467
Spikker Specials BV (Zevenaar) / TST.3418
St. Elizabeth Ziekenhuis (Tilburg) / UDG.3469
U
St. Maartensgasthuis (Venlo) / TWT.3395
UltraWaves Design BV (Heteren) / DEL.3482
Stichting CUR (Gouda) / ETN.3400
Unilever R & D (Vlaardingen) / NNS.3404 /
Stichting IFRF (IJmuiden) / EEL.3376 Stichting Research Centrum (Hilversum) / ETN.3400 Stimac (Enschede) / TTN.3248 Stirling Cryogenics & Refrigeration BV (Son) / ETN.3624
Robosoft NV (Ieper, België) / TTN.3641
Stork Digital Imaging BV (Boxmeer) / TEL.3417
Roche Diagnostics GmbH (Mannheim, Duitsland) /
Stork Engineers & Contractors BV (Amsterdam) /
DST.3565
TTN.3641
Spirotech BV (Helmond) / DWT.3458
ABI.3526
TIF.3441 / EWT.3453 / TTN.3468 Unilever R & D Colworth (Bedford, Groot Brittannië) / DWT.3618 Universitair Medisch Centrum Groningen / TTN.3248 / TWT.3395 / RGN.3477 Universitair Medisch Centrum St. Radboud (Nijmegen) / LGN.3249 / NCH.3699 Universitair Medisch Centrum Utrecht / TWT.3395 / RGN.3462
88
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 1995 / Utilisatierapport 2006
Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg (Leuven, België) / TTN.3468 Universiteit Leuven (Heverlee, België) / TTN.3468 University of Minho, Azurem (Guimaraes, Portugal) / DCT.3406 / DCT.3683 University of Southampton (Southampton, Groot Brittannië) / UBI.3566
V VNK (Vereniging Nederlands Kalkzandsteen Platform (Huizen) / DCT.3406 VU Medisch Centrum Amsterdam / TWT.3395 Van Berkel Nederland BV (Ridderkerk) / TEL.3324 Van Tongeren Kennemer BV (Beverwijk) / DTN.3338 Van der Have BV (Rilland) / WBI.3288 Van der Zalm Machine- en Apparatenbouw (Wolvega) / TST.3418 Varibel BV (Meppel) / DTN.3582 Vervuren Consultancy (Terheiden) / TEL.3324 Vital Scientific BV (Dieren) / TEL.3277
W WL - Delft Hydraulics (Delft) / DWT.3296 / DWI.3305 Waterschap Hollandse Delta (Dordrecht) / DPC.3491
X Xensor Integration BV (Delfgauw) / TEL.3448 / DEL.3578
Z Zelder BV (Gennep) / WBI.3288
89
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
06 : STW-projecten 2000 A / universiteit van amsterdam
91
B / para universitaire instituten
93
C / centrum voor wiskunde en informatica
94
D / technische universiteit delft
95
E / technische universiteit eindhoven
99
G / rijksuniversiteit groningen
102
L / universiteit leiden
102
N / radboud universiteit nijmegen
104
R / erasmus universiteit rotterdam
106
T / universiteit twente
107
U / universiteit utrecht
109
V / vrije universiteit amsterdam
116
W / wageningen universiteit
118
interview :
prof.dr.ir. Henk Tijdeman _ TWO.5154
110
interview :
dr.ir. Willem Takken _ WBI.4834
120
90
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
project: FOP.3483 (interview zie pagina 60 t/m 63)
91
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
Hieronder staan de gegevens die
komen:
titel: de titel van het project.
project: het projectnummer, de laatste vier cijfers vormen het volgnummer waarop de projecten zijn gesorteerd.
BPI: (zie voor uitleg pagina 31 en 32) de utilisatiecategorieën waarin het project is ingedeeld.
projectleider: naam van de projectleider.
toewijzing: de door STW aan dit project toegekende subsidie (in k€).
contracten en octrooien: soort overeenkomst welke met een gebruiker is afgesloten (optie, licentie, bijdrage, samenwerking, raamovereenkomst, material transfer agreement (mta), etc.) en eventuele octrooien/octrooiaanvragen.
inkomsten: op dit project de totaal geregistreerde inkomsten (in k€). Dit zijn alle gelden en bijdragen in natura die op basis van een STW-project gegenereerd worden gedurende het hele traject. Dus van voor de start tot na afloop van het project.
doelstelling: een korte omschrijving van de doelstelling van het onderzoek.
resultaten: een overzicht van de behaalde resultaten.
gebruiker(s): een lijst met de (afgekorte) namen van de gebruikers bij het project.
/ universiteit van amsterdam
u op de projectpagina’s kunt tegen-
A
Uitleg projecten 2000
DEVELOPMENT AND APPLICATION OF CALIBRATION TECHNIQUES IN FLUORESCENCE MICROSCOPY: TOWARDS QUANTITATIVE MICROSCOPY
DYNATOX: DYNAMIEK, TOXINE INDUCTIE EN VROEGTIJDIGE WAARNEMING VAN TOXISCHE CYANOBACTERIËN IN NEDERLANDSE WATEREN
AB I.4859
ACH.4874
BCC
BBB
projectleider
projectleider
Prof.dr. G.J. Brakenhoff totale 465,34 contracten Overig: UvA; Akzo Nobel NV; Overdracht: UvA; Geheimhouding: VUA; BioMérieux bv; UvA; PamGene International BV; Geheimhouding: UvA;Carl Zeiss Jena GmbH; Licentie; Optie: UvA; Carl Zeiss Jena GmbH octrooien PCT.EP98/02358 Photobleachable luminescent layers for calibration and standardization in optical microscopy. inkomsten in k€ 23,31
Prof.dr. J. Huisman totale toe697,30 contracten Bijdrage: STOWA; Bijdrage: R I ZA; Geheimhouding: Isogen Life Science; Optielicentie: Universiteit van Amsterdam; KNAW; Isogen Life Science octrooien PCT.04/000782 Means and methods for classifying cyanobacteria (dynatox) inkomsten in k€ 50,77
doelstelling Het ontwikkelen van karakte-
risatie- en calibratietechnieken voor fluorescentiemicroscopie in het alge-
doelstelling Cyanobacteriën worden ook wel blauwalgen genoemd. Drieledig doel: 1) Identificatie van toxische
meen en confocale microscopie in het bijzonder. De basis van de techniek zijn de binnen het project te ontwikkelen
cyanobacteriesoorten die van belang zijn in Nederlandse zoete wateren. 2) Inzicht verkrijgen in de dynamiek
hoog-uniforme fluorescente calibratielagen. Twee typen uniforme fluorescente ijklagen zijn voorzien. Eén met fluorescentie bleking waarmee microscoop illuminatie onafhankelijk bepaald kan worden. Een tweede type, niet blekend, zal geschikt zijn voor het in kaart brengen van integrale microscoop afbeeldingscondities.
van cyanobacteriepopulaties en van toxineprodcutie in een aantal Nederlandse meren. 3) Ontwikkelen en valideren van een gevoelige test voor vroege detectie en het volgen van (toxische) cyanobacteriën.
toewijzing in k€
resultaat na 5 jaar Genoemde lagen zijn beschikbaar en geschikt bevonden voor microscoopkarakterisatie en calibratie. Een speciale Sectioned Imaging Property Chart (SIPchart) representatie is ontwikkeld voor het weergeven van confocale microscopie afbeeldingseigenschappen. Via onze webpagina’s kunnen gebruikers binnenkort zelf SIPcharts genereren van hun microscopen. Gebruikers kunnen met de data verkregen met de referentielaag via http://wwwmc.bio.uva.nl/SIPchart hun microscoop en/of beelden karakterise-
wijzing in k€
resultaat na 5 jaar De populatiedynamiek in de Nederlandse meren is beschreven en gepubliceerd. Er is een database opgezet – CYANONed – met gegevens over zoete wateren in Nederland. Deze database dient als referentie voor het opstellen van richtlijnen voor open zwemwater. Er is een gebruiksklare CYANOkit ontwikkeld op basis van een octrooi. Of deze kit gebruikt zal worden is afhankelijk van de bereidheid van waterbeheerders om de nieuwe technologie toe te passen. Er bestaan namelijk nog geen verplichte normen voor concentraties cyanotoxines in open zwemwater. Het
ren. Verdere voorziene onwikkelingen zijn onder andere extensie van de spectrale bereik van de lagen, absolute calibratie op basis van de lagen en introductie van markeringsvelden op de lagen voor efficiënt gebruik. Verder is er
octrooi (vervallen) bleek commercieel niet te exploiteren.
een contract met Zeiss Jena voor samenwerking en praktische toepassing van genoemde lagen binnen hun systemen.
Utrecht / Hoogheemraadschap van Rijnland, Leiden / Ingeny International BV, Goes / Het Waterlaboratorium,
gebruiker(s) Academisch Medisch
Haarlem / RIZA, Lelystad / Omegam, Amsterdam / Isogen Life Science, Maarssen
Centrum Amsterdam / BioMérieux bv, Boxtel / PamGene International BV, Den Bosch
gebruiker(s) HH van Schieland en
Krimpenerwaard, Rotterdam / Ribo Technologies BV, Groningen / STOWA,
92
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
THG-IMAGING: 3DMICROSCOPY WITH FEMTOSECOND LASER PULSES
TOOLS FOR NON-LINEAR DATA ANALYSIS
ARTEMIS: ARCHITECTURES AND METHODS FOR EMBEDDED MEDIA SYSTEMS
NEW MATERIALS FOR MAGNETIC REFRIGERATION
AB I.4929
AI F.4997
AE S.5021
ATF.5063
BCB
BAA
CAA
BCB
projectleider
projectleider
wijzing in k€
totale toewijzing in k€
Prof.dr. G.J. Brakenhoff 404,31 contracten Haalbaarheidsstudie: BASF Aktiengesellschaft inkomsten in k€ 10,23
Dr.ir. B.J.A. Kröse totale toe446,02 contracten Optielicentie: Universiteit van Amsterdam; Noldus Information Technology BV
projectleider
Prof.dr. L.O. Hertzberger 855,81 inkomsten in
Dr. E. Brück totale toewijzing in 330,83 contracten Geheimhouding: Grasso Products BV; Geheimhouding: UvA; Unilever UK Central Resources Ltd; Material transfer agreement: UvA; Cooltech Applications octrooien PCT. NL02/00463 Materiaal geschikt voor magnetische koeling, werkwijze voor het bereiden en toepassing ervan; PCT. N L03/0005 9 Magnetisch koelbaar materiaal II inkomsten in k€ 20,69
doelstelling Derde-harmonische genera-
doelstelling In het project wordt onderzoek gedaan naar niet-lineaire dimensiereductie van hoogdimensionale
doelstelling Moderne ingebedde systemen dienen in steeds hogere mate een veelvoud van toepassingen en communica-
doelstelling De doelstelling van het project is het ontwikkelen van magnetocalorische materialen die nabij of boven
data (enkele tientallen tot enkele duizenden variabelen, zoals bijvoorbeeld beeldmateriaal) die intrinsiek laagdimensionaal zijn. Dit is het geval als het gemeten fenomeen intrinsiek een beperkt aantal vrijheidsgraden heeft, bijvoorbeeld beelden van een camera die naar een rigide object kijkt dat alleen roteert.
tiestandaarden te ondersteunen. Hiervoor moeten programmeerbare componenten gebruikt worden, die dyna-
kamertemperatuur kunnen worden toegepast in warmtepompen. De eerste beoogde toepassing is in huishoudelijke koeling en airconditioning, maar warmtepompen kunnen veel breder ingezet worden.
totale toewijzing in k€
tie – ‘third-harmonic generation’ (THG) – microscopie biedt de mogelijkheid tot werkelijk drie-dimensionale beeldvorming van transparante objecten, zonder de noodzaak van het toevoegen van labels. De contrastvorming van deze techniek berust op veranderingen in de locale brekingindex en/of nietlineaire susceptibiliteit. Het doel is om deze techniek te ontwikkelen tot een nieuwe vorm van microscopie, waarvan de beeldvormende eigenschappen goed gekarakteriseerd zijn. resultaat na 5 jaar De geconstrueerde
THG-microscoop is volledig operationeel en de beeldvormende eigenschappen zijn in detail gekarakteriseerd. Theoretische modellen zijn ontwikkeld om de beeldvorming in een THGmicroscoop te beschrijven. Naast microscopie is een belangrijk toepassingsgebied ontwikkeld voor het gebruik van THG bij het karakteriseren van specifieke materiaaleigenschappen van transparante materialen (vloeistoffen en vaste stoffen). De eerste toepassingen hiervan op door BASF ontwikkelde polymeren zijn inmiddels in voorbereiding. Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht van het gebruik van gepolariseerd licht in het onderzoeken van materialen die van belang zijn in voedingsproducten, zoals ontwikkeld door Unilever. Het project loopt nog tot medio 2007.
resultaat na 5 jaar Het bedrijf Noldus heeft in een vervolgstudie laten onderzoeken of de methode geschikt was voor de analyse van het gedrag van proefdieren aan de hand van beeldreeksen opgenomen met een camera. In deze studie werd echter niet de gewenste nauwkeurigheid gehaald. Met zijn proefschrift ‘Mixture models for clustering and dimension reduction’ kreeg Jakob Verbeek in 2006 de E. Gelsema prijs voor ‘the most outstanding Ph.D. work in the field of Pattern Recognition in the period 2004-2005’, van de Nederlandse Vereniging voor Patroonherkenning en Beeldverwerking. gebruiker(s) Noldus Information
Technology BV, Wageningen / Shell SIEP BV, Rijswijk / TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / KiQ Medicast, Amsterdam / NLR, Amsterdam
k€
900,00
misch herconfigureerbaar en flexibel zijn. Dit project wil methoden en technieken voor het ontwerpproces ontwikkelen, te verwezenlijken in gereedschappen voor het bestuderen van het gedrag van systeemarchitecturen. Ook worden methodieken uitgewerkt om architecturen te evalueren. De toepasbaarheid wordt in een prototyperingsfase getoetst. resultaat na 5 jaar Er is workbench software opgeleverd met daarin de Compaan en Laura tool sets die zijn uitgebreid om applicatieverkenning te ondersteunen en op de workbench het Sesame modelleren simulatieraamwerk aan te sluiten. Sesame is in dit project ontwikkeld en heeft applicatie- en architectuurmodellering, architectuur-verfijning en mixedlevel simulatie. Sesame heeft een GUI en is open source (http://sesamesim.sour-
ceforge.net/). Er is een prototype van het Molen platform op een programmeerbaar bord afgebeeld en zijn diverse herconfigureerbare implementaties van functies uit media-applicaties gemaakt. Vervolgproject: ‘Artemisia’. Tot nu toe is de Sesame software een aantal honderd maal gedownload, en waren er meer dan 30.000 hits op de Sesame webpage in het afgelopen jaar.
gebruiker(s) Unilever R & D, Vlaardingen /
gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven
Philips Research, Eindhoven
/ Twente Institute for Wireless and Mobile Communications BV, Enschede / IMEC, Leuven (België)/ TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / OcéNederland BV, Venlo
projectleider
k€
resultaat na 5 jaar Geschikte materialen
zijn gevonden en twee patenten zijn aangevraagd. Er is een proces ontwikkeld voor de bereiding met reproduceerbare eigenschappen. De voordelen zijn: een groter magnetocalorisch effect, een instelbare werktemperatuur en ze zijn veel goedkoper dan bestaande. Engelhard De Meern heeft een optie genomen op de patenten. Dit bedrijf onderzoekt hoe ze de materialen op industriële schaal kunnen produceren. Twee andere bedrijven betrokken bij het vervolgproject AMC.7036 testen de materialen in preïndustriële prototypes van warmtepompen. In 2007 hoopt men een eerste magnetische koeler voor speciale toepassingen in productie te nemen. gebruiker(s) ECN, Petten / Engelhard De
Meern BV, De Meern / Douwe Egberts, Utrecht / Embraco-Empresa Brasileira de Compressores SA, Joinville (Brazilië)
93
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
DIRECTED EVOLUTION OF VANADIUM HALOPEROXIDASES
AKG.5127
APC.5203
ABC.5363
B CA
BBB
BAA
projectleider
projectleider
Prof.dr. B. Berkhout totale 512,48 contracten Overdracht: Academisch Medisch Centrum Amsterdam octrooien PCT.NL00/ 00 637 Viral replicons and viruses dependent on inducing agents (H IV Vaccin) inkomsten in k€ 0,25
Prof.dr.ir. B. Smit totale toe698,72 contracten Bijdrage: DSM Research BV Concept inkomsten in k€ 38,58
projectleider
wijzing in k€
toewijzing in k€
doelstelling De ontwikkeling van een
doelstelling Het doel van het project is
doelstelling Doel van het onderzoek (ver-
veilig HIV-1 vaccin (aids) gebaseerd op een levend verzwakt virus. Twee
te bewijzen dat het haalbaar is om mengels van liniaire en vertakte
volgproject van ABI.1985 en ABI.3506) is door middel van ‘Directed Evolution’
benaderingen werden voorgesteld: 1) Het maken van een virus waarvan de vermenigvuldiging geconditioneerd kan worden gecontroleerd 2) Het maken van een eenvoudig, genetisch stabiel HIV-1 virus met slechts de
koolwaterstoffen te scheiden met behulp van zeolieten. Hiervoor wordt een experimentele setup gemaakt. Vervolgens wordt onderzocht welke economisch interessante mogelijkheden er zijn op basis van dit concept. Daarnaast wordt een moleculair simulatieprogramma ontwikkeld om de scheiding en de adsorptie van de koolwaterstoffen te berekenen.
van het metadium chloroperoxidase enerzijds mutanten te verkrijgen die in staat zijn tot (enantioselectieve)
toewijzing in k€
basisset van retrovirale genen (mini HIV). (Een retrovirus is een virus dat erfelijk materiaal kan overzetten in het erfelijk materiaal van de gastheercel – het aidsvirus is zo’n virus.)
Prof. dr. R. Wever totale 525,35 contracten Bijdrage: DSM Research BV inkomsten in k€ 23,16
epoxidatie reacties van alkenen en anderzijds mutanten met een meer basisch pH optimum in de oxidatie van haliden.
heid en werkzaamheid. Daarvoor is een vergelijkbaar SIV vaccin virus gemaakt dat kan worden getest in
gebruiker(s) Shell Research and
Technology Centre, Amsterdam / DSM Research BV, Geleen / IFP,
resultaat na 5 jaar In het eerste subproject zijn drie methoden ontwikkeld voor de detectie van epoxiden in een ‘high throughput’ systeem en zijn met DSM Research banken gemaakt van mutanten van het vanadium chloroperoxidase en banken van mutanten van twee zure bacteriële fosfatasen. Door tijdgebrek was het niet mogelijk de mutant banken te screenen op de aanwezigheid van mutanten met epoxidatie activiteit. In het tweede subproject is een enzymmutant van het vanadium chloroperoxidase verkregen die bij zwakalkalische pH een veel hogere activiteit heeft dan het oorspronkelijke enzym. De kinetische parameters zijn bepaald en vastgesteld is welke aminozuren een rol spelen in de
apen (gefinancierd door het Aidsfonds). Indien dit onderzoek succesvol is, kan het testen van het vaccin in mensen worden overwogen.
Rueil-Malmaison Cedex (Frankrijk) / Chevron Research and Technology Co., Richmond (Vereingde Staten van
specificiteit van deze groep van enzymen. De resultaten zijn gepubliceerd. Het was niet mogelijk in een
Amerika)
vervolgonderzoek te testen of deze mutant aangroeiwerend zou werken bij een onderwaterverf systeem voor zeeschepen.
resultaat na 5 jaar De eerste benadering
was zeer succesvol. Het onderzoek resulteerde in conditioneel-levende HIV-1 varianten die efficiënt te vermenigvuldigen en genetisch stabiel zijn. Deze varianten kunnen dienen als HIV vaccin. De verkregen resultaten hebben ook geleid tot een algemene verbetering van een systeem (Tet-on system) dat van belang is bij onder andere gentherapie. Het gevonden vaccin moet worden getest op veilig-
gebruiker(s) Erasmus Medisch Centrum
Rotterdam / NVI, Bilthoven / ZMBH, Heidelberg (Duitsland) / Amsterdam Molecular Therapeutics (AMT) BV, Amsterdam / PrimaGen BV, Amsterdam
resultaat na 5 jaar In het eerste deel van het project is aangetoond dat het haalbaar is om koolwaterstofmengels te scheiden door zeolieten te gebruiken in bepaalde industriële systemen. Samen met de gebruikers zijn veelbelovende resultaten behaald met het onderzoeken naar de katalytische effecten in de koolwaterstofscheidingen. Er is in samenwerking met de universiteit een rekenmodel gemaakt om de experimenten te beschrijven.
gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen / GBI Holding BV, Delft / Akzo Nobel UK, Tyne & Wear (Groot Brittannië)
/ para universitaire instituten
SORPTION-INDUCED DIFFUSION-SELECTIVE SEPARATION OF HYDROCARBON ISOMERS USING ZEOLITES
B
DE ONTWIKKELING VAN EEN VEILIG HIV-1 VACCIN GEBASEERD OP LEVEND VERZWAKT VIRUS
94
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
B DG.4896
BAR.5275
AC B
ACA
projectleider
Dr.ir. H.J. Blokhuis 111,58
totale
projectleider
Prof.dr.ir. J.S. Sinninghe 459,22
toewijzing in k€
Damsté
doelstelling Vleeskuikenouderdieren
doelstelling Chemische fossielen zijn
(de dieren die de eieren leggen waaruit vleeskuikens komen) worden in de
karakteristieke organische verbindingen die voorkomen in aardolie en afkomstig
praktijk sterk beperkt gevoerd. De beperkte voedering veroorzaakt honger en stress bij de dieren waardoor het
zijn van specifieke lipiden van algen en bacteriën, die leefden ten tijde van afzetting van het oliemoedergesteente.
welzijn negatief wordt beïnvloed. Doel van dit project was om (1) methoden te ontwikkelen waarmee de mate van honger en stress bij vleeskuikenouderdieren kan worden gemeten, en (2) maatregelen te ontwikkelen die in de praktijk op eenvoudige wijze kunnen worden toegepast en waarmee de honger en stress bij vleeskuikenouderdieren significant afneemt en het welzijn significant verbetert.
Zij worden gebruikt om de ouderdom van aardolie vast te stellen. Het doel van dit project was nieuwe ouderdomgerelateerde chemische fossielen voor de periode van 0-180 miljoen jaar geleden te vinden. Verbindingen afkomstig van diatomeeën kunnen uiterst waardevolle chemische fossielen zijn
resultaat na 5 jaar Binnen het project zijn
methoden ontwikkeld om honger en stress bij vleeskuikenouderdieren te meten. Deze methoden zijn in verschillende experimenten toegepast. Verschillende maatregelen waarvan we verwachtten dat ze honger en stress bij vleeskuikenouderdieren konden verminderen zijn getoetst. Daarvan bleek het voeren van de dieren met minder energierijk voer het meest perspectiefvol te zijn. Dit voer is ontwikkeld door Schothorst Feed Research en wordt momenteel in de praktijk gebruikt. Andere maatregelen (bijvoorbeeld voeren in het strooisel in plaats van in bakken of voergoten) bleken geen positief effect te hebben op het welzijn van de dieren.
totale toewijzing in k€
omdat juist deze algen in deze periode evolueerden. resultaat na 5 jaar Meer dan 100 verschillende mariene diatomeeënsoorten zijn gekweekt en hun lipiden compositie en de samenstelling van het 18S ribosomale RNA gen is bepaald. Hieruit bleek dat de groep van Rhizosolenia diatomeeën zeer karakteristieke lipiden, zgn. HBIs, maken die ook in aardolie worden teruggevonden. Uit een combinatie van moleculair biologisch en palaeontologisch werk bleek dat deze groep diatomeeën ongeveer 91,5*1,5 miljoen jaar geleden ontstaan
is, waarmee HBIs als ouderdomsgerelateerde fossielen geijkt zijn en toegepast kunnen worden in de olieindustrie. Daarnaast zijn een aantal andere nieuwe ouderdoms-geralateerde fossielen geïdentificeerd.
/ centrum voor wiskunde en informatica
CHEMICAL FOSSILS OF DIATOMS FOR AGE DETERMINATION OF PETROLEUM: IMPROVED TOOLS FOR SOLVING EXPLORATION AND PRODUCTION PROBLEMS
C
VOERBEPERKING EN STRESS BIJ VLEESKUIKENMOEDERDIEREN
IMPROVING THE QUALITY OF EMBEDDED SYSTEMS BY FORMAL DESIGN AND SYSTEMATIC TESTING
CE S.5008 CAA projectleider
Prof.dr. W.J. Fokkink totale 175,23 contracten Samenwerking onderzoek: Technische Universiteit Delft; Weidmüller BV inkomsten in k€ 91,00 toewijzing in k€
doelstelling Het betrokken bedrijf maakt een liftsysteem voor zware voertuigen. Het liftsysteem bestaat uit een aantal poten met op iedere liftpoot een kleine controller. De liftpoten regelen hun gelijke beweging via een zichzelf
configurerend netwerk. Het is lastig om uitbreidingen op het systeem te maken binnen de hoge betrouwbaarheidseisen. Doel was om formele methoden in te zetten bij het ontwerpen van dit soort embedded systemen. Een formeel model is een wiskundige beschrijving van een ontwerpspecificatie. Tools worden ingezet om het functionele gedrag van een formeel model geautomatiseerd te verifiëren. resultaat na 5 jaar 1) Een verbeterd ont-
werp van de embedded controller van het liftsysteem en de implementatie daarvan. 2) Verbeterde formele verificatiemethoden. 3) Formele analyse en verbeterd ontwerp van meerdere communicatieprotocollen en algoritmes. De samenwerking met het bedrijf loopt door, ook na afloop van het project. Het bedrijf is nu in staat zelfstandig modellen te bouwen en analyseren. Formele methoden kunnen goede ondersteuning leveren in het ontwerpproces van embedded controllers. Tool-ondersteuning maakt het mogelijk dit formele model eenvoudig en toch grondig te analyseren. De fouten die zo worden gevonden blijken vaak ontwerpfouten te zijn.
gebruiker(s) Shell SIEP BV, Rijswijk gebruiker(s) Hybro BV, Boxmeer /
gebruiker(s) Ministerie van Defensie /
Storteboom BV, Veghel / EPI Nederland BV, Halsteren / N.O.P., Someren
DMO, Den Haag / TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / NLR, Amsterdam / Add-controls, Amersfoort / NRG, Arnhem
95
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
D
THE DEVELOPMENT OF MICROMACHINED HUMIDITY SENSORS BASED ON A DIELECTRIC OF POROUS SILICON
TECHNIQUES FOR SHALLOW IMAGING AND REMOVAL OF NEARSURFACE EFFECTS
D E L.4694
DTW.4820
BCB
AAA
projectleider
Prof.dr. P.J. French totale 350,95 octrooien N L. 1018062 Capacitieve vochtsensor en een werkwijze voor het vervaardigen van capacitieve vochtsensor
projectleider
toewijzing in k€
toewijzing in k€
doelstelling Een shared dataspace is
doelstelling Luchtvochtigheidssensoren
doelstelling Seismische methoden
een computergeheugenruimte die door meerdere processen onafhankelijk
gebaseerd op een niet geleidende stof van poreus polysilicium zijn erg aan-
worden uitvoerig gebruikt om in de eerste kilometers van het aardopper-
gebruikt kan worden, bijvoorbeeld sensoren die metingen erin schrijven en programma’s die deze uitlezen. Doel
trekkelijk omdat ze makkelijk gemaakt kunnen worden in de al bestaande sensorindustrie. Een probleem is dat
vlak naar gas en olie te speuren. In de geotechniek ligt het interessegebied oppervlakkiger, namelijk in de eerste 50
van het project is het ontwikkelen van een shared dataspace architectuur, en het analyseren van software applicaties die bovenop zo’n architectuur ontwikkeld zijn. De benodigde analysetools hiervoor moesten ontwikkeld of aangepast worden.
dit materiaal moeilijk te stabiliseren is omdat het continu veroudert. Dit onderzoek heeft hiervoor een oplossing gevonden. Het idee dat de onderzoeksgroep leidde was dat zij temperatuureffecten op vochtigheidsmetingen kunnen verminderen, zodat zij poreus SiC kunnen gebruiken om sensoren voor ‘onvriendelijke’ omgevingen te kunnen maken.
meter of zelfs nog ondieper. De meeste energie die in seismisch onderzoek in de aarde gebracht wordt, komt terecht in golven die bij het aardoppervlak lopen. Helaas verstoren deze golven de reflecties uit grotere diepten en men is ze liever kwijt dan rijk. In dit project wordt een betere methode ontwikkeld om de oppervlaktegolven te elimineren. Ook zou deze methode een goed beeld kunnen geven van wat er zich in de ondiepe lagen bevindt.
CE S.5009 BAA projectleider
Dr. J.C. van de Pol totale toe347,41 contracten Overig: Technische Universiteit Delft; Thales Nederland BV inkomsten in k€ 36,00 wijzing in k€
resultaat na 5 jaar Er is een generiek model voor shared dataspaces ontwikkeld, waarin verschillende paradigma’s op een uniforme manier kunnen worden beschreven, waaronder Splice (Thales), opvolgers (4TEC) en JavaSpaces (SUN). Bovendien is een formeel model voor JavaSpaces ontwikkeld, waarop requirements automatisch geverifieerd kunnen worden door middel van model checking. Ook is een analysemethode voor data-abstractie ontwikkeld, geschikt voor semi-automatische
analyse van grootschalige dataspaces. De methode is geïmplementeerd in prototype tool, en toegepast op ver-
/ technische universitaire delft
FORMAL DESIGN, TOOLING, AND PROTOTYPE IMPLEMENTATION OF A REAL-TIME DISTRIBUTED SHARED DATASPACE
resultaat na 5 jaar De onderzoekers hebben luchtvochtigheidssensoren gemaakt gebaseerd op poreus polysilicium en poreus SiC. Resultaten laten zien dat we hierdoor de temperatuurgevoeligheid kunnen verminderen. Voor de sensoren gebaseerd op poreus SiC hebben we aangetoond dat ze bestand zijn tegen hoge temperaturen (~95*C) en hoge luchtvochtig-
schillende casestudies. Daarnaast zijn gedistribueerde model checking tools ontwikkeld, om grootschalige verificatie
heid (~95%). Daarnaast werken ze ook goed in ‘onvriendelijke’ omgevingen zoals in de motor van een auto. Ook kunnen deze sensoren bruikbaar zijn voor detectie van ammonia als de poreuze formatie-omstandigheden
uit te voeren op een cluster van PC’s.
aanpast worden.
gebruiker(s) Ministerie van Defensie/ DMO, Den Haag / Chess Information Technology BV, Haarlem / 4TEC, Den Haag / Océ-Technologies BV, Venlo
gebruiker(s) Mierij Meteo BV, De Bilt / Comon Invent BV, Delft / ESBE Nanoscale Technology Services, Delft
Dr.ir. G.C. Herman totale 4 2 6 , 5 0 contracten Geheimhouding: Technische Universiteit Delft; Schlumberger Cambridge Research
resultaat na 5 jaar Er is een methode ontwikkeld om verstrooiingseffecten te verwijderen. Deze methode is beter dan andere methodes die nu in gebruik zijn, en gebaseerd op een wiskundig model van golfvoortplanting die vlak bij de aardoppervlakte ligt. Deze methode is in een computerprogramma geïmple-
menteerd en succesvol toegepast op seismische data. De methode heeft veel aandacht getrokken op internationale conferenties. Op dit moment wordt de methode door een van de AIO’s verder ontwikkeld op MIT, zodat hij toepasbaar is op seismologie van aardbevingen. gebruiker(s) Schlumberger Cambridge
Research, Cambridge (Groot Brittannië) / Shell SIEP BV, Rijswijk / TNO Bouw en Ondergrond, Utrecht
96
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
LAGRANGIAN METHODS FOR SIMULATION OF TURBULENT REACTING FLOWS
WAVE PROPAGATION, REFLECTION AND LOCALISATION IN INHOMOGENEOUS MEDIA
CONTINUOUS SUPERCRITICAL MELT MICRONISATION, SCMM
SMART ART-SENSOR SYSTEMS
DTN.4852
DTN.4915
DWT.4939
D ET.5100
ABA
BAA
B BA
B BA
projectleider
projectleider
totale toewijzing in k€
Prof.dr.ir. P.J. Jansens tota585,16 contracten Bijdrage: Akzo Nobel Chemicals BV; Unilever R & D Vlaardingen; OcéNederland BV octrooien NL.1009988 Werkwijze voor het vervaardigen van een poeder uit zacht materiaal inkomsten in k€ 136,40
projectleider
totale toewijzing in k€
le toewijzing in k€
totale toewijzing in k€
doelstelling Bij veel industriële processen
doelstelling Het bestuderen van golf-
spelen turbulente stromingen met chemische reacties een grote rol. Er is in
propagatie in gelaagde wanordelijke media op zowel nanometer- als kilometerschaal. De toepassing op de nanometerschaal betreft de analyse van elektronentransport in gelaagde media
doelstelling Het doel van dit onderzoek is een proces te ontwikkelen voor het microniseren van zachte materialen als
doelstelling Dit is een Simon Stevin Meester project. Goedkope nieuwe sensorsystemen zullen worden ontwikkeld die kunnen worden gebruikt door kunstenaars. Hierbij kan gedacht worden aan schilderkunst, dans, muziek en
Prof.dr. D.J.E.M. Roekaerts 130,68
de industrie behoefte aan nauwkeuriger numerieke modellen om deze stromingen te kunnen beschrijven. Met behulp van deze modellen zal men installaties en apparatuur beter en sneller kunnen ontwerpen. In dit project zal daarom een nieuwe klasse numerieke modellen voor turbulente reagerende stromingen worden ontwikkeld. Hiermee kunnen verdelingen van snelheid, temperatuur en concentraties van stoffen in bijvoorbeeld chemische reactoren, ovens en branders worden berekend.
projectleider
Prof.dr.ir. C.P.A. Wapenaar 258,14
voor de verhoging van de gevoeligheid van magneto-resistieve apparaten voor grootschalige data-opslag. Op de kilometerschaal gaat het om de analyse van seismische golven in de aarde voor de verhoging van de resolutie van seismische beeldvormingsmethoden, onder andere voor de exploratie van fossiele brandstoffen. De mathematische beschrijvingen van de fenomenen op beide schalen zijn vergelijkbaar.
resultaat na 5 jaar Een computerprogram-
ma voor de berekening van turbulente stromingen met behulp van Large Eddy Simulatie (LES) is ontwikkeld. Het programma is getest op de stroming bij een modelbrander en is ook gebruikt voor simulatie van andere stromingen. Een tweede belangrijk resultaat is een nieuw theoretisch model voor de efficiënte en accurate representatie van de invloed van kleine-schaal turbulente op het verbrandingsproces (stochastic field method). Na afloop van het project is dit model geïmplementeerd en getest. Het project heeft niet geleid tot numerieke modellen die nu al gebruikt worden in de industrie. De ontwikkeling van LES voor reagerende stromingen gaat echter nog steeds verder, ook in vervolgprojecten binnen de eigen onderzoeksgroep. gebruiker(s) Gasunie, Groningen / Philips Centre for Manufacturing Technology, Eindhoven / Cyclone Fluid Dynamics BV, Waalre / Akzo Nobel Chemicals BV, Arnhem / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam
resultaat na 5 jaar De studie op nanometer-
schaal leidde tot een beter begrip van de overgang van ballistische naar diffuse golfpropagatie in gelaagde wanordelijke media. De relatie tussen de energiedichtheid van de diffuse golf en de materiaaleigenschappen van het gelaagde medium zijn met een eenvoudig fysisch model weer te geven. De analyse op kilometerschaal leidde tot een nieuwe methode om passieve seismische metingen van signalen, van natuurlijke ruisbronnen in de ondergrond om te zetten in seismische reflectiemetingen. De methode is met succes toegepast op passieve metingen die door Shell in een testveld zijn opgenomen. Binnenkort wordt dezelfde methode getest op passieve seismische metingen en opgenomen in het zgn. Lofar project (www.lofar.nl). gebruiker(s) KNMI, De Bilt / TNO Bouw
en Ondergrond, Utrecht / Shell SIEP BV, Rijswijk / Fugro-Jason Netherlands bv, Leidschendam / BP Nederland Energie BV, Den Haag
polymeren en vetten. resultaat na 5 jaar Zachte materialen als
vetten en polymeren kunnen door conventionele technologie als bijvoorbeeld jet-milling en cryogeen malen slechts met moeite worden gemicroniseerd. De afmeting van de deeltjes wordt daarbij niet lager dan enige micrometers en beide technieken gaan gepaard met een hoog energieverbruik en daarmee ook hoge kosten. Zachte materialen hebben vaak een relatief laag smeltpunt. Door de zachte materialen nu eerst te smelten en er onder druk CO2 in op te lossen wordt de viscositeit verlaagd. Daardoor wordt het mogelijk de smelt te versproeien in fijne druppels, die snel afkoelen en een vast poeder vormen. Het microniseren van laag-viskeuze smelten (vetten) vindt plaats aan het laboratorium voor Apparatenbouw van de TU Delft. Aan de afdeling Technische Scheikunde van de RU Groningen worden hoog-viskeuze smelten (polymeren) gemicroniseerd. gebruiker(s) Akzo Nobel Chemicals BV,
Arnhem / Unilever R & D, Vlaardingen / FeyeCon D&I BV, Weesp / Holland Colours NV, Apeldoorn / Hydro Gas and Chemicals, Höningen (Duitsland) / OcéNederland BV, Venlo
Prof.dr.ir. G.C.M. Meijer 514,93
multi-media optredens. Een belangrijk aandachtspunt in het onderzoek is de mens-computer interface. Er zal worden voortgebouwd op reeds aanwezige kennis van capacitieve sensorsystemen. Naast een capacitief systeem voor positiebepaling zal ook een sensorsysteem ontwikkeld worden waarmee bewegingen in 3 dimensies gevolgd kunnen worden. resultaat na 5 jaar Verschillende capacitie-
ve sensorsystemen zijn ontwikkeld voor het bepalen van de positie van een persoon. Dit betreffen 1-D en 2-D systemen. Als demonstratie van de technologie is een van deze systemen toegepast in een interactief schilderij. Verder zijn er contacten met het Amsterdam Cyber Theatre. Overigens reiken potentiële toepassingen verder dan alleen de wereld van de kunst. Voor het 3-D volgsysteem is gekozen is voor gebruik van ultrageluid. De architectuur van het systeem is inmiddels beschreven en er zijn the oretische modellen ontwikkeld om uit de verschillende signalen de juiste positie te kunnen berekenen. Voor de verdere ontwikkeling van het systeem, wordt een vervolgproject opgestart. gebruiker(s) Philips Electronics Nederland BV, Eindhoven / Smartec BV, Breda / Roessingh Research and Development, Enschede / VARTEC NV,
Gent (België) / Xsens Technologies BV, Enschede
97
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
DEVELOPMENT OF POST PROCESSING MICROMACHINING MODULES FOR INTEGRATED SENSOR AND ACTUATOR APPLICATIONS
ABSOLUTE INTERFEROMETRIC SURFACE PROFILING WITH ANGSTROM ACCURACY
DEVELOPMENT OF MONOLITHIC STIRRER REACTORS: OPERATIONAL CHARACTERISTICS AND SCALE-UP METHODS
ADOPT: SEQUENTIAL APPROXIMATE DESIGN OPTIMIZATION INCLUDING UNCERTAINTIES, DISCONTINUITIES AND DISCRETE DESIGN VARIABLES
D M F.5103
D M R.5189
D PC.5204
DWO.5238
BAA
C CA
BCB
BCC
projectleider
projectleider
Prof.dr.ir. J.J.M. Braat totale 6 5 0 , 4 6 contracten B i j d r a g e : AS M L N e t h e r l a n d s B V ; inkomsten in k€ 51,37
projectleider
toewijzing in k€
Prof.dr. J.A. Moulijn totale 6 6 4 , 0 2 contracten Bijdrage: DSM Research BV octrooien P CT.N L9 8/00011 Monolietreactor inkomsten in k€ 18,16
projectleider
toewijzing in k€
toewijzing in k€
totale toewijzing in k€
doelstelling Voor de productie van
doelstelling Dit project is een vervolg van
doelstelling In 1996 is er door de groep
doelstelling Het onderzoek was erop
microsensoren, -actuatoren en andere microdevices zijn speciale micromachi-
DTN.2642. Toekomstige generaties computerchips worden waarschijnlijk
in Delft een nieuw type reactor ontwikkeld: de ‘Monolithic Stirrer Reactor’.
gericht methoden en tools te ontwikkelen voor op simulatie gebaseerd opti-
ning stappen nodig. Als dit achteraf gedaan wordt, is compatibiliteit met de cleanroom niet meer van belang. Het doel van dit project is onderzoek naar en ontwikkeling van procesmodulen voor post- (en pre-) processing bij lage temperatuur (onder 400ºC). Materiaaleigenschappen, zoals de mechanische spanning en de compatibiliteit van elektronica met standaard IC devices zijn belangrijk.
gemaakt met extreem ultraviolet (EUV) licht met een golflengte van 13 nm. Optische lenzen kunnen dan niet meer
Deze reactor bestaat uit blokken monolitische maar poreuze katalysatoren bevestigd aan een horizontaal
maal ontwerpen. Het doel was om te komen tot een ontwikkelomgeving voor sequentieel benaderend optimaliseren
worden gebruikt in de chipmachines, omdat het EUV licht door glas wordt geabsorbeerd. In plaats van lenzen zullen spiegels worden gebruikt. Deze moeten echter een op de nanometer nauwkeurige kromming hebben. In dit project zal een absolute interferometer worden gebouwd waarmee de vorm van een EUV spiegel met een nauwkeurig-
(sequential approximate optimization, SAO), die gemakkelijk is te gebruiken voor praktische toepassingen en eenvoudig is uit te breiden om te voldoen aan toekomstige behoeften.
resultaat na 5 jaar Het gekozen studie-
heid van 0.1 nm gemeten kan worden.
materiaal is SiC, omdat dit geschikt is voor post-processing oppervlakte micromachining. De elektrische, optische en mechanische eigenschappen van SiC lagen zijn uitgebreid bestudeerd waardoor de eigenschappen van lagen gecontroleerd kan worden met de depositieparameters. Verder zijn verschillende devices gefabriceerd met standaard IC’s compatibel proces: laterale accelerometers, 3-D accelero-
resultaat na 5 jaar Een absolute interferometer is gebouwd en de werking is gedemonstreerd aan een testspiegel. De eerste resultaten zijn veelbelovend. Verder is software ontwikkeld waarmee de metingen kunnen worden geanalyseerd. Om de vereiste nauwkeurigheid van 0.1 nm te halen is ook een nieuwe golffrontsensor ontwikkeld. Deze sensor moet echter nog verder getest
of verticaal draaiende as. Deze reactorconfiguratie heeft in potentie een aantal voordelen ten opzichte van de klassiek geroerde slurry reactoren, met als belangrijkste voordeel de makkelijke scheiding van het reactiemengsel en de katalysator. Doel van het onderzoek is experimenteel de operationele eigenschappen van de monolithische roerder te bepalen en deze vervolgens te gebruiken om tot een betrouwbaar reactormodel te komen.
meters, Gyroscopen, druksensoren en RF-schakelaars. Verder zijn de mogelijkheden van opto-elektronische toepassingen van SiC bestudeerd. Procesmodules ontwikkeld in dit project hebben geleid tot nieuwe
worden. Een octrooi op de nieuwe interferometer is inmiddels toegekend. De bij het onderzoek betrokken bedrijven zijn geïnteresseerd, maar het is op dit moment nog niet duidelijk of men de interferometer ook daad-
mogelijkheden binnen DIMES en nieuwe onderzoeksprojecten.
werkelijk wil gaan gebruiken. Hiervoor is waarschijnlijk eerst nog een vervolgproject nodig.
wordt steeds meer toegepast in de laboratoriumomgeving (TUD, UVA, UU) en vanuit de industrie is er belangstelling getoond. De verwachting is dat dit reactortype in de toekomst ook voor de beoogde retrofitting gebruikt zal
gebruiker(s) Carl Zeiss, Oberkochen
worden. De reactor is gepatenteerd door TUD, gefinancierd door DSM.
Prof.dr. P.J. French 1.003,14
totale
gebruiker(s) Xensor Integration BV, Delft / Texas Instruments Holland BV, Almelo / Philips Research, Eindhoven / Comon Invent BV, Delft / Melexis R&D Center, Tessenderlo (België) / EnablingM3, Dordrecht / ESBE Nanoscale Technology Services, Delft
(Duitsland) / TNO Industrie en Techniek, Delft / ASML Netherlands BV, Veldhoven / Philips Applied Technologies, Eindhoven
resultaat na 5 jaar De ‘monolithic stirrer’ of monolithische roerder wordt gezien als een alternatief voor slurry reactoren. De mogelijkheden voor retrofitting van een bestaande tankreactor maakt de monolithische roerder reactor aantrekkelijk voor de productie van fijnchemicaliën. De monolithische
roerder reactor kan worden toegepast in verschillende heterogeen gekatalyseerde reacties. Het reactortype
gebruiker(s) Akzo Nobel Central
Research BV, Arnhem / Akzo Nobel Eka Chemicals AB, Bohus / DSM Research BV, Geleen
Prof.dr.ir. F. van Keulen 571,34 contracten Licentie: Technische Universiteit Delft; TNO Industrie en Techniek; Licentie: Technische Universiteit Delft; Technische Universiteit Eindhoven; Dutch Space BV
resultaat na 5 jaar Het onderzoek is succesvol geweest. Er zijn methoden ontwikkeld voor optimalisatieproblemen met een numeriek analysemodel in het proces, gekarakteriseerd door onzekerheden in parameters, ontwerpvariabelen en/of responsies, of door discrete ontwerpvariabelen. Er is een op Python gebaseerde, open ontwikkelomgeving gecreëerd waarin SAOstrategieën geïmplementeerd kunnen worden en waarmee een verbinding gelegd kan worden met externe modellen en routines. Twee bedrijven evalueren momenteel de ontwikkelde software onder een testlicentie. Andere leden van de gebruikerscommissie hebben interesse getoond
voor een dergelijke licentie in de nabije toekomst. gebruiker(s) Dutch Space BV, Leiden /
Philips Optical Storage, Eindhoven / TNO Industrie en Techniek, Delft / Paragon Nummerical Engineering, Eindhoven / ASML Netherlands BV, Veldhoven / ABAQUS Benelux BV, Huizen / CQM BV, Eindhoven / NLR, Emmeloord / Lightweight Structures BV, Delft / Airborne Composites BV, Leidschendam
98
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
DEDICATED SMART ADMITTANCE-SENSOR SYSTEMS
PROBABILISTIC AND STOCHASTIC MODELLING OF LOWLAND RIVER MORPHOLOGY
HIGH THROUGHPUT ELECTRON LITHOGRAPHY WITH THE ‘MAPPER’ CONCEPT
BIOSEPARATIONS USING SURFACTANT AIDED GEL FILTRATION EQUIPMENT (BIOSAFE)
D M R.5294
DCB.5302
D M M.5333
D PC.5359
CCB
BBB
C BA
CCC
projectleider
Prof.dr.ir. G.C.M. Meijer 500,65 contracten Samenwerking onderzoek: TUD; Shell S I E P B V ; O p t i e : T U D ; R o ck w o o l / Grodan BV; Licentie: Martil Instruments octrooien A Capacitive SoilWater-Content for High Conductive Medium inkomsten in k€ 123,02
projectleider
totale toewijzing in k€
totale toewijzing in k€
doelstelling Meten van het frequentie-
doelstelling Doel was het kwantificeren
afhankelijk gedrag van elektrische stromen in een geleidend medium kan
projectleider
projectleider
zing in k€
Wielen
doelstelling Een haalbaarheidsstudie van een nieuw concept voor elektronenlithografie met hoge schrijfsnelheid.
doelstelling Het project beoogt het
van de onzekerheid in het dynamische gedrag van de rivierbodem. In de
informatie geven over de samenstelling van dit medium. Een belangrijke grootheid om dit gedrag te beschrijven is de
afgelopen jaren is een reeks modellen ontwikkeld om rivierkundige processen te beschrijven. De rivier is echter van
Met optische lithografie wordt het bij iedere nieuwe generatie IC’s steeds moeilijker om kleinere patronen te
impedantie en de daaraan gerelateerde admittantie. In dit project zullen meettechnieken en slimme sensoren ontwikkeld worden waarmee de admittantie op een eenvoudige manier gemeten kan worden. Uit deze metingen kunnen bijvoorbeeld samenstelling, vochtgehalte, vervuiling, viscositeit en andere fysische eigenschappen worden bepaald.
nature een dynamisch en onvoorspelbaar systeem. Dit leidt tot onzekerheden in voorspellingen. Om de onzekerheidsbronnen te identificeren en hun bijdrage aan de totale onzekerheid inzichtelijk te maken, is een stochastische modelaanpak nodig, die ons in staat stelt de bandbreedte van mogelijke morfologische veranderingen, de waarschijnlijkheid daarvan en de kans op ongewenste ontwikkelingen vast te stellen.
schrijven. Met e-lithografie kunnen zeer kleine structuren worden geschreven, maar de schrijftijd is onaanvaardbaar lang. In dit project wordt de mogelijkheid onderzocht de schrijfsnelheid te verhogen door zeer veel elektronenbundels parallel te laten werken. Er worden experimenten uitgevoerd aan een zogenaamde. converter plate, een array van electronen veld emitters dat met gepulst licht geschakeld kan worden. Het principe is bekend uit een ander vakgebied maar onzeker is of de gecreëerde elektronenbundels voor lithografie geschikt zijn.
van biofarmaceutische eiwitten) door het integreren van micellaire systemen en gelfiltratie (ofwel size exclusion chromatography, SEC). SEC wordt in de praktijk gebruikt om bv. de monomere vorm van het biofarmaceutische eiwit van de multimere vorm te zuiveren. Door het gebruik van goedkope micellen kan op de zeer dure chromatografische vaste fase en eluent gebruik worden bezuinigd, wanneer het geïntegreerde systeem in een Simulated Moving Bed (SMB) wordt uitgevoerd. Noodzakelijk inzicht in fundamenteel micellair gedrag plus chromatografisch systeemgedrag is nodig.
resultaat na 5 jaar Het project heeft zich
gericht op twee specifieke toepassingen die interessant waren voor de bij het onderzoek betrokken bedrijven. De ene toepassing bestond uit de ontwikkeling van een systeem voor het meten van het vochtgehalte in substraten die worden gebruikt in de tuinbouw om planten op te laten groeien. De andere toepassing is de ontwikkeling van een sensor voor een catheder waarmee de viscositeit van bloed in het hart van een patient kan worden gemeten. Hiermee kunnen hartproblemen vroegtijdig worden opgespoord en voorkomen. In beide gevallen liep het onderzoek parallel aan ontwikkeltrajecten bij de bedrijven zelf. Met de bedrijven zullen naar verwachting licentie overeenkomsten worden gesloten. gebruiker(s) Eco Chemie BV, Utrecht / Xensor Integration BV, Delft / Grodan BV, Roermond / Martil Instruments, Heiloo
Prof.dr.ir. H.J. de Vriend 249,11
resultaat na 5 jaar Geïllustreerd is hoe een stochastische modelbenadering kan bijdragen aan de identificatie van en de afweging tussen verschillende inrichtingsalternatieven van de rivier en hoe deze kan dienen ter ondersteuning van het operationele beheer en onderhoud van de rivier. Het onderzoek leidde tot een door Rijkswaterstaat gefinancierd project, waarin de invloed van pakketten van rivierverruimende maatregelen stochastisch is onderzocht. De omkering in het denken, die nodig is om de resultaten optimaal te
gebruiken, zal wel enige tijd vergen. gebruiker(s) Rijkswaterstaat, Arnhem /
Royal Haskoning BV, Nijmegen / WL Delft Hydraulics, Delft / HKV Lijn in water, Lelystad / RIZA, Arnhem
Prof.dr.ir. P. Kruit totale toewij687,33 contracten Letter of intent en overdracht: TUD; Mapper Lithography BV; octrooien PCT.NL98/00297 Lithography system; PCT.NL00/00657 Field emission photocathode array ...; PCT.NL 02/00541 Lithography system comprising a converter plate...; PCT.NL00/ 00658 Field emission photocathode array...; PCT.NL03/00206 Direct write lithography system inkomsten in k€ 94,39
resultaat na 5 jaar Er is een grote exper-
tise opgebouwd in het analyseren van elektronen lithografie concepten, zodat een verbeterd ontwerp kon worden gemaakt zonder converter plate. De kritische onderdelen van dit ontwerp werden gemaakt en getest. Het betrof een array van miniatuur elektronenlenzen die het homogene magneetveld uit het oorspronkelijk ontwerp moet vervangen. In de loop van het project werd het bedrijf MAPPER Lithography opgericht dat ruim 4 Meuro aan Venture Capital en TS-subsidie binnenhaalde
Prof.dr.ir. L.A.M. van der 9 87,01 contracten Bijdrage: Bird Engineering; Geheimhouding: Diosynth BV octrooien PCT.04/000445 Separation method for bioparticles (Virus-removal) inkomsten in k€ 101,45 tot ale toewijzing in k€
verhogen van de effectiviteit van bio scheidingen (bijvoorbeeld opzuiveren
resultaat na 5 jaar Fundamenteel inzicht
in micellair gedrag is verkregen en ontwerpregels voor het uitvoeren van geïntegreerde micellaire – chromatografische zuiveringssystemen is ontwikkeld. De scheidingen zijn uitgevoerd zowel met modeleiwitten, om te testen, als ook met industrieel relevante systemen als monoclonale antilichamen en virus verwijderingsstudies, welke zijn aangedragen door de gebruikers. Een werkzaam, compact SMB systeem is ontwikkeld
wat voor een groot deel werd ingezet voor deze haalbaarheidsstudie.
en gepatenteerd. Eveneens is een combinatie van micellen met membranen ontwikkeld, welke eveneens een significante verhoging van de scheidingsperformance bewerkstelligt.
gebruiker(s) Mapper Lithography BV, Delft
gebruiker(s) Diosynth BV, Oss /
Amersham Pharmacia Biotech AB, Uppsala (Zweden) / TLS, Haarlem / Univalid Management and Development BV, Leiden
99
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
E / technische universiteit eindhoven
BUILDING BLOCKS FOR DIGITAL ENHANCED CORDLESS TELECOMMUNICATIONS SYSTEMS
ARCHITECTURAL MODELING OF EMBEDDED SYSTEMS (AIMES)
SCHADE IN SOLDEERVERBINDINGEN VEROORZAAKT DOOR THERMO-MECHANISCHE BELASTING
E E L.4869
EWI.4877
EWT.4924
C BA
C BA
BAA
projectleider
P r o f . d r. i r. A . H . M . v a n 249,66
projectleider
Prof.dr.ir. J.F. Groote 555,02
totale
projectleider
Prof.dr.ir. M.G.D. Geers 749,28 contracten Bijdrage: TNO Industrie en Techniek inkomsten in k€ 158,83
toewijzing in k€
totale toewijzing in k€
doelstelling Het doel van bovengenoemd
doelstelling Het verbeteren van de kwa-
doelstelling In het project wordt numeriek
project is de ontwikkeling van generieke bouwblokken voor gemengde
liteit van software-intensieve systemen. Er is gekeken naar wiskundige methoden om deze grootheden te beschrijven en naar ontwerpmethoden de kwaliteit van software te garanderen. Er was
en experimenteel de betrouwbaarheid onderzocht van soldeervebindingen
aandacht voor modellen en methoden die door softwarearchitecten ingezet kunnen worden bij het nemen van beslissing voor zowel de korte als de lange termijn.
microstructuren, viscoplastische vervormingen en intrinsieke thermische en mechanische anisotropieën van deze
Roermund
totale toewijzing in k€
(analoge en digitale) signaal processing die geschikt zijn voor single-chip implementaties voor Digital Enhanceced Cordless Telecommunications (DECT) systemen. Een nieuwe systeem architectuur dient te worden ontwikkeld waarbij het radio-frequent (RF) deel wordt geïntegreerd met het base-band deel. resultaat na 5 jaar IC’s zijn gerealiseerd
en geëvalueerd. Principes blijken te werken. De kennis wordt nu gebruikt bij het ontwerpen van de nieuwe communicatieproducten bij Sitel Den Bosch (voorheen National Semiconductors.) De promovendus heeft nu een baan bij Philips Research waar hij zjn kennis goed kan gebruiken bij het definiëren en uitwerken van andere, gerelateerde, ICs. Een vervolgtraject is gestart in samenwerking met Philips Semiconductors. Dit project streeft naar een generiek RF-platform waarbij een bibliotheek van programmeerbare bouwblokken wordt gerealiseerd voor het snel ontwerpen van nieuwe transceivers. gebruiker(s) National Semiconductor BV,
’s Hertogenbosch / Philips Semiconductors, Eindhoven / Philips Research, Eindhoven
resultaat na 5 jaar Eén proefschrift behandelt scenariotechnieken, bedoeld om in een vroeg stadium rekening te houden met veranderende kwaliteitseisen aan software. Het andere behandelt methoden voor het modelleren en ontwerpen van softwarearchitecturen, waarbij het
evalueren en garanderen van bepaalde klassen van kwaliteitseisen centraal staat. Binnen Philips Research en Philips Medical systems worden stappen ondernomen om de ontwikkelde methoden in het huidige softwareontwikkelproces te integreren. Vanuit het ‘Laboratory for Quality of Software’ aan de TU/e is het initiatief genomen om software-tools te ontwikkelen die deze integratie moet vereenvoudigen. Hiertoe is een vervolgproject van start gegaan, waarin twee postdocs en een programmeur de methoden van AIMES
die worden gebruikt in de microelektronica. Het project richt zich op het ontstaan en de ontwikkeling van
materialen. Zowel aan het klassieke Sn-Pb soldeer als aan enkele nieuwe loodvrije kandidaten en Sn_Ag_Cu in het bijzonder zullen thermomechanische analyses worden uitgevoerd. resultaat na 5 jaar Het project heeft een
belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling en gebruik van de nieuwe generatie loodvrije soldeerverbindingen. De resultaten hebben de industriële partners inzicht verschaft in de relatie tussen de microstructuren en hun thermomechanische betrouwbaarheid in soldeerverbindingen. De resultaten zijn van belang voor nieuwe en bestaande soldeertechnologieën waar SAC-soldeer toegepast wordt, voor de processing condities bij SAC-soldeerverbindingen en voorspelling van de levensduur van micro-elektronische componenten die onderhevig zijn aan thermomechanische vermoeiingseffecten in de soldeerverbindingen.
implementeren en verder ontwikkelen. gebruiker(s) Philips Centre for gebruiker(s) Ministerie van Defensie -
DMO, Den Haag / Philips Research, Eindhoven / Twente Institute for Wireless and Mobile Communications BV, Enschede / CIBIT, Bilthoven / Sioux, Son / ASML Netherlands BV, Veldhoven / LogicaCMG, Eindhoven / Océ-Nederland BV, Venlo / Philips Medical Systems Nederland BV, Best
Manufacturing Technology, Eindhoven / TNO Industrie en Techniek, Eindhoven / Philips Semiconductors, Eindhoven / Thales Nederland BV, Hengelo
100
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
MODELLERING VAN HET VERBRANDINGSPROCES IN EEN DIRECTE INJECTIE DIESELMOTOR
FORSIM: FAST OXIDATION REACTIONS IN SI-TECHNOLOGY BASED MICROREACTORS
SPECIFICATION TOOLING FOR EMBEDDED SOFTWARE COMPONENTS
ANALYSIS AND SYNTHESIS OF EMBEDDED SYSTEMS WITH DISCRETE AND CONTINUOUS CONTROL
EWE.5125
E FC.5134
E E S.5141
E E S.5173
CBB
BAA
C CA
BAA
projectleider
Prof.dr.ir. R.S.G. B aert 1.825,39 contracten Bijdrage: PD&E Automotive Solutions BV; Shell Global Solutions International BV; Wärtsilä Nederland BV; TNO Industrie en Techniek; DAF Trucks NV; Paul Scherrer Institut; Oronite European Technical Center inkomsten in k€ 368,72
projectleider
projectleider
projectleider
totale toewijzing in k€
totale toewijzing in k€
in k€
Bosch
doelstelling In de komende jaren zullen
doelstelling Het project had bij de start
doelstelling Componententechnologie
doelstelling Regelingen worden tegen-
steeds strengere eisen worden gesteld aan de uitstoot van stikstofoxides en
twee doelstellingen: het opbouwen van een in Nederland volledig ontbrekende
woordig door digitale processors in software geïmplementeerd. Dit geeft
roetdeeltjes door dieselmotoren. Doel is de ontwikkeling en validatie van een numeriek model dat de vorming van vervuilende stoffen beschrijft in de zwaardere dieselmotoren. Voor de validatie van het model zal gebruik gemaakt worden van geavanceerde laserdiagnostiek. De inzichten, modellen en diagnostiek uit dit project zijn naar verwachting onmiddellijk inzetbaar bij de ontwikkeling van nieuwe schonere motoren.
expertise op het gebied van microchemische systemen en hun toepassingen, én het ontwerp en het maken van een microreactor in silicium voor de productie van synthesegas via katalytische partiële oxidatie (CPO) van methaan. Tijdens het project is op advies van de GC de laatste doelstelling omgebogen naar het ontwerp en de fabricage van een microreactor voor het bestuderen van de reactiekinetiek van de CPO
wordt gebruikt in een toenemend aantal industriële embedded systemen. Interfaces tussen de componenten spelen een sleutelrol. Voor samenwerking tussen componenten zijn goede interfacespecificaties nodig. Het doel van het project is semantiek en tooling voor de ISpec specificatiemethode voor interfaces te ontwikkelen. ISpec is binnen Philips op heuristische wijze ontstaan. Dit project onderbouwt de ISpec-methode met een semantiek en bouwt aan ondersteunend gereedschap.
Prof.dr.ir. J.C. Schouten 789,32 contracten Bijdrage: ECN Shell International Oil Products BV inkomsten in k€ 45,36
Dr. R. Kuiper totale toewijzing 264,16 inkomsten in k€ 160,00
sten in k€
reactie. resultaat na 5 jaar Het project resulteerde
in unieke experimentele faciliteiten om het verbrandingsproces in een dieselmotor te bestuderen. Hiermee zijn datasets over de vorming van NO en roetdeeltjes in een werkende motor verkregen. Ook de hoge-druk brandstofinspuiting is uitgebreid bestudeerd. Het numerieke model is op dit moment nog niet geschikt voor praktische toepassing door motorontwikkelaars. De huidige mogelijkheden zullen echter wel worden gedemonstreerd. Het is de bedoeling om deelmodellen in te bouwen in het veelgebruikte commerciële rekenpakket Star-CD. gebruiker(s) DAF Trucks NV, Eindhoven /
Koninklijk Instituut voor de Marine, Den Helder / E.P. Controls BV, Roden / Shell Global Solutions, Hamburg (Duitsland) / Cyclone Fluid Dynamics BV, Waalre / Paul Scherrer Institut, Villingen (Zwitserland) / TNO Industrie en Techniek, Delft / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam / PD&E Automotive Solutions BV, Helmond / Wärtsilä Nederland BV, Zwolle / Oronite European Technical Center, Vondelingenplaat Rt
Prof.dr.ir. P.P.J. van den 350,45 inkom114,00
totale toewijzing in k€
flexibiliteit en onderhoudbaarheid. Tot op heden werden het systeem en zijn regelingen enerzijds en de software en processors anderzijds apart ontwikkeld. Beter en betrouwbaarder is het als de interacties ook worden meegenomen. Dit vereist een ‘taal’ of een model dat het belangrijkste relevante gedrag kan beschrijven van zowel systeem, regelaar, software en hardware. Dit project heeft bijgedragen zo’n model en taal te ontwikkelen en toe te passen.
resultaat na 5 jaar Er is een semantiek en resultaat na 5 jaar Het project leverde
nieuwe inzichten en procedures voor het ontwerp en de fabricage van katalytische gasfase-microreactoren met silicium als basismateriaal. Het bleek niet mogelijk te voldoen aan de eisen met betrekking tot de katalysatortemperatuur voor CPO met het in het projectvoorstel geschetste ontwerp. Daarom is het microreactorontwerp aangepast. De microreactor bevat nu low-stress sliciumnitridebuisjes met geplooide zones, die als verwarmingselement en katalysatordrager zijn opgehangen in het microkanaal. Deze reactoren zijn gedurende minstens een week stabiel bij temperaturen boven 1100K, zodat ze zeer geëigend zijn voor kinetische studies van hoge temperatuur katalytische reacties. Voor een ruime utilisatie moeten nog wel goedkopere en snellere fabricagetechnieken worden ontwikkeld. gebruiker(s) Shell International Oil
Products BV, Amsterdam / ECN, Petten
een tool ontwikkeld. De Arkas Software Engineering studentenwerkgroep heeft de tool verregaand ontwikkeld: Het is geconverteerd naar het NET framework, geschikt voor gebruik met Visio2003 en gedocumenteerd. De tool is ingebracht bij LaQuSo en wordt toegepast bij cursussen voor ISpec binnen Philips. Mogelijkheden voor toepassingen bij Philips Semiconductors, Philips Medical en Océ worden verkend. Daarnaast zijn er contacten met ASML. gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven
/ Océ-Technologies BV, Venlo
resultaat na 5 jaar Er is een nieuwe
manier gevonden uit meetdata de discrete ‘mode’ van een systeem of softwareproces te schatten. HyPA, een hybride procesalgebra, is ontwikkeld waarin softwareprocessen maar ook fysische systemen en regelaars consistent worden beschreven. Voor zeer eenvoudige fysische modellen is analyse mogelijk. De afstand tussen systeemtheorie en procesalgebra is gereduceerd, maar nog niet verdwenen. Het plaatsingsproces van een Assembleon pick-and-place machine werd geanalyseerd in HyPA. Hierdoor kon het ontwerp van de besturingssoftware worden verbeterd. De besturing is sneller gemaakt. Dit is een uitbreiding van de systeemtheorie. gebruiker(s) Philips Centre for Industrial
Technology, Eindhoven / Océ-Nederland BV, Venlo
101
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
MODELLING AND PERFORMANCE ANALYSIS OF TELECOMMUNICATION SYSTEMS
EXPLOITING CATALYST PARTICLE AGGLOMERATION AND PARTICLEBUBBLE-ADHESION FOR IMPROVEMENT OF SLURRY BUBBLE COLUMN PERFORMANCE
SNELLE NAUWKEURIGHEIDSANALYSE VAN MEERASSIGE MEET- EN BEWERKINGSMACHINES
INTEGRAL OPTIMISATION OF THE TRANSMITTER FOR THIRD GENERATION WIRELESS COMMUNICATION
E E S.5202
E PC.5239
EWO.5423
E ET.5580
CAA
C BA
BBB
CCB
projectleider
Prof.dr.ir. J.C. Schouten 1.168,61 contracten Bijdrage: DSM Research BV; Shell Research and Technology Centre; Akzo Nobel; Sasol PDT inkomsten in k€ 192,60
projectleider
totale toewijzing in k€
totale toewijzing in k€
Prof.dr.ir. P.H.J. Schellekens 302,10 octrooien NL.1020741; Werkwijze en inrichting voor het vaststellen van positioneringsonnauwkeurigheden van een meerassige bewerkingsmachine
p r o j e c t l e i d e r P r o f . d r. i r. A . H . M . v a n Roermund totale toewijzing in k€ 651,84 contracten Overdracht: Philips Electronics Nederland BV; Technische Universiteit Eindhoven octrooien PCT.04/ 000506 Amplifying circuit comprising an envelope modulated limit cycles modulator circuit inkomsten in k€ 37,61
doelstelling De focus van dit project ligt op methodologie voor prestatiemodellering van telecommunicatiesystemen.
doelstelling Het doel van het project is het begrijpen en benutten van de verschijnselen katalysatoragglomeratie
doelstelling Doel is modellen en
doelstelling Doel is een vermogens-
Het doel is om formalismes, prestatieanalysetechnieken, gereedschappen en methoden voor prestatiemodellering
en katalysator-gasbel-adhesie voor optimalisatie van slurrie-bellenkolommen. Te ontwikkelen modellen voor de
meettechnieken te ontwikkelen om afwijkingen in meerassige meet- en bewerkingsmachines te kunnen vaststellen tijdens het gebruik in de productieomgeving. De verwachting is
efficiënte en tegelijkertijd ook lineaire vermogensversterker te ontwikkelen die de antenne aanstuurt in derde-generatie communicatieapparatuur. Probleem daarbij is de niet-constante omhullende
en architectuurverkenning op systeemniveau te ontwikkelen. Dit maakt het voor systeemontwerpers mogelijk om in een vroeg stadium van het ontwerptraject gefundeerde ontwerpbeslissingen te nemen. Specifiek voor dit project is het gebruik van procesalgebraïsche technieken om de semantiek van de diverse modellen te doorgronden.
relevante interactiekrachten, dienen een voorspelling te geven van de invloed van katalysatordeeltjes op de hydrodynamica en de stofoverdracht in een slurrie-bellenkolom. Om de toepasbaarheid voor industriële omstandigheden te waarborgen, wordt ook aandacht besteed aan opschalingsen drukeffecten.
dat de bewerkingsonnauwkeurigheid van producten met een factor 3 tot 5 gereduceerd kan worden. Voor de
van het uitgezonden signaal waardoor de versterker lineair moet zijn.
benodigde meettijd wordt eeen reductie met een factor 10 verwacht in vergelijking met huidige meetmethoden.
resultaat na 5 jaar De in het project ontwikkelde formalismes, technieken, gereedschappen en methoden zijn in een groot aantal casestudies toegepast, grotendeels bij de idustriële partners TNO, IBM, Alcatel en Philips, waaronder het sliding window protocol, prestatiemodellering van DECT protocol, een netwerkprocessor en een internetrouter, verkenning van de ontwerpruimte van een picture-in-picture TV applicatie.
resultaat na 5 jaar Bestaande modellen voor cohesie en adhesie zijn verbeterd, rekening houdend met de porositeit van katalysatordeeltjes. Wat betreft de hydrodynamica in bellenkolommen kunnen katalysatordeeltjes coalescentie van bellen zowel bevorderen als belemmeren. Tot nu toe is alleen voor koolgedragen katalysatoren in water een sterke coalescentieremming vastgesteld. Stofoverdrachtversnelling kan
resultaat na 5 jaar Een architectuur is gevonden, waarbij een bekend principe uit de vermogensversterkerhoek (EER: envelope elimination and restoration) is gecombineerd met een asynchroon modulatieprincipe. Beide principes zijn op zich al bekend, maar wel in verschillende gebieden. Elk principe op zich heeft problemen die de toepassing in de weg staan. De combinatie is nieuw en combineert de voordelen van de twee principes terwijl zij elkaars problemen oplossen. Er is een patent ingediend en ondertussen verkocht aan Philips. Een vervolgproject is gestart dat de implementatie in meer detail bekijkt. De constraints die door de beperkingen bij IC-implementatie wor-
Deze casestudies gaven waardevolle inbreng om prestatiegerelateerde kwesties te onderscheiden en theorie
optreden door een drietal oorzaken: door stabilisatie van kleine gasbellen, door extra menging van de grenslaag, en door katalytische reactie aan het beloppervlak. Het zogenaamde ‘shuttle’ effect treedt niet op. Met de verworven
projectleider
Dr.ir. J.P.M. Voeten totale 765,29 inkomsten in k€
toewijzing in k€
570,00
om daar mee om te gaan te ontwikkelen. De resultaten worden toegepast in een vervolgproject in PROGRESS en in het Boderc-project bij het Embedded Systems Institute (ESI). gebruiker(s) N R Malotaux-Consultancy, Bilthoven / Philips Research, Eindhoven / EMDES, Eindhoven / IBM Research Division, Rüschlikon (Zwitserland) / Alcatel, Antwerpen (België)
kennis en modellen, kunnen verbeterde katalysatoren worden ontwikkeld en kunnen bellenkolommen preciezer worden ontworpen. gebruiker(s) Norit NV, Amersfoort / DSM
Research BV, Geleen / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / Akzo Nobel, Deventer / Engelhard De Meern BV, De Meern / Sasol PDT, Enschede
resultaat na 5 jaar Het onderzoek is in nauwe samenwerking met IBS Precision Engineering uitgevoerd. Naast stationaire machine situaties is veel aandacht besteed aan instationaire (thermodynamische) machine situaties, dat echter nog niet voldoende uitontwikkeld is voor direct gebruik. De ontwikkelde software is beschikbaar in Matlab. De onderzoekslijn in Eindhoven werd na emeritaat van de hoofdaanvrager beëindigd. gebruiker(s) NMi Van Swinden
Laboratorium BV, Delft / Unisign BV, Panningen / Mitutoyo Nederland BV, Veenendaal / IBS Precision Engineering BV, Eindhoven / Philips Enabling Technologies Group, Eindhoven / Hembrug BV, Haarlem
den veroorzaakt worden onderzocht. gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven / Philips Semiconductors, Nijmegen / TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / Thales Nederland BV, Hengelo / Philips
Semiconductors, Eindhoven / Thales Naval Nederland, Hengelo
102
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
G PC.5038
G PC.5262
BAA
AA0
projectleider
Prof.dr. A.E. Mark totale toe135,18 contracten Bijdrage: Shell Research and Technology Centre inkomsten in k€ 9,08
projectleider
wijzing in k€
totale toewijzing in k€
doelstelling De adsorptie van verbindingen (onder andere H2O) aan deeltjes beïnvloedt de interactie tussen de deeltjes, en heeft daarmee invloed op de vloeibaarheid en fluïdiseerbaarheid van ‘droge’ poeders. Dit effect wordt onder-
doelstelling Het doel van dit project is de ontwikkeling van een elektronische variant van papier als alternatief voor de huidige beeldbuizen en LCD schermen. Het nieuwe ‘papier’ bestaat uit een gestructureerd polymere laag, gevuld
zocht met Molecular Dynamics (MD) simulaties. Het project wil de fluïdiseerbaarheid van katalysatordeeltjes in het katalytisch kraakproces verbeteren. In fase 1 wordt het effect van de gasvormige omgeving op onder andere de adsorptie onderzocht. In fase 2 worden de mogelijkheden onderzocht om de deeltjesinteractie te verminderen en het stromingsgedrag van de poeders te verbeteren Het project loopt parallel aan experimenteel onderzoek bij Shell aan de FCC katalysatoren.
met pigmentdeeltjes. Het contrast dat de pigmentdeeltjes geven, kan elektronisch geregeld worden. Er zal worden
resultaat na 5 jaar Veel meer theoretisch werk is verzet dan oorspronkelijk gepland. Dit resulteerde in de modellering van de interactie van ruwe deeltjes, zowel ‘droog’ als met geadsorbeerde verbinden aan het deeltje. Verschillende modellen zijn uitgewerkt met een toenemende complexiteit, waarbij steeds meer de realiteit werd benaderend. Door de interactie tussen de deeltjes te vergelijken met die van de zwaartekracht werd het mogelijk droog en vloeibare, en kleverige poeders van elkaar te onder-
scheiden, en te laten zien hoe dit gedrag afhankelijk is van de vorm van de deeltjes. Het onderzoek heeft voornamelijk bruikbare achtergrondkennis opgeleverd. gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen /
Polymer Chemicals Laboratory Deventer / Shell Research and Technology Centre, Amsterdam / Akzo Nobel, Oss / Powder Technology Consultant, Doetinchem / Unilever R & D, Vlaardingen
Prof.dr. G. Hadziioannou 462,91 contracten Optie: Rijksuniversiteit Groningen; Papyron BV Overig: Agfa-Gevaert NV; Overig
gezocht naar nieuwe pigmentdeeltjes die een beter contrast opleveren en minder energie verbruiken. Het onderzoek wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met ZetFolie als patenthouder. resultaat na 5 jaar Voor wat betreft de
utilisatie is het project niet geslaagd. In maart 2003 ging Papyron (voorheen ZetFolie) failliet. De overige bedrijven in de gebruikerscommissie, Stork Screens en Agfa Gevaert, hebben uiteindelijk besloten de geboden optie op de technologie niet te effectueren. Door vertrek van de projectleider naar de Universiteit van Straatsburg werd ook de onderzoekslijn in Groningen op dit terrein afgesloten. gebruiker(s) Agfa-Gevaert NV, Mortsel /
Stork Screens BV, Boxmeer
/ universiteit leiden
/ rijksniversiteit groningen
PAPER-LIKE UNIVERSAL DISPLAY
L
G
INTERPARTICLE FORCES BY MD SIMULATIONS (IFMD)
103
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
MODELING, MAPPING AND SIMULATING SCALABLE HIERARCHICAL EMBEDDED SIGNAL PROCESSING SYSTEMS (MASSIVE)
EFFICIENCY OF GENE TARGETTING IN YEAST
PRINCIPLES OF CELL WALL REMODELING OF ASPERGILLUS NIGER IN RESPONSE TO CELL WALL DEGRADING ENZYMES AND INHIBITORS OF CELL WALL BIOSYNTHESIS
COMPREHENSIVE AND CONCURRENT SCREENING OF PROTEIN CRYSTALLISATION CONDITIONS IN NANO LITRE VOLUMES
LE S.5028
LBC.5074
LPB.5113
LBC.5209
B BA
AAA
BBB
BCC
projectleider
Prof.dr.ir. E.F.A. Deprettere 599,53 contracten Overig: ASTRON octrooien EU.05076 750 ‘Time based interface’ inkomsten in k€ 225,00
projectleider
Dr.ir. H.Y. Steensma totale 1 4 2 , 4 8 contracten Bijdrage: DSM Food Specialties BV inkomsten in k€ 9,08
projectleider
totale toewijzing in k€
toewijzing in k€
Prof.dr. C.A.M.J.J. van den Hondel totale toewijzing in k€ 490,30 contracten Bijdrage: TNO Kwal. van Leven; Unilever R&D; material transfer agreement: UvA; U L; Zhaoqing University en UvA; U L; Chinese Acadamy of Science octrooien PCT.EP02/09639 Reporter system for the identification...; PCT.05/050094 Method for screening antifungal agents inkomsten in k€ 41,74
doelstelling Het ontwerpen van een
doelstelling Industriële toepasbaarheid
doelstelling Hoe verandert de celwand
doelstelling Het doel van het project is
complex, grootschalig en gedistribueerd ingebed signaalbewerkingssysteem is pas goed mogelijk als de complexiteit kan worden beheerst. Daarom wil MASSIVE onderzoeken in hoeverre
van genetisch gemodificeerde organismen vergt vaak een gerichte integratie
van de schimmel Aspergillus Niger door stoffen die ingrijpen op het celwandmetabolisme? De reactie van de schimmel op deze stoffen is het sterker maken van de celwand zodat de stoffen geen invloed meer hebben. Door het verkrijgen van inzicht in deze processen kan gezocht worden naar antischimmel-
het ontwikkelen van methoden om het druppelverdampingsprobleem op te
zo’n systeem op een gestructureerde manier kan worden ontworpen als een hiërarchie van ingebedde subsystemen. Het SKA telescoopconcept wordt daarbij gebruikt als voorbeeld van een grootschalig, gedistribueerd systeem. De ontwerpruimte van het systeem wordt geëxploreerd door gedragssimulatie en prestatieanalyse van essentiële delen en hun onderlinge relaties. De resulterende methode wordt toegepast op het ontwerp van een schaalmodel van het grootschalige SKA systeem.
van het gemodificeerde gen in het gastheer DNA. De efficiëntie van homologe recombinatie varieert tussen gisten S. cerevisiae en K. Lactis. Bij de integratie in S. cerevisiae is dit vrijwel 100, in K. lactis 20 procent. ‘Gene targeting’ is daarmee veel minder efficiënt in K. Lactis. Bovendien is de frequentie van onstabiele, meervoudige integratie in K. lactis hoger dan in S. cerevisiae. De hypothese is dat dat veroorzaakt wordt door het verschil in activiteit van het DNA-repair systeem van beide gisten. Onderzoek moet de juistheid van de hypothese aantonen.
gereedschap opgeleverd genaamd MASSIVE, waarmee de modellering en implementatie van de signaalbewerking in grootschalige systemen voor signaalbewerking, in het bijzonder ‘phased array’ radiotelescopen (LOFAR and
resultaat na 5 jaar De doelstelling van verbetering van de gerichte integratie frequentie in K. lactis en inzicht welke factoren hierop van invloed zijn, is gehaald. Er zijn een aantal genen geïsoleerd betrokken bij homologe en niet-homologe recombinaties. De resultaten laten zien dat één ervan
SKA), gedaan kan worden. MASSIVE is gebruikt bij diverse projecten bij ASTRON, onder andere het LOFARproject. Diverse ASTRON-medewerkers hebben een tweedaagse cursus voor het gereedschap gevolgd. Probleem is
(KIRAD52) essentieel is voor gerichte integratie, maar dat in de afwezigheid van een ander gen (KIRAD51) toch nog gerichte integratie plaatsvindt, zij het met een lagere frequentie. De effecten van overexpressie van beide genen op
om het onderhoud en de uitontwikkeling van de de softwaretool te realiseren
de gerichte integratiefrequentie is onderzocht. De conclusie is dat dit geen goede methode is om dit te verbeteren. De resultaten van het K. lactis model kunnen geëxtrapoleerd worden naar hogere organismen. Een patent op deze
resultaat na 5 jaar Het project heeft een
gebruiker(s) UltraWaves Design BV,
Heteren / Eonic BV, Delft / Ministerie van Defensie/DMO, Den Haag / TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / Interay BV, Bergum / Twente Institute for Wireless and Mobile Communications BV, Enschede / ASTRON, Dwingeloo / Adelante Technologies BV, Waalre
werkwijze is overwogen, maar bleek niet mogelijk. gebruiker(s) DSM Food Specialties BV,
Delft
middelen die voorkomen dat de schimmel de celwand sterker maakt. Met deze kennis wil men een systeem opzetten om antischimmelmiddelen te kunnen identificeren. resultaat na 5 jaar Er is inzicht verkregen
in de processen in de schimmelwand die een reactie zijn op stoffen die op de wand ingrijpen. (Verhoogde synthese van chitine en alfa 1,3-glucaan inzicht in welke genen hierbij betrokken zijn.) Een genetische screeningsmethode is opgezet en een belangrijk aangrijpingspunt voor antischimmelmiddelen is gevonden. Een nieuwe methode voor het vinden van antischimmelmiddelen en het testen ervan is gevonden. Er zijn drie octrooien voortgekomen uit dit onderzoek. Onderhandelingen met bedrijven over deze octrooien lopen. Ook wordt de mogelijkheid om een nieuw bedrijf te starten met deze octrooien onderzocht.
projectleider
Prof.dr. J.P. Abrahams tota373 , 2 2 c o n t r a c t e n Letter of intent: Universiteit Leiden; o c t r o o i e n P CT. N L 0 1 / 0 0 4 2 2 N a n o crystallogenesis, methods for making cryst als, compositions comprising them and uses thereof.
le toewijzing in k€
lossen dat optreedt bij kristallisatieexperimenten in sub micro volumina. Er zal een methode worden ontwikkeld om kristallisatie experimenten op te zetten en te volgen, en een microarray om het druppelverdampingsprobleem tegen te gaan. resultaat na 5 jaar Er is een systeem ontwikkeld om kristallisatie-experimenten in sub microliter volumina op te zetten en te volgen, en een microarray. Om het druppelverdampingsprobleem tegen te gaan zijn drie methoden gebruikt: 1) Smalle en diepe reservoirs door de druppels op de bodem te plaatsen c.q. met centrifuge naar de bodem te bewegen is er minder verdamping, 2) De bodem van het reservoir koelen zo is er minder convectie en zal condensatie weer op de bodem plaatsvinden, 3) Door het aanbrengen van een hydrofobe vloeistof met geringe verdamping wordt verdamping verder
tegengegaan. Naar aanleiding van het onderzoek is bedrijf KeyDP BV opgericht, dat nog steeds bestaat. Daarnaast is een tweede spin-out (Crystallics BV) vanuit verwante technologie uit de groep inmiddels succesvol geïncorporeerd in Avantium BV.
gebruiker(s) TNO Kwaliteit van Leven,
Zeist / Unilever R & D, Vlaardingen / DSM Food Specialties BV, Delft / Genencor International BV, Leiden
gebruiker(s) LEADD BV, Leiden /
Nederlands Kanker Instituut, Amsterdam / Key Drug Prototyping BV, Amsterdam
104
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
THE SYNTHESIS OF INHIBITORS OF ENZYMES INVOLVED IN ISOPRENE METABOLISM
LCH.5222
LBC.5253
LBC.5356
AAA
CCC
BAA
projectleider in k€
toewijzing in k€
projectleider
Dr. B. Kraal totale toewijzing 308,89 contracten Bijdrage: GBI Holding BV inkomsten in k€ 9,08
projectleider
totale toewijzing in k€
doelstelling Het ontwikkelen van een
doelstelling Het project is gericht op
nieuwe klasse van farmaceutische producten waarvan de werking is
fermentaties van SsgA-overproducerende cultures en testen van de gemodifi-
doelstelling Doel van het project is isoprenyl pyrofosfaat analoga te synthetiseren en te testen in biolo-
gebaseerd op de onderdrukking van genexpressie via antisense probes, te weten peptide nucleïnezuren: PNA’s.
ceerde stammen op groeisnelheid en productvorming. De vragen zijn: 1) is de ogenschijnlijke groeiverbetering te
gische systemen, om na te gaan of door variatie in structuur verbindingen gemaakt kunnen worden die specifiek
PNA lijkt op DNA maar verschilt erin dat de ruggengraat (suikers en fosfaat) is vervangen door een polyamidestructuur. Een belangrijke eigenschap van PNA is de hoge stabiliteit tegen onder andere enzymen zoals nucleases, proteases en peptidases. De PNA synthese is gebaseerd op peptide-chemie.
vertalen naar een grote schaal fermentatie? 2) wat is het effect op productvorming?
zijn in hun remmende werking voor één van de verschillende isoprenyl pyrofosfaat verbruikende enzymen. Op deze wijze zullen stoffen worden verkregen die specifiek één biologisch proces remmen, zoals cholesterol synthese of een specifiek signaal transductie pad. Daarmee wordt de moleculaire basis gelegd voor de ontwikkeling van geneesmiddelen.
Prof.dr. J.H. van Boom† 118,64
aan de wetenschappelijke doelstelling beantwoord: 1) Targeting van een artificieel nuclease (RNase) met behulp van PNA. Diverse combinaties van nuclease PNA’s zijn bekeken en getest op hun ‘knip’-activiteit. 2) Het koppelen van een kern localiseringssignaal aan het PNA. 3) Sterische blokkade van de translatie van het RNA genoom van Hepatitis B door PNA. Directe utilisatie resultaten zijn er (nog) niet. Gebruiker
resultaat na 5 jaar De resultaten waren boven verwachting: de groeisnelheid van diverse stammen was verdubbeld en de industriële stam Streptomyces lividans produceerde bijna tweemaal zoveel enzym als de oorspronkelijke stam. Een patent is verkregen. Het spin-off bedrijf Mycobics heeft een exclusieve licentie verworven van de universiteit Leiden en STW en zal ook de technologie vermarkten. Ook lopen binnen de UL diverse academische projecten gerelateerd aan de SsgAachtige eiwitten bij de controle van celdeling in Streptomyces, in de groep van voormalige STW-postdoc Dr. G.P. van Wezel (nu KNAW/UD). De STW
LBR Medical Biotech heeft de biologische testen met de artificiële nucleasen uitgevoerd, en heeft belangstelling voor
grants hebben geleid tot de vorming van een nieuwe academische groep én een nieuw biotechbedrijf.
de resultaten met het Hepatitis B virus. Of dit tot iets leidt is nog niet bekend.
gebruiker(s) GBI Holding BV, Delft /
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft
Genencor International BV, Leiden gebruiker(s) Janssen Pharmaceutica,
Beerse / Lead Discovery Unit NV Organon, Oss / Solvay Pharmaceuticals BV, Weesp / Syncom BV, Groningen
Dr.ing. M. Overhand totale 4 0 3 , 4 3 contracten Samenwerking onderzoek
resultaat na 5 jaar De wetenschappelijke
doelen zijn gehaald. Er zijn nieuwe remmers van zowel PFT als PGGT-1 gevonden. Tevens zijn er pro-drug verbindingen verkregen die werkzaam waren in cellen. Bovendien is er een nieuwe methode ontwikkeld om gefarnesyleerde eiwitten in de levende cel te detecteren. Hiertoe werd een farnesylpyrofosfaat derivaat gesynthetiseerd dat eindstandig was voorzien van de biologisch inerte azide groep. Het derivaat bleek de celwand te passeren en te worden ingebouwd in gefarnesyleerde eiwitten. Tevens kon het effect van de nieuwe remmers op het farnesyleren van eiwitten in levende cellen zichtbaar worden gemaakt. Een nieuwe aanvraag specifiek op deze proteomics approach is in voorbereiding. gebruiker(s) Akzo Nobel Nederland BV,
Oss / Janssen Pharmaceutica, Beerse (België) / Procter & Gamble Pharmaceuticals, Rotterdam
/ radboud universiteit nijmegen
STREPTOMYCES-MUTANTEN VOOR ANTIBIOTICUMPRODUCTIE BIJ GEFRAGMENTEERDE GROEI IN EEN FERMENTOR
N
DESIGN AND SYNTHESIS OF PNA-BASED PHARMACEUTICALS
105
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
ALIGNMENT OF LIQUID CRYSTAL MOLECULES FOR FLAT PANEL DISPLAYS
CW OPTICAL PARAMETRIC OSCILLATOR FOR PHOTOACOUSTIC TRACE GAS DETECTION
PERFORMANCE EN HANCEMENT OF GAN-BASED MICROWAVE POWER AMPLIFIERS: MATERIAL, DEVICE AND DESIGN ISSUES
RECONSTRUCTIE VAN GROTE BOTDEFECTEN BIJ HEUPREVISIES MET NIEUWE KERAMISCHE MATERIALEN
N N S.4857
N N S.4968
NAF.5040
N KG.5061
CBB
BCB
B CA
B CA
projectleider
Prof.dr. Th.H.M. Rasing 1.027,37 octrooien EU.03077880.7 Method for the surface alignment of liquid crystal molecules on polymer coatings, and display cell inkomsten in k€ 117,99
projectleider
projectleider
projectleider
totale toewijzing in k€
wijzing in k€
toewijzing in k€
in k€
doelstelling Doel is een beter inzicht te
doelstelling Doel van dit project is het
doelstelling Doel is optimalisatie van
verkrijgen van de oppervlakte- en interface eigenschappen van de overgangs-
ontwikkelen van een continue optisch parametrische oscillator met behulp van
materiaaleigenschappen van III-Nitrides voor elektronische toepassingen in
laag tussen substraat en vloeibaar kristal dat een essentiele rol speelt in de aansturing van liquid-crystal-displa-
nieuwe niet-lineaire materialen zoals periodisch gepoold Lithium Niobaat. Hiermee kunnen continue laservermogens van meer dan 1 W bereikt worden bij een golflengte rond 3 micrometer. De verwachting is dat deze OPO in combinatie met fotoakoestische detectie in staat zal zijn een grote verscheidenheid aan biomedisch interessante gasvormige moleculen te detecteren op het niveau van sporengas concentraties. Te denken valt aan bijvoorbeeld kooldioxide (CO2), en koolwaterstoffen,
combinatie met ontwerp, processing en karakterisatie van elektronische devices op basis van deze materialen. In Nijmegen zullen GaN substraten worden gegroeid met HVPE (hydride vapour phase epitaxy). In Eindhoven zal de benodigde devicetechnologie worden ontwikkeld voor dunne lagen III-nitrides, zoals etstechnieken en vorming van laagohmige en Schottky contacten. De focus zal liggen op de processing en karakterisatie van High Electron Mobility Transistor’s (HEMT’s).
doelstelling Verbetering van de klinische resultaten bij het toepassen van ‘bone impaction grafting’ techniek, vooral door de toepassing van keramische calciumfosfaat materialen. Deze techniek wordt toegepast bij heupoperaties waar
ys (LCD) (i.e. alignment van het vloeibare kristal). Gebruik wordt gemaakt van nieuwe meettechnieken als AFM, STM, lineaire en niet-lineaire optische microscopie en lichtverstrooiingstechnieken. De experimenten worden ondersteund met computersimulaties. Belangrijkste toepassing is de flat panel display met Philips als belangrijke industriële speler op de wereldmarkt). resultaat na 5 jaar Met behulp van scan-
Dr. F.J.M. Harren totale toe342,33 contracten Licentie: Radboud Universiteit Nijmegen; Elektronik Laser System GmbH octrooien Combined wide pump tuning and high power of a continuous-wave, single resonant optical parametric oscillator inkomsten in k€ 53,91
die sterke absorpties vertonen in het frequentiebereik van de OPO en een belangrijke rol spelen in diverse biologische processen.
ning probe methoden is meer inzicht verkregen over het wrijfmechanisme dat gebruikt wordt voor de uitlijning van vloeibaar kristal moleculen in LCD’s. Er is tevens gevonden dat, met behulp van AFM lithografie, een Indium Tin Oxide (ITO) electrode zonder toevoeging van een polymeerlaag gebruikt kan worden voor de uitlijning. Een patentaanvraag is helaas stopgezet wegens te grote overlap met bestaande patenten. Met behulp van supramoleculaire chemie
resultaat na 5 jaar Dit uiterst succesvolle project heeft geresulteerd in twee nieuwe vervolgprojecten, waarvan een STW-project en een Europees project. Bij dit laatste project wordt in een groot internationaal consortium samen met medische partners gezocht naar gassen in de uitademing welke een vroegtijdige indicatie geven voor ziek-
zijn er nieuwe moleculen en methoden ontwikkeld voor de uitlijning van vloeibaar kristal moleculen. Een ‘proof of
tes of schade in het menselijke lichaam www.opticalnose.com. Ook heeft het project geresulteerd in een kennis-
principle’ om dit ook toe te kunnen passen als biosensor is tevens geleverd en een nieuwe STW aanvraag hiervoor is in voorbereiding.
overdrachtovereenkomst met Elektronik Laser System GmbH, Gross Bierberau, Duitsland voor het ontwikkelen van een nieuwe OPO gebaseerd op hun krachtige pomp laser.
gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven
/ Dejima Optical Films BV, Arnhem
gebruiker(s) Plant Research International
BV, Wageningen / NIOZ, Den Burg Texel / NIOO-CEME, Yerseke / Universitair Medisch Centrum Utrecht
Prof.dr. P.K. Larsen totale 1 . 0 3 5 , 1 4 octrooien PCT.NL04/00193 Werkwijze voor het vervaardigen van een vrijstaand substraat inkomsten in k€ 108,91
Dr. P. Buma totale toewijzing 458,60 inkomsten in k€ 68,07
een kunstgewricht wordt geïmplanteerd. Bij deze techniek worden humane aangestampte botsnippers en vaak ook een synthetisch cement gebruikt om het kunstgewricht goed te kunnen fixeren. Vergrijzing geeft steeds meer heupoperaties én meer revisies ervan. Humane botsnippers worden steeds schaarser. resultaat na 5 jaar Er werd gebruik
resultaat na 5 jaar Aanzienlijke vooruit-
gang is geboekt in de ontwikkeling van de materialen alsook aan de processing kant. Het project heeft een HEMTstructuur op SiC basis opgeleverd met een hoge vermogensdichtheid van 9,7 W/mm. Het HVPE proces werd verder ontwikkeld en gemodelleerd, waardoor nu dikke, 2 inch diameter, GaN lagen kunnen worden gegroeid. Dankzij deze resultaten is een vervolgproject gestart voor de ontwikkeling van vrijwel defectvrije GaN substraten (NAF.6937) met substantiële steun van Philips. gebruiker(s) TNO Defensie en Veiligheid,
Den Haag / Philips Semiconductors, Nijmegen / Thales Nederland BV, Hengelo / AIXTRON AG, Aachen (Duitsland)
gemaakt van een diermodel (geit) waarin ook naar belastbaarheid van het gewricht gekeken werd. Dit model heeft laten zien dat de zogenoemde bifasische TCP-HA korrels inderdaad geschikt zijn om met de ‘bone impaction grafting’ techniek te gebruiken als botvervangers voor de reconstructie bij botverlies in revisieoperaties van de heup. In verschillende centra wordt nu klinisch onderzoek gedaan naar de toepassing van deze techniek met tenminste 50% TCP-HA korrels. Uit de follow up van het klinisch onderzoek zal blijken of de keramische materialen ook op de lange duur een goede vervanger van botsnippers blijken te zijn. gebruiker(s) Spierings Medische
Techniek, Nijmegen / Stryker Howmedica Osteonics, Limerick / CAM Implants BV, Leiden
106
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
N N N.5322
N PC.5402
BCB
B CA
/ erasmus universiteit rotterdam
DESIGN AND SYNTHESIS OF MODIFIED, LINEAR AND CYCLIC OLIGO(GLYCO) PEPTIDES
R
A DECISION SUPPORT SYSTEM FOR MEDICAL DIAGNOSIS USING A LARGE PROBABILISTIC NETWORK
ULTRASOUND CONTRAST IMAGING
R KG.5104 CCB
projectleider
Prof.dr. H.J. Kappen totale 599,97 contracten Letter of intent: Radboud Universiteit Nijmegen; Universit air Medisch Centrum Utrecht octrooien PCT.N L03/00824 Benaderings afleiding (approximate inference); PCT.04/000261 Method and system for Bound Propagation
projectleider
toewijzing in k€
totale toewijzing in k€
doelstelling 1) Bouwen van een gedetail-
doelstelling Doel van het project is de
leerd probabilistisch model voor een prototype decision support system
ontwikkeling van nieuwe model peptiden en de synthese van polymeren
doelstelling De interactie van ultrageluidgolven en een contrastmiddel worden onderzocht en nieuwe methoden wor-
in hematologie en endocrinologie. 2) De benaderingsmethoden voor probabilistische modellen verbeteren
(met een structuur gelijkend op dat van zijde) gebaseerd op deze peptiden. De spectroscopische en de mechani-
den ontwikkeld voor het detecteren van het contrastmiddel met ultrageluid. Doel is perfusiebepaling van de verschillende
om het decision support system zo accuraat mogelijk te maken binnen de praktisch beperkingen van de rekentijd. 3) Het decision support system evalueren in samenwerking met gebruikers van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (Divisie Interne Geneeskunde en Dermatologie (DIGD), afdelingen
sche eigenschappen van de polymeren zullen worden onderzocht.
organen in het menselijk lichaam met echografie mogelijk te maken. Verder worden de mogelijkheden van het lokaal toedienen van medicijnen gekoppeld aan het contrastmiddel onderzocht.
Interne Geneeskunde en Endocrinologie). resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft
direct geresulteerd in de oprichting van de start-up Promedas BV io. Contracten zijn in voorbereiding met de Nederlandstalige medische uitgever (BSL). Ook met andere partijen worden onderhandelingen gevoerd.
Prof.dr.ir. J.C.M. van Hest 555,63 octrooien PCT.06/000111 Means and methods for producing polymers comprising peptide in a side chain
resultaat na 5 jaar De wetenschappelijke doelen zijn bereikt. Er zijn verscheidene goedgedefinieerde peptide-bevattende polymeren gemaakt. Een van deze polymeren bevat het cyclische decapeptide gramicidine S dat een cyclische ‘hairpin’-structuur aanneemt. Naast dat het een heel karakteristiek structuurelement introduceert is gramicidine S een antibioticum en dus zouden via deze benadering antibiotische polymeren kunnen worden gemaakt. Daarop is een patent aangevraagd. In een nieuw project (NPC.7109) wordt dit
verder onderzocht.
gebruiker(s) Philips Medical Systems
gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen /
Nederland BV, Best / Tweehuysen Consultancy BV, Malden / Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen / Universitair Medisch
TNO Defensie en Veiligheid, Rijswijk
projectleider
Prof.dr.ir. N. de Jong totale 989,30 contracten Optie: Oldelft BV; Geheimh.: Oldelft BV; Philips Nederland BV; UT; Bracco Research SA; octrooien NL.1014175 Ultrageluid probe; P CT.E P03/00517 Tissue imaging at superharmonic frequencies; PCT. 05/000668 Contrast dual frequency imaging; PCT.05/009046 Techniques for improving ultrasound contrast ratio inkomsten in k€ 172,43 toe-wijzing in k€
resultaat na 5 jaar Het onderzoek heeft een
aantal concepten voor nieuwe afbeeldingstechnieken met ultrageluid opgeleverd en een nieuw type transducent. Er werden octrooien op aangevraagd, waarvoor in ieder geval Oldelft belangstelling heeft. Een andere octrooiaanvraag werd aangeboden aan Philips Medical Systems en aan Siemens. Beide bedrijven kwamen tot de conclusie de technologie niet verder te ontwikkelen. Een ander aspect is het gericht afleveren in de weefsels van bijvoorbeeld medicijnen en het stimuleren van cellen dat materiaal op te nemen. De cellen worden daartoe bestraald met een andere frequentie van het UG. Het UG kan ook gebruikt worden om het betreffende weefsel af te
Centrum Utrecht / NV Gelderse Ontwikkelingsmaatschappij GOM, Arnhem / Care4Cure BV, Amsterdam /
beelden. De resultaten waren zo gunstig dat de onderzoekgroep hiermee samen met PMS financiering voor diepgaander
Uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum, Houten / Universitair Medisch Centrum Groningen / Elsevier Science BV, Amsterdam
onderzoek heeft verworven van Senter. gebruiker(s) Philips Medical Systems Nederland BV, Best / VU Medisch Centrum Amsterdam / Sonotron BV, Zoetermeer / Philips Nederland BV, Eindhoven / Oldelft BV, Delft / Bracco Research S.A., Genève (Zwitserland) / Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam / Vingmed Sound, Horten (Noorwegen)
107
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
T / universiteit twente
ONTWIKKELING VAN EEN WATERSTOFPEROXIDE SENSOR VOOR BIOMEDISCHE EN MILIEUTOEPASSINGEN
HOGE DICHTHEIDSRECORDING IN MAGNEETBAND
A ROBUST, HIGHLY SENSITIVE CHEMOOPTICAL SENSOR BASED ON SEGMENTED WAVEGUIDES
TAC.4974
TTF.5041
TOE.5071
B BA
CAA
B BA
projectleider
Prof.dr.ir. P. Bergveld totale 411,02 contracten Geheimhouding: Universiteit Twente; Procter & Gamble octrooien PCT.NL 03/00940 Waterstofperoxide-sensor
projectleider
toewijzing in k€
toewijzing in k€
339,43
Prof.dr. P.V. Lambeck totale 5 2 2 , 8 1 contracten O v e r i g : L i o n i X B V oc tr ooie n P CT. NL99/00222 Geïntegreerde optische lichtgeleider inrichting
doelstelling Ontwikkelen van nieuwe
doelstelling Bij het opslaan van informa-
doelstelling Het evalueren van een nieuw
meetmethoden voor het bepalen van de waterstofperoxide concentratie in
tie in magnetische media wordt periodiek gestreefd naar het verhogen
uitademingslucht en oplossingen voor ontsmettingsdoeleinden. Bestaande methoden zijn vaak omslachtig en
van de opslagcapaciteit bij steeds kleiner wordende opslagvolumes. In dit project staat opslag in magneet-
geïntegreerd optisch sensing principe dat is uitgevonden op de Lightwave Devices Group van Universiteit Twente. Het met dit principe ontwerpen, realiseren en testen van chemische
traag, vereisen gecompliceerde apparatuur of zijn onnauwkeurig. Dit project, het ontwikkelen van een nieuw type sensor voor het meten van de waterstofperoxide concentratie, werd geïnitieerd door onafhankelijk van elkaar binnengekomen vragen van de biomedische en de land- en tuin-
bandgeheugens centraal. Daarbij moet de lineaire bitdichtheid in de magnetische sporen worden vergroot en de breedte van de sporen worden geminimaliseerd. Het werk aan media spitst zich toe op zowel dunne filmrecordingmedia als ‘metal particle’ tapes.
sensoren voor specifieke toepassingen. Het sensing principe is bij uitstek geschikt voor het meten van lage concentraties chemicaliën. Het optische principe, het ‘guided mode system’ en de potentie om dit in microsystemen te kunnen toepassen zijn de sterke kanten.
resultaat na 5 jaar Er zijn verbeterde
resultaat na 5 jaar De ‘segmented wave-
dunne-film coatings vervaardigd door het optimaliseren van de parameters bij het gebruikte sputterproces, en het toepassen van speciale legeringen. Ook zijn Co-achtige films gesputterd op flexibele tapemedia. De magnetische en mechanische eigenschappen van de magnetische lagen zijn gekarakteriseerd. Voor recordingexperimenten is een roterende drumopstelling ontworpen met optimale mechanische en elektronische eigenschappen. Hiermee is onder andere de verstoring van het magnetische patroon aan de
guide sensor’ (SWS) en de ‘grating assisted mode coupling sensor’ (GAC) zijn ontworpen en getest. Ook is er onderzoek gedaan naar verschillende nieuwe immuno-sensing(IO)principes (detecteren van antigenen met specifieke antilichamen). De SWS gaf problemen die niet meer binnen dit project op te lossen waren. De GAC is gemaakt zoals ontworpen, maar liet niet de verwachte effecten zien. De groep werkt verder aan de sensoren. Drie IO-sensingprincipes zijn geanalyseerd en vergeleken. De principes
randen van zeer smalle data-sporen in magneetband geanalyseerd. Het onderzoekswerk heeft een rol gespeeld
zijn nieuw t.o.v. bestaande sensoren (gebruik van verandering in het modale veld profiel).
in de ontwikkeling van het vakgebied. Utilisatie heeft plaatsgevonden via de bedrijven in de gebruikerscommissie.
gebruiker(s) Euro-Diagnostica BV,
Dr.ir. J.P.J. Groenland totale 800,56 inkomsten in k€
projectleider
toewijzing in k€
bouw wereld. resultaat na 5 jaar In de gebruikers-
commissie was veel belangstelling. Een echte Nederlandse sensorbouwer ontbrak. Deze werden in het buitenland aangeschreven, contacten werden gelegd en werkbezoeken werden aan de Universiteit Twente afgelegd. De sensor werd gepresenteerd op Eurosensors 2004. Maar uiteindelijk vond men de gevoeligheid niet hoog genoeg. gebruiker(s) Sentron Europe BV, Roden /
Priva Hortimation BV, De Lier / KON-DES, Gorssel / Procter & Gamble, Grimbergen / Schlumberger MEMS Technology Center, Elancourt (Frankrijk) / Van Essen Instruments BV, Delft / HortiMax BV, Pijnacker / Sint Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein
gebruiker(s) RMGInt. BV, Oosterhout /
EMTEC Magnetics GmbH, Willstätt (Duitsland) / ALDITECH S.A., Grenoble (Frankrijk)
Arnhem / Mierij Meteo BV, De Bilt / BioMérieux bv, Boxtel / TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / Thales Nederland BV, Hengelo / Paradocs Group BV, Tiel / C2V, Enschede / LioniX BV, Enschede
108
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
FIELD AMMONIA GAS SENSOR ON A CHIP (AMINA-CHIP)
CONTACTLESS DETECTION AND MONITORING OF MICRO- AND MACROWEAR USING IMAGING METHODS
EFFICIËNTE AKOESTISCHE REKEN- EN MEETTECHNIEKEN
ONTWIKKELING VAN EEN EMBEDDED MOBIELE TERMINAL
TAC.5093
TET.5120
TWO.5154
TE S.5177
BBB
B BA
CCB
BAA
projectleider
Prof.dr.ir. P.P.L. Regtien 1.028,65 contracten Bijdrage: Philips Electronics Nederland BV octrooien E U.03 07855 9.6 Multiple cantilever tool for use in scanning probe microscopy inkomsten in k€ 77,13
projectleider
projectleider
totale toewijzing in k€
totale toewijzing in k€
toewijzing in k€
doelstelling ECN heeft een ammonia
doelstelling Traditionele methoden voor
sensorsysteem ontwikkeld (AMANDA). Miniaturisatie en integratie van de belangrijkste componenten van dit systeem tot op chip-formaat hebben geleid tot verscheidene voordelen. Een
het vaststellen en kwantificeren van slijtage zijn niet meer toereikend
doelstelling Bij het ontwerpen van apparaten, machines en processen worden steeds zwaardere eisen gesteld aan
doelstelling Het bereiken van maximale flexibiliteit in een mobiele radio ontvanger, qua radiofrequentie en modulatie-
omdat materialen steeds slijtvaster worden. Ook vanwege de steeds kleinere afmetingen van technische
de mate van geluidhinder. Van belang is daarom om te kunnen beschikken over efficiënte reken- en meettechnieken om
formaat. Daar deze flexibiliteit via software wordt verkregen, wordt het aangeduid als een ‘software defined radio’
belangrijk toepassingsgebied ligt in de medische sfeer. De meetresultaten van het voorgestelde sensorsysteem zijn vergelijkbaar met het oude meetsysteem: de verwachte nauwkeurigheid is +/-10% binnen een stand-alone meetperiode van tenminste 1 week, metingen moeten in enkele minuten kunnen worden verricht, en de range of detecteerbare ammonia concentratie van 300 tot 0.01 µg NH3/m3 moet
structuren en componenten (microstructuren) voldoen de bestaande technieken niet meer. In dit project wordt onderzoek gedaan naar nieuwe meetmethoden voor het detecteren van micro-slijtage. Hierbij zal vooral gebruik gemaakt worden van optische technieken.
geluidarm te kunnen ontwerpen. Het doel van dit project is om een efficiënte meettechniek te ontwikkelen voor de localisatie van geluidsbronnen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van nieuwe numerieke simulatiemethoden in combinatie met druk- of snelheidsmetingen.
project. Als testcase is gekozen voor een ontvanger met zeer verschillende eisen aan radiofrequentie, bandbreedte en modulatieformaat. Als operationeel uitgangspunt is gekozen om zoveel mogelijk in software te realiseren.
projectleider
Prof.dr.ir. A. van den Berg 457,92 inkomsten in
totale toewijzing in k€ k€
45,38
P r o f . d r. i r. H . Ti j d e m a n 641,26 contracten Licentie; Universiteit Twente; Philips Centre for Industrial Technology; Licentie: Universiteit Twente; TNO Industrie en Techniek; Licentie; Optie inkomsten in k€ 60,04
20,00
resultaat na 5 jaar Cruciale beperkingen resultaat na 5 jaar De combinatie van een
resultaat na 5 jaar Er is een goedkoop
k€
Prof.dr.ir. B. Nauta totale 3 6 6 , 3 3 inkomsten in
zijn gebleken, maar ook onvermoede mogelijkheden. Technisch is het nog niet aantrekkelijk het radiosignaal volledig in software te verwerken. Het energieverbruik zou zo’n 1kW zijn. Via een chiprealisatie is het mogelijk in standaardtechnologie (CMOS) de benodigde breedbandige downconverter met voldoende dynamisch bereik en goede lineariteit te realiseren. De software defined radio combinatie van Bluetooth en HiperLAN is gerealiseerd op een 2GHz Pentium PC platform. Binnen het
oorspronkelijke doelstellingen gehaald: er is een Lab-on-a-Chip uitvoering van het grote systeem gemaakt met vergelijkbaar gunstige eigenschappen wat betreft de sublieme detectielimiet en selectiviteit. De responstijd kon drastisch worden verlaagd door de
systeem ontwikkeld waarmee het ontstaan van micro-slijtage online kan worden gevolgd. Voor dit systeem is software ontwikkeld waarmee de optische beelden kunnen worden geanaliseerd. Verder is een semi-online techniek ontwikkeld om micro-slijtage en -deformatie te kunnen meten bij glijdende en rollende contacten. Voor het bestuderen van slijtage van microsystemen (micro-tribologie) is een
akoestische flowsensor (Microflown) met een drukmicrofoon blijkt zeer interessante mogelijkheden te bieden voor het meten van de geluidsintensiteit in 3 dimensies. Dit geeft nauwkeuriger inputdata voor de nieuw ontwikkelde modellen voor bronlocalisatie dan alleen metingen met microfoons. Om de modellen nog sneller te maken zijn nieuwe numerieke algoritmen ontwikkeld en getest. Deze snellere algoritmen moet echter nog verder
kleinere afstanden waarover massatransport dient plaats te vinden. De resultaten waren zo gunstig, dat is
speciale AFM-tip ontwikkeld waarmee vloeistof kan worden aangebracht op een oppervlak. Voor deze nano-vulpen
ontwikkeld worden voor 3-D toepassingen. Verscheidene bedrijven hebben interesse getoond in de modellen voor
Freeband Wicomm programma wordt vervolgonderzoek gedaan.
geprobeerd in een Biopartner voorstel het valorisatietraject in te gaan. Alle betrokkenen (de uitvoerenden, de
waarmee kleine (sub-100 nanometer) patronen kunnen worden geschreven bestaat veel belangstelling. Het
bronlocalisatie. Hiervoor zijn test- en ontwikkellicenties afgesloten. Er is inmiddels een vervolgproject gestart.
gebruiker(s) Agere Systems Nederland
gebruikerscommissieleden en STW) hebben echter verzuimd bescherming op het systeem aan te vragen, zodat de aanvraag is afgewezen. Nu (voorjaar 2006) is er hernieuwd belangstelling, waarop hier om begrijpelijke redenen niet verder wordt ingegaan.
systeem wordt inmiddels doorontwikkeld in een VIDI-project.
gebruiker(s) SKF Engineering & Research
behouden blijven. resultaat na 5 jaar Het project heeft de
gebruiker(s) R & R Mechatronics, Hoorn /
RIVM, Bilthoven / Agrotechnology & Food Innovations BV, Wageningen
gebruiker(s) TNO Industrie en Techniek,
Centre BV, Nieuwegein / Philips Domestic Appliances and Personal Care, Drachten / Philips Applied Technologies, Eindhoven / DAF Trucks
Eindhoven / SKF Research and Development Company BV, Nieuwegein / Philips Research, Eindhoven / SmartTip BV, Enschede / Corus Research, Development & Technology,
NV, Eindhoven / Microflown Technologies BV, Zevenaar / MARIN, Wageningen / NLR, Emmeloord / TNO
IJmuiden
Industrie en Techniek, Delft
BV, Nieuwegein / Ericsson EuroLab Netherlands BV, Enschede / Philips Technology Incubator, Eindhoven / Philips Research, Eindhoven / Nedap NV, Groenlo / ASTRON, Dwingeloo / Twente Institute for Wireless and Mobile Communications BV, Enschede / Thales Nederland BV, Hengelo / TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / TNO Informatie- en Communicatietechnologie, Delft / Bruco BV, Weerslo
109
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
TE S.5226
TPC.5249
BAA
AAA
projectleider
Prof.dr.ir. Th. Krol totale toe170 , 2 4 i n k o m s t e n i n k €
wijzing in k€
projectleider
Prof.dr.ing. M. Wessling 313,92
totale toewijzing in k€
80,00
doelstelling Veel embedded systemen
doelstelling Het bereiden van ‘tailor-
met Digitale Signaal Processoren verwerken stromen van data. Belangrijk is dat de verschillende datastromen synchroon moeten lopen. Bij datastromen die niet synchroon worden aangeboden
made’ membranen voor organische oplosmiddelen. Het sorptiegedrag van de toplaag in organische oplosmiddelen in relatie tot de structuur moet inzicht geven in de relatie tussen structuur en
of waar de hoeveelheid berekeningen of berekeningsvolgorde afhankelijk is van de data, werken klassieke systemen niet meer. Dit PROGRESS-project onderzoekt een mogelijke oplossing van dit probleem met een architectuur die parallellisme op procesniveau benut.
interactie met een specifiek oplosmiddel. Zo kan de juiste morfologie of netwerkstructuur bereid worden met optimale scheidingsresultaten, toepasbaar voor veel oplosmiddelen. De resultaten worden uitgetest op meer praktijkgerichte toepassingen en daarna kunnen ze industrieel worden toegepast.
resultaat na 5 jaar Bij de nieuwe architectuur wordt de volgorde van berekening en de toekenning van rekeneenheden snel en efficiënt door de hardware uitgevoerd. De ontwerper levert het algoritme aan in de vorm van een aantal C-processen. Ieder C-proces wordt afgebeeld op een hardware module. In 2005 is het project afgerond met een exacte beschrijving van de architectuur en de componenten van deze data-flow machine. Met behulp van de ontwikkelde profiling-software en
simulatiesoftware blijkt het mogelijk de kernparameters te bepalen. Deze architectuur is een zeer goede oplos-
/ universiteit utrecht
NANOFILTRATIEMEMBRANEN VOOR NIET-WATERIGE TOEPASSINGEN
U
HIGH-LEVEL SYNTHESIS TOOLS FOR HIGHTHROUGHPUT DIGITAL SIGNAL PROCESSING APPLICATIONS (HIGH2)
TISSUE ENGINEERED HYBRID BONE FOR SPINAL FUSION
UG N.4966 C CA projectleider
Dr. W.J.A. Dhert totale toe750,86 contracten Overig: Universitair Medisch Centrum Utrecht; IsoTis S.A.; S amenwerking onderzoek: IsoTis S.A. octrooien PCT.NL00/ 00915 Rapid prototyping inkomsten in k€ 181,52 wijzing in k€
doelstelling In dit project worden de mogelijkheden van botweefsel engineering voor toepassing in de ruggenwervel onderzocht. Belangrijke vragen zijn of de bestaande chirurgische technieken verbeterd kunnen worden
resultaat na 5 jaar Er is een nieuw nano-
door betere botconstructies, en of deze nieuwe constructies het probleem oplossen van de beperkte verkrijgbaarheid van allo- en autogeen bot. Twee bekende technieken van wervelfusie worden bestudeerd: posterolateral en interbody fusion. De resultaten zullen een basis vormen voor het gebruik van hybride weefsel in de ruggenwervel chirurgie.
filtratie composietmembraan bereid bestaande uit een poly(acrylonitrile) (PAN) ultrafiltratie membraan als steunlaag met een poly(dimethylsiloxane) (PDMS) of een polyethyleen oxide (PEO)-PDMS)-PEO triblock copolymeer als selectieve toplaag. Deze membranen zijn in tolueen en hexaan als organische oplosmiddelen getest en de permeatie eigenschappen bepaald. Samples daarvan zijn ook door participanten in het onderzoek getest. Tot een praktische toepassing van de membranen heeft dit nog niet geleid. Wel is de gebruikers-
resultaat na 5 jaar De doelen van het project zijn gedeeltelijk bereikt. Het concept werkte bij ratten en muizen goed, maar het traject van opschalen van de resultaten naar grotere dieren was dusdanig moeilijk en tijdrovend dat de beperkte tijd van het onderzoek te kort bleek om het opschalen af te ronden. Er is meer onderzoek nodig naar de fundamentele aspecten van botweefsel engineering. Ofschoon IsoTis exclusieve gebruiker in dit onderzoek was, waren er daarnaast
sing voor het hierboven genoemde toepassingsgebied.
commissie en de UT verder gegaan om nieuwe membranen te ontwikkelen met een polymeercoating. Hiervoor is een
gebruiker(s) Philips Technology Incubator, Eindhoven / Philips Research, Eindhoven / Twente Institute for Wireless and Mobile Communications BV, Enschede / Thales Nederland BV, Hengelo / TNO Defensie en Veiligheid, Den Haag / TNO Informatie- en Communicatietechnologie, Delft / Agere Systems Nederland BV, Nieuwegein / Ericsson EuroLab Netherlands BV, Enschede
STW voorstel geschreven dat recentelijk werd toegekend (TPC.7349). gebruiker(s) DSM Research BV, Geleen /
Solsep BV, Apeldoorn / Akzo Nobel Chemicals BV, Arnhem / Akzo Nobel Chemicals Research, Arnhem / Shell Global Solutions International BV, Amsterdam / Akzo Nobel, Arnhem / TNO Industrie, Eindhoven
wat betreft utilisatie ook nog contacten met twee andere buitenlandse bedrijven. In 2003 is een vervolgproject gestart (UKN.5930). Bovendien zijn twee startup bedrijven ontstaan uit het onderzoek: (PoroGen en Progentix). Beide bedrijven ontvingen een ‘Biopartner First Stage Grant’ om hun commerciële activiteiten uit te bouwen. gebruiker(s) Universitair Medisch
Centrum Utrecht
110
TWO.5154 / Utilisatierapport 2006
Een schoolvoorbeeld van een actieve gebruikerscommissie Prof.dr.ir. Henk Tijdeman TWO.5154
Personal computers, vliegtuigen, haardrogers en tal van andere apparaten maken dikwijls een hinderlijk geluid. Producenten van deze apparaten hebben er dan ook groot belang bij dit geluid tot een minimum te reduceren. Dat betekent dat zij de bron van het geluid precies willen weten. En dat is nu net waaraan prof.dr.ir. Henk Tijdeman, zijn opvolger als projectleider akoestiek, dr.ir. Ysbrand Wijnant en vele promovendi en afstudeerders aan de faculteit Construerende Technische Mechanica, Leerstoel Structurele Dynamica & Akoestiek aan de Universiteit Twente zich sinds 2000 hebben gewijd. Tijdeman en Wijnant vertellen over twee STW-projecten met een aanstekelijk enthousiaste gebruikerscommissie. ‘In Twente zien wij de lokalisatie van geluidsbronnen als een combinatie van verschillende expertisen. Trillingen en akoestiek, meet- en sensortechniek en numerieke methoden zijn hierin alledrie van belang’, zegt Tijdeman. ‘We maken onderscheid tussen het directe probleem, en het inverse probleem. In het eerste geval wordt het geluid dat ontstaat als gevolg van trillingen van het oppervlak van het object berekend (of gemeten). Bij het inverse probleem wordt het geluid op enige afstand van het object gemeten en vervolgens wordt dan teruggerekend welke trillingen van het oppervlak verantwoordelijk zijn voor het lawaai. Met andere woorden door het gevolg te meten stellen we de oorzaak vast.’ Deze laatste vorm van lokalisatie hanteren wij, gecombineerd met een sensor die niet de geluidsdrukken (microfoon), maar de deeltjessnelheid nauwkeurig kan vaststellen. Aangetoond is dat het inverse probleem op basis van deeltjessnelheden beter gedefinieerd is dan voor drukken (de werkelijke locatie van de bron is zo nauwkeuriger te bepalen). Deze sensor, ook ontwikkeld in Twente, is de Microflown gaan heten. In het bijzonder het promotieonderzoek van Ron Raangs heeft bijgedragen aan de verdere ontwikkeling van deze sensor. De tweede promovendus, Hernandez Ramirez, heeft gewerkt aan een nieuwe methode om het inverse probleem sneller te kunnen berekenen en René Visser heeft het geheel geïntegreerd tot een nieuwe meetmethode om geluidsbronnen te identificeren en heeft met een aantal praktijkvoorbeelden laten zien dat het geheel goed werkt. Complexiteit
Zoals gezegd is de onderzoeksgroep er in
geslaagd een methode te ontwikkelen, waarmee nauwkeuriger en sneller kan worden bepaald waar een geluidsbron zich bevindt. ‘Naarmate dit exacter is vast te stellen, is het eenvoudiger er iets aan te doen‘, zegt Tijdeman. De oplossing is dan vaak heel simpel. Bij het ene apparaat blijkt de behuizing te dun te zijn, bij het andere blijkt een elementje
111
TWO.5154 / Utilisatierapport 2006
Prof.dr.ir. Henk Tijdeman
niet goed geplaatst te zijn.’ Het voert te ver de complexiteit
Wentellagers
Bij kogellagergrootmacht SKF is Teun
van de manier waarop de gebruikte sensor werkt en hoe het
Zandbergen vooral benieuwd naar het vervolg. ‘Wij passen
inverse rekenproces verloopt tot in detail weer te geven.
de resultaten van het onderzoek nog niet toe, maar het project als zodanig was dermate interessant en veelbelo-
Voor de industrie zijn trillingen niet alleen ongewenst
vend dat we besloten hebben door te gaan met het vervolg
vanwege geluid, componenten hebben ook een beperktere
door deelname aan de gebruikerscommissie. Van nature
levensduur als gevolg van trilling. Mede daarom had het
zijn voor wentellagers trillingen van het meest directe
STW-project een zeer uitgebreide gebruikerscommissie.
belang maar een gevolg van trillingen is nu eenmaal dat die
DAF, Marin, Microflown, NLR, Océ, Philips, Sonion, SKF en
ook tot geluid leiden. Wij worden steeds nauwer betrokken
TNO zaten in de gebruikerscommissie. De deelnemers zijn
bij ontwerp en engineering van complexe toepassingen en
nog steeds zeer positief over het STW-onderzoek. ‘Het
we vinden dan ook dat we goed voeling moeten houden
werk van René Visser heeft me op het idee gebracht de
met veelbelovende ontwikkelingen als in het betreffende
inverse methode ook in ons werk toe te passen. Wij gebrui-
STW-project’, zegt hij.
ken ‘inverse scattering’, in plaats van inverse radiation die René Visser gebruikte, om de bronsterkte van caviterende
‘Bij Philips Applied Technologies is het STW-project aanlei-
scheepsschroeven te berekenen aan de hand van druk-
ding geweest om met de groep van Tijdeman te werken aan
metingen op de scheepshuis boven de schroef. Inmiddels
akoestische holografie. Wij hebben ons via afstudeerders
zijn we druk bezig de methode uit te breiden naar meer
uit zijn groep gericht op akoestische holografie met een
complexe bronnen. Een en ander zal worden gebruikt in
hoge resolutie. Deze hoge resolutie is nodig voor het identi-
een internationale werkgroep, die metingen verzamelt en
ficeren van kleine geluidbronnen, bijvoorbeeld afkomstig
schroefgeïnduceerde trillingsexcitatiekrachten aan boord
van elektronische componenten op een printplaat. Een
van schepen’, zegt Erik van Wijngaarden, die namens Marin
typisch voorbeeld is het geluid van de aansturende elektro-
in de gebruikerscommissie zitting had. Tijdeman vindt zijn
nica van een TFT paneel. De elektronische component die
reactie een mooi voorbeeld van het goed gebruiken van
verantwoordelijk bleek te zijn voor een piepend geluid
de kennis die een project voortbrengt. ‘Een bedrijf als Marin
was een condensator met ongewenste piëzo-elektrische
doet heel serieus mee met de gebruikerscommissie, levert
eigenschappen. Als gevolg van deze eigenschappen werd
inhoudelijk voor ons onderzoekers een nuttige bijdrage
de condensator in trilling gebracht als gevolg van de wissel-
en ontwikkelt voor zichzelf onderdelen uit het onderzoek
spanning die op die specifieke condensator werd aangelegd.
waarmee het zijn voordeel kan doen’, zegt hij.
Hierdoor ontstond geluid dat zichtbaar is gemaakt met
112
TWO.5154 / Utilisatierapport 2006
TWO.5154 / Utilisatierapport 2006
behulp van akoestische holografie’, zegt prof.dr.ir. Bert Roozen van Philips Applied Technologies. ‘De gebruikersgroep van dit STW-project is een bijzonder enthousiaste, grote groep mensen met duidelijke interesse in de praktische toepassing van de techniek.’ Michel Schallig, leider van de akoestische groep van Philips Domestic Appliances en Personal Care uit Drachten, is het hier roerend mee eens. Toestroom van studenten
Ook onderzoeker René Visser zelf
volgt vanuit zijn dagelijks werk bij Daimler Chrysler nog steeds actief hoe de gebruikerscommissie de resultaten van het onderzoek utiliseert. ‘Philips Domestic Appliances and Personal Care gebruikt de holografie software die afstudeerder Martijn LaGrange in het STW-project heeft ontwikkeld’, zegt hij. TNO heeft ook een ontwikkellicentie en de software wordt ook intensief gebruikt voor ander onderzoek, zoals onder andere voor het stiller maken van PC’s.’ Tijdeman en Wijnant zijn niet zonder reden trots op de resultaten van zijn onderzoek en op de verrichtingen van zijn opvolgers, We hebben jaarlijks nog een grote toestroom van studenten. Dat heeft veel te maken met het gegeven dat wij afstudeerders vrij gemakkelijk een plek kunnen bieden bij bedrijven. Hun afstudeeronderzoek is meer dan eens een open sollicitatie gebleken bij het bedrijf waar zij het onderzoek uitvoeren’, aldus Tijdeman.
113
114
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
CATALYTIC PARTIAL OXIDATION OF METHANE COMBINED AIR SEPARATION. FROM MOLECULAR EVENT TO PILOT PLANT
SHAME: SHAPE MATCHING ENVIRONMENT
SYNTHESIS OF DEFINED FRUCTAN MOLECULES IN AGRONOMICALLY IMPORTANT PLANTS
SELECTIVE ELIMINATION OF INFLAMMATORY MACROPHAGES THROUGH IMMUNOTOXINS: A NOVEL CONCEPT IN THE TREATMENT OF RHEUMATOID ARTHRITIS
U PC.5037
U I F.5055
U BC.5075
U FA.5157
C BA
BBB
AAA
CBC
projectleider
Prof.dr. B.E. Nieuwenhuys 2.668,76 contracten Optielicentie: Technische Universiteit Delft; Universiteit Twente; Universiteit Leiden; E C N; Universiteit Utrecht; VIRAN inkomsten in k€ 635,46
projectleider
totale toewijzing in k€
totale toewijzing in k€
totale toewijzing in k€
Winkel
doelstelling Doel was de ontwikkeling
doelstelling De state-of-the-art in shape matching met behulp van computationele geometrie technieken is tamelijk
doelstelling De vraag naar fructanen als
functioneel ingrediënt in voedingsmiddelen groeit sterk. Het doel van
doelstelling Macrofagen spelen een cruciale rol in de pathogenese van Reumatoide artritis (RA). Modulatie van macrogaaf activiteit kan leiden tot vermindering van het chronische ontstekingsproces. Gedurende de
van een nieuw reactorconcept voor de partiële oxidatie van methaan naar syngas op basis van procesintensificatie. resultaat na 5 jaar Er is onderzoek gedaan
aan dunne lagen van zilver als een alternatief voor scheiding van O2 en N2. Er zijn dunne zilverlagen (micrometers) gemaakt op een gemodificeerd oppervlak van aluminiumoxide. Deze lagen bleken thermostabiel tot 450ºC maar niet bij de temperaturen nodig voor de permeatie van zuurstof (> 600ºC). Wat betreft utilisatie kan gedacht worden aan mogelijke alternatieve toepassingen van dunne zilverlagen op een keramische onderlaag. Verder is gekeken naar het gebruik van oxidische katalysatoren voor CPO van methaan. Het blijkt dat Y-gemodificeerde zirconia inderdaad significante activiteit heeft voor CPO. Metallische katalysatoren blijven echter veel actiever en veel eenvoudiger op te starten. Het zou meer voor de hand liggen deze nieuwe katalysatoren te gebruiken als actieve drager voor metallische katalysatoren. Dergelijke bi-functionele katalysatoren kunnen mogelijkerwijs uit met veel lagere metaalbelading. Hiervoor is aanvullend onderzoek noodzakelijk. gebruiker(s) ECN, Petten / VIRAN, Den
Haag / Engelhard De Meern BV, De Meern / Dow Benelux BV, Terneuzen / Shell Global Solutions, Amsterdam / Synetix, Cleveland (Groot Brittannië)
Prof.dr. M.H. Overmars 543,86
projectleider
Prof.dr. J.C.M. Smeekens 468,13
recent. Helaas hebben veel nuttige matchingtechnieken hun weg naar de praktijk nog niet gevonden, omdat ze inherent complex zijn. Ook gaan veel theoretische artikelen er van uit dat er exact gerekend kan worden, en laten
dit STW-project is een nieuw productiesysteem voor fructanen te ontwikkelen door fructosyltransferase genen uit de ui (verkregen in een eerder STW project) in te brengen in de suikerbiet.
ze gedegenereerde gevallen buiten beschouwing. In de praktijk worden echter floating point getallen gebruikt met eindige precisie, en is veel data gedegenereerd door de manier waarop ze gegenereerd zijn. Tegelijkertijd zien we dat veel algoritmes alleen werken op simpele geometrische patronen. Daarom zijn de doelstellingen van dit project het verder ontwikkelen van shape matching technieken voor complexe geometrische patronen en het bouwen van een state-of-the-art shape matching environment (SHAME) van nieuwe en reeds bestaande algoritmen.
resultaat na 5 jaar Het commercialisatie-
resultaat na 5 jaar Verschillende softwarepaketten op basis van shape matching zijn ontwikkeld en zullen op termijn worden ondergebracht in de Computational Geometry Algorithms
Library (www.cgal.org). Een vervolgproject is in voorbereiding over het matchen van human body modellen
traject loopt helaas achter bij de verwachtingen doordat de GMO regelgeving en grootschalige introductie in Nederland duur en weinig interessant maakt. Daarnaast is Advanta (dat de rechten op de UU-STW patenten bezit) een jaar geleden door de beide eigenaren (Cosun en ICI) in onderdelen verkocht. Het fructaanbietengedeelte is hierbij in handen gekomen van het Noordfranse veredelingsbedrijf Desprez. Het is jammer genoeg niet duidelijk of en hoe dit bedrijf opvolging geeft aan het fructaanproject. Fructaanbieten is een veilig en innovatief product. gebruiker(s) ADVANTA Seeds BV, Rilland
/ Cosun Food Technology Centre, Roosendaal
projectleider
P r o f . d r. J . G . J . v a n d e 388,42
totale toewijzing in k€
gewrichtsontsteking in RA zijn er specifieke interacties tussen macrofagen en T-cellen, die leiden tot een ‘vicieuze cirkel’, waardoor de ontsteking zichzelf in stand houdt. Dit project heeft tot doel deze vicieuze cirkel te doorbreken door selectief ontstekingsmacrofagen te elimineren met behulp van immunotoxines. De toepasbaarheid van deze aanpak bij RA zal zowel in vitro in cellijnen en in materiaal afkomstig van RA patiënten, als in vivo worden getest. resultaat na 5 jaar Vastgesteld is dat het
CD64-RicineA een veelbelovend middel is voor de behandeling van reuma in de mens. Klinisch onderzoek zal dit echter nog moeten bevestigen. Gedurende het onderzoek zijn geen nieuwe patenten ingediend, omdat een aantal belangrijke patenten op dit terrein de resultaten voldoende afdekken. Deze patenten zijn door de universiteit overgedragen aan Medarex Europe BV in het kader
in te dienen.
van een brede samenwerking. Het STWproject werd in dit samenwerkingsverband ingepast. In januari 2002 is besloten de rechten van de Universiteit Utrecht (en van STW) door Medarex af te laten kopen voor een bedrag van 1.875.000 US dollar.
gebruiker(s) Philips Research, Eindhoven
gebruiker(s) Leids Universitair Medisch
/ TNO Industrie en Techniek, Delft / Geometry Factory, Grasse (Frankrijk)
Centrum, Leiden / Academisch Medisch Centrum Amsterdam / Hezelburcht Consultancy BV, Nijmegen
van verschillende representaties (HUMOR-Human Model Registration). Er wordt overwogen om dat bij STW
115
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
LIPID II, DE TARGET VOOR HET LANTIBIOTICUM NISINE
CARBON NANOFIBERS AS CATALYST SUPPORT
CERAMIDASE ALS NIEUWE BIOKATALYSATOR VOOR DE PRODUKTIE VAN HYDROFOBE AMIDES
DEVELOPMENT OF A VACCINE AGAINST NEISSERIA MENINGITIDIS USING IRON-LIMITATION INDUCIBE OUTER MEMBRANE PROTEINS AS VACCINE COMPONENTS
U BC.5257
U FC.5357
U BC.5362
U BC.5397
CCC
CCC
ACA
CCC
projectleider
Prof.dr. B. de Kruijff totale 569,10 contracten Overdracht: UU Holding BV; Geheimhouding: Pepscan Systems BV; Bijdrage: DSM Anti-Infectives BV; Unilever R&D; Friesland Corporate Research octrooien NL.1013861 Toepassing van Nisine ...; NL.1013867 Toepassing van Nisine ...; PCT.EP02/07648 Method for preparing Lipid II ...; PCT.05/000455 A method for selecting ... inkomsten in k€ 65,40
projectleider
toewijzing in k€
le toewijzing in k€
le toewijzing in k€
doelstelling Dit project (voortzetting
doelstelling Het doel van het project was
van project UCH.3337) had als doel de nieuw gevonden Lipide II-afhanke-
de relatie te onderzoeken tussen de structuur van koolstof nanovezels (visgraat, buizen, platen) en de katalytische activiteit van metaal deeltjes (Pd, Ni, Mo) afgezet op de koolstof-
doelstelling Het doel van het project is tweeledig: a. Enzymatische synthese van hydrofobe amides door toepassing
lijke en efficiënte porievorming van nisine te karakteriseren teneinde tot betere nisine varianten te komen. Het ophelderen van de rol van Lipide II in het optreden van nisineresistentie en het grote verschil in gevoeligheid bij sommige bacteriën was ook een doel van dit project om zo tot betere formuleringen te komen. resultaat na 5 jaar De verkregen gedetail-
leerde informatie omtrent het mechanisme van porievorming, de stabiliteit van deze porie, de samenstelling hiervan en de opheldering van de structuur van het nisine-Lipid II complex zijn alle verwezenlijkte doelstellingen. Verder is er een nieuw mechanisme voor antibacteriële actie van nisine ontdekt. Resistentie en gevoeligheid zijn niet direct gecorreleerd aan de Lipid II niveaus van de bacterie. De belangrijkste redenen voor het verschil in gevoeligheid en de processen die leiden tot resistentie zijn blootgelegd (octrooiaanvrage). Ontwerp van betere nisines aan de hand van de verkregen inzichten is inmiddels gedaan en worden in een vervolgproject, gefinancierd door DSM, uitgewerkt. gebruiker(s) Unilever R & D, Vlaardingen /
Friesland Corporate Research, Deventer / Friesland Foods, Deventer / Nederlands Instituut voor Zuivelonderzoek, Ede / DSM Food Specialties BV, Delft
Prof.dr.ir. K.P. de Jong 478,44
tota-
nanovezels. Syntheseroutes om de metaaldeeltjes af te zetten met een hoge homogene dispersie moesten ontwikkeld worden. Het voorstel was om de katalysatoren tijdens de synthese het gebruik te karakteriseren met XAFS spectroscopie. Tijdens het project, in overleg met de gebruikers, is de aandacht verlegd naar Pt.
projectleider
Prof.dr. M.R. Egmond 167,44
tota-
van het enzym ceramidase bij lage water activiteit en b. Het effect bestuderen van sphingolipiden in voeding op darmepitheel cellen. Het evalueren van de geconstateerde effecten in termen van gezondheid voor de mens.
projectleider
Prof.dr. J.P.M. Tommassen 502,11 octrooien P CT. E P 0 3 / 0 9 6 3 4 M u t a n t p r o t e i n and refolding method inkomsten in k€ 216,00 totale toewijzing in k€
doelstelling Doel van het project (vervolg
op project UBI.3566) was om buitenmembraaneiwitten van Neisseria meningitidis, die geïnduceerd worden onder ijzer-limitatie, zoals FrpB, LbpA en het lipoprotein LbpB, geschikt te maken voor opname in een te ontwikkelen vaccin tegen deze bacterie. Hiervoor moesten (1) deleties worden aangebracht in variabele immunodominante delen om het immuunsysteem te richten op de meer geconserveerde delen van de eiwitten, (2) overexpressiesystemen ontwikkeld worden, en (3) methodes ontwikkeld worden om lipoproteines beter te verankeren in de buitenmembraan.
voort om de selectiviteit van de Pt/koolstof nanovezel katalysatoren te verhogen. In een STW-project zijn macro-
resultaat na 5 jaar Deel a: Er is een microbiële ceramidase geselecteerd uit P. aeruginosa, en gecloneerd in E. coli. Met een ceramide assay en een substraat dat een fluorescent oplevert na hydrolyse door ceramidase is ‘high throughput’ screening van ceramid activiteit mogelijk geworden. Octrooi is aangevraagd door TNO Voeding op een aantal sphingolipiden. Dit deel van het project is door vertrek van de onderzoekers voortijdig afgebroken. Met de verkregen kennis en wegens verminderde interesse bij de gebruikers is besloten tot vervolgtraject Deel b: inzicht krijgen in het metabolisme van sphingolipiden bij opname door darmepitheel, samen met de Wageningse groep van prof. M. Muller. Er blijken aanzienlijke effecten van sphingomyeline in voeding. Bij dierproeven in muizen en omdat sphingolipiden in de darm worden afgebroken tot sphingosine is gevon-
scopische koolstofnanovezeldeeltjes gemaakt geschikt om industrieel toe te passen in een vast bed reactor en
den dat opname van deze verbinding in darmepitheelcellen (Caco-2) leidt tot snelle inbouw in de cellulaire lipidema-
buitenmembraan vesicles. (5) Er is een nieuw receptoreiwit als vaccinkandidaat gekarakteriseerd. (6) Er zijn methodes
mogelijk in een slurry fase reactor. Hierop is patent aangevraagd dat overgenomen wordt door een bedrijf.
trix onder vorming van ceramide, glucosyl-ceramide, sphingomyeline alsmede afbraak tot palmitaat en ethanol-amine.
ontwikkeld om verlies van lipoproteines tijdens de bereiding van buitenmembraan vesicle-vaccins tegen te gaan.
resultaat na 5 jaar Dit onderzoek resulteerde in een van de meest actieve Pt katalysatoren voor de selectieve hydrogenering van kaneelaldehyde. De activiteit van het materiaal is gerelateerd aan de concentratie van zuurstofhoudende groepen op het oppervlak van de drager hoe minder zuurstof hoe hoger de activiteit. Echter de zuurstofgroepen zijn nodig voor een hoge Pt dispersie en worden derhalve in een later stadium
van de katalysatorbereiding weer verwijderd. Een nieuw EU gesponsord onderzoeksproject zet dit onderzoek
resultaat na 5 jaar (1) Aangetoond is dat LbpA en LbpB bactericide antistoffen opwekken. (2) Er is aangetoond dat het mogelijk is een bactericide antilichaam respons op te wekken tegen andere delen van FrpB na deletie van het immunodominante variabele deel. (3) Er is een methode ontwikkeld om FrpB in grote hoeveelheden in handen
te krijgen. (4) Er zijn methodes ontwikkeld om ‘minor antigens’ zodanig in N. meningitidis tot overexpressie te brengen dat bactericide antistoffen tegen deze antigenen worden opgewekt na immunisatie van proefdieren met
Vervolgonderzoek wordt bestudeerd. gebruiker(s) Norit NV, Amersfoort /
Engelhard De Meern BV, De Meern / DSM Research BV, Geleen / Shell International Oil Products BV, Amsterdam
gebruiker(s) Glaxo Smith Kline, Rixensart gebruiker(s) Cosmoferm BV, Delft /
Unilever R & D, Vlaardingen / Uniqema, Gouda / TNO Kwaliteit van Leven, Zeist
(België)
116
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
V / vrije universiteit amsterdam
OPTIMISATION AND EXPLOITATION OF SRPMEDIATED SECRETION: PRODUCTION OF HUMAN INTERLEUKIN-3 AND EPIDERMAL GROWTH FACTOR BY BACILLUS SUBTILIS
A FRAMEWORK FOR THE ELECTRONIC SALE OF INFORMATION PRODUCTS
ONTWIKKELING VAN MELKHYDROLYSATEN TEN BEHOEVE VAN DE MONDGEZONDHEID EN BESTRIJDING VAN INFECTIES IN HET MAAGDARMKANAAL
VB I.4837
VWI.4949
VTH.5180
C BA
B BA
C CA
projectleider
Prof.dr. W.J. Quax totale 577,75 contracten Optie: G B I Holding BV; Rijksuniversiteit Groningen inkomsten in k€ 23,33
projectleider
toewijzing in k€
totale toewijzing in k€
Prof.dr. A.S. Tanenbaum 474,06
p r o j e c t l e i d e r P r o f . d r. A . v a n N i e u w A m e r o n g e n totale toewijzing in k€ 5 3 9 , 5 3 contracten B i j d r a g e : D M V International NZO octrooien PCT.04/ 000250 Novel antimicrobial peptide from transferrin family inkomsten in k€ 245,63
doelstelling Bacillus subtilis (B.s.) is een
bacterie die veel gebruikt wordt in de industrie voor de productie van eiwitten.
doelstelling Dit project startte toen electronic commerce via Internet nog moest opkomen. Het richt zich op electronic
B.s. heeft als voordeel dat deze grote hoeveelheden eiwitten direct uit kan scheiden in het medium waarin de bac-
commerce voor informatieproducten, zoals kranten, foto’s en TV. Er wordt een business raamwerk en een technisch
doelstelling Uit melk nieuwe peptidenderivaten met antimicrobiële en ontstekingsremmende activiteit te isoleren. Identificatie van biologisch actieve peptiden in peptiden-hydrolysaten biedt het perspectief voor grootschalige toe-
terie groeit. Gebruik is meestal beperkt tot Bacillus-eigen of nauw verwante eiwitten. Bij de secretie van niet eigen eiwitten ontstaan meestal problemen. Het doel was het optimaliseren van B.s. als eiwitfabriek: bestuderen van vroege en late stadia in het secretieproces.
raamwerk ontwikkeld. Het technisch raamwerk is software, die de betaling, levering en beveiliging mogelijk maakt. Het business raamwerk geeft businessmodellen: Bij de projectstart ontbrak het inzicht in geschikte businessmodellen nog. Het business raamwerk vertelt welke functionaliteit het technische raamwerk moet bieden. Het technische raamwerk geeft aan welke businessmodellen implementeerbaar zijn.
resultaat na 5 jaar Onderzoek aan de Signal Recognition Particle route (rol van drie enzymen), aan signaalpeptides (dirigeren het eiwittransport) en aan de secretiestressrespons is uitgevoerd. De componenten die actief zijn in een vroeg stadium van de eiwitsecretie, SRP-GTPases, kunnen geëxploiteerd worden voor de optimalisatie van de B.s. eiwitfabriek. Ook de gevonden effecten van specifieke signaalpeptides en inzicht in eiwitten die de stressrespons beïnvloeden zijn bruikbaar voor de optimalisatie. In samenwerking met DSM is op basis van de uitkomsten een vervolgonderzoek gestart. gebruiker(s) Pharma Park Foundation,
Almere / DSM Food Specialties BV, Delft / Genencor International BV, Leiden
passing van dergelijke peptiden. Door aminozuur vervanging wordt getracht de gevoeligheid van deze peptiden voor proteolytische afbraak te reduceren. Van geschikte antimicrobiële peptiden wordt het werkingsmechanisme onderzocht. Verder wordt onderzoek gedaan naar synergie tussen antibacteriële peptiden uit melkeiwit hydrolysaten, zodat geïntegreerde oplossingen voor mondgezondheid en maagdarminfecties worden ontwikkeld.
resultaat na 5 jaar Het business raamwerk
heeft een waardegebaseerde ontwerpmethode, genaamd e3-value, opgeleverd die verkenning van e-commerce ideeën ondersteunt. De methode is mede ontwikkeld door een aantal projecten en case studies met bedrijven te doen: FAPIA: digitale advertenties, Deloitte&Touche Bakkenist/SENA:
resultaat na 5 jaar Het peptide 268-284
digitale muziek, PCM: Internettoegang en online artikelen. Het technische raamwerk focusseerde op de technische mogelijkheden voor verkoop van informatieproducten en preventie van diefstal.
bestudeerd. Het is mogelijk om het peptide met proteases uit lactoferrine vrij te knippen. Het peptide heeft een lage toxiciteit ten aanzien van zoogdiercellen, zodat te verwachten is dat het veilig kan worden toegepast. Er is
gebruiker(s) PcM Interactieve Media,
Amsterdam / NOB Interactive, Hilversum / TNO Informatie- en Communicatietechnologie, Groningen / Océ-Technologies BV, Venlo / SENA, Hilversum / Deloitte Accountants BV, Amstelveen
uit melklactoferrine (LFampin) is synthetisch gemaakt en heeft een breed spectrum van dodende activiteit: Grampositieve bacteriën worden effectief gedood. Een sterkere activiteit werd gevonden in peptide 265-284. Het werkingsmechanisme van LFampin is
octrooi aangevraagd, die later niet is voortgezet. Er is geen geïnteresseerde partij gevonden voor overname van het patent. gebruiker(s) UMC Groningen / Campina Innovation, Wageningen / Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden / NZO, Zoetermeer / AM Pharma BV,
Bunnik
117
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
DEVELOPMENT OF NEW ROUTES TOWARDS IODINE-LABELLED RADIOPHARMACEUTICALS
DIRECT LINKING OF GC-IRMS-BASED MICROBIAL IDENTITY CHARACTERISATION AND ECOPHYSIOLOGY
ANTI-MICROBIAL PEPTIDES (AMP) LINKED TO POLYMETHYL METHACRYLATE (PMMA) BEADS FOR THE PREVENTION AND TREATMENT OF OSTEOMYELITIS
NOVEL ANALYTICAL SCREENING TECHNOLOGIES FOR THE IDENTIFICATION OF (ENDOGENOUS) LIGANDS, INTERACTING WITH ORPHAN G-PROTEIN COUPLED RECEPTORS
VPC.5251
VPC.5254
VTH.5288
VPC.5398
AAA
BCB
C BA
B BA
projectleider
p r o j e c t l e i d e r P r o f . d r. A . v a n N i e u w A m e r o n g e n totale toewijzing in k€ 6 0 6,47 contracten Bijdrage: Merck B i o m a t e r i a l G m b H inkomsten in k€ 57,18
projectleider
Dr. J.D.M. Herscheid 107,54
totale
toewijzing in k€
zing in k€
Dr. J.J. Vreuls totale toewij324,29 inkomsten in k€ 9,10
projectleider
Prof.dr. R. Leurs totale toe1.134,55 contracten Optie: Kiadis BV inkomsten in k€ 181,51
wijzing in k€
doelstelling De doelstelling van dit
doelstelling Bij aanvang van het project
doelstelling Doel van het project is de
doelstelling De familie van G-eiwit
project was tweeledig. a) watervrij radiojodide verkrijgen, om in de labelingreacties ook watergevoelige katalysatoren te gebruiken, b) labelingsreacties uitvoeren op
was het hoofddoel de ontwikkeling van een geautomatiseerde methode ter
effectiviteit vast te stellen van het gebruik van antimicrobiële peptiden
karakterisering van micro-organismen via een membraanvetzuurprofiel. In het laatste jaar is middels een volledig geautomatiseerde methode, waarbij intacte cellen worden behandeld en vetzuurprofielen worden gemeten, dan ook een methode ontwikkeld waarbij bacteriecellen in bloed konden worden gemeten.
(AMP’s gebaseerd op histatines) in de behandeling van antibiotica resistente bacterie-infecties (MRSA), en de behan-
gekoppelde receptoren is één van de belangrijkste klasse van membraangebonden eiwitten. Met de opheldering van het human genoom in 2000 zijn een groot aantal (* 150) GPRC eiwitten
de kolom. resultaat na 5 jaar Watervrij radiojodide verkrijgen verliep efficiënt, en onder watervrije omstandigheden is het labelen van bruggenhoofd koolstofatomen ontwikkeld. De condities die hiervoor nodig waren (T> 400ºC) zijn niet bruikbaar voor het radiojoderen van thermisch gevoelige farmaca c.q. eiwitten. Dit doel is dus niet bereikt. Het project heeft niet geleid tot een nieuw radiofarmacon. Onderzocht wordt of er watervrij radiojodide op de markt gebracht zal worden. Het vercommercialiseren van met I-123 beladen platina bolletjes is niet zinvol. De ontwikkelde nieuwe radiochemie zal gebruikt gaan worden bij de synthese van SPEXT liganden voor de serotonine receptor bij een Europees (FP6) project. gebruiker(s) Mallinckrodt Medical BV,
Petten / Academisch Medisch Centrum Amsterdam
deling van osteomylitis. Voor dit laatste zijn de peptiden een alternatief voor het gebruik van gentiamycine. Tweede doel is de ontwikkeling van een PMMA bot cement waar de AMP’s zijn toegevoegd.
ontdekt, waarvoor de lichaamseigen signaalmoleculen nog onbekend zijn. Deze ‘orphan’ receptoren zijn potentieel zeer interessante nieuwe drug targets. In dit project wordt een screeningstechniek ontwikkeld, waarbij hoogwaardige analytisch chemische technieken worden ingezet om liganden te identificeren voor GPCRs.
gehaald die gesteld waren aan het begin van het project. Er bestaan nu twee unieke systemen, die in staat zijn vetzuurprofielen te meten met ITD en een met IRMS als detector. Door verandering van het profiel bij het NIOO is voortzetting binnen het instituut voor het ontwikkelde systeem niet mogelijk. Zeer positief is dat via de gebruikerscommissie voortzetting met het klinische laboratorium van de Universiteit van Groningen mogelijk zal zijn. Verder is er belangstelling om het systeem zodanig om te bouwen dat het geschikt is voor analyse van voedingsmiddelen via een aromakarakterisering. Binnen
resultaat na 5 jaar De doelen zijn deels gehaald. In vitro release-studies laten zien dat het Dhvar-5 peptide gereguleerd wordt afgegeven door de PMMA kralen die bij de behandeling van osteomyelitis worden gebruikt, en dan ook onverminderd actief is. Dhvar-5 beïnvloedt ook gunstig de porositeit van PMMA: incorporatie van Dhvar-5 met het antibioticum gentamycine resulteerde in een viervoudige afgifte van het antibioticum. Dierproeven laten echter zien dat kralen met een concentratie van 12 mg/kraal, in vitro voldoende voor bacteriedodende werking, osteomyelitis niet is te genezen. Een profylactische toepassing van de PMMA/Dhvar kralen geeft wel een reductie in de infectie
de afdeling VU-ACAS wordt getracht het systeem te modificeren zodat het als desorptiekamer kan worden gebruikt
maar systemische toediening van een antibioticum blijft noodzakelijk. BioMet Merck heeft de expertise opgedaan in het
van de receptor en verwijdering van het biologisch preparaat voor de uiteindelijke MS analyse. Een goede procedure blijkt
stirr-bar extractie. gebruiker(s) TNO Industrie en Techniek, Delft / Universitair Medisch Centrum Groningen / Grontmij | AquaSense, Amsterdam / Unilever R & D,
project gebruikt voor het testen van een ander antibacterieel peptide (hLF1-11) afkomstig uit humaan lactoferrine. De resultaten zijn gunstig, en hLF1-11 lijkt daarmee een veelbelovende kandidaat voor toekomstige klinische studies.
te bestaan uit een ‘size-exclusion’ chromatografie, gevolgd door een pH-switch geïnduceerde ligand dissociatie. Tot slot
Vlaardingen / ATAS Benelux BV, Zoetermeer
gebruiker(s) Merck Biomaterial GmbH,
resultaat na 5 jaar Alle doelen zijn
resultaat na 5 jaar Voor de ontwikkeling
van de technologie wordt gebruik gemaakt van de histamine receptoren. Met een viraal expressiesysteem is de histamine H2 receptor in grote dichtheid tot expressie gebracht in zoogdiercellen. Deze membranen zijn vervolgens gebruikt om actieve stoffen uit een oplossing of mengsel te extraheren en met massaspectrometrie aan te tonen. Om gebonden liganden te kunnen detecteren met MS en MS-MS experimenten is veel onderzoek verricht naar scheiding van vrij en gebonden ligand, ligand dissociatie
wordt het ligand op een solid phase extractiekolom gebonden voor MS analyse. Deze procedure blijkt in staat juiste liganden uit een mengsel te isoleren.
Darmstadt (Duitsland) / AM Pharma BV, Bunnik / BiOrion Technologies BV, Groningen
gebruiker(s) Solvay Pharmaceuticals BV,
Weesp / Kiadis BV, Groningen / NV Organon, Oss
118
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
W / wageningen universiteit
PROTEIN-FLAVOUR INTERACTIONS IN RELATION TO DEVELOPMENT OF NOVEL PROTEIN FOODS
QUANTITATIVE METHODOLOGY FOR EFFICIENT CHAIN DESIGN
IDENTIFICATION OF HUMAN VOLATILES AS ATTRACTANTS FOR BLOODFEEDING MOSQUITOS
WLM.4744
WLM.4747
WB I.4834
AAA
ABA
ACA
projectleider
P r o f . d r. i r. M . A . J . S . v a n 61,42
projectleider
Prof.dr. W.M.F. Jongen 21,02
projectleider
D r. i r. W. Ta k k e n tot ale 5 9 2 , 2 0 contracten Geheimhouding: Denka International BV octrooien N L.1026762 Lokstofs amenstelling voor het lokken van vliegende insecten
totale toewijzing in k€
toewijzing in k€
doelstelling Het project is onderdeel van
doelstelling Het project is onderdeel van
het PROFETAS programma (transitie van dierlijk naar plantaardig eiwit).
het PROFETAS programma (transitie van dierlijk naar plantaardig eiwit).
doelstelling Malaria is één van de ernstigste menselijke ziekten. De bloedzuigende mug is de voornaamste overdrager
Beschrijving van de relatie tussen eiwitfracties uit erwten die als potentiële ingrediënten voor Novel Protein Foods
Het ontwerpen van een Novel Protein Foods productieketen waarin de omzetting van grondstof naar eindproduct zo
zijn geïdentificeerd en de impact van deze fracties op het aroma. Zowel vluchtige als niet-vluchtige erwtenaroma’s zijn onderzocht. Ook is de invloed van verhitting en de aanwezigheid van niet-eiwitcomponenten op het aromabehoud onderzocht.
efficiënt en effectief mogelijk verloopt. Welke factoren zijn hierop van invloed en welke zijn eventueel te beïnvloeden? Deze productieketen is vergeleken met de varkensvleesketen.
Boekel
totale toewijzing in k€
resultaat na 5 jaar NPF’s kunnen worden
geproduceerd met geïsoleerd erwteneiwit dat viciline en legumine bevat. Zowel de niet-vluchtige (NVC) als de vluchtige (VC) componenten beïnvloeden de smaak en het aroma. NVCs bestaan uit 2 saponines, de VCs uit aldehyden, ketonen en alcoholen. De stabiliteit en smaak van saponines wordt beïnvloed tijdens de zuivering van de eiwitten (verhitting) en door de zuurgraad. De resultaten uit dit project hebben vooral essentiële kennis over aspecten van smaakstoffen bij de ontwikkeling van NPFs.
resultaat na 5 jaar Er is een systematische
methode ontworpen die behulpzaam is bij de structurering van de vraag naar relevante gegevens voor deze keten en die interessante alternatieven kan genereren. Het ontwerpen richtte zich op optimalisatie van de kwaliteit en minimalisering van de kosten en van de milieubelasting. De kosten kunnen lager zijn dan die van de varkensketen. In termen van energie is de NPFketen voordeliger, maar kan nog sterk verbeteren door het afval – de niet eiwitfractie van het plantaardig materiaal – te gebruiken, bijvoorbeeld als biobrandstof.
van de malariaparasiet van mens tot mens. De belangrijkste signalen die de mug naar hun menselijke gastheer leiden zijn vluchtige stoffen afkomstig van het menselijke lichaam. Er is onderzocht welke chemische verbindingen een rol spelen in het gastheerzoekgedrag van de mug en de wijze waarop ze door hen worden waargenomen. De kennis kan worden toegepast in de ontwikkeling van geurvallen. resultaat na 5 jaar Er zijn meer dan 180
vluchtige chemische stoffen afkomstig van de menselijke huid geïdentificeerd. De meest interessante mengsels zijn in een veldstudie in Afrika getest. Geurvallen waarin een mengsel van CO2, ammonia, melkzuur en enkele carboxylzuren was aangebracht lieten de grootste vangsten zien voor de meeste groepen muggen. Dit mengsel wordt beschouwd als een veelbelovend kandidaat-geurmengsel in de bestrijding van muggen die overlast veroorzaken. Op het mengsel is octrooi aangevraagd. Het STW-gefinancierde onderzoek naar geurvallen heeft internationale erkenning gekregen. Samen met twee Amerikaanse universiteiten heeft de Wageningse onderzoeksgroep 7 miljoen euro gekregen uit de Bill Gates Foundation voor vervolgonderzoek. gebruiker(s) Denka International BV,
Barneveld / VDP Laboratories / SYNTECH, Hilversum
119
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
MAPPING OF GENES CONTROLLING DIVERGENT IMMUNE REACTIVITY AND DISEASE RESISTANCE IN POULTRY
ISOLATION AND CHARACTERISATION OF PROMOTER SEQUENCES INVOLVED IN GENE EXPRESSION DURING POTATO TUBER FORMATION AND SPROUTING
OPTIMALISATIE VAN DE ZWARE METALENDOSERING BIJ ANAËROBE AFVALWATERZUIVERING
DEVELOPMENT OF ABC TRANSPORTER MUTANTS OF ASPERGILLUS NIDULANS AS INNOVATIVE TOOLS IN DRUG DISCOVERY AND SECRETION OF SECONDARY METABOLITES
WB I.4846
WB I.4923
WWL.4928
WFA.5111
BAA
BAA
B BA
C CA
projectleider
projectleider
Prof.dr. R.G.F. Visser totale 344,59 contracten Bijd r a g e : AV E B E b . a . i n k o m s t e n i n k € 4,08
projectleider
toewijzing in k€
Dr. J.J. van der Poel totale 524,02 contracten Optie: Wageningen Universiteit; Nutreco Holding NV inkomsten in k€ 200
toewijzing in k€
wijzing in k€
Dr.ir. P.N.L. Lens totale toe725,63 contracten Optie: Wageningen Universiteit; Paques BV; Bijdrage: Shell Nederland Chemie BV inkomsten in k€ 108,92
wijzing in k€
doelstelling De consument wordt steeds kritischer op dierlijk voedsel. Bij het opfokken van dieren wordt veel gebruik
doelstelling Aardappel, een belangrijk
doelstelling Vaststellen hoe de dosering
gewas voor de Nederlandse landbouw en industrie, kan gemakkelijk genetisch
van sporenmetalen bij anaërobe afvalwaterzuivering geoptimaliseerd kan
doelstelling De agrochemische industrie zoekt voortdurend naar nieuwe gewasbeschermingsmiddelen. Ook naar midde-
gemaakt van antibiotica. Door genetische selectie op een effectieve respons van het aangeboren afweervermogen
gemodificeerd worden, waardoor de productie van nieuwe voedingsmiddelen, industriële producten en medicinale
van het dier kan het gebruik van antibiotica worden teruggedrongen. Het doel is inzicht krijgen in de onderliggende genetische factoren voor immuniteit in legkippen door de identificatie van genomische regio’s op het genoom van de kip die aan de basis staan van immuniteit van de kip.
eiwitten mogelijk wordt. Hiervoor zijn goed gedefinieerde promotoren nodig die de expressie mogelijk maken van relevante genen in een cel-, weefsel-, of orgaanspecifieke manier in een specifieke fase van de levenscyclus van de knol. Doelen: 1) identificatie van kandidaatgenen, 2) bepalen van mogelijke promotersequenties, 3) analyse van cel- en weefselspecificiteit.
worden. Dikwijls wordt een ruime overdosering van zware metalen toegepast om tekorten te voorkomen. Dit leidt wel tot het gewenste effect, maar zo’n werkwijze gaat vergezeld van een ongewenste belasting van het milieu met zware metalen, verspilling van grondstoffen en onnodige kosten.
onderzoek laten zien dat ziekteresistentie erfelijk is. Via twee specifieke selectielijnen van kippen was het mogelijk om in een klein aantal generaties een groot verschil te krijgen in de immuunrespons tegen schapen rode bloedcellen. Selectielijnen met een hoge antilichaamrespons tegen SRBC lieten ook een toename in algemene immuniteit tegen Marek’s Diseases en coccidiosis. Deze informatie over aangeboren immuniteit kan gebruikt worden in fokprogramma’s. Voor de respons op het antigen keyhole limpet
script derived fragments (TDFs) werden geïsoleerd, gesequenced en geclusterd volgens hun expressiepatroon; 2) De upstream non-coding (mogelijk regulerende) sequenties van deze TDFs werden bepaald (expressiepatroon, copy numbers, weefselspecificiteit); 3) Met de analyse van de transgene planten, die deze specifieke regulerendesequenties bezitten voor een reportergen, hebben we een goed beeld van de expressiepatronen van verscheidene
resultaat na 5 jaar Het project heeft zich toegespitst op de rol van kobalt, nikkel en ijzer op de methanogenese, met methanol als modelsubstraat. Vanwege de complexe aard is het onderzoek geïntegreerd aangepakt vanuit microbiologische, fysisch-chemische en milieutechnologische disciplines. De conclusie was dat metalen toch nog biobeschikbaar zijn ten gevolge van hun dissociatie. De microbiologische studies leidden tot het isoleren van twee nieuwe microorganismen: een methanogeen en een homoacetogeen. Met laboratorium Upflow Anaerobic Sludge Bed (UASB) reactoren is de metaal dynamiek in anaëroob korrelslib bestudeerd. Continu doseren van kleine hoeveelheden metaal
heamocyanin werd een specifieke locatie (QTL) gevonden op chromosoom 14.
kandidaatgenen en hun cis-acting elements. Dit resulteert in een nieuwe set van promotoren die voor biotechno-
zijn te verkiezen boven beladen van korrels en pulsgewijs doseren. Op basis van de in dit project verkregen kennis en
logische doeleinden gebruikt kunnen worden.
inzichten zijn richtlijnen voor de gebrui-
gebruiker(s) Nutreco, Boxmeer / Intervet
resultaat na 5 jaar De resultaten uit het
International BV, Boxmeer / RIKILTInstituut voor Voedselveiligheid, Wageningen
resultaat na 5 jaar 1) Verscheidene tran-
gebruiker(s) AVEBE b.a., Veendam
kers opgesteld hoe de sporenmetaaldosering geoptimaliseerd kan worden. Naast toepassingen in de milieutechnologie zijn de verkregen inzichten ook van belang voor andere grootschalige
projectleider
Dr. M.A. de Waard totale toe335,68 contracten Bijdrage: DSM NV; Novartis Crop Protection; Eli Lilly and Company; Letter of intent: WU; Robt. Wood Johnson Medical School; Overdracht: Eli Lilly and Company; octrooien PCT.US98/27499 Multiple drug resistance gene ATRC of aspergillus nidulans; PCT.US98/27300 Multiple drug resistance gene atrD of Aspergillus nidulans inkomsten in k€ 55,08
len die werkzaam zijn tegen pathogenen die ziekten in onze landbouwgewassen veroorzaken. Hiertoe worden veel nieuwe chemische verbindingen getest op bruikbaarheid met een set toetsorganismen. Doel was een toetsorganisme stam te construeren met een sterk verhoogde gevoeligheid voor chemische middelen om de kans op ontdekking van een potentieel nieuw gewasbeschermingsmiddel te verhogen. resultaat na 5 jaar Er is actief, maar zon-
der resultaat, met meerdere bedrijven onderhandeld om de stam op niet exclusieve basis in licensie te geven. De reden daarvoor is dat bedrijven vinden dat ze jaarlijks al voldoende nieuwe chemische verbindingen verkrijgen op de hun vertrouwde wijze. Er is dus geen noodzaak om hun uitgekiende werkwijze te veranderen. Toch zouden ze de stam wel willen hebben als een instrument in onderzoek naar de effectiviteit van nieuwe middelen. Ze vinden de vraagprijs (10.000 euro per jaar) te hoog. Omdat deze prijs al ver onder de kostprijs ligt, is het van verkoop van de stam niet gekomen. De utilisatie door de industrie is dus niet in overeenstemming met de intereresse en gegeven bijdragen aan het begin van het project. Er wordt nog onderhandeld. gebruiker(s) DSM Anti-Infectives BV,
gebruiker(s) Paques BV, Balk / RIVM,
Delft / Novartis Research Institute, Vienna (Oostenrijk) / Novartis Crop Protection, Stein (Zwitserland) / Eli Lilly and Company, Indianapolis
Bilthoven / Animal Disease Control, Lelystad / Bioclear BV, Groningen
(Verenigde Staten van Amerika) / Syngenta, Bracknell (Groot Brittannië)
biotechnologische processen.
120
WB I.4834 / Utilisatierapport 2006
Oude sok als lokroep voor de malariamug
Vijf jaar lang kunnen 25 onderzoekers aan de Wageningen Universiteit WUR binnenkort onder leiding van dr.ir. Willem Takken gaan werken aan een product dat de kans op besmetting door een malariamug zo klein mogelijk moet maken. Zij beschikken over een budget van US$ 8,5 miljoen van de Bill and Melinda Gates Foundation. En dat hebben zij te danken aan het STW-project van Takken naar de voor malariamuggen aantrekkelijke lokroep van humane geurstoffen.
Dr.ir. Willem Takken Project:
WBI.4834
Bij onderzoek naar de malariamug denk je al snel aan verre reizen naar de tropen. Daar komt immers malaria vandaan? Niet helemaal dus. Nog in 1954 is er in een bejaardenhuis in Rockanje, op het Zuid-Hollandse eiland Voorne-Putte, een explosieve uitbraak van malaria geweest. Begin jaren vijftig waren er nog grote concentraties van malariamuggen in Noord-Holland aan te treffen. Malariamuggen gedijen in brak water en zoeken ’s winters onderdak in stallen en op zolders. Tot de afsluitdijk het IJsselmeer van zout- tot zoetwatergebied maakte en de woningbouw alsmede de inrichting van boerderijen sterk veranderde, was het prima toeven in Noord-Holland. Door het zoetwatergebied en andere bouwvormen nam de hoeveelheid brak water af en werd het moeilijk overwinteren. Voor de Zuid-Hollandse eilanden hebben de Deltawerken voor eenzelfde ‘klimaatwijziging’ gezorgd. Takken: ‘Behalve deze omstandigheden heeft het veelvuldig gebruik van het bestrijdingsmiddel DDT, overigens indertijd op verzoek van de Wereld Gezondheidsorganisatie, de uitroeiing van de malariamug in Nederland bijna helemaal vervolmaakt.’ Brak water
De overheid blijft tot op de dag van vandaag
waakzaam als het gaat om een mogelijke terugkeer van de malariamug. ‘Onlangs hebben we nog onderzoek gedaan op verzoek van Rijkswaterstaat naar de mogelijke effecten van het ‘op een kier zetten’ van de Haringvlietdam. Rijkswaterstaat wil dit uit oogpunt van milieubeheer gaan doen, maar vooraf wel weten of dit de kans op grote hoeveelheden brak water zodanig doet toenemen dat de malariamug zou kunnen terugkeren. Als dit het geval zou zijn, zou het een reden kunnen zijn het zoute water niet te laten terugkeren in het Haringvliet. Wij hebben op 126 locaties muggen gevangen en maar op zestien locaties mogelijke malariamuggen teruggevonden. We zeggen mogelijke malariamuggen omdat er wel zeventig soorten muggen zijn die malaria kunnen overbrengen op de mens. Wat ons verder verraste, was dat we nog heel wat brak water hebben aangetroffen’, zegt Takken. Honderd eieren
Waarom zoveel aandacht voor de malaria-
mug? In Nederland mogen we de mug dan wel onder controle hebben, in veel tropische gebieden is dit niet het geval. Jaarlijks sterven wereldwijd tussen een en twee miljoen mensen aan de gevolgen van malaria. Tussen 90 en 95 procent van de malariamuggen steekt op de mens en niet op andere wezens. Meer dan genoeg reden om te onderzoe-
WB I.4834 / Utilisatierapport 2006
121
122
WB I.4834 / Utilisatierapport 2006
Dr.ir. Willem Takken
123
WB I.4834 / Utilisatierapport 2006
ken hoe de malariamug op mensen afkomt en hoe dit is te
gen we konden vangen met verschillende geurstoffen.
voorkomen. Takken: ‘Om een goede methode te ontwikke-
Uiteindelijk hebben we 250.000 muggen gevangen’, vertelt
len, moet eerst duidelijk zijn hoe de malariamug de parasie-
Takken. ‘Met het verzamelde datamateriaal moeten we
ten produceert die bij injectie in menselijk bloed voor de
definitief bepalen welke stof voor een mug afstotend werkt
ziekteverschijnselen zorgen. De kop van een mug bestaat uit
en welke stof juist aantrekkelijk is. Het ziet er naar uit dat
grote ogen die hij gebruikt voor het vliegen, niet voor het
onze vermoedens over melkzuur en koolzuur kloppen. In het
vinden van mensen als prooi. De kop bestaat verder uit een
STW-onderzoek zijn wij daar heel ver in gekomen, maar we
flinke steeksnuit, een evenwichtorgaan en twee antennes
moeten nog verder doorzoeken om de val voor de malaria-
met kleine haartjes. Met de steeksnuit zoekt hij een bloed-
mug verder te verbeteren. Als dat lukt, kunnen wij een pro-
vat om bloed af te tappen. Dat bloed slaat hij op achterin zijn
duct gaan maken waarmee we de kans dat een mug steekt,
lijf, waar zich ook zijn eieren bevinden. Per cyclus bevinden
drastisch kunnen verkleinen. Dankzij de resultaten uit het
zich wel honderd eieren in het lijf. In theorie kan een mug
STW-onderzoek konden we de Bill en Madeline Gates
dus elke tien dagen voor honderd nakomelingen zorgen,
Foundation ervan overtuigen dat dit met nader onderzoek
ware het niet dat de eieren vaak een prooi vormen voor vis-
moet kunnen lukken.‘
sen en roofdieren. In de eieren nestelen ook de malariaparasieten zich. Als deze parasieten tien dagen de tijd krijgen om
Gebruikerscommisie
De positieve ontwikkelingen rond de
zich te ontwikkelen, komen zij in het bloed van de mug. Het
speurtocht naar een val voor de malariamug hebben ook
eerstvolgende slachtoffer van de mug krijgt de parasieten
zo hun effecten gehad in de gebruikerscommissie rond het
in zijn bloed en dan wordt het slachtoffer ziek. Op de kop
project. Takken: ‘Met een bedrijf hadden we heel goed con-
van de mug zitten ook de antennes waarmee de mug zijn
tacten, maar door het overlijden van de oprichter is het niet
slachtoffer zoekt. Elk haartje van deze antenne bevat een
zeker of dat bedrijf blijft voortbestaan. Dit was een klein,
geurreceptor. Dat geldt voor alle geuren, behalve voor kool-
maar zeer gespecialiseerd en geïnteresseerd bedrijf.
zuur want die receptor bevindt zich op het evenwichtsorgaan.’
Verder was onder meer Glaxo Welcome lid van de commissie. Glaxo is uitgestapt omdat het concern het onderzoek
Wij hadden al het vermoeden dat melkzuur en koolzuur voor
te gedurfd vond. Nu wij het onderzoek kunnen voortzetten,
muggen de signalen geven dat zich mensen in de omgeving
heeft Glaxo Welcome te kennen gegeven wel weer betrok-
bevinden. In ons STW-onderzoek hebben wij eerst onder-
ken te willen worden. Uiteindelijk moet ons onderzoek
zocht of we de geurstoffen kunnen verzamelen en vaststel-
tot een product leiden. Dus we zullen moeten bekijken hoe
len hoe die haartjes reageren op de geurstoffen. Reageren
we hiermee omgaan.’
zij op specifieke geuren? Een mens heeft meer dan 360 geurstoffen, dus het is wel van belang in kaart te brengen welke stoffen het aantrekkelijkst zijn voor de mug. Ten derde wilden wij immers die aantrekkelijkste stoffen selec-
Entomologielaboratorium wereldwijd vermaard
teren om die zo te kunnen aanbieden dat muggen daarheen vliegen. Dan kun je ze uiteindelijk in een val lokken.’ 250.000 Muggen vangen
Het laboratorium dat in Wageningen onder meer voor de vakgroep Entomologie werkt, draagt in belangrijke mate bij
De geuren hebben wij op chemische
aan de wereldvermaarde reputatie van de entomologen.
wijze verzameld en door een gaschrammatograaf gestuurd om chemische verbindingen en concentraties aan te geven.
Dr.ir. Willem Takken: ‘Wij zijn een van de weinige universiteiten
Een mengsel van chemische verbindingen gaat daarbij door
met een laboratorium dat 35 soorten insecten zelf kweekt.
een kolom met gas. Dat levert een scheiding van chemische
Hebben wij een bepaalde mug nodig op een bepaalde dag,
verbindingen, waarbij de hoogvluchtige gassen eerst eruit
dan hoeven wij dat alleen maar op tijd te melden aan
komen en daarna de laagvluchtige. Hieruit komen chemische
de staf van het laboratorium. Maar dat geldt ook voor sprink-
verbindingen voort die aantrekkelijk voor de mug kunnen
hanen, rupsen of fruitvliegen. Dankzij dit laboratorium verlopen
zijn. Vervolgens hebben wij die verbindingen met een aantal
onze onderzoeken altijd soepel.’ In dat opzicht is Takken
muggen losgelaten in een windtunnel om te bekijken waar
verwend. Hij is in 1969 aan zijn studie in Wageningen
zij op reageren. Uitkomst was dat zij vooral reageren op een
begonnen en is na een periode in de tropen in 1987 terug-
mengsel van melkzuur en ammonium, alsmede op de geur
gekeerd op het nest. Al die tijd heeft hij maar hoeven roepen
van een gedragen sok.’
en hij werd bediend. Als medisch entomoloog is Takken in Wageningen enigszins een buitenbeentje, maar hij voelt zich
‘Op basis van deze bevindingen hebben we een aantal kandidaat geurstoffen meegnomen naar Gambia waar wij ze hebben getest. Twee rijen van zes hebben wij in het veld opgesteld en we hebben elke nacht gekeken hoeveel mug-
er wel als een vis in het water.
124
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
RECOMBINANT PLANT MONOCLONAL ANTIBODIES FOR PREVENTIVE IMMUNOTHERAPY OF POULTRY AGAINST COCCIDIOSIS
STEROIDEN UIT CARVON
MICROBIAL CO CONVERSION TO H2, A BIOLOGICAL ALTERNATIVE FOR THE CHEMICAL SHIFT REACTION
DEVELOPMENT OF A GENOME-WIDE PHYSICAL MAP OF POTATO AND ITS APPLICATION FOR THE MOLECULAR CHARACTERIZATION OF RESISTANCE AND QUALITY TRAITS
WPB.5112
WSC.5215
WBC.5280
WPB.5283
B BA
AAA
BAA
CCC
projectleider
projectleider
Dr.ir. A. Schots totale toewij812,20 contracten Bijdrage: Nutreco Nederland BV; Optie: Wageningen Universiteit; Nutreco Holding NV; Raamovereenkomst: Productschap Veevoeder inkomsten in k€ 61,46
Prof.dr. A. de Groot totale 197,01 contracten Bijd rage : N V O rgan on inkomsten in k€ 18,16
projectleider
toewijzing in k€
totale toewijzing in k€
toewijzing in k€
doelstelling Pathogenen en parasieten
doelstelling Doel van het onderzoek is
doelstelling Doel van het onderzoek was
bedreigen blijvend landbouwhuisdieren. Vanwege de nieuwe Europese regel-
onderzoek te verrichten naar de toepassingsmogelijkheden van ruim beschik-
om een proces te ontwikkelen waarin thermofiele anaërobe bacteriën
doelstelling Het project beoogt de constructie van een genoomomvattende fysische kaart van aardappel, bestaande
geving is het toepassen van antibiotica en veel andere geneesmiddelen nog slechts beperkt toegestaan. Passieve
bare chirale natuurlijke uitgangsstoffen in de organische synthese. Met name S-(+)-carvon. Het toepassen van
gebruikt worden als alternatief voor chemische water shift katalysatoren om CO uit synthesegas te verwijderen.
immunisatie is een oplossingsrichting. Door de therapeutische antilichamen in eetbare delen van planten te produceren is ook een eenvoudige applicatiemethode voorhanden. De doelstellingen zijn uitgewerkt aan de hand van het model Eimeria, de veroorzaker van coccidiose bij pluimvee.
S-(+)-carvon in de synthese van chirale (homo) steroïden is geïntegreerd in alle delen van dit project. De keuze van de doelmoleculen is gemaakt in overleg met Organon International en gericht op de synthese van een tussenproduct in de synthese van desogestrel. Daarnaast komen een aanzienlijk aantal nieuwe gesubstitueerde steroïden en andere polycyclische verbindingen die door Organon getest zullen worden op hun fysiologische eigenschappen.
De thermofiele anaërobe bacterie Carboxydothermus hydrogenoformans groeit op de omzetting, CO + H2O ➞ CO2 + H2 en is geschikt als biologische water shift katalysator. Om het doel te bereiken is voorgesteld de biochemie en fysiologie van thermofiele carboxydotrofe bacteriën te onderzoeken (AIO Microbiologie) en om de kinetiek van CO omzetting in batchcultures en in bioreactoren te bestuderen (AIO Milieutechnologie).
resultaat na 5 jaar De wetenschappelijke doelen zijn behaald. Er is een viertal nieuwe methoden uitgewerkt voor de synthese van steroïden op basis van S-(+)-carvon. Zo is bijvoorbeeld een tussenproduct op de route naar desogestrel gesynthetiseerd. Daarmee zijn gebruiksmogelijkheden van het landbouwgewas karwei als grondstof verruimd. Of de resultaten ook tot utilisatie leiden is onbekend omdat Organon een aantal verbindingen test op hun fysiologische eigenschappen. Een deel van deze testen moet nog worden gedaan. De testen hebben niet geleid tot bruikbare actieve verbindingen. Het onderzoek is afgerond en
resultaat na 5 jaar Het onderzoek is bijzonder goed verlopen. Anaërobe thermofiele carboxydotrofe anaërobe micro-organismen blijken toepasbaar te zijn als biologische water shift katalysatoren voor de omzetting van CO naar H2 en CO2. Tevens is de fysiologie en de kinetiek van de biokatalysator onderzocht. Er is op het ogenblik geen financiering om het onderzoek voort te zetten. Er wordt gezocht naar nieuwe financiering.
zing in k€
resultaat na 5 jaar Plantenvectoren zijn
geconstrueerd waarmee het mogelijk is om snel en doeltreffend mucosale antilichamen van de kip in planten te produceren. Voorts is gedemonstreerd dat het mogelijk is om antilichaambanken te maken, waaruit specifieke antilichaamfragmenten kunnen worden geselecteerd en getoetst op een neutraliserende werking van het pathogeen of de parasiet. Gezamenlijk heeft dit een gereedschap opgeleverd waardoor op een doeltreffende wijze secretoire antilichamen in planta kunnen worden geproduceerd. Om de doeltreffendheid van de antilichamen te toetsen is een transient expressiesysteem ontwikkeld waarmee eenvoudig grotere aantallen antilichamen geproduceerd kunnen worden. gebruiker(s) Productschap Diervoeder,
Lelystad / Nutreco Nederland BV, Boxmeer
wordt niet voortgezet. De projectleider is met emeritaat en zijn groep is afgebouwd. gebruiker(s) NV Organon, Oss
Prof.dr.ir. A.J.M. St ams 420,25
projectleider
Prof.dr. R.G.F. Visser totale 1.485,38 contracten Optie: Wageningen Universiteit; Keygene NV Optie: Wageningen Universiteit; Averis Seeds BV; HZPC Holland BV; C. Meijer bv; Agrico Research BV; McCain Foods Limited; Overig: Keygene NV inkomsten in k€ 79,38
uit BAC clone contigs die zijn verankerd aan de ultradichte genetische kaart. Specifieke utilisatie doelstellingen zijn: 1) Het verkrijgen van eind sequentie informatie van 360 BACs die gelijkmatig zijn verdeeld over de 12 aardappelchromosomen, 2) Identificatie van ziekteresistentiegenen, 3) Identificatie van kandidaat genen voor een kwalitatieve knoleigenschap, die is gekarteerd met QTL analyse. resultaat na 5 jaar 1) Fingerprint patronen
van 67761 BAC clonen zijn op grond van hoge similariteit gegroepeerd in een basis fysische kaart van 7132 contigs. Hiervan zijn 161 contigs met AFLP merkers verankerd over de 12 aardappelchromosomen. 2) Kandidaat BACs zijn geïdentificeerd die respectievelijk het H1 gen voor cyst-nematode resistentie, en een resistentiegen tegen wratziekte bevatten. 3) De planten waarmee de aardappel genetische
gebruiker(s) Paques BV, Balk / Shell
kaart was geconstrueerd zijn op twee veldproef locaties geëvalueerd op knolkwaliteit-eigenschappen. Significante QTLs zijn gevonden voor opbrengst, knolaantal, vleeskleur, kookverkleuring en onderwatergewicht.
Research and Technology Centre, Amsterdam / Ziniflex Budel BV, Budel
gebruiker(s) Averis Seeds BV,
Valthermond / Plant Research International, Wageningen / HZPC Holland BV, Joure / C. Meijer bv, Rilland / Agrico Research BV, Emmeloord / McCain Produce Inc., Florenceville (Canada) / McCain Potatoes Holland BV, Hoofddorp / Keygene NV, Wageningen
STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
A METHODOLOGY TO ASSESS THE CONTRIBUTION OF ANIMALFRIENDLY PRODUCTION SYSTEMS TO SUSTAINABLE DEVELOPMENT IN EGG PRODUCTION SYSTEMS
WLW.5446 BCB projectleider
Dr.ir. I.J.M. de Boer 182,66
totale
toewijzing in k€
doelstelling Het ontwikkelen en toepas-
sen van een aanpak om duurzame ontwikkeling van dierlijke productiesystemen te kunnen beoordelen. Verschillende huisvestingssystemen van leghennen in Nederland zijn met elkaar vergeleken. De keuze van de leghennensector was vooral ingegeven door het verbod op legbatterijen in de EU na 1-01-2012. Duurzame ontwikkeling: 1) heeft geen vaststaand einddoel, maar is een proces van verandering 2) gaat zowel over economische, ecologische als sociaal-maatschappelijke ontwikkeling. resultaat na 5 jaar In een workshop met stakeholders uit de sector is bepaald welke onderwerpen beoordeeld moesten worden. Onderwerpen op bedrijfsniveau meetbaar: Diergezondheid, dierenwelzijn, milieu, eikwaliteit, arbeidsomstandigheden, economie. Vier systemen zijn onderzocht: legbatterij, scharrel met en zonder uitloop en volière met uitloop. Er is zowel inzicht binnen als tussen systemen verkregen. Volière met uitloop bleek het beste alternatief voor de batterij. Betere prestaties voor dierenwelzijn
en economie, slechtere voor milieu. Overige indicatoren gaven geen duidelijke verschillen. De scharrelsystemen presteerden gelijk of slechter dan volière met uitloop. gebruiker(s) NVBD, Den Haag / ID-Lelystad BV, Lelystad / Productschap Vee, Vlees en Eieren, Zoetermeer / Nutreco Holding NV, Boxmeer / Agrotechnology & Food Innovations BV, Wageningen
125
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
van gebruikers bij 07 : Lijst STW-projecten 2000
127
128
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
project: ETN.3400 (interview zie pagina 52 t/m 55)
129
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
A
B
4TEC (Den Haag) / CES.5009
BASF Aktiengesellschaft
ABAQUS Benelux BV (Huizen) / DWO.5238
DSM Food Specialties (Delft) / VBI.4837 /
(Ludwigshafen, Duitsland) / ABI.4929 / LPB.5113
LBC.5074 / LPB.5113 / UBC.5257 DSM High Performance Fibers (Heerlen) /
ADVANTA Seeds BV (Rilland) / UBC.5075
BP Nederland Energie BV (Den Haag) / DTN.4915
AEA Technology GmbH (Otterfing, Duitsland) /
Bayer AG (Leverkusen, Duitsland) / WBI.4834
DSM NV (Delft) / WFA.5111
BiOrion Technologies BV (Groningen) / VTH.5288
DSM Research BV (Geleen) / UPC.5037 / PC.5038 /
DTN.4852
DWO.5238
AIXTRON AG (Aachen, Duitsland) / NAF.5040
BioMérieux bv (Boxtel) / ABI.4859 / TOE.5071
APC.5203 / DPC.5204 / EPC.5239 / TPC.5249 /
ALDITECH S.A. (Grenoble, Frankrijk) / TTF.5041
Bioclear BV (Groningen) / WWL.4928
UFC.5357 / ABC.5363 / PC.5402
AM Pharma BV (Bunnik) / VTH.5180 / VTH.5288
Bionchip BV (Eindhoven) / TOE.5071
ASML Netherlands BV (Veldhoven) / EWI.4877 /
Bird Engineering (Schiedam) / DPC.5359
DMR.5189 / DWO.5238
Bracco Research S.A. (Géneve, Zwitserland) /
ASTRON (Dwingeloo) / LES.5028 / TES.5177 ATAS Benelux BV (Zoetermeer) / VPC.5254
RKG.5104 Bruco BV (Weerslo) / TES.5177
ATAS International BV (Veldhoven) / VPC.5254
DSM Venturing and New Business Development (Heerlen) / WBI.4923 Dejima Optical Films BV (Arnhem) / NNS.4857 Deloitte Accountants BV (Amstelveen) / VWI.4949 Denka International BV (Barneveld) / WBI.4834 Diosynth BV (Oss) / DPC.5359
AVEBE b.a. (Foxhol) / WBI.4923
C
Douwe Egberts (Utrecht) / ATF.5063
Academisch Medisch Centrum Amsterdam /
C. Meijer bv (Rilland) / WPB.5283
Dow Benelux BV (Terneuzen) / UPC.5037
ABI.4859 / AKG.5127 / UFA.5157 / VPC.5251 /
C2V (Enschede) / TOE.5071
Dutch Space BV (Leiden) / AIF.4997 / DWO.5238
NNN.5322
CAM Implants BV (Leiden) / NKG.5061
Dutch Vision Systems BV (Breda) / UIF.5055
Add-controls (Amersfoort) / CES.5008
CIBIT (Bilthoven) / EWI.4877
Adelante Technologies BV (Waalre) / LES.5028
CMG Advanced Technology (Den Haag) / NNN.5322
Agere Systems Nederland BV (Nieuwegein) / TES.5177 / TES.5226
E E.P. Controls BV (Roden) / EWE.5125
CQM BV (Eindhoven) / DWO.5238
ECN (Petten) / UPC.5037 / ATF.5063 / EFC.5134
Agfa-Gevaert NV (Mortsel, België) / GPC.5262
CWI (Amsterdam) / CES.5009
EMDES (Eindhoven) / EES.5202
Agrico Research BV (Bant) / WPB.5283
Campina Innovation (Wageningen) / VTH.5180
EMTEC Magnetics GmbH (Willstätt, Duitsland) /
Agrotechnology & Food Innovations BV
Care4Cure BV (Amsterdam) / NNN.5322
(Wageningen) / TAC.5093 / WLW.5446 Airborne Composites BV (Leidschendam) / DWO.5238
EPI Nederland BV (Halsteren) / BDG.4896
Carl Zeiss Jena GmbH (Jena, Duitsland) / ABI.4859
ESBE Nanoscale Technology Services (Delft) /
Centraal Lab. van de Bloedtransfusiedienst
Akzo Nobel (Arnhem) / GPC.5038 / EPC.5239 / TPC.5249
(Amsterdam) / VPC.5398 Chess Information Technology BV (Haarlem) /
Akzo Nobel Central Research BV (Arnhem) / DWT.4939 / DPC.5204
CES.5009 Chevron Research and Technology Co.
Akzo Nobel Chemicals BV (Arnhem) / DTN.4852 /
(Richmond, Verenigde Staten van Amerika) /
DWT.4939 / TPC.5249 Akzo Nobel Chemicals Research (Arnhem) _
APC.5203 Chinese Acadamy of Science (Beijing, China) /
TPC.5249 Akzo Nobel Eka Chemicals AB (Bohus, Zweden) / DPC.5204
LPB.5113 Comon Invent BV (Delft) / DEL.4694 / DMF.5103 Cooltech Applications (Andolsheim, Frankrijk) /
Akzo Nobel NV (Arnhem) / ABI.4859 Akzo Nobel Nederland BV (Oss) / LBC.5356
ATF.5063 Corus Research, Development & Technology
Akzo Nobel UK (Tyne & Wear, Groot Brittannië) / ABC.5363
TTF.5041
Carl Zeiss (Oberkochen, Duitsland) / DMR.5189
(IJmuiden) / TET.5120
DEL.4694 / DMF.5103 Eco Chemie BV (Utrecht) / DMR.5294 Elektronik Laser System GmbH (Gross-Bieberau, Duitsland) / NNS.4968 Eli Lilly and Company (Indianapolis, Verenigde Staten van Amerika) / WFA.5111 Ellips (Eindhoven) / UIF.5055 Elsevier Science BV (Amsterdam) / NNN.5322 Embraco-Empresa Brasileira de Compressores SA (Joinville, Brazilië) / ATF.5063 EnablingM3 (Dordrecht) / DMF.5103 Engelhard De Meern BV (De Meern) / UPC.5037 / ATF.5063 / EPC.5239 / UFC.5357 Enraf BV (Delft) / DMR.5294
Corus Staal BV (IJmuiden) / TET.5120
Eonic BV (Delft) / LES.5028
Alcatel (Antwerpen, België) / EES.5202
Cosmoferm BV (Delft) / UBC.5362
Erasmus Medisch Centrum Rotterdam /
Algorithmic Solutions Software GmbH
Cosun Food Technology Centre (Roosendaal) /
(Saarbrücken, Duitsland) / UIF.5055 Amersham Pharmacia Biotech AB
UBC.5075 Cyclone Fluid Dynamics BV (Waalre) / DTN.4852 /
(Uppsala, Zweden) / DPC.5359
EWE.5125
RKG.5104 / AKG.5127 Ericsson EuroLab Netherlands BV (Enschede) / EEL.4869 / EWI.4877 / AES.5021 / LES.5028 / TES.5177 / TES.5226 Ericsson Telecommunicatie BV (Rijen) / EWI.4877
Amsterdam Molecular Therapeutics (AMT) BV
D
Euro-Diagnostica BV (Arnhem) / TOE.5071
Animal Disease Control (Lelystad) / WWL.4928
DAF Trucks NV (Eindhoven) / EWE.5125 / WO.5154
ExxonMobil Chemical Holland BV (Rotterdam) /
Aventis Environmental Science
DMV International (Veghel) / VTH.5180
(Amsterdam) / AKG.5127
(Bucks, Groot Brittannië) / WBI.4834 Averis Seeds BV (Valthermond) / WPB.5283
DSM Anti-Infectives BV (Delft) / WFA.5111 / UBC.5257
EWE.5125
130
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
F
Intervet International BV (Boxmeer) / WBI.4846 /
FAPIA (Amsterdam) / VWI.4949
TOE.5071
N N R Malotaux - Consultancy (Bilthoven) / EES.5202
FeyeCon D&I BV (Weesp) / DWT.4939
IsoTis S.A. (Bilthoven) / UGN.4966
N.O.P. (Someren) / BDG.4896
Friesland Corporate Research (Deventer) /
Isogen Life Science (Maarssen) / ACH.4874
NATO C3 Agency (Den Haag) / AIF.4997
UBC.5257
Itho BV (Schiedam) / ATF.5063
Friesland Foods (Deventer) / UBC.5257 Fugro-Jason Netherlands bv (Leidschendam) / DTN.4915
J
NLR (Marknesse) / AIF.4997 / CES.5008 /
JDS Uniphase Netherlands BV (Eindhoven) / NAF.5040
G
NIOO-CEME (Yerseke) / NNS.4968 NIOZ (Den Burg Texel) / NNS.4968
TWO.5154 / DWO.5238 NMi Van Swinden Laboratorium BV (Delft) /
Janssen Pharmaceutica (Beerse, België) /
GBI Holding BV (Delft) / VBI.4837 / LBC.5253 /
LCH.5222 / LBC.5356
NRG (Arnhem) / CES.5008
ABC.5363 Gasunie Engineering & Technology (Groningen) / DTN.4852 Genencor International BV (Leiden) / VBI.4837 /
EWO.5423 NOB Interactive (Hilversum) / VWI.4949
K
NV Gelderse Ontwikkelingsmaatschappij GOM
KEMA Nederland BV (Arnhem) / TOE.5071
(Arnhem) / NNN.5322
KNAW (Amsterdam) / ACH.4874
NV Organon (Oss) / WSC.5215 / VPC.5398
KNMI (De Bilt) / DEL.4694 / DTN.4915
NVBD (Den Haag) / WLW.5446
Geometry Factory (Grasse, Frankrijk) / UIF.5055
KON-DES (Gorssel) / TAC.4974
NVI (Bilthoven) / AKG.5127
Glaxo Smith Kline (Rixensart, België) / UBC.5397
Key Drug Prototyping BV (Amsterdam) / LBC.5209
NZO (Zoetermeer) / VTH.5180
Global Cooling BV (Arnhem) / ATF.5063
Keygene NV (Wageningen) / WPB.5283
National Semiconductor BV (‘s Hertogenbosch) /
Grasso Products BV (Den Bosch) / ATF.5063
KiQ Medicast (Amsterdam) / AIF.4997
Grodan BV (Roermond) / DMR.5294
Kiadis BV (Groningen) / VPC.5398
Nedap NV (Groenlo) / TES.5177
Grontmij | AquaSense (Amsterdam) / ACH.4874 /
Kiwa Gastec Technology (Apeldoorn) / UPC.5037
Nederlands Instituut voor Zuivelonderzoek (Ede) /
LPB.5113 / LBC.5253
VPC.5254
EEL.4869
Koninklijk Instituut voor de Marine (Den Helder) / EWE.5125
UBC.5257 Nederlands Kanker Instituut (Amsterdam) /
H
LBC.5209
HH van Schieland en Krimpenerwaard (Rotterdam)/ ACH.4874
L
Nederlandse Gasunie NV (Groningen) / DTN.4852
LEADD BV (Leiden) / LBC.5209
Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders
HKV Lijn in water (Lelystad) / DCB.5302
Lead Discovery Unit NV Organon (Oss) / LCH.5222
HZPC Holland BV (Joure) / WPB.5283
Leids Universitair Medisch Centrum (Leiden) /
Hembrug BV (Haarlem) / EWO.5423
Lightweight Structures BV (Delft) / DWO.5238
Hezelburcht Consultancy BV (Groesbeek) /
LioniX BV (Enschede) / TOE.5071 LogicaCMG (Eindhoven) / EWI.4877
Holland Colours NV (Apeldoorn) / DWT.4939 Hoogheemraadschap van Rijnland (Leiden) / ACH.4874
Mallinckrodt Medical BV (Petten) / VPC.5251
Hydro Gas and Chemicals (Höningen, Duitsland) /
Martil Instruments (Heiloo) / DMR.5294
WPB.5283
IBM SSD GmbH (Mainz, Duitsland) / TET.5120 IBS Precision Engineering BV (Eindhoven) / EWO.5423 ID-Lelystad BV (Lelystad) / BDG.4896 / WWL.4928 / WLW.5446 IFP (Rueil-Malmaison Cedex, Frankrijk) / APC.5203
McCain Produce Inc. (Florenceville, Canada) / WPB.5283 Melexis R&D Center (Tessenderlo, België) / DMF.5103 Merck Biomaterial GmbH (Darmstadt, Duitsland) / VTH.5288 Microflown Technologies BV (Enschede) / TWO.5154
IMEC (Leuven, België) / AES.5021
Mierij Meteo BV (De Bilt) / DEL.4694 / TOE.5071
Ingeny International BV (Goes) / ACH.4874
Ministerie van Defensie/DMO (Den Haag) /
Interay BV (Bergum) / LES.5028
Novartis Research Institute (Vienna, Oostenrijk) / WFA.5111 Nutreco Nederland BV (Boxmeer) / WBI.4846 / WPB.5112 / WLW.5446
McCain Foods Limited (Gameren) / WPB.5283 McCain Potatoes Holland BV (Hoofddorp) /
EES.5202
Norit NV (Amersfoort) / EPC.5239 / UFC.5357
WFA.5111
MARIN (Wageningen) / TWO.5154
Mapper Lithography BV (Delft) / DMM.5333
IBM Research Division (Rüschlikon, Zwitserland) /
AIF.4997
Novartis Crop Protection (Stein, Zwitserland) /
HortiMax BV (Pijnacker) / TAC.4974
I
VWI.4949 Noldus Information Technology BV (Wageningen) /
M
Hybro BV (Boxmeer) / BDG.4896
DWT.4939
Netherlands Audiovisual Archive (Hilversum) /
NKG.5061 / UFA.5157 / VTH.5180 / VPC.5398
Het Waterlaboratorium (Haarlem) / ACH.4874
UFA.5157
(Zoetermeer) / BDG.4896
EWI.4877 / CES.5008 / CES.5009 / LES.5028 Mitutoyo Nederland BV (Veenendaal) / EWO.5423
O Océ‚-Nederland BV (Venlo) / EWI.4877 / DWT.4939 / AES.5021 / EES.5173 Océ‚-Technologies BV (Venlo) / VWI.4949 / CES.5009 / EES.5141 Oldelft BV (Delft) / RKG.5104 Omegam (Amsterdam) / ACH.4874 OnStream BV (Eindhoven) / TTF.5041 / TOE.5071 / DMF.5103 Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (Amsterdam) / RKG.5104 Oronite European Technical Center (Vondelingenplaat Rt) / EWE.5125
131
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
P
Procter & Gamble (Grimbergen, België) / TAC.4974
PD&E Automotive Solutions BV (Helmond) /
Procter & Gamble Pharmaceuticals (Rotterdam) /
EWE.5125 PamGene International BV (Den Bosch) / ABI.4859
AIF.4997 / BAR.5275 / DMR.5294 Sint Anthonius Ziekenhuis (Nieuwegein) /
LBC.5356 Productschap Diervoeder (Lelystad) / WPB.5112 Productschap Vee, Vlees en Eieren (Rijswijk) /
Papyron BV (Groningen) / GPC.5262
WLW.5446
TAC.4974 Sioux (Son) / EWI.4877 SmartTip BV (Enschede) / TET.5120 Smartec BV (Breda) / DET.5100
Paques BV (Balk) / WWL.4928 / WBC.5280
Productschap Veevoeder (Den Haag) / WPB.5112
Solsep BV (Apeldoorn) / TPC.5249
Paradocs Group BV (Tiel) / TOE.5071
Promeks Nederland (Harderwijk) / EPC.5239
Solvay Pharmaceuticals BV (Weesp) / LCH.5222 /
R
Sonion Nederland BV (Amsterdam) / TWO.5154
Paragon Nummerical Engineering (Eindhoven) / DWO.5238 Paul Scherrer Institut (Villigen, Zwitserland) / EWE.5125
VPC.5398
R & R Mechatronics (Zwaag) / TAC.5093
Sonotron BV (Zoetermeer) / RKG.5104
RIKILT-Instituut voor Voedselveiligheid
Spierings Medische Techniek (Nijmegen) /
PcM Interactieve Media (Amsterdam) / VWI.4949 Pepscan Systems BV (Lelystad) / UBC.5257
Wageningen) / WBI.4846 / ABI.4859 RIVM (Bilthoven) / WWL.4928 / TAC.5093
NKG.5061 Stork Screens BV (Boxmeer) / GPC.5262
Pfizer BV (Cappelle a/d IJssel) / NNN.5322
RIVO BV (IJmuiden) / VPC.5254
Storteboom BV (Veghel) / BDG.4896
Pharma Park Foundation (Almere) / VBI.4837
RIZA (Arnhem) / ACH.4874 / DCB.5302
Stryker Howmedica Osteonics (Limerick, Ierland) /
Philips Applied Technologies (Eindhoven) / TET.5120 / TWO.5154 / DMR.5189 Philips Centre for Industrial Technology (Eindhoven) / TWO.5154 / EES.5173 Philips Centre for Manufacturing Technology (Eindhoven) _ DTN.4852 _ EWT.4924
RMGInt. BV (Oosterhout) / TTF.5041 Razorfish (Amsterdam) / VWI.4949 Ribo Technologies BV (Groningen) / ACH.4874
Synetix (Cleveland, Groot Brittannië) / UPC.5037
Rijkswaterstaat (Arnhem) / DCB.5302
Syngenta (Bracknell, Groot Brittannië) / WFA.5111
Robert Bosch GmbH (Stuttgart, Duitsland) / TET.5120
Syngenta Mogen BV (Ridderkerk) / WBI.4923 /
Robt. Wood Johnson Medical School (Piscataway,
Philips Domestic Appliances and Personal Care (Drachten) / TWO.5154 Philips Electronics Nederland BV (Eindhoven) /
Rockwool/Grodan BV (Roermond) / DMR.5294
T
Roessingh Research and Development
TLS (Haarlem) / DPC.5359
(Enschede) / DET.5100
EWI.4877 / RKG.5104 / NNN.5322 Philips Nederland BV (Eindhoven) / RKG.5104 Philips Optical Storage (Eindhoven) / DWO.5238 Philips Research (Eindhoven) / NNS.4857 /
S
AIF.4997 / CES.5008 / AES.5021 / LES.5028 /
SENA (Hilversum) / VWI.4949
NAF.5040 / TOE.5071 / TES.5177 / TES.5226 /
SKF Engineering & Research Centre BV (Nieuwegein) / TWO.5154 SKF Research and Development Company BV (Nieuwegein) / TET.5120
UIF.5055 / DMF.5103 / TET.5120 / EES.5141 /
STOWA (Utrecht) / ACH.4874
TES.5177 / EES.5202 / TES.5226 / EET.5580
Sasol PDT (Enschede) / EPC.5239
EWT.4924 / NAF.5040 / EET.5580 Philips Technology Incubator (Eindhoven) / TES.5177 / TES.5226 Phytera Inc. (Worcester, Verenigde Staten van Amerika) / WFA.5111 Plant Research International (Wageningen) / ABI.4859 / NNS.4968 / WPB.5283 Polymer Chemicals Laboratory Deventer (Deventer) / GPC.5038 Poultry Consulting International (Breda) / WLW.5446 Powder Technology Consultant (Doetinchem) / GPC.5038 Praktijkonderzoek Veehouderij (Lelystad) / WLW.5446 PrimaGen BV (Amsterdam) / AKG.5127 Priva Hortimation BV (De Lier) / TAC.4974
DTW.4820 / DTN.4915 TNO Defensie en Veiligheid (Den Haag) /
EEL.4869 / EWI.4877 / ABI.4929 / AES.5021 /
Philips Semiconductors (Nijmegen) / EEL.4869 /
TNO Bouw en Ondergrond (Utrecht) /
Royal Haskoning BV (Nijmegen) / DCB.5302
EWO.5423 Philips Medical Systems Nederland BV (Best) /
LPB.5113
Verenigde Staten van Amerika) / WFA.5111
DET.5100 / TET.5120 / EET.5580 Philips Enabling Technologies Group (Eindhoven) /
NKG.5061 Syncom BV (Groningen) / LCH.5222
DMR.5294 / NPC.5402 / EET.5580 TNO Industrie (Eindhoven) _ TPC.5249 TNO Industrie en Techniek (Delft) / EWT.4924 / UIF.5055 / ATF.5063 / TET.5120 / EWE.5125 / TWO.5154 / DMR.5189 / DWO.5238 / VPC.5254 TNO Informatie- en Communicatietechnologie (Delft) / VWI.4949 / TES.5177 / TES.5226
Schlumberger Cambridge Research (Cambridge, Groot Brittannië) / DTW.4820
TNO Kwaliteit van Leven (Zeist) / TOE.5071 / LPB.5113 / UBC.5362
Schlumberger MEMS - Technology Center (Elancourt, Frankrijk) / TAC.4974
Texas Instruments Holland BV (Almelo) / DMF.5103
Sentron Europe BV (Roden) / TAC.4974
Thales Naval Nederland (Hengelo) / EET.5580
Shell Global Solutions (Hamburg, Duitsland) /
Thales Nederland BV (Hengelo) / EWT.4924 /
UPC.5037 / EWE.5125
CES.5009 / NAF.5040 / TOE.5071 / TES.5177 /
Shell Global Solutions International BV (Amsterdam) / DTN.4852 / WWL.4928 /
TES.5226 / EET.5580 Tweehuysen Consultancy BV (Malden) /
EWE.5125 / TPC.5249 Shell International Oil Products BV (Amsterdam) /
NNN.5322 Twente Institute for Wireless and Mobile
EWE.5125 / EFC.5134 / UFC.5357
Communications BV (Enschede) / EWI.4877 /
Shell Nederland Chemie BV (Moerdijk) /
AES.5021 / LES.5028 / TES.5177 / TES.5226
WWL.4928 Shell Research and Technology Centre (Amsterdam) / GPC.5038 / APC.5203 / EPC.5239 / WBC.5280 Shell SIEP BV (Rijswijk) / DTW.4820 / DTN.4915 /
U Uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum (Houten) / NNN.5322 UltraWaves Design BV (Heteren) / LES.5028
132
Lijst van gebruikers bij STW-projecten 2000 / Utilisatierapport 2006
Unilever R & D (Vlaardingen) / ABI.4929 / DWT.4939 / AIF.4997 / GPC.5038 / LPB.5113 /
Lijst van afkortingen
VPC.5254 / UBC.5257 / UBC.5362 Unilever UK Central Resources Ltd (London, Groot Brittannië) / ATF.5063 Uniqema (Gouda) / UBC.5362
Bsik
Unisign BV (Panningen) / EWO.5423 Univalid Management and Development BV (Leiden) / DPC.5359
Universitair Medisch Centrum St. Radboud (Nijmegen) / NNN.5322
Universiteit Utrecht Holding BV (Utrecht) / UBC.5257
Universiteit van Amsterdam
VIB
Vlaams Interuniversitair Instituut
Chemische Wetenschappen (NWO)
CWI
Centrum voor Wiskunde
VU
Vrije Universiteit
en Informatica
WU
Wageningen Universiteit
DPI
Dutch Polymer Institute
WUR
Wageningen Universiteit en
EUR
Erasmus Universiteit Rotterdam
ESPSRC
Engineering & Physical Sciences
Universitair Medisch Centrum Utrecht / UGN.4966 / NNS.4968 / NNN.5322
UvA
in de kennisinfrastructuur CW
Universitair Medisch Centrum Groningen / VTH.5180 / VPC.5254 / NNN.5322
Besluit subsidies investeringen
Research Council EW
Exacte Wetenschappen (NWO)
EZ
Ministerie van Economische Zaken
FOM
Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie
V
k€
VARTEC NV (Gent, België) / DET.5100 VDP Laboratories / SYNTECH (Hilversum) /
(eenheid van 1.000 euro) MaGW
WBI.4834 VIRAN (Den Haag) / UPC.5037
NIMR
Netherlands Institute for Metals
NWO
Nederlandse Organisatie voor
Research
W
Wetenschappelijk Onderzoek OCW
Weidmöller BV (Hilversum) / CES.5008 Wärtsilä Nederland BV (Zwolle) / EWE.5125
X
Mega euro (eenheid van 1.000.000 euro)
Vingmed Sound (Horten, Noorwegen) / RKG.5104
WL - Delft Hydraulics (Delft) / DCB.5302
Maatschappij en Gedragswetenschappen (NWO)
M€
VU Medisch Centrum Amsterdam / RKG.5104 Van Essen Instruments BV (Delft) / TAC.4974
kilo euro
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OTP
Open Technologieprogramma
PPM
Prioriteitsprogramma Materialen
PROGRESS Program for Research
Xensor Integration BV (Delfgauw) / DET.5100 /
on Embedded Systems
DMF.5103 / DMR.5294 Xsens Technologies BV (Enschede) / DET.5100
and Software ProRISC
Program for Research on Integrated Systems
Z
and Circuits
ZMBH (Heidelberg, Duitsland) / AKG.512
RU
Radbouduniversiteit Nijmegen
Zhaoqing University (Zhaoqing City, China) /
RUG
Rijksuniversiteit Groningen
SAFE
Semiconductor Advances
LPB.5113 Ziniflex Budel BV (Budel-Dorplein) / WBC.5280
for Future Electronics TI
Telematica Institute
TNO
Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek
TU
Technische Universiteit
TUD
Technische Universiteit Delft
TUE
Technische Universiteit Eindhoven
UL
Universiteit Leiden
UMC
Universitair Medisch Centrum
UT
Universiteit Twente
UU
Universiteit Utrecht
voor Biotechnologie
Researchcentrum WCFS
Wageningen Centre for Food Sciences
Technologiestichting STW / Utilisatierapport 2006
Technologiestichting STW bezoekadres
Van Vollenhovenlaan 661 3527 JP Utrecht postadres
Postbus 3021 3502 GA Utrecht telefoon
030 6001 211 fax
030 6014 408 e-mail
[emailprotected] internet
www.stw.nl
Colofon ontwerp
ARGANTE ARGANTE, Amsterdam fotografie
Ruben San A Jong, Amsterdam interviews
Schrijvenderwijs, Rotterdam druk
drukkerij MART.SPRUIJT bv, Amsterdam
STW-nummer
STW-2006 09 06-01/1
Technologiestichting STW / Utilisatierapport 2006
De statuten vermelden als doel van de Stichting: in het algemeen belang en in dat van het wetenschappelijk onderwijs technisch-wetenschappelijk onderzoek en de toepassing daarvan te bevorderen. Het doel wordt nagestreefd door met geld, dat beschikbaar wordt gesteld door NWO (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en door het Ministerie van Economische Zaken, technisch-wetenschappelijk onderzoek te stimuleren en te steunen in het bijzonder bij de instellingen van wetenschappelijk onderwijs. Tevens draagt de stichting bij aan de bevordering van de coördinatie van het onderzoek en het gebruik ervan. Technologiestichting
Technologiestichting STW
Utilisatierapport 2006
6 0 0 2 STW financiert onderzoek, dat wordt geselecteerd op grond
van wetenschappelijke kwaliteit en utilisatie. Onder dit laatste wordt verstaan de kans dat gebruikers de resultaten
zullen toepassen. De kans op gebruik kan op twee manieren groot zijn. Ten eerste wanneer nu al gebruikers kunnen
worden geïdentificeerd, die daadwerkelijk geïnteresseerd
zijn. Ten tweede doordat resultaten klaarblijkelijk een heel veld van toepassingen zullen ontsluiten, ook al zijn in dit stadium concrete gebruikers nog niet aan te wijzen.
STW zal tevens stimulerend en initiërend optreden op prioriteitsgebieden waar er, op grond van maatschappelijke en/of
wetenschappelijke ontwikkelingen, een duidelijke inspanning vanuit het (para-)universitair onderzoekspotentieel is.
De utilisatie van de STW-projecten die in 1995 van start gingen, alsmede de interimrapportage over de in 2000 gestarte projecten.
Ministerie van Economische Zaken
Technologiestichting STW
Technische wetenschappen